"AKKERTJES" BINNENLAND De brug bii Dordrechl Het vraagstuk der financiën LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 3 Januari 1939 Derde Blad No. 24163 79ste Jaargang Scheepvaart ondervindt nog veel hinder van het ijs Staatsuitgaven over 1938 meer dan 700 millioen Aanvulling van de electriciteitswet Uitgaven voor maatschappelijk hulpbetoon VRAGENRUBRIEK LUCHTVAART Rijk en Gemeenten GEMENGD NIEUWS Groote brand in kippenfokkerij te Sneek Dagbladreclame is niet te vervangen OPEENHOOPING VAN SCHEPEN TE MOERDIJK. Het drijfijs van het Hollandsch Diep is tengevolge van den krachtigen Zuiden wind, welke gisteren woei en het opko mende water, weggedreven en heeft zich in de Dordtsche Kil opgehoopt. Hierdoor kunnen de vele beladen en on beladen motorschepen met sleepen, groo- tendeels uit de richting Antwerpen en Zee land komende, de Dordtsche Kil niet bin nenvaren. Vele dier schepen moesten hier door in de tamelijk kleine haven van Moer dijk een toevlucht zoeken. Gistermiddag omstreeks twee uur lagen te Moerdijk niet minder dan der tig schepen. Steeds werd de toevloed van schepen uit het Westen grooter, zoodat een groot gedeelte van de sche pen, welke de haven niet meer binnen konden varen, voor de Dordtsche Kil ligplaats moest kiezen. Om drie uur in den middag was het aantal schepen, dat in de haven en voor de Dordtsche Kil lag, tot zeventig gestegen en steeds kwam er nog meer bij. Op het IJsselmeer. De postboot „Von Geusau'' welke gister morgen van de Ketel, waar zij zat vastge vroren, de reis naar Urk voortzette, is on geveer een kilometer buiten de Ketel ge komen. Daar waren de ijsmassa's zoo dik, dat men besloot naar de Ketel terug te keeren. Vandaag zal men opnieuw trach ten Urk te bereiken. De ijsvlet, welke gistermorgen om half acht uit Urk vertrok met de post, was om twee uur op haar plaats van bestemming, de Vossewaard. Van hier werd de post naar Kampen gebracht. DE NATIONALE SCHULD BEDRAAGT ONGEVEER 3200 MILLIOEN. De zoo juist door het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgegeven statistiek der Rijksfinanciën 1938 bevat wederom een groot aantal gegevens met betrekking tot: a. de inkomsten, de uitgaven, de batige en nadeelige sloten volgens de Rijksreke ningen tot en met 1936 en de Rijksbegroo- tingen voor 1937 en 1938; b. elk der rijks belastingen; e, enkele der overige voor naamste middelen en inkomsten; d, elk der fondsen en der bedrijven van den Staat; e. de gevestigde en de vlottende schuld van het Rijk. Terwijl de gewone uitgaven van het Rijk over 1900 nog f. 149 millioen bedroegen, zijn deze vrijwel onafgebroken gestegen tot f. 656 millioen over 1936. terwijl over 1937 en 1938 hiervoor geraamd werden resp. f.664 millioen en f.704 millioen. Bij laatst genoemde cijfers is nog geen rekening ge houden met de bij de indiening van de begrootingen voor deze jaren medegedeelde voornemens der Regeering tot verminde ring dezer uitgaven, voorzoover deze nog wettelijk moesten worden geregeld. Uitvoerig wordt in de inleiding vermeld, op welke wijze in de dekking van de na deelige sloten der afgesloten rekeningen is voorzien. Tot en met 1936 blijken nog f222 millioen ongedekt te zijn gebleven. De voor 1938 geraamde nadeelige sloten voor de verschillende departementen van algemeen bestuur tot een totaalbedrag van f. 569 millioen worden voor een bedrag van f. 545 millioen gedekt door de opbrengst dei- belastingen en voor f.11 millioen door voordeelige sloten der staatsbedrijven, ter wijl f. 13 millioen voorioopig ongedekt blijft. Omtrent de invoering van nieuwe belas tingen en wijziging in de tarieven der be staande belastingen komen uitvoerige ge gevens in de statistiek voor. Met inbegrip van de in het Verkecrsfonds gestorte belas tingen werd voor 1938 een opbrengst ge raamd van f.576 millioen. terwijl de op