De laatste zitting van den Leidschen Raad in 1938 LE'DSCH DAGBLAD, Dinsdag 20 December 1938 Vierde Blad No. 24152 PNEUMATIEK? URODONAL 79ste Jaargang De verhooging der personeele belasting aanvaard De belasting-voorstellen Men sou U missen Wanneer de zitting na pl.m. 1 3/4 uur wordt heropend, wordt overgegaan tot de benoemingen. BENOEMINGEN. lo. Benoeming van vier stadsgenees- heeren. (212) Herbenoemd worden voor een Jaar de heeren P. J. M. Niemer, A. J B. Poortman, S. A. de Graaff en J. H. F. Lahr. 2o. Benoeming van vier schoolartsen. (213) Herbenoemd worden voor een jaar mej. dr. C. Hovens Greve, en de heeren W. J. E. M. Simons, A. J. B. Poortman en H. P. Veldhuyzen. 3o. Benoeming van een leeraar in de wis kunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-iarigen cursus. (214) Benoemd wordt de heer drs. J. Wichérs, te Arnhem met 20 stemmen tegen 13 op den heer ir. Lagaay, alhier. HAMERPUNTEN. 4o. Voorstel tot het verlengen van de tijdelijke opdracht aan mej. J. G. Lecker tot het geven van onderwijs in de Fran- sche taal aan het Gymnasium. (215) Conform besloten. 5o Voorstel tot het verhuren van ver schillende perceslen wei- en teelland. (221) Conform besloten. 6o. Voorstel tot het aankoopen van het perceel Zonneveldstraat N:. 15, kadas traal bekend gemeente Leiden, sectie G No. 737 en tot het vaststellen van den des- betreffenden begrootingsstaat. (216) De heer WILBRINK oordeelt, dat te hoog is afgemijnd, zoodat het perceel tamelijk uuur is. Zoo luidde ook zijn advies in de C. van T. De VOORZITTER zegt, dat niet lager was te koopen; tot den koop Is overgegaan ge let op de belangen er aan verbonden. Het verslag in de C, v. T. spreekt: van enkele honderden guldens. Conform wordt dan besloten. KERSTGAVE VOOR DE WERKLOOZEN 7o. Voorstel tot het verleenen van een Kerstgave aan daarvoor in aanmerking komende werkloozen. (2171 De heer VAN WELZEN gelooft, dat de huidige tijdsomstandigheden wel zoo zijn dat het noodig is in plaats van 25 pCt, 50 pCt. te geven. Men wendde zich tot dit doel tot den minister van sociale zaken, geeft hij in overweging. Nederland heeft buiten gewoon gereageerd op gebeurtenissen bui ten de grenzen. Van zekere zijde wordt daarmee demagogie bedreven, constatee- rend dat wel medeleven bestaat voor vreemden niet voor eigen volk. Dit verwijt behoeft voor ons wel geen richtsnoer te zijn, doch los van dit alles raadt hij aan zich toch tot den minister te wenden. De kosten zijn z. i. te dragen. Dat zoo'n stap niet op den weg van den raad zou liggen, gaat hier niet op. De raad mag toch altijd zich wen den tot een hoogere instantie. Zie ook het besluit van Prov. Staten inzake het cen trale vliegveld. Spr. dient een motie in, waarin zijn verzoek aan B. en W, zich tot den minister te wenden is neergelegd. Ook voor de werklieden in werkverschaffing der laatste week, die z. i. ook in aanmerking dienen te komen. De heer WILMER wijst er op, hoe de raad zich meermalen heeft uitgesproken tegen zulke adressen, anders zou de raad een klein parlement worden. Het voorbeeld van Piov. Staten gaat hier niet op, het betrof daaT een landsbelang en een provinciaal belang. Hier betreft het echter een alge meen landsbelang en dan moet niet een raad zich daarmede bemoeien, doch het parlement. Wil men de democratie ver moorden en dat zal de heer v. Weizen niet interesseeren! dan moet men dezen weg gaan bewandelen. En dan één week tevoren daarmede te komen, is immers dwaasheid. De heer SNEL staat niet onsympathiek tegenover de idee v. Weizen, doch daar mede had deze een of twee maanden eerder moeten komen. Was van deze regeering verhooging te verwachten? Neen immers. Spr. neemt het ook op voor de werken den in de werkverschaffing en voor hen, d:e deze week niet werken, vorige week wel werkten, waarvoor toch wel iets te doen is. De