De laatste zitting van den
Leidschen Raad in 1938
LE'DSCH DAGBLAD, Dinsdag 20 December 1938
Vierde Blad
No. 24152
PNEUMATIEK?
URODONAL
79ste Jaargang
De verhooging der personeele belasting aanvaard
De belasting-voorstellen
Men sou U missen
Wanneer de zitting na pl.m. 1 3/4 uur
wordt heropend, wordt overgegaan tot de
benoemingen.
BENOEMINGEN.
lo. Benoeming van vier stadsgenees-
heeren. (212)
Herbenoemd worden voor een Jaar de
heeren P. J. M. Niemer, A. J B. Poortman,
S. A. de Graaff en J. H. F. Lahr.
2o. Benoeming van vier schoolartsen.
(213)
Herbenoemd worden voor een jaar mej.
dr. C. Hovens Greve, en de heeren W. J. E.
M. Simons, A. J. B. Poortman en H. P.
Veldhuyzen.
3o. Benoeming van een leeraar in de wis
kunde aan de Hoogere Burgerschool met
5-iarigen cursus. (214)
Benoemd wordt de heer drs. J. Wichérs,
te Arnhem met 20 stemmen tegen 13 op
den heer ir. Lagaay, alhier.
HAMERPUNTEN.
4o. Voorstel tot het verlengen van de
tijdelijke opdracht aan mej. J. G. Lecker
tot het geven van onderwijs in de Fran-
sche taal aan het Gymnasium. (215)
Conform besloten.
5o Voorstel tot het verhuren van ver
schillende perceslen wei- en teelland.
(221)
Conform besloten.
6o. Voorstel tot het aankoopen van het
perceel Zonneveldstraat N:. 15, kadas
traal bekend gemeente Leiden, sectie G
No. 737 en tot het vaststellen van den des-
betreffenden begrootingsstaat. (216)
De heer WILBRINK oordeelt, dat te hoog
is afgemijnd, zoodat het perceel tamelijk
uuur is. Zoo luidde ook zijn advies in de
C. van T.
De VOORZITTER zegt, dat niet lager was
te koopen; tot den koop Is overgegaan ge
let op de belangen er aan verbonden. Het
verslag in de C, v. T. spreekt: van enkele
honderden guldens.
Conform wordt dan besloten.
KERSTGAVE VOOR DE WERKLOOZEN
7o. Voorstel tot het verleenen van een
Kerstgave aan daarvoor in aanmerking
komende werkloozen. (2171
De heer VAN WELZEN gelooft, dat de
huidige tijdsomstandigheden wel zoo zijn
dat het noodig is in plaats van 25 pCt, 50
pCt. te geven. Men wendde zich tot dit doel
tot den minister van sociale zaken, geeft
hij in overweging. Nederland heeft buiten
gewoon gereageerd op gebeurtenissen bui
ten de grenzen. Van zekere zijde wordt
daarmee demagogie bedreven, constatee-
rend dat wel medeleven bestaat voor
vreemden niet voor eigen volk. Dit verwijt
behoeft voor ons wel geen richtsnoer te zijn,
doch los van dit alles raadt hij aan zich
toch tot den minister te wenden. De kosten
zijn z. i. te dragen. Dat zoo'n stap niet op
den weg van den raad zou liggen, gaat hier
niet op. De raad mag toch altijd zich wen
den tot een hoogere instantie. Zie ook het
besluit van Prov. Staten inzake het cen
trale vliegveld. Spr. dient een motie in,
waarin zijn verzoek aan B. en W, zich tot
den minister te wenden is neergelegd. Ook
voor de werklieden in werkverschaffing der
laatste week, die z. i. ook in aanmerking
dienen te komen.
De heer WILMER wijst er op, hoe de raad
zich meermalen heeft uitgesproken tegen
zulke adressen, anders zou de raad een
klein parlement worden. Het voorbeeld van
Piov. Staten gaat hier niet op, het betrof
daaT een landsbelang en een provinciaal
belang. Hier betreft het echter een alge
meen landsbelang en dan moet niet een
raad zich daarmede bemoeien, doch het
parlement. Wil men de democratie ver
moorden en dat zal de heer v. Weizen
niet interesseeren! dan moet men dezen
weg gaan bewandelen. En dan één week
tevoren daarmede te komen, is immers
dwaasheid.
De heer SNEL staat niet onsympathiek
tegenover de idee v. Weizen, doch daar
mede had deze een of twee maanden eerder
moeten komen. Was van deze regeering
verhooging te verwachten? Neen immers.
Spr. neemt het ook op voor de werken
den in de werkverschaffing en voor hen,
d:e deze week niet werken, vorige week wel
werkten, waarvoor toch wel iets te doen is.
De heer VAN ECK zal de motle-v. Wei-
Zen niet steunen, doch los van het argu
ment van den heer Wilmer, dat de raad
in dezen niet adresseeren kan. Dat is z. i.
wel degelijk het geval. De raad zou zijn
meening mogen uitdrukken. Doch waar
succes is uitgesloten, zal hij niet meegaan.