brengst over 1900 nog slechts f. 120 millioen bedroeg. Het uitslaande bedrag der nationale ge vestigde schuld is gestegen van f. 1147 mil lioen op 1 Januari 1900 tot f. 2916 millioen op 1 Januari 1925, waarop een snelle daling is gevolgd tot f.2338 millioen op 1 Januari 1932 Daarna is de schuld wederom bijna voortdurend gestegen, zoodat zij op 1 Ja nuari 1939 ongeveer f. 3200 millioen zal be dragen. In den loop der jaren zijn verschillende leeningen van een hoog rentetype omgezet in leeningen met lagere rente. De laatste 6 pet. schuld is afgelost ln 1932. de laatste 5 en 41/, pet, schuld in 1934 en bijna alle 4 pet. schuld in 1938, zoodat op 1 Januari 1939 van de totale schuld nog geen f 88 millioen zal uitstaan tegen een hoogeren rentevoet dan 3 pet. DE MINISTER VAN WATERSTAAT ZAL OVER EEN TECHNISCHEN DIENST MOETEN BESCHIKKEN. Ingediend is een wetsontwerp, houdende aanvulling van de electriciteitswet. Aan de memorie van toelichting wordt o.m. het volgende ontleend: Voor de uitvoering van de electriciteits wet, in de eerste plaats voor het opmaken van plannen voor het uitvoeren en finan cieren van het koppelnet. zal de Minister van Waterstaat dienen te beschikken over een technischen dienst aSn zijn departe ment onder de leiding van een gezagheb bend eleclrotechnicus, met speciale erva ring op bedrijfsgebied. Naar het oordeel van den Minister be- hooren de voor een en ander verelschte gelden, welke besteed zullen worden in het belang van een goede electriciteitsvoorzie- ning. in hoofdzaak ten laste van de elec- trlciteitsbedrljven te komen, die immers bij goede uitvoering van de wet groot be lang hebben. Als grondslag van heffing is genomen de geldelijke opbrengst van de stroomlevering der bedrijven. Er zal met een zeer laag percentage kunnen worden volstaan, wijl de totaal be- noodlgde bedragen niet hoog zullen behoe ven te zijn. Voor den nieuwen dienst zullen althans in het eerste jaar de kosten de som van f. 40.000 vermoedelijk niet te bo ven gaan. Aangezien het heffingspercen tage bij Koninklijk Besluit wordt bepaald, zal het gemakkelijk aan de behoeften kun nen worden aangepast. Het ligt uiteraard in de bedoeling, het percentage niet hooger te stellen dan noodig is voor dekking der noodzakelijke uitgaven. Ten aanzien van de wijze van heffing komt regeling bij algemeenen maatregel van bestuur het meest aangewezen voor. CIJFERS VAN HET CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK. Uit een publicatie, welke door het cen traal bureau voor de statistiek is bewerkt, blijkt, dat in 1936 door de overheid en 8.031 instellingen van weldadigheid te za- men f. 125,1 millioen voor maatschappelijk hulpbetoon werd uitgegeven In 1935 be droegen deze uitgaven f. 119,5 millioen. De uitgaven voor steun en werkverschaf fing aan valide werkloozen iniet ingevolge Naar de Algemeene Neder - iandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer mee deelt, zal de brug over de Oude Maas bij Dordrecht op Zaterdag 6 Mèi a.s. of ficieel worden geopend. de Armenwet) zijn in bovengenoemde be dragen niet inbegrepen. In 1936 werd voor hulp aan valide werkloozen f. 149.3 millioen uitgegeven. Overigens werd door den rijksdienst ter uitvoering van de Zuiderzee steunwet in 1936 o.m. aan 3.983 belanghebbenden f. 1,2 millioen verstrekt. Voor maatschappelijk hulpbetoon, inge volge de armenwet verleend, werden in 1936 de navolgende bedragen na aftrek van de terugontvangsten uitgegeven: millioen onderstand met geld en levensbehoeften f. 56.