"AKKERTJES"
BINNENLAND De brug bii Dordrechl
Het vraagstuk der financiën
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 3 Januari 1939
Derde Blad No. 24163
79ste Jaargang
Scheepvaart ondervindt
nog veel hinder
van het ijs
Staatsuitgaven over 1938
meer dan 700 millioen
Aanvulling van de
electriciteitswet
Uitgaven voor maatschappelijk
hulpbetoon
VRAGENRUBRIEK
LUCHTVAART
Rijk en Gemeenten
GEMENGD NIEUWS
Groote brand in
kippenfokkerij te Sneek
Dagbladreclame
is niet te vervangen
OPEENHOOPING VAN SCHEPEN
TE MOERDIJK.
Het drijfijs van het Hollandsch Diep is
tengevolge van den krachtigen Zuiden
wind, welke gisteren woei en het opko
mende water, weggedreven en heeft zich
in de Dordtsche Kil opgehoopt.
Hierdoor kunnen de vele beladen en on
beladen motorschepen met sleepen, groo-
tendeels uit de richting Antwerpen en Zee
land komende, de Dordtsche Kil niet bin
nenvaren. Vele dier schepen moesten hier
door in de tamelijk kleine haven van Moer
dijk een toevlucht zoeken.
Gistermiddag omstreeks twee uur
lagen te Moerdijk niet minder dan der
tig schepen. Steeds werd de toevloed
van schepen uit het Westen grooter,
zoodat een groot gedeelte van de sche
pen, welke de haven niet meer binnen
konden varen, voor de Dordtsche Kil
ligplaats moest kiezen.
Om drie uur in den middag was het
aantal schepen, dat in de haven en
voor de Dordtsche Kil lag, tot zeventig
gestegen en steeds kwam er nog meer
bij.
Op het IJsselmeer.
De postboot „Von Geusau'' welke gister
morgen van de Ketel, waar zij zat vastge
vroren, de reis naar Urk voortzette, is on
geveer een kilometer buiten de Ketel ge
komen. Daar waren de ijsmassa's zoo dik,
dat men besloot naar de Ketel terug te
keeren. Vandaag zal men opnieuw trach
ten Urk te bereiken.
De ijsvlet, welke gistermorgen om half
acht uit Urk vertrok met de post, was om
twee uur op haar plaats van bestemming,
de Vossewaard. Van hier werd de post naar
Kampen gebracht.
DE NATIONALE SCHULD BEDRAAGT
ONGEVEER 3200 MILLIOEN.
De zoo juist door het Centraal Bureau
voor de Statistiek uitgegeven statistiek der
Rijksfinanciën 1938 bevat wederom een
groot aantal gegevens met betrekking tot:
a. de inkomsten, de uitgaven, de batige en
nadeelige sloten volgens de Rijksreke
ningen tot en met 1936 en de Rijksbegroo-
tingen voor 1937 en 1938; b. elk der rijks
belastingen; e, enkele der overige voor
naamste middelen en inkomsten; d, elk der
fondsen en der bedrijven van den Staat;
e. de gevestigde en de vlottende schuld van
het Rijk.
Terwijl de gewone uitgaven van het Rijk
over 1900 nog f. 149 millioen bedroegen, zijn
deze vrijwel onafgebroken gestegen tot
f. 656 millioen over 1936. terwijl over 1937
en 1938 hiervoor geraamd werden resp.
f.664 millioen en f.704 millioen. Bij laatst
genoemde cijfers is nog geen rekening ge
houden met de bij de indiening van de
begrootingen voor deze jaren medegedeelde
voornemens der Regeering tot verminde
ring dezer uitgaven, voorzoover deze nog
wettelijk moesten worden geregeld.
Uitvoerig wordt in de inleiding vermeld,
op welke wijze in de dekking van de na
deelige sloten der afgesloten rekeningen is
voorzien. Tot en met 1936 blijken nog f222
millioen ongedekt te zijn gebleven.
