IJszeilen - Het
Bin nenhc
ond
'er sneeuw - Huwelijk
Siameeschen prins
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede BSad
79ste Jaargaiin
FEUILLETON
Het Blauwe Teeken
i joê*. v
IJSZE1LEN OP DE GOUWZEE.
Nu het ijs sterk genoeg is, biedt de toegevroren watervlakte tusschen Monni
kendam en Marken een ideale gelegenheid om met ijsschuitjes te zeilen
EEN IJSBREKER IN 1 SI'A ARNL
TL HAARLEM. Den geheelen dag
is men bezig een vaargeul open te
werken, teneinde de scheepvaart zoo
veel mogelijk gaande te houden.
DE BRAND BIJ V. EN D. TE 'S-HERTOGENBOSCH.
Waar anders een Kerstboom prijkte, tooverde de vorst de meest fantastische
Kerstboomen van sneeuw en ijs.
TWEE MARKER VltUtwEN - op
weg van Marken naar Monnikendam
om inkoopen te doen
ZES BROERTJES BIJ DEN FOTOGRAAF.
Een half dozijn slechts een paar weken oude Mastiff-honden. Terwijl sommige van hen nieuwsgierig toezien, wat er gaat
gebeuren, laten andere duidelijk merken, dat ze al die drukte vreeselijk vervelend vinden.
HET HUWELIJK VAN PRINS (JHIRASAKTI een neef van den ex-koning van
Siam met miss Nani Raja Nuprabandu, vond te Londen plaats. Het jonge paar
met rechts de ex-koning van Siam
HET BINNENHOF IN DE RESIDENTIE
levert in sneeuwkleed stemmingsvolle hoekjes op. De oude pomp naast het
gebouw der Tweede Kamer bij avond gezien.
De roman van een ultgestootene
door
HUGO BETTAUER.
21)
Hij voelde zich slap en lusteloos, toen hij
opstond en Franz belde om een verfrls-
schend bad voor hem gereed te maken. De
oude bediende bracht hem op een tablet
de post: eenlge brieven en een telegram.
Het laatste was afkomstig van Wend-
rich's hulshoudster; de professor was ern
stig ongesteld en Carlo werd daarom
verzocht onmiddellijk naar Graz te komen.
Be toon. waarin het telegram gesteld was.
liet geen twijfel omtrent den hopeloozen
toestand van den ouden heer.
Carlo nam den eerstvolgenden sneltrein
en toen hij het huls van zijn voogd binnen
trad. lag deze reeds in agonie. Hij herken
de zijn pupil niet eens meer.
Tegen den ochtend had Adalbert
Wendrich nog eenige heldere oogenblik-
ken, waarin hij Carlo op het hart drukte
den naam van zijn vader niet te bezoedelen
en zijn best te doen een flink mensch in de
maatschappij te worden. Met tranen in de
dogen beloofde Carlo den ouden heer en
zichzelf dezen vermaningen eindelijk ge
hoor te zullen schenken.
Drie dagen later werd professor Wendrich
naar zijn laatste rustplaats gedragen.
De afwikkeling der financleele aangele
genheden stelde Carlo in handen van een
notaris te Graz. Daar zijn vierentwintigste
geboortedag niet meer ver af was, wilde hij
trachten te bereiken, dat hij nu reeds
meerderjarig zou worden verklaard, zoodat
hij de beschikking zou krijgen over zijn
vermogen.
In Weenen teruggekeerd, wachtten den
nu geheel alleenstaanden Carlo tal van
condoléance-brieven. Daarbij bevond zich
om. een brief van mevrouw Ortner en
haar dochter. Lisl, waarin laatstgenoemde
aan het slot eenigszins verwijtend infor
meerde, waarom hij zijn belofte haar te
zullen bezoeken, niet was nagekomen.
Even doorstroomde hem een warm ge
voel bij de gedachte aan dit frissche,
blauwoogige meisje, maar toen viel zijn blik
op de foto van Germaine de Vermaingaut
in een zilveren lijst boven zijn ledikant en
onmiddellijk vervaagde de herinnering aan
Lisl.
Er waren echter ook eenige zakelijke
brieven. Meneer Friedrich Herlinger, bij
wien hij met een groote som in het krijt
stond, maande hem, de juwelier Jönig. met
wien Ketelhausen hem in relatie had ge
bracht en die hem reeds verscheidene
weken geleden, zij het dan op niet bepaald
onzelfzuchtige wijze, uit een impasse had
geholpen, was zoo vrij hem er aan te her
inneren. dat hij juist op dit oogenbilk eenig
geld zeer goed zou kunnen gebruiken en
dan was er nog een aantal andere leve
ranciers en ambachtslieden, die op betaling
aandrongen. Carlo nam een potlood en
berekende zijn financieele verplichtingen.
Het bleek, dat hij een groot deel van zijn
vermogen had verbruikt en na deze ont
stellende ontdekking stond het voor Carlo
vast, dat hij, als hij een jammerlijk einde
wilde vermijden, ten spoedigste met alle
kracht aan het werk moest gaan om zijn
studie te beëindigen en naar een betrek
king uit te zien.
Hij stelde zich In verbinding met een be
kenden repetitor, met wien hij een werk
plan voor de eerstvolgende maanden ont
wierp en die hem hielp aan de dictaten van
alle colleges, die hij verzuimd had. Tegelij
kertijd liet hij zich voor den avondcursus
van een handelsschool inschrijven.