- verzorging in gestichten en hofjes f17.5 verpleging in ziekenhuizen f. 17.1 verpleging van arml. krankzinnigen f. 14,9 geneesk. hulp (bulten ziekenhuizen! f. 4,4 overige vormen van maatsch. hulpbetoon f. 11,- beheerskosten, armenraden e.df. 4.2 totaal f. 125.1 Het totaal der uitgaven voor maatschap pelijk hulpbetoon bedroeg in 1936 ruim f. 5.5 millioen of f4,63 proeent meer dan in 1935, terwijl de vermeerdering van de bevolking 0,97 pet. was. De uitgaven voor onderstand met geld en levensbehoeften in Nederland vermeerderden met pl.m. f. 6 millioen, terwijl de uitgaven voor onder steuning van behoeftige Nederlanders in het buitenland met bijna f. 0.9 millioen verminderden. Voor ziekenhuisverpleging werd ongeveer f. 0.5 millioen minder uitge geven, ofschoon het aantal behoeftige ver pleegden in 1936 aanmerkelijk hooger was dan in 1935. hetgeen op bezuiniging wijst. Van het totaal bedrag der uitgaven voor maatschappelijk hulpbetoon in 1936 kwam ruim 80 pet. voor rekening van de over heid. Het aandeel van de kerkelijke en particuliere instellingen van weldadigheid te zamen bedroeg bijna 20 pet. Uit onderstaande cijfers bjijkt, in welke mate de uitgaven voor de armenverzorging sedert 1879 zijn toegenomen, jaren totaal der uitg. per hoofd v. netto de bevolking 1879 f. 11,9 millioen f. 3.— 1898 f. 16.3 millioen f. 3.2 1913 f. 27,6 millioen f. 4,6 1918 f. 50,5 millioen f. 7,5 1928 f. 90,1 millioen f. 11.7 1932 f. 118,2 millioen f. 14,5 1935 f. 119,5 millioen f. 14.2 1936 f. 125,1 millioen f. 14,7 De inkomsten van bezittingen der instel lingen van weldadigheid bedroegen in 1936 f. 12,4 millioen (netto), terwijl de opbrengst van collecten e.d. f. 11,8 millicen was. Aan erfstellingen en legaten werd in 1936 f. 1.5 millioen ontvangen. Het grootste gedeelte van genoemde ontvangsten kwam ten goe de aan de kerkelijke en particuliere instel lingen. DE LEGEROEFENINGEN IN 1939. In Oostelijk Brabant. Naar de N. R. C. verneemt, zullen de groote leger oefeningen van 1939 in Oos telijk Brabant worden gehouden en wel ln de maand September. MINISTER COLIJN MET VACANTIE. De minister-president en mevrouw Colijn zijn gistermiddag om 3.15 uur van het Staatsspoorstation te Den Haag voor 14 da gen naar Zwitserland vertrokken. SCHIETSCHOOL VOOR DE INFANTERIE. De inspecteur der infanterie, generaal- majoor W. F. A. Hackstroh heeft gisteren de infanterie-schietschool, die in het kamp te Waalsdorp gevestigd wordt, geïnstal leerd. Hierbij waren tegenwoordig generaal- majoor J. Th. Alting von Geusau. bevelheb ber in de eerste militaire afdeeling. gene- raal-majoor H. de Iongh, inspecteur van den Vrijwilligen Landstorm, kolonel R. P. J. var. den Berg van Saparoea. garnizoens commandant te 's-Gravenhage, luitenant kolonel J. van Voorthuysen, cammandant van het Regiment Grenadiers en de offi cieren en onderofficieren dezer inrichting. In zijn rede heeft de Inspecteur der Infanterie gewezen op het groote nut van een zelfstandige infanterie-schietschool. Na in korte trekken de redenen te hebben ontvouwd, welke tot oprichting aanleiding waren en na een terugblik te hebben ge worpen op de beteekenis van de voormalige normaal schietschool en de daarop aan sluitende bijzondere taak van het Regiment Grenadiers, installeerde de inspecteur de nieuwe school en haar commandant ma joor der infanterie P. Weeda. Nadat de commandant van de school den inspecteur hiervoor had bedankt en gene- raal-majoor de Iongh nog had gesproken was de plechtigheid ten einde. te. faJLftó#i \ewzAf W. S. te L. Uw moeder is gerechtigd naar eigen goedvinden over hare eigendommen te beschikken. J, A. V. te L. Bepaalde verplichtingen zijn doorgaans aan het dragen van den eeretitel niet verbonden. U doet er goed aan U vooraf er van te vergewissen of het voornemen op prijs zal worden gesteld. Belde eerefuncties zijn on geveer op één lijn te stellen. Wed. v. d. H U moet U wenden tot den raad van arbeid. Het is niet uitgesloten, dat rente kan worden toegekend. DE POSTVLUCHTEN. Hedenmorgen om 7 uur is de ..Valk'' met gezagvoerder Both van Schiphol naar Indlë vertrokken. Aan boord bevonden zich acht passagiers. Voor het