De voor 1938 geraamde nadeelige sloten
voor de verschillende departementen van
algemeen bestuur tot een totaalbedrag van
f. 569 millioen worden voor een bedrag van
f. 545 millioen gedekt door de opbrengst dei-
belastingen en voor f.11 millioen door
voordeelige sloten der staatsbedrijven, ter
wijl f. 13 millioen voorioopig ongedekt blijft.
Omtrent de invoering van nieuwe belas
tingen en wijziging in de tarieven der be
staande belastingen komen uitvoerige ge
gevens in de statistiek voor. Met inbegrip
van de in het Verkecrsfonds gestorte belas
tingen werd voor 1938 een opbrengst ge
raamd van f.576 millioen. terwijl de op
brengst over 1900 nog slechts f. 120 millioen
bedroeg.
Het uitslaande bedrag der nationale ge
vestigde schuld is gestegen van f. 1147 mil
lioen op 1 Januari 1900 tot f. 2916 millioen
op 1 Januari 1925, waarop een snelle daling
is gevolgd tot f.2338 millioen op 1 Januari
1932 Daarna is de schuld wederom bijna
voortdurend gestegen, zoodat zij op 1 Ja
nuari 1939 ongeveer f. 3200 millioen zal be
dragen.
In den loop der jaren zijn verschillende
leeningen van een hoog rentetype omgezet
in leeningen met lagere rente.
De laatste 6 pet. schuld is afgelost ln
1932. de laatste 5 en 41/, pet, schuld in 1934
en bijna alle 4 pet. schuld in 1938, zoodat
op 1 Januari 1939 van de totale schuld nog
geen f 88 millioen zal uitstaan tegen een
hoogeren rentevoet dan 3 pet.
DE MINISTER VAN WATERSTAAT ZAL
OVER EEN TECHNISCHEN DIENST
MOETEN BESCHIKKEN.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
aanvulling van de electriciteitswet. Aan de
memorie van toelichting wordt o.m. het
volgende ontleend:
Voor de uitvoering van de electriciteits
wet, in de eerste plaats voor het opmaken
van plannen voor het uitvoeren en finan
cieren van het koppelnet. zal de Minister
van Waterstaat dienen te beschikken over
een technischen dienst aSn zijn departe
ment onder de leiding van een gezagheb
bend eleclrotechnicus, met speciale erva
ring op bedrijfsgebied.
Naar het oordeel van den Minister be-
hooren de voor een en ander verelschte
gelden, welke besteed zullen worden in het
belang van een goede electriciteitsvoorzie-
ning. in hoofdzaak ten laste van de elec-
trlciteitsbedrljven te komen, die immers
bij goede uitvoering van de wet groot be
lang hebben.
Als grondslag van heffing is genomen de
geldelijke opbrengst van de stroomlevering
der bedrijven.
Er zal met een zeer laag percentage
kunnen worden volstaan, wijl de totaal be-
noodlgde bedragen niet hoog zullen behoe
ven te zijn. Voor den nieuwen dienst zullen
althans in het eerste jaar de kosten de
som van f. 40.000 vermoedelijk niet te bo
ven gaan. Aangezien het heffingspercen
tage bij Koninklijk Besluit wordt bepaald,
zal het gemakkelijk aan de behoeften kun
nen worden aangepast. Het ligt uiteraard
in de bedoeling, het percentage niet hooger
te stellen dan noodig is voor dekking der
noodzakelijke uitgaven.
Ten aanzien van de wijze van heffing
komt regeling bij algemeenen maatregel
van bestuur het meest aangewezen voor.
CIJFERS VAN HET CENTRAAL BUREAU
VOOR DE STATISTIEK.
Uit een publicatie, welke door het cen
traal bureau voor de statistiek is bewerkt,
blijkt, dat in 1936 door de overheid en
8.031 instellingen van weldadigheid te za-
men f. 125,1 millioen voor maatschappelijk
hulpbetoon werd uitgegeven In 1935 be
droegen deze uitgaven f. 119,5 millioen.