heer VAN ECK zal de motle-v. Wei- Zen niet steunen, doch los van het argu ment van den heer Wilmer, dat de raad in dezen niet adresseeren kan. Dat is z. i. wel degelijk het geval. De raad zou zijn meening mogen uitdrukken. Doch waar succes is uitgesloten, zal hij niet meegaan. Men is thans te laat. Dan had maanden terug geageerd moeten worden. De heer v. d. KWAAK protesteert tegen de vergelijking met de inzameling voor Vreemden. De heer ELKERBOUT oordeelt, dat thans niets meer is te veranderen, gelet op den tijd. Ook vroegere regeeringen gaven niet meer dan 25 pCt., dat bedenke men wel. Wethouder VAN STRALEN onderschrijft dat de heer van Wclzen te laat is met zijn motie. Deze kan geen succes meer hebben. Doch verwonderlijk is, dat sinds 1933 deed de heer van Weizen geen voorstel en nu weer wel. Sinds dat jaar is ook van andere zijde geen voorstel meer gedaan, daar vast stond. dat de regeering met wilde verhoo- g"n. Vandaar dan ook dat hij in het col lege geen voorstel deed. al is ook sprvan meening. dat de gemeente gerust adres- renen mag. Trouwens, van communistische zijde is reeds aandrang geoefend blijkbaar tevergeefs Door de weersomstandigheden is d? werkverschaffing stoo gezet. Spr wil daarom toezeggen te zullen probeeren voor deze arbeiders nog iets te bereiken. Wat brt'eft de menschen d c deze week niet v.erkcn, het zal moeilijk zijn. daar de Kerst- 6ave geldt voor de week 11—18 Dee. Maar ook hier wil spr nog wel eens onderzoeken. Na re- en dupbliek wordt de motie-van ivelzen verworpen met 311 st. Voor de voorsteller. Conform het voorstel van B. en W. wordt daarop besloten. TOELAGE AAN KWEEKELINGEN. 8o Voorstel inzake het verleenen van een toelage uit de gemeentekas aan de kweekelingen bij het openbaar lager onder wijs, die niet met het zelfstandig geven van onderwijs in een klasse zijn belast. (218) De heer VALLENTGOED maakt bezwaar tegen het woord „ommekomst", door B. en W. gebruikt in de toelichting, Het is mid- del-eeuwsch, doch thans een anachronisme. Spr. vraagt, hoe de samensteller aan het woord kwam. De heer MANDERS meent, dat dit woord gebruikt is, omdat deze salarissen ook mid- delceuwsch zijn. Spr. zou gaarne hier ver hooging zien. De heer v. d. LAAN meent, dat hier geldt: weinig, maar uit een goed hart. Maar B. en W doen wat zij kunnen, zoo ook, dat Lelden bijkans het hoogste betaalt aan kweekelin gen met acte. Wethouder TEPE onderschrijft den heer v. d. Laan. Het college zou gaarne meer doen, doch het gaat nu eenmaal niet ten gevolge van de rijksbesluiten. Wat het woord „ommekomst" betreft, het is duidelijk genoeg en is vroeger in veror deningen wel meer gebruikt. Conform wordt daarop besloten. HET SANEERINGSPLAN. 9o. Voorstel: a. tot het onbewoonbaarverklaren van verschillende woningen gelegen aan de Klikstraat. Ie Gortestraat, le Haver- straat, 4e Binnenvestgracht en Geere- straat; b. tot het voorlooplg goedkeuren van een plan tot onteigening van oppervlak ten, gelegen aan de le Gortestraat, le Haverstraat, Kraaierstraat. 4e Binnen vestgracht, Geerestraat, Klikstraat en Geeregracht. (219) Conform besloten. 10o. Voortzetting van de behandeling van het voorstel tot het vaststellen van een nieuwe verordening, regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der per soneele belasting te Leiden. (184 en 206) Wethouder VERWEY deelt mede, dat het college heeft onderzocht of uitstel tot de begrooting nog mogelijk is. Als data voor deze belasting gelden alleen de voorschriften van den minister van bln- nenlandsche zaken. De eerste voorschriften dateeren van 8 Aug. 1932, gewijzigd 4 Juni 1934, waardoor die van 1932 automatisch vervielen. De voorschriften van 1934 lulden, dat jaarlijks op 28 Dec. de gemeenten meedee- len of er nog niet goedgekeurde voorstellen te wachten zijn in deze belastingmaterie. Besluiten