tusschentraject MedanSingapore heeft nog één passagier geboekt Medegenomen werd 163,020 kg. vracht, 496.507 kg. briefpost en 54.425 kg. pakketpost. De „Oehoe" is vanmorgen van Tjllilitan naar Nederland vertrokken. WERKVERSCHAFFINGSKAMPEN. Verblijfskosten verhaald op de gemeenten. De minister van Sociale Zaken heeft aan de gemeentebesturen bericht, dat in de toekomst op de betrokken gemeenten zal worden verhaald haar aandeel in de kosten van huisvesting en voeding van in barak ken gehuisveste werklooze arbeiders. Tc rekenen van de eerste kampweek in 1939 af zal op de gemeenten, welker werklooze arbeiders zijn ondergebracht in barakken worden verhaald: 1. wegens huisvesting (met Inbegrip van ligging) per mankamp dag 19 ets.: 2. wegens warme voeding per mankampdag 35 cis.; 3. wegens broodvoe ding per mankampdag 25 ets. De forensenbelasting Aan het voorioopig verslag der Tweede Kamer inzake de wetsontwerpen tot wijzi ging van de wet van 22 December 1933 tot steun aan noodlijdende gemeenten en na dere wijziging van de wet van 15 Juli 1929, houdende herziening van de financieele verhouding tussehen het rijk en de ge meenten, wordt o.m, ontleend: Waardeering werd uitgesproken voor den uit de indiening van het eerste wetsont werp blijkenden wil der regeering, verbete ring te brengen in den financleelen nood toestand, waarin een groot deel der ge meenten verkeert. Ten aanzien van de vraag of het berei ken van dit doel met de middelen, welke dit ontwerp geeft, in beteekenende mate bevorderd zal worden, waren vele leden optimistisch gestemd. Wel opent het wetsontwerp de mogelijk heid, dat in meerdere mate dan voorheen de uitgaven eener bepaalde gemeente ten laste harer ingezetenen worden gebracht, en wel kan daaruit voortvloeien, dat die gemeente wederom self-supporting wordt, doch daarmede bereikt zij nog niet het terugkrijgen van haar zelfstandigheid. En al ware daarvan wel sprake aldus j verder de hierbedoelde leden dan zou toch zeker de vraag gewettigd zijn of het I wel deze vorm van zelfstandigheid is, welke door de gemeenten „zoozeer begeerd" wordt. Verscheidene leden achtten het een ern stig bezwaar van het ontwerp, dat het lijn recht ingaat tegen den opzet van de wet inzake de financieele verhouding tussehen rijk en gemeenten Indien men thans, een aantal jaren na dat de unificatie van de gemeentelijke in komstenbelasting tot stand is gekomen, weer de mogelijkheid zou scheppen tot het heffen van nieuwe gemeentelijke inkom stenbelastingen, en dat nog wel in de ge meenten waar de druk het, zwaarst is en alle heffingen reeds tot haar maximum zijn opgevoerd, dan zouden de oude euvelen herleven en zou een toestand ontstaan, waaruit eerlang slechts een nieuwe unifi catie uitkomst zou kunnen brengen. Ook reu, ondanks de ontworpen forensenbelas ting, de uittocht uit de zwaarst belaste ge meenten hierdoor een nieuw stimulans krijgen. Sommige leden waren in het bijzonder beducht voor de gevolgen van de Invoering van deze belasting voor plattelandsge meenten. Intusschen bleek men vrijwel alge meen van oordeel, dat het vraagstuk der gemeentefinanciën als één geheel moet worden bezien en alle te treffen maatregelen tegelijk in oogenschouw behooren te worden genomen. Ge schiedt dit niet, dan kan het tot stand komen van een bevredigende oplossing niet worden verwacht. Bezwaar werd gemaakt tegen het nemen van een beslissing over het ontwerp, zoo lang niet het complex van belastingvoor stellen, dat de regeering heeft aangekon digd, in wetsontwerp is belichaamd, zon- dat de Kamer zich een beeld kan vormen van de wijziging in de verdeeling van den belastingdruk, welke daarvan het gevolg zal zijn, en tevens van den invloed, dien de voornemens der regeering op dit gebied di rect en indirect op de financieele poeitie der gemeenten zullen hebben. Verscheidene