De uitgaven voor steun en werkverschaf
fing aan valide werkloozen iniet ingevolge
Naar de Algemeene Neder -
iandsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer mee
deelt, zal de brug over de
Oude Maas bij Dordrecht
op Zaterdag 6 Mèi a.s. of
ficieel worden geopend.
de Armenwet) zijn in bovengenoemde be
dragen niet inbegrepen. In 1936 werd voor
hulp aan valide werkloozen f. 149.3 millioen
uitgegeven.
Overigens werd door den rijksdienst ter
uitvoering van de Zuiderzee steunwet in
1936 o.m. aan 3.983 belanghebbenden f. 1,2
millioen verstrekt.
Voor maatschappelijk hulpbetoon, inge
volge de armenwet verleend, werden in
1936 de navolgende bedragen na aftrek
van de terugontvangsten uitgegeven:
millioen
onderstand met geld en levensbehoeften f. 56.-
verzorging in gestichten en hofjes f17.5
verpleging in ziekenhuizen f. 17.1
verpleging van arml. krankzinnigen f. 14,9
geneesk. hulp (bulten ziekenhuizen! f. 4,4
overige vormen van maatsch. hulpbetoon f. 11,-
beheerskosten, armenraden e.df. 4.2
totaal f. 125.1
Het totaal der uitgaven voor maatschap
pelijk hulpbetoon bedroeg in 1936 ruim
f. 5.5 millioen of f4,63 proeent meer dan
in 1935, terwijl de vermeerdering van de
bevolking 0,97 pet. was. De uitgaven voor
onderstand met geld en levensbehoeften in
Nederland vermeerderden met pl.m. f. 6
millioen, terwijl de uitgaven voor onder
steuning van behoeftige Nederlanders in
het buitenland met bijna f. 0.9 millioen
verminderden. Voor ziekenhuisverpleging
werd ongeveer f. 0.5 millioen minder uitge
geven, ofschoon het aantal behoeftige ver
pleegden in 1936 aanmerkelijk hooger was
dan in 1935. hetgeen op bezuiniging wijst.
Van het totaal bedrag der uitgaven voor
maatschappelijk hulpbetoon in 1936 kwam
ruim 80 pet. voor rekening van de over
heid. Het aandeel van de kerkelijke en
particuliere instellingen van weldadigheid
te zamen bedroeg bijna 20 pet.
Uit onderstaande cijfers bjijkt, in welke
mate de uitgaven voor de armenverzorging
sedert 1879 zijn toegenomen,
jaren totaal der uitg. per hoofd v.
netto de bevolking
1879 f. 11,9 millioen f. 3.—
1898 f. 16.3 millioen f. 3.2
1913 f. 27,6 millioen f. 4,6
1918 f. 50,5 millioen f. 7,5
1928 f. 90,1 millioen f. 11.7
1932 f. 118,2 millioen f. 14,5
1935 f. 119,5 millioen f. 14.2
1936 f. 125,1 millioen f. 14,7
De inkomsten van bezittingen der instel
lingen van weldadigheid bedroegen in 1936
f. 12,4 millioen (netto), terwijl de opbrengst
van collecten e.d. f. 11,8 millicen was. Aan
erfstellingen en legaten werd in 1936 f. 1.5
millioen ontvangen. Het grootste gedeelte
van genoemde ontvangsten kwam ten goe
de aan de kerkelijke en particuliere instel
lingen.
DE LEGEROEFENINGEN IN 1939.
In Oostelijk Brabant.
Naar de N. R. C. verneemt, zullen de
groote leger oefeningen van 1939 in Oos
telijk Brabant worden gehouden en wel ln
de maand September.
MINISTER COLIJN MET VACANTIE.
De minister-president en mevrouw Colijn
zijn gistermiddag om 3.15 uur van het
Staatsspoorstation te Den Haag voor 14 da
gen naar Zwitserland vertrokken.