na dien datum kunnen slecht worden goedgekeurd als bij de aanslagen nog daarmede is rekening te houden. Aanhouden is daarom een groot risico. Ook de inspecteur oordeelde behandeling zeer gewenscht daar hij anders niets wilde garandeeren ten aanzien van de toepas sing der verhooging. Vandaar zijn uitstel-verzet van vorige week. Nogmaals is den inspecteur echter ge vraagd Spr. leest den gezonden brief voor. Persoonlijk contact bleek niet mogelijk door ziekte van den inspecteur. De inspecteur heeft geantwoord, dat hoe wel geen voorschrift zich Imperatief ver zet toch uitstel tot de 2e helft van Febr. niet gewenscht is. niet alleen voor de be lastingbetalers. die vlugger zouden moeten betalen, doch ook door het risico van niet meer toepassing dat niet denkbeeldig is. Afgezien van vele bezwaren ter inspectie zelve, gelijk breedvoerig uiteen wordt gezet. In een telefoon-gesprek bezigde de In specteur krasser termen: hij sprak van „on- overkomenlijke bezwaren". De raad kan nu toch uitstellen, maar het college wil dit risico niet dragen en stelt daarom voor: directe behandeling. De heer BEEKENKAMP heeft opgemerkt, dat de wethouder één zin uit de instructie van 1934 vergat nJ. dat met vermelding van de redenen kan worden opgegeven dat een niet afgewerkt plan nog aanhangig is. De raad kan deze mededeeling doen Bü informatie op het departement van financiën werd eezegd. dat het vreemd is dat Leiden zoo laat is met de begrooting maar spr. heeft de overtuiging gekregen, al kan hil daarop niet ingaan dat de mi nister goedkeuring zou hechten aan de nieuwe regeling als deze bij de begrooting wordt afgedaan, gelet op de bijzondere omstandigheden Dat de inspecteur bezwaren heeft is logisch en het is hem gemakkelijk gemaakt deze te maken. Spr. stelt voor zoo'n verzoek te doen. Te meer waar zelfs tengevolge van mogelijk verzet van Ged. Staten de datum van 16 Maart bestaat! De heer DE REEDE meent, dat B. en W. wel bijzondere aandacht hebben geschonken aan de gestelde data in deze kwestie maar andere termijnen worden echter met min dere zorg in acht genomen n.l. die van behandeline der begrooting! En daarom draait het. Men roept altijd over autonomie van den raad doch dan moet de raad deze ook kunnen toepassen. En dat bevorderen B. en W. niet. Als wii nu deze zaak behan delen ontnemen wil de ruzeegraat van de begrooting en zullen wij wellicht voorstellen moeten afwijzen die straks genomen zouden worden De behandeling van de begroollnc wordt dan slechts een geredeneer in de ruimte zonder zin Sol', erkent dat er zeker risico is doch de idee van den heer Beekenkamp kan wellicht den wee wijzen. De raad staat buiten de administratie der be'ast'nven er, daaraan mag de autonomie niet worden nrccofferd De heer HESSING wijst er op hoe de klacht voor de late beerootinc sinds vele iaren bestaat. N'et imperat'ef is voorge schreven behandeling voor 28 December, doch anderzijds zijn bil uitstel risico's. Het belang der belastingbetalers eischt boven dien spoed en dat is toch wel een gemeen tebelang. Spr. daarom voor directe behandeling, mede gelet op de degelijkheid van vast- stelling der belasting door den inspecteur, zoodat de raad machte oos zou zijn. De heer Beekenkamp poneert een moge lijkheid doch hoe bewijst hij die? Mede-' deelingen mag h(j niet doen. spr. respec teert dat doch kan de raad zich daardoor laten leiden? De heer WILMER oordeelt het niet waar schijnlijk dat bii de begrooling deze voor stelen onnoodie zouden blijven. Kan worden u.tgesteld? Vorige week was niet beslist ia of neen te zeezen en nu? Het voorstel Beekenkamp kan juist zijn. doch het is een waarschijnlijkheid waaraan l is co is verbonden. Ook de belastingbetaler kan last ondervinden bij uitstel, dat zü erkend. Maar zijn er raadsleden die op andere wijze de begrooting sluitend willen