Men is thans te laat. Dan had maanden
terug geageerd moeten worden.
De heer v. d. KWAAK protesteert tegen
de vergelijking met de inzameling voor
Vreemden.
De heer ELKERBOUT oordeelt, dat thans
niets meer is te veranderen, gelet op den
tijd. Ook vroegere regeeringen gaven niet
meer dan 25 pCt., dat bedenke men wel.
Wethouder VAN STRALEN onderschrijft
dat de heer van Wclzen te laat is met zijn
motie. Deze kan geen succes meer hebben.
Doch verwonderlijk is, dat sinds 1933 deed
de heer van Weizen geen voorstel en nu
weer wel. Sinds dat jaar is ook van andere
zijde geen voorstel meer gedaan, daar vast
stond. dat de regeering met wilde verhoo-
g"n. Vandaar dan ook dat hij in het col
lege geen voorstel deed. al is ook sprvan
meening. dat de gemeente gerust adres-
renen mag. Trouwens, van communistische
zijde is reeds aandrang geoefend blijkbaar
tevergeefs Door de weersomstandigheden
is d? werkverschaffing stoo gezet. Spr wil
daarom toezeggen te zullen probeeren voor
deze arbeiders nog iets te bereiken. Wat
brt'eft de menschen d c deze week niet
v.erkcn, het zal moeilijk zijn. daar de Kerst-
6ave geldt voor de week 11—18 Dee. Maar
ook hier wil spr nog wel eens onderzoeken.
Na re- en dupbliek wordt de motie-van
ivelzen verworpen met 311 st. Voor de
voorsteller.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
daarop besloten.
TOELAGE AAN KWEEKELINGEN.
8o Voorstel inzake het verleenen van
een toelage uit de gemeentekas aan de
kweekelingen bij het openbaar lager onder
wijs, die niet met het zelfstandig geven
van onderwijs in een klasse zijn belast.
(218)
De heer VALLENTGOED maakt bezwaar
tegen het woord „ommekomst", door B. en
W. gebruikt in de toelichting, Het is mid-
del-eeuwsch, doch thans een anachronisme.
Spr. vraagt, hoe de samensteller aan het
woord kwam.
De heer MANDERS meent, dat dit woord
gebruikt is, omdat deze salarissen ook mid-
delceuwsch zijn. Spr. zou gaarne hier ver
hooging zien.
De heer v. d. LAAN meent, dat hier geldt:
weinig, maar uit een goed hart. Maar B. en
W doen wat zij kunnen, zoo ook, dat Lelden
bijkans het hoogste betaalt aan kweekelin
gen met acte.
Wethouder TEPE onderschrijft den heer
v. d. Laan. Het college zou gaarne meer
doen, doch het gaat nu eenmaal niet ten
gevolge van de rijksbesluiten.
Wat het woord „ommekomst" betreft, het
is duidelijk genoeg en is vroeger in veror
deningen wel meer gebruikt.
Conform wordt daarop besloten.
HET SANEERINGSPLAN.
9o. Voorstel:
a. tot het onbewoonbaarverklaren van
verschillende woningen gelegen aan de
Klikstraat. Ie Gortestraat, le Haver-
straat, 4e Binnenvestgracht en Geere-
straat;
b. tot het voorlooplg goedkeuren van
een plan tot onteigening van oppervlak
ten, gelegen aan de le Gortestraat, le
Haverstraat, Kraaierstraat. 4e Binnen
vestgracht, Geerestraat, Klikstraat en
Geeregracht. (219)
Conform besloten.
10o. Voortzetting van de behandeling van
het voorstel tot het vaststellen van een
nieuwe verordening, regelende de heffing
van opcenten op de hoofdsom der per
soneele belasting te Leiden. (184 en 206)
Wethouder VERWEY deelt mede, dat het
college heeft onderzocht of uitstel tot de
begrooting nog mogelijk is.
Als data voor deze belasting gelden alleen
de voorschriften van den minister van bln-
nenlandsche zaken.
De eerste voorschriften dateeren van 8
Aug. 1932, gewijzigd 4 Juni 1934, waardoor
die van 1932 automatisch vervielen.
De voorschriften van 1934 lulden, dat
jaarlijks op 28 Dec. de gemeenten meedee-
len of er nog niet goedgekeurde voorstellen
te wachten zijn in deze belastingmaterie.
Besluiten na dien datum kunnen slecht
worden goedgekeurd als bij de aanslagen
nog daarmede is rekening te houden.
Aanhouden is daarom een groot risico.
Ook de inspecteur oordeelde behandeling
zeer gewenscht daar hij anders niets wilde
garandeeren ten aanzien van de toepas
sing der verhooging.
Vandaar zijn uitstel-verzet van vorige
week.
Nogmaals is den inspecteur echter ge
vraagd Spr. leest den gezonden brief voor.
Persoonlijk contact bleek niet mogelijk door
ziekte van den inspecteur.