SCHIETSCHOOL VOOR DE INFANTERIE.
De inspecteur der infanterie, generaal-
majoor W. F. A. Hackstroh heeft gisteren
de infanterie-schietschool, die in het kamp
te Waalsdorp gevestigd wordt, geïnstal
leerd. Hierbij waren tegenwoordig generaal-
majoor J. Th. Alting von Geusau. bevelheb
ber in de eerste militaire afdeeling. gene-
raal-majoor H. de Iongh, inspecteur van
den Vrijwilligen Landstorm, kolonel R. P.
J. var. den Berg van Saparoea. garnizoens
commandant te 's-Gravenhage, luitenant
kolonel J. van Voorthuysen, cammandant
van het Regiment Grenadiers en de offi
cieren en onderofficieren dezer inrichting.
In zijn rede heeft de Inspecteur der
Infanterie gewezen op het groote nut van
een zelfstandige infanterie-schietschool. Na
in korte trekken de redenen te hebben
ontvouwd, welke tot oprichting aanleiding
waren en na een terugblik te hebben ge
worpen op de beteekenis van de voormalige
normaal schietschool en de daarop aan
sluitende bijzondere taak van het Regiment
Grenadiers, installeerde de inspecteur de
nieuwe school en haar commandant ma
joor der infanterie P. Weeda.
Nadat de commandant van de school den
inspecteur hiervoor had bedankt en gene-
raal-majoor de Iongh nog had gesproken
was de plechtigheid ten einde.
te. faJLftó#i \ewzAf
W. S. te L. Uw moeder is gerechtigd naar
eigen goedvinden over hare eigendommen te
beschikken.
J, A. V. te L. Bepaalde verplichtingen zijn
doorgaans aan het dragen van den eeretitel
niet verbonden. U doet er goed aan U vooraf
er van te vergewissen of het voornemen op prijs
zal worden gesteld. Belde eerefuncties zijn on
geveer op één lijn te stellen.
Wed. v. d. H U moet U wenden tot den
raad van arbeid. Het is niet uitgesloten, dat
rente kan worden toegekend.
DE POSTVLUCHTEN.
Hedenmorgen om 7 uur is de ..Valk'' met
gezagvoerder Both van Schiphol naar Indlë
vertrokken.
Aan boord bevonden zich acht passagiers.
Voor het tusschentraject MedanSingapore
heeft nog één passagier geboekt
Medegenomen werd 163,020 kg. vracht,
496.507 kg. briefpost en 54.425 kg. pakketpost.
De „Oehoe" is vanmorgen van Tjllilitan naar
Nederland vertrokken.
WERKVERSCHAFFINGSKAMPEN.
Verblijfskosten verhaald op de gemeenten.
De minister van Sociale Zaken heeft aan
de gemeentebesturen bericht, dat in de
toekomst op de betrokken gemeenten zal
worden verhaald haar aandeel in de kosten
van huisvesting en voeding van in barak
ken gehuisveste werklooze arbeiders. Tc
rekenen van de eerste kampweek in 1939
af zal op de gemeenten, welker werklooze
arbeiders zijn ondergebracht in barakken
worden verhaald: 1. wegens huisvesting
(met Inbegrip van ligging) per mankamp
dag 19 ets.: 2. wegens warme voeding per
mankampdag 35 cis.; 3. wegens broodvoe
ding per mankampdag 25 ets.
De forensenbelasting
Aan het voorioopig verslag der Tweede
Kamer inzake de wetsontwerpen tot wijzi
ging van de wet van 22 December 1933 tot
steun aan noodlijdende gemeenten en na
dere wijziging van de wet van 15 Juli 1929,
houdende herziening van de financieele
verhouding tussehen het rijk en de ge
meenten, wordt o.m, ontleend:
Waardeering werd uitgesproken voor den
uit de indiening van het eerste wetsont
werp blijkenden wil der regeering, verbete
ring te brengen in den financleelen nood
toestand, waarin een groot deel der ge
meenten verkeert.