Nu brak er een tijd van ernst voor hem
aan. maar het leeren viel hem niet gemak
kelijk meer. Zijn hersenen waren dezen
arbeid ontwend, het ontbrak hem aan con
centratie en aan discipline over zijn eigen
gedachten. Een gelukkig toeval wilde ech
ter, dat hij de eerstvolgende weken vrij
wel aan zichzelf was overgelaten en zich
geen enkeie afleiding voordeed. De lente
had plaats gemaakt voor een bijzonder
warmen zomer en vroeger dan gewoonlijk
waren zijn vrienden de groote stad ont
vlucht. Carlo zat bij neergelaten jalouzieën
in zijn studeerkamer, blokte op paragra-
phen en gaf zich alle moeite de beginselen
van het dubbelboekhouden onder de knie
te krijgen. Hardnekkig verzette hij zich
tegen de verlokkende beelden, welke zijn
fantasie over leer- en wetboeken heen voor
zijn geestesoog deed opdoemen: zomer
dagen ergens aan zee of in Dolomieten,
zomerdagen in vroolijk gezelschap, waaruit
de kleine, elegante gestalte van Germaine
de Vermaingaut steeds duidelijker naar
voren trad.
Tegen het einde van November had hij
den handelscursus doorloopen en deed hij
met goed gevolg zijn eindexamen. Met de
rechtswetenschappen echter wilde het
geenszins vlotten. Dat was een materie, die
hij slechts met groote moeite in zijn hoofd
kieeg en nog moeilijker onthield. Steeds
weer vroeg hij zichzelf af. of hij met dit
schier hopelooze blokken zijn juist nu zoo
kostbaren tijd niet verspeelde en toen zelfs
zijn repetitor hem op zekeren dag ernstig
ontraadde zijn juridische studie voort te
zetten, gaf hij het met een zwaar hart op.
Mismoedig, ontevreden over zichzelf en
met de wereld was Carlo in deze dagen. Het
was de innigste wensch van zijn overleden
vader geweest, dat hij een academisehen
graad zou behalen en ook hem zelf zou
het hebben gestreeld den doctortitel te
mogen dragen. Bijna beschaamd vermeed
hij in dezen tijd zelfs het gezelschap van
zijn intiemste vrienden.
Op een somberen winterdag echter had
hij een ontmoeting, welke hem deze apathie
van zioh deed afschudden en hem een wat
optimistischer kijk gaf op de toekomst.
Toen hij, ietwat verveeld, in de snel vallen
de schemering door de Mariahilferstraat
slenterde, stond hij plotseling tegenover
IJsl Ortner. Het scheelde maar weinig, of
hij was haar in haar bruin wintercostuum
en met een goedkoopen vos, die haar ech
ter zeer goed kleedde, om den hals, voorbij
geloopen zonder haar te herkennen.
Zij trad hem evenwel zelf in den weg en
sprak hem aan: U bent, geloof ik ook
geen man van uw woord, meneer Zeiler. Ik
dacht, dat u mama en mij beloofd had ons
eens te komen opzoeken.
Ze boudeerde nog een beetje en trok een
kwasi boos gezicht, maar toen Carlo hof
felijk een serie excuses stamelde, was zij
spoedig verzoend.
Laten we ergens een kop thee gaan
drinken in een of ander café, inviteerde hij
haar, dan kunnen we genoegelijk een
uurtje met elkaar praten.
In een café? Als iemans ons samen
ziet. weet morgen heel Weenen het! En om
acht uur op zijn laatst moet ik thuis zijn,
anders maakt mama zich ongerust, ant
woordde ze aarzelend.
Hebben wij tweeën iets voor de wereld
te verbergen! Mij dunkt, dat ze ons gerust
mogen zien en om acht uur breng ik u naar
huis. Als u het permitteert, hoop ik dan
meteen van de gelegenheid gebruik te
maken uw mama nog even te begroeten.
Dat is wat anders.
Zij volgde hem in een in de nabijheid
gelegen cafë, waar zij een plaatsje vonden
in een box bij het raam.
Een goede genius moest hem Lisl Ortner
op zijn weg hebben gebracht. Carlo stortte
zijn overvol hart voor haar uit; vrij en
openhartig vertrouwde hij haar zijn zorgen
en moeilijkheden toe, als sprak hij tot een
vertrouwden kameraad, bij intuïtie voelend
eindelijk eens een mensch te hebben ge
vonden, die geheel met hem meeleefde.
En zoo was het ook. Zij luisterde aan
dachtig naar hetgeen hij te zeggen had en
eerst toen hij aan het eind van zijn biecht,
nam zij het woord om hem te troosten,
hem moed in te spreken en over zijn be
staan een wat hoopvoller licht te doen
schijnen.
Inderdaad gaf hem dat wat meer ver
trouwen in de toekomst en nieuwen moed.
Hij had in practische dingen nu eenmaal
weinig ervaring; zij echter kon bogen op
de wijsheid van het brave huismoedertje.
Ze gaf hem adviezen, hoe hij zijn huishou
ding moest inrichten om verder even be
haaglijk, maar minder kostbaar te kunnen
leven.
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).