maken, dan moet daartoe toch de gelegen heid zijn. Daarom verdient het voorstel Beekenkamp z.i. alle aandacht. De heer VAN WELZEN vreest voor de ge varen der risico's bij uitstel, waardoor wij zelf onze autonomie zouden in gevaar bren gen. Daarom is hij voor d recte behande ling. 1 De WETHOUDER blijft van oordeel dat I het gemeentebelang directe behandeling eischt. Juist op hetgeen de heer Beeken kamp citeerde is uitstel gevraagd bij den inspecteur, die echter afraadde, ook met het oog od groei van de post oninbaar Bovendien loopt de kwestie over binnen- landsche zaken en niet over financiën. De Tegen de S.D A P en de heeren Coster Key Tepe v. Weizen. Manders en v. d. Laan. Hierna ruim 6 uur schorsing. AVONDZITTING. Voorstel Inzake wijziging van het raads besluit van 26 September 1938 betreffende het aangaan van kasgeldleeningen gedu rende het 4e kwartaal 1938. (222) Conform besloten. NOGMAALS DE BELASTING. De heer BEEKENKAMP behoort niet tot degenen, die reeds na de begrooting en den geleidebrief tot oordeelen zich bevoegd acn- ten. Spr. stelt de concrete vraag: Waarom is deze begrooting weer zoo laat, in tegen stelling tot de meeste andere grootere ge meenten, We zitten nu echter in een dwangpositie, dank zij B en W. en spr. durft zijn stem daarom nog niet geven aan deze voorstellen, terwijl de steun-regeling- cijfers stijgen 2 ton in tegenstelling tot de werkloosheid, die daalt en terwijl over de begrooting nog niet geoordeeld worden kan. In breeden kring hoort men klachten over de belastingverhoogingen van rijk en nu nog van de gemeente. Gaarne hoort spr. van het college in dezen een nadere verklaring. Spr. deelt niet het oordeel van den heer Wilmer. dat niet te verwachten is, dat andere voorstellen tot dekking zullen wor den aanvaard, waarom maar moet worden voorgesteld Er zijn toch andere maatrege len tot dekking of bezuiniging denkbaar. De heer WILMER slu't zich aan bij den Doe regelmotig een kuur met Ge voorkomt dan pijnen, jicht, migraines, zwaarlijvig heid. Een koffielepel 's morgens en 's avonds in wat water. 5289 (Ingez. Med.) Wanneer dit jaar tallooze firma's haar klanten, kennissen en zakenrelaties met een hartelijke Nieuwjaarsannonce geluk en voorspoed wenschen, mag U niet ontbreken men zou U missen I Kweek good-will met „een handdruk per advertentie". 5294 Geef heden nog Uw gelukwensch in ons blad van Zaterdag 31 December a.s. op. De prils bedraagt voor advertenties van 1 tot en met 5 regels slechts 75 cent. Elke regel meer 15 cent. heer B. had dus beter gedaan te infSvmee- ren en nu in zijn voorstel althans ook dezen minister te noemen. Doch zelfs bij goedkeuring blijft de vraag of uitstel nog mogelijk is volgens de mvorderings-instan- tie en daarvan is het advies bekend. Er is dus risico en als de raad die wil aanvaar den. kan zij dit doen. het college aanvaardt deze niet. De VOORZITTER komt er tegen op. Jat de heer B. den wethouder \erweet. den in specteur een antwoord in den mond te hebben gegeven; dat is absoluut onjuist Het voorstel van den heer B is niec aar - vaardbaar, want wat hebben wij daaraan" Beslissing berust bij de inspectie die zelf voor het risico waarschuwt. In het gemeentebelang oordeelt sor dus behandeline gewenscht al had hij oo: lie ver een combinatie gezien van behandeling der begrooting en deze voorstellen. Na overleg met den directeur der belas tingen het antwoord van den insut"*-'ur gegeven en deze directeur kan zelfs op dracht geven tot zelfstandige vaststJ.ling en de cohieren. De heer BEEKENKAMP meent v'-t den brief van B en W. den ndruk te hebben gekregen dat B. <n W. liever directe be handeling wenschten en zit het dan mis schien onwillens een gewenschten koers l ebben aangera''-n. Spr. ontkent het risico. V-ordt oen minister terstond gevTar.gd dar is nog te beslissen, zij het