Ten aanzien van de vraag of het berei
ken van dit doel met de middelen, welke
dit ontwerp geeft, in beteekenende mate
bevorderd zal worden, waren vele leden
optimistisch gestemd.
Wel opent het wetsontwerp de mogelijk
heid, dat in meerdere mate dan voorheen
de uitgaven eener bepaalde gemeente ten
laste harer ingezetenen worden gebracht,
en wel kan daaruit voortvloeien, dat die
gemeente wederom self-supporting wordt,
doch daarmede bereikt zij nog niet het
terugkrijgen van haar zelfstandigheid.
En al ware daarvan wel sprake aldus
j verder de hierbedoelde leden dan zou
toch zeker de vraag gewettigd zijn of het
I wel deze vorm van zelfstandigheid is, welke
door de gemeenten „zoozeer begeerd"
wordt.
Verscheidene leden achtten het een ern
stig bezwaar van het ontwerp, dat het lijn
recht ingaat tegen den opzet van de wet
inzake de financieele verhouding tussehen
rijk en gemeenten
Indien men thans, een aantal jaren na
dat de unificatie van de gemeentelijke in
komstenbelasting tot stand is gekomen,
weer de mogelijkheid zou scheppen tot het
heffen van nieuwe gemeentelijke inkom
stenbelastingen, en dat nog wel in de ge
meenten waar de druk het, zwaarst is en
alle heffingen reeds tot haar maximum
zijn opgevoerd, dan zouden de oude euvelen
herleven en zou een toestand ontstaan,
waaruit eerlang slechts een nieuwe unifi
catie uitkomst zou kunnen brengen. Ook
reu, ondanks de ontworpen forensenbelas
ting, de uittocht uit de zwaarst belaste ge
meenten hierdoor een nieuw stimulans
krijgen.
Sommige leden waren in het bijzonder
beducht voor de gevolgen van de Invoering
van deze belasting voor plattelandsge
meenten.
Intusschen bleek men vrijwel alge
meen van oordeel, dat het vraagstuk
der gemeentefinanciën als één geheel
moet worden bezien en alle te treffen
maatregelen tegelijk in oogenschouw
behooren te worden genomen. Ge
schiedt dit niet, dan kan het tot stand
komen van een bevredigende oplossing
niet worden verwacht.
Bezwaar werd gemaakt tegen het nemen
van een beslissing over het ontwerp, zoo
lang niet het complex van belastingvoor
stellen, dat de regeering heeft aangekon
digd, in wetsontwerp is belichaamd, zon-
dat de Kamer zich een beeld kan vormen
van de wijziging in de verdeeling van den
belastingdruk, welke daarvan het gevolg
zal zijn, en tevens van den invloed, dien de
voornemens der regeering op dit gebied di
rect en indirect op de financieele poeitie
der gemeenten zullen hebben.
Verscheidene leden waren van meening,
dat de eerste voorwaarde voor een goede
oplossing van het vraagstuk der gemeente
financiën is de erkenning van de werk-
loosheidszorg als een nationale taak. De
grondfout aldus deze leden welke het
meest tot de ontreddering ran de finan
ciën der gemeenten heeft bijgedragen, is te
zoeken in het feit, dat de werkloosheids
lasten in persten aanleg zijn beschouwd
als gemeentelijke lasten.
Naast de overbrenging van de uitgaven
TOor de werkloosheidszorg naar de rijks-
begrooting zol, naar dezelfde leden meen
den, ook een wijziging noodig zijn van de
bepalingen, welke de financieele verhou
ding tussehen rijk en gemeenten regelen.
B(j die wijziging zal ook een eind moeten
worden gemaakt aan de voortdurende da
ling van de garantie-uitkeeringen uit het
gemeentefonds. Deze vermindering van in
komsten maakt voor verschillende ge
meenten den strijd tot behoud van haar
financieele onafhankelijkheid, met hoe
groote volharding die ook wordt gevoerd,
op den duur tot een hopelooze onderne
ming.