leden waren van meening, dat de eerste voorwaarde voor een goede oplossing van het vraagstuk der gemeente financiën is de erkenning van de werk- loosheidszorg als een nationale taak. De grondfout aldus deze leden welke het meest tot de ontreddering ran de finan ciën der gemeenten heeft bijgedragen, is te zoeken in het feit, dat de werkloosheids lasten in persten aanleg zijn beschouwd als gemeentelijke lasten. Naast de overbrenging van de uitgaven TOor de werkloosheidszorg naar de rijks- begrooting zol, naar dezelfde leden meen den, ook een wijziging noodig zijn van de bepalingen, welke de financieele verhou ding tussehen rijk en gemeenten regelen. B(j die wijziging zal ook een eind moeten worden gemaakt aan de voortdurende da ling van de garantie-uitkeeringen uit het gemeentefonds. Deze vermindering van in komsten maakt voor verschillende ge meenten den strijd tot behoud van haar financieele onafhankelijkheid, met hoe groote volharding die ook wordt gevoerd, op den duur tot een hopelooze onderne ming. DE FORENSENBELASTING. Bij verscheidene leden bestond ook legen het tweede ontwerp het bezwaar, dat het in strijd is met den opzet van de wet, regelende de financieele ver houding tussehen rijk en gemeenten. De wederinvoering van de forensenbe- iasting gaat vierkant tegen den opzet in. Daarenboven konden de hierbe- doelde leden die invoering niet dan on billijk noemen. Eenige leden, die de technische verdien sten van de voorgestelde regeling niet wil den betwisten, meenden toch, dat er voor een terugkeer van de idee der forensenbe lasting niet voldoende aanleiding bestaat. Vele andere leden deelden de bezwaren niet en hadden met instemming van dit ontwerp kennis genomen Het zou huns in ziens ook afgezien van de tegenwoordige bijzondere financieele moeilijkheden reden van bestaan hebban. Dat de forensengemeenten bedenkingen opperen, achtten de hier aan het woord zijnde leden zeer begrijpelijk, te meer om dat er daaronder enkele zijn. die er finan cieel weinig gunstig voorstaan Echter dient te worden voorbijgezien, dat in het alge meen de gemeenten, waar veel forensen wonen, in een veel gunstiger belastingpo sitie dan andere gemeenten verkeeren. Weder andere leden meenden de foren- senbelasting te moeten beschouwen als een noodzakelijk complement van de voorge stelde plaatselijke inkomstenbelasting. Intusschen werd zoowel van ce zijde van de voor- als van die van de tegenstanders van de weder-invoering van een forensen belasting verzocht om overlegging van ge gevens met betrekking tot de gevolgen, welke van de voorgestelde regeling voor verschillende gemeenten zijn te verwach ten. De aandacht werd er op gevestigd, dat er bij de samenstelling van liet ontweip van is uitgegaan, dat de forens slechts een werkgemeente heeft. Hoewel dit in strijd is met de gedachte, welke aan het denk beeld der forensenbelasting ten grondslag ligt. is het in de memorie van toelichting in het geheel niet gemotiveerd. Is dit uit gangspunt gekozen vreeg men om practische bezwaren te ontgaan? Door een aantal leden werd de vrees uit gesproken. dat er werkgemeenten zullen zijn, die bepaalde heffingen gaan verlagen en daartegenover de opcenten op de ge meentefondsbelasting gaan verhoogen, het geen ten nadeele van de forensen zou komen. Bijzondere aandacht werd gewijd aan de beperking, dat, indien de forens een be lastbaar inkomen heeft van niet meer dan f. 1800. de woongemeente alleen belas ting heft en de werkgemeente niets krijgt Uiteraard is dit zeer nadeelig voor ver schillende gemeenten, waar hoofdzakelijk forensen werken, wier belastbaar inkomen het meergenoemde bedrag niet over schrijdt. Die gemeenten zullen slechts in zeer geringe mate van de nieuwe forensen- belasting kunnen profiteeren. Verscheidene leden, die tegen een rege ling als de hierbedoelde in