begin Januari desnoods HU en d" heer De Reed. ru,i.r. dan hun oppositie staken De inspecteur zal daarop moeten wachten en 2 Jan. z.i hij 'och niet beginnen? De VOORZITTER: dat staat toch in de inschriften. De heer BEEKFNKAM" beeft, -een be zwaren tegen het belrekk-n >-an de-, minis ter van binneniandsche zake. in oe kwestie al meent hij d't onoodig daar Leiden niet noodlijdend is. Het voorstel Brekenkamp wordt verwor pen met 19—13 stemmer heer B„ dait zij, die de begrooting anders kunnen sluitend maken, voorstellen moeten doen. Maar wat geeft de heer B. dan voor voorstellen, nu hij deze voorstel len van B. en W. afwijst? Dat is blijkbaar moeilijk, doch als men het een niet kan doen, moet men het andere nalaten; d w z. dat, waar de heer B. geen voorstellen heeft, men noodgedwongen deze voorstellen moet aanvaarden. De R.K. fractie heeft niet de overtuiging, dat de begrooting niet anders sluitend was te maken, evenmin als welk ander raadslid ook, dat is thans niet te beoordeelen, doch hoe wil men thans, op dit oogenblik. oordeelen over andere moge lijkheden? Spr. zegt dit uit jarenlange ervaring. Stel eens. dat deze voorstellen worden verworpen, terwijl niet zeker is. dat andere voorstellen mogelijk zijnDan zitten we met een nlet-sluitende begrooting en zal hoogerhand ingrijpen, hetgeen zeker niet aangenaam zou zijn! De RK. fractie spreekt liaar teleurstel ling uit over het feit, dat de raad in deze positie is gebracht door de te late begroo ting. Het er op wagen, dat andere dekking is te vinden, durft spr. niet aan. Wie thans zegt: ik ga niet mee, moet andere voorstellen doen. De heer KNIBBE meent, dat het grootste bezwaar van aanvaarden is: verder zullen geen bezuinigingen plaats .vinden. Uit reserves mag niet verder worden geput. M. H. is de groote oorzaak der stijging der uitgaven: 2 ton meer trots het dalen dei- werkloosheid. Het rijk heelt voor een deel daaraan sohuld, spr. geeft voorbeelden, maar meer dan de helft wordt z. i. zoo niet verklaard. De verschillende soorten bijsteun doen het hem echter, naar hij meent. Zoo wordt ook de zucht werk te zoeken, niet vergroot. Zelfs de kinderen uit groote gezinnen munten niet uit door graag-werken! En dat is z.i. de oorzaak van de vreemde verhouding tussohen dalende werkloosheid en stijgende steun-cijfers. R.K. en Orthodox-Chr. zijn trotsch op hun groote gezinnen, maar zoo worden deze kringen geïnfecteerd. De democratie is bezig zich hier zelf te vermoorden door niet neen te durven zeg gen inzake overdreven steun-eischen. En dan zal een andere instantie ingrijpen, het geen beteekent den weg voorbereiden voor het fascisme. De uitgaven dienen krachtig te worden besnoeid, dat is het eenige redmiddel, ter wijl mede de laatste reserves niet mogen worden aangesproken. Spr, wil echter B en W eenlgszins tege moet komen en stelt voor de verhooging te beperken tot 20 pCt Laat de raad in dezen B en W. een duidelijke aanwijzing geven. Beter te vallen in handen van Ged. Staten dan in handen van nationaal-soclalisten. De repeerinc komt reeds tegemoet door een kinder-biislag-fonds. meent spr, Op verbetering in de crisis is zJ. nog niet te hopen. Bezuiniging dient de groote leus te zijn voor B en W. en den raad. De heer VAN DER LAAN zegt. dat vorig jaar een tekort van 1 62.500 is, gedekt door verhooging der electriciteitstarieven. Thans ware een tekort oa te dekken door deze voorstellen. Zijn er nog reserves, waaruit te putten is? Is de verhoogde steun voor M. H. noodig? Belasting-verhooging is z.i. het laatste, waartoe de gemeente moet overgaan, te meer. nu het rijk ook nieuwe belastingen eischt. Het aantal vestigingen wordt er door belet. De reclame-commissie heeft de puzzle reclame te maken zonder geld. Er is voor haar geen geld uitgetrokken. Een lage belasting zou haar taak vergemakkelijken. Noodgedwongen