DE FORENSENBELASTING.
Bij verscheidene leden bestond ook
legen het tweede ontwerp het bezwaar,
dat het in strijd is met den opzet van
de wet, regelende de financieele ver
houding tussehen rijk en gemeenten.
De wederinvoering van de forensenbe-
iasting gaat vierkant tegen den opzet
in. Daarenboven konden de hierbe-
doelde leden die invoering niet dan on
billijk noemen.
Eenige leden, die de technische verdien
sten van de voorgestelde regeling niet wil
den betwisten, meenden toch, dat er voor
een terugkeer van de idee der forensenbe
lasting niet voldoende aanleiding bestaat.
Vele andere leden deelden de bezwaren
niet en hadden met instemming van dit
ontwerp kennis genomen Het zou huns in
ziens ook afgezien van de tegenwoordige
bijzondere financieele moeilijkheden reden
van bestaan hebban.
Dat de forensengemeenten bedenkingen
opperen, achtten de hier aan het woord
zijnde leden zeer begrijpelijk, te meer om
dat er daaronder enkele zijn. die er finan
cieel weinig gunstig voorstaan Echter dient
te worden voorbijgezien, dat in het alge
meen de gemeenten, waar veel forensen
wonen, in een veel gunstiger belastingpo
sitie dan andere gemeenten verkeeren.
Weder andere leden meenden de foren-
senbelasting te moeten beschouwen als een
noodzakelijk complement van de voorge
stelde plaatselijke inkomstenbelasting.
Intusschen werd zoowel van ce zijde van
de voor- als van die van de tegenstanders
van de weder-invoering van een forensen
belasting verzocht om overlegging van ge
gevens met betrekking tot de gevolgen,
welke van de voorgestelde regeling voor
verschillende gemeenten zijn te verwach
ten.
De aandacht werd er op gevestigd, dat er
bij de samenstelling van liet ontweip van
is uitgegaan, dat de forens slechts een
werkgemeente heeft. Hoewel dit in strijd
is met de gedachte, welke aan het denk
beeld der forensenbelasting ten grondslag
ligt. is het in de memorie van toelichting
in het geheel niet gemotiveerd. Is dit uit
gangspunt gekozen vreeg men om
practische bezwaren te ontgaan?
Door een aantal leden werd de vrees uit
gesproken. dat er werkgemeenten zullen
zijn, die bepaalde heffingen gaan verlagen
en daartegenover de opcenten op de ge
meentefondsbelasting gaan verhoogen, het
geen ten nadeele van de forensen zou
komen.
Bijzondere aandacht werd gewijd aan de
beperking, dat, indien de forens een be
lastbaar inkomen heeft van niet meer dan
f. 1800. de woongemeente alleen belas
ting heft en de werkgemeente niets krijgt
Uiteraard is dit zeer nadeelig voor ver
schillende gemeenten, waar hoofdzakelijk
forensen werken, wier belastbaar inkomen
het meergenoemde bedrag niet over
schrijdt. Die gemeenten zullen slechts in
zeer geringe mate van de nieuwe forensen-
belasting kunnen profiteeren.
Verscheidene leden, die tegen een rege
ling als de hierbedoelde in het algemeen
geen bezwaar hadden, gaven in overweging
de inkomensgrens niet te stellen op f 1800
doch op f. 1200.
Opgemerkt werd. dat invoering van de
forensenbelasting met ingang van 1 Mei
1939 ten gevolge zou hebben, dat de door
forensengemeenten reeds vastgestelde be
grootingen voor dat jaar ernstig zouden
worden ontwricht. Met klem werd in ver
band ds--mede op verschuiving van die
invoering naar een later tijdstip aange
drongen.
Hoofdpijn, kiespijn of andere ona*
makken ga ik mei een AKKERTJE
le lijf. Niels dal zoo vlug en goed
helpt. Moei U ook eens probeeren.