het algemeen geen bezwaar hadden, gaven in overweging de inkomensgrens niet te stellen op f 1800 doch op f. 1200. Opgemerkt werd. dat invoering van de forensenbelasting met ingang van 1 Mei 1939 ten gevolge zou hebben, dat de door forensengemeenten reeds vastgestelde be grootingen voor dat jaar ernstig zouden worden ontwricht. Met klem werd in ver band ds--mede op verschuiving van die invoering naar een later tijdstip aange drongen. Hoofdpijn, kiespijn of andere ona* makken ga ik mei een AKKERTJE le lijf. Niels dal zoo vlug en goed helpt. Moei U ook eens probeeren. 13 itulii lt «tiiiv»r« 2 «tttki 2 «luiver» Lel op hel AKKER-merk I 6308 (Ingez. Med.) VEEL PLUIMVEE OMGEKOMEN. Gisteravond is brand uitgebroken in de opslagplaatsen en kippenfokkerij van de firma Bakker en van Popta, groothandel in pluimvee, voeder en eieren aan het Kleinzand te Sneek. Door het springen van een benzinevergasser is de brand ontstaan. Er ontwikkelde zich zulk een krachtige luchtdruk, dat een gedeelte van het dak der oude loods werd weggeslagen. Het vuur vond gretig voedsel in de groote hoeveel heid hooi. stroo, turfmolm en veren, zoo dat de brand zich al spoedig ernstig liet aanzien. De brandweer rukte met groot materiaal uit. Zij kon evenwel niet ver hinderen, dat de opslagplaatsen geheel af brandden. Een knecht, die bezig was met het voederen van de kippen, werd door een losspringend stuk metaal aan de hand gewond. Een andere knecht geraakte be wusteloos. Hij werd naar zijn woning ver voerd. Men slaagde erin een groot aantal kippen te redden. Tweeduizend kippen evenwel zijn in de vlammen omgekomen of worden vermist. Een auto wist men tij dig naar buiten te brengen. De schade wordt door verzekering gedekt. GASKRAAN PER ONGELUK OPENGEDRAAID. Vrouw te Dordrecht omgekomen. Een droevig geval van gasverstikking werd gisteren ontdekt ten huize van de familie S. aan den Burgemeester de Raadt- singel te Dordrecht. De woning is niet zeer ruim en omdat er familie op bezoek was. cie den nacht overbleef, had de 40-jarige mej. S die te zarnen met haar broer het huis bewoont, zich ln de keuken op een z.g. kermisbed ter ruste gelegd. Toen de huisgenooten gistermorgen in de keuken kwamen, troffen zij tot hun ontzetting de vrouw levenloos op het bed aan. De sterke gaslucht wees er op, dat de vrouw door gasverstikking om het leven was gekomen. Vermoedelijk heeft het slachtoffer, dat het bed vlak naast de gasleiding had gespreid, in haar slaap door een toevallige beweging de gaskraan gedeeltelijk geopend, waar door langzaam de afgesloten keuken zich met gas vulde, met het noodlottig gevolg, dat de slapende stikte. Haar broer en de overige familieleden sliepen in een ander deel van het huis. zoodat zij niets hadden bemerkt. (Tel.) IN DE MAAS VERDRONKEN. Zaterdagavond om zeven uur zou de 69- jarige wachtsman C. B. Breuren, wonende aan het Prins Frederikplein te Rotterdam, die ln dienst was van een firma aan de Maaskade, worden afgelost. Toen zijn col lega arriveerde, was B echter niet aan wezig Aangezien men hem om zes uur nog eten had gebracht, rees onmiddellijk het vermoeden, dat de man te water zou zijn geraakt. Men is direct gaan dreggen, even wel zonder resultaat. Ook gedurende den Zondag heeft men dit voortgezet, even eens zonder den man te vinden. Gisteren is men andermaal er op uitgetrokken en in den loop van den avod is men er in ge slaagd liet stoffelijk overschot van denman uit de Maas op te halen. 3UITENLANDSCH GEMENGD. SNEEUWSTORMEN AAN ZWARTE EN AEGEISCHE ZEE. In het gebied van de Zwarte Zee en de Aegeische Zee woeden hevige sneeuwstor men. Ettelijke zeilschepen zijn vergaan. Ook net Turksche kolenschip „Millet" H880 toni s met de geheele uit 22 koppen bestaande bemanning aan de kust van de Zwarte Zee gezonken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9