alleen zal hij meegaan. De heer v. IVELZEN heeft reeds gezegd, zich met deze voorstellen te zullen ver eenigen. al had hij gaarne grootere pro gressie gezien. Maar men zal zoo niet kun nen doorgaan, er zijn nog andere midde len: bijdragen door allen naar draag kracht. Thans zal spr. echter meegaan. Met verwondering beluisterde sor. de hee ren Beekenkamp en Kribbe. Hun voor naamste bezwaar was feitelijk: de verhoo ging der kosten van M. H„ waarbii de heer Knibbe nog sprak over te veel bijslag. En dat trots de voortdurende crisis, zooais wordt erkend. Spr. staat vierkant daar tegenover. De regeering beperkt reeds meer dan voldoende. Is Leiden de eenige plaats, waar de werkloosheid daalt en de uitgaven stijgen? Spr. verwiist naar Delft. Mevr. BRAGGAAR protesteert tegen de wijze, waarop de heer Knibbe optreedt te gen de arbeiders, de gesteunde arbeiders. Hij zal bewijzen moeten leveren. Hier wordt, de rijksregeling eenvoudig gevolgd! Ook de arbeidsschuwheid bij de groote gezinnen ontkent spr.. verwijzend naar de te lage loonen. Zie deze koude eens! Spr. hoopt dat de heer Knibbe voor het laatst zoo laatdun kend zal spreken over de gesteunden. Wil de heer Knibbe verbetering, laat hij zich dan wenden tot de regeering. De heer DE REEDE wijst op het ver keerde in de behandeling van vorige spre kers! Spr. ziet. weinig gelegenheid tot ingrij pende bezuiniging, mede door de vele op geschroefde inkomst-posten, die zoo ech ter opgevangen kunnen worden. Deze voorstellen kan spr. niet verdedigen, noch bestrijden. Niemand voelt voor belastingverhooging, doch de nood legt deze op. Leiden is een eiland in de wilde zee van hooge belasting, zie naar de groote plaatsen, waar de op centen hooger zijn dan hier, zelfs na de verhooging. Bezuiniging is eisch, zeker, altijd, maar daarmee moet men uiterst voorzichtig zijn, waar nog zooveel is aan te boren. Spr. ziet geen kans om aan deze voor stellen te ontkomen. Ze zijn broodnoodlg. Maar gaan ze ver genoeg? Dat mag spr. thans niet beoordeelen. De heer HESSING meent, dat hier van sociale afbraak nog geen sprake behoeft te zijn. En daarvoor zijn deze voorstellen zeker niet te zwaar. Belastingverhooging is in het algemeen niet gewenscht, het. brengt ook lasten op kleinere inkomens, maar spr. is het zeker niet eens met den heer Bee kenkamp. dat verhooging in dit geval niet noodig is. gelet op het feit, dat duizenden het veel minder hebben. Andere bezuinigingsmaatregelen of in komsten-verhoogingen geeft de heer B. ook niet aan. Meer bekend is de houding van den heer Knibbe: zie het adres der 9! Het is vóór alles bezuinigen! Deze regeering heeft niets gedaan voor werkioosheid-bestrijding, dat heeft de SD.A.P. voldoende aangegeven. Het Plan voor den Arbeid heet dood men zie het plan-Westhof! De heer Knibbe durfde de arbeidsschuw heid der groote gezinnen naar voren bren gen. Zulk een aarts-reactionair betoog is zelfs uit dien hoek van den raad hier nog niet gehoord. Spr. wil daartegen fel onpo- r.eeren. In overgroote meerderheid hun kert men naar werk. al was het alleen door den honger! De heer Knibbe staat voor een afbmak- pohtiek. Zulks volgens liberaal beginsel. Spr waai schuwt d«i heer De Reede tenen een hooger opschroeven der belasting dan strikt noodzakelijk is, zie ook de 2 pCt der regeering Deze voorstellen komen met onverwacht. De reserves zijn nagenoeg uitgeput. De heer Beekenkamp waarschuwde zelf daar tegen bij de begrooting voor 1938. toen hij belastingverhooging noodzakelijk zag in nabije toekomst. Hoe kan men dezen wethouder verwijten thans met, deze voo-stcllen te komen, waar men hem toen verweet, belastingverhoo ging uit te stellen voor zijn opvolger? Zoo men de sociale maatregelen hier wil handhaven, is deze verhooging noodzake-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 13