13 itulii lt «tiiiv»r« 2 «tttki 2 «luiver»
Lel op hel AKKER-merk I
6308 (Ingez. Med.)
VEEL PLUIMVEE OMGEKOMEN.
Gisteravond is brand uitgebroken in de
opslagplaatsen en kippenfokkerij van de
firma Bakker en van Popta, groothandel
in pluimvee, voeder en eieren aan het
Kleinzand te Sneek. Door het springen van
een benzinevergasser is de brand ontstaan.
Er ontwikkelde zich zulk een krachtige
luchtdruk, dat een gedeelte van het dak
der oude loods werd weggeslagen. Het vuur
vond gretig voedsel in de groote hoeveel
heid hooi. stroo, turfmolm en veren, zoo
dat de brand zich al spoedig ernstig liet
aanzien. De brandweer rukte met groot
materiaal uit. Zij kon evenwel niet ver
hinderen, dat de opslagplaatsen geheel af
brandden. Een knecht, die bezig was met
het voederen van de kippen, werd door
een losspringend stuk metaal aan de hand
gewond. Een andere knecht geraakte be
wusteloos. Hij werd naar zijn woning ver
voerd. Men slaagde erin een groot aantal
kippen te redden. Tweeduizend kippen
evenwel zijn in de vlammen omgekomen
of worden vermist. Een auto wist men tij
dig naar buiten te brengen. De schade
wordt door verzekering gedekt.
GASKRAAN PER ONGELUK
OPENGEDRAAID.
Vrouw te Dordrecht omgekomen.
Een droevig geval van gasverstikking
werd gisteren ontdekt ten huize van de
familie S. aan den Burgemeester de Raadt-
singel te Dordrecht. De woning is niet zeer
ruim en omdat er familie op bezoek was.
cie den nacht overbleef, had de 40-jarige
mej. S die te zarnen met haar broer het
huis bewoont, zich ln de keuken op een
z.g. kermisbed ter ruste gelegd. Toen de
huisgenooten gistermorgen in de keuken
kwamen, troffen zij tot hun ontzetting de
vrouw levenloos op het bed aan. De sterke
gaslucht wees er op, dat de vrouw door
gasverstikking om het leven was gekomen.
Vermoedelijk heeft het slachtoffer, dat het
bed vlak naast de gasleiding had gespreid,
in haar slaap door een toevallige beweging
de gaskraan gedeeltelijk geopend, waar
door langzaam de afgesloten keuken zich
met gas vulde, met het noodlottig gevolg,
dat de slapende stikte. Haar broer en de
overige familieleden sliepen in een ander
deel van het huis. zoodat zij niets hadden
bemerkt. (Tel.)
IN DE MAAS VERDRONKEN.
Zaterdagavond om zeven uur zou de 69-
jarige wachtsman C. B. Breuren, wonende
aan het Prins Frederikplein te Rotterdam,
die ln dienst was van een firma aan de
Maaskade, worden afgelost. Toen zijn col
lega arriveerde, was B echter niet aan
wezig Aangezien men hem om zes uur nog
eten had gebracht, rees onmiddellijk het
vermoeden, dat de man te water zou zijn
geraakt. Men is direct gaan dreggen, even
wel zonder resultaat. Ook gedurende den
Zondag heeft men dit voortgezet, even
eens zonder den man te vinden. Gisteren
is men andermaal er op uitgetrokken en
in den loop van den avod is men er in ge
slaagd liet stoffelijk overschot van denman
uit de Maas op te halen.
3UITENLANDSCH GEMENGD.
SNEEUWSTORMEN AAN ZWARTE EN
AEGEISCHE ZEE.
In het gebied van de Zwarte Zee en de
Aegeische Zee woeden hevige sneeuwstor
men. Ettelijke zeilschepen zijn vergaan. Ook
net Turksche kolenschip „Millet" H880 toni
s met de geheele uit 22 koppen bestaande
bemanning aan de kust van de Zwarte Zee
gezonken.