De inspecteur heeft geantwoord, dat hoe
wel geen voorschrift zich Imperatief ver
zet toch uitstel tot de 2e helft van Febr.
niet gewenscht is. niet alleen voor de be
lastingbetalers. die vlugger zouden moeten
betalen, doch ook door het risico van niet
meer toepassing dat niet denkbeeldig is.
Afgezien van vele bezwaren ter inspectie
zelve, gelijk breedvoerig uiteen wordt gezet.
In een telefoon-gesprek bezigde de In
specteur krasser termen: hij sprak van „on-
overkomenlijke bezwaren".
De raad kan nu toch uitstellen, maar het
college wil dit risico niet dragen en stelt
daarom voor: directe behandeling.
De heer BEEKENKAMP heeft opgemerkt,
dat de wethouder één zin uit de instructie
van 1934 vergat nJ. dat met vermelding
van de redenen kan worden opgegeven dat
een niet afgewerkt plan nog aanhangig is.
De raad kan deze mededeeling doen
Bü informatie op het departement van
financiën werd eezegd. dat het vreemd is
dat Leiden zoo laat is met de begrooting
maar spr. heeft de overtuiging gekregen,
al kan hil daarop niet ingaan dat de mi
nister goedkeuring zou hechten aan de
nieuwe regeling als deze bij de begrooting
wordt afgedaan, gelet op de bijzondere
omstandigheden
Dat de inspecteur bezwaren heeft is
logisch en het is hem gemakkelijk gemaakt
deze te maken.
Spr. stelt voor zoo'n verzoek te doen. Te
meer waar zelfs tengevolge van mogelijk
verzet van Ged. Staten de datum van 16
Maart bestaat!
De heer DE REEDE meent, dat B. en W.
wel bijzondere aandacht hebben geschonken
aan de gestelde data in deze kwestie maar
andere termijnen worden echter met min
dere zorg in acht genomen n.l. die van
behandeline der begrooting! En daarom
draait het. Men roept altijd over autonomie
van den raad doch dan moet de raad deze
ook kunnen toepassen. En dat bevorderen
B. en W. niet. Als wii nu deze zaak behan
delen ontnemen wil de ruzeegraat van de
begrooting en zullen wij wellicht voorstellen
moeten afwijzen die straks genomen zouden
worden
De behandeling van de begroollnc wordt
dan slechts een geredeneer in de ruimte
zonder zin Sol', erkent dat er zeker risico
is doch de idee van den heer Beekenkamp
kan wellicht den wee wijzen. De raad staat
buiten de administratie der be'ast'nven er,
daaraan mag de autonomie niet worden
nrccofferd
De heer HESSING wijst er op hoe de
klacht voor de late beerootinc sinds vele
iaren bestaat. N'et imperat'ef is voorge
schreven behandeling voor 28 December,
doch anderzijds zijn bil uitstel risico's. Het
belang der belastingbetalers eischt boven
dien spoed en dat is toch wel een gemeen
tebelang.
Spr. daarom voor directe behandeling,
mede gelet op de degelijkheid van vast-
stelling der belasting door den inspecteur,
zoodat de raad machte oos zou zijn.
De heer Beekenkamp poneert een moge
lijkheid doch hoe bewijst hij die? Mede-'
deelingen mag h(j niet doen. spr. respec
teert dat doch kan de raad zich daardoor
laten leiden?
De heer WILMER oordeelt het niet waar
schijnlijk dat bii de begrooling deze voor
stelen onnoodie zouden blijven.
Kan worden u.tgesteld? Vorige week was
niet beslist ia of neen te zeezen en nu?
Het voorstel Beekenkamp kan juist zijn.
doch het is een waarschijnlijkheid waaraan
l is co is verbonden. Ook de belastingbetaler
kan last ondervinden bij uitstel, dat zü
erkend. Maar zijn er raadsleden die op
andere wijze de begrooting sluitend willen
maken, dan moet daartoe toch de gelegen
heid zijn. Daarom verdient het voorstel
Beekenkamp z.i. alle aandacht.
De heer VAN WELZEN vreest voor de ge
varen der risico's bij uitstel, waardoor wij
zelf onze autonomie zouden in gevaar bren
gen. Daarom is hij voor d recte behande
ling.
1 De WETHOUDER blijft van oordeel dat
I het gemeentebelang directe behandeling
eischt. Juist op hetgeen de heer Beeken
kamp citeerde is uitstel gevraagd bij den
inspecteur, die echter afraadde, ook met
het oog od groei van de post oninbaar
Bovendien loopt de kwestie over binnen-
landsche zaken en niet over financiën. De
Tegen de S.D A P en de heeren Coster
Key Tepe v. Weizen. Manders en v. d.
Laan.
Hierna ruim 6 uur schorsing.
AVONDZITTING.
Voorstel Inzake wijziging van het raads
besluit van 26 September 1938 betreffende
het aangaan van kasgeldleeningen gedu
rende het 4e kwartaal 1938. (222)
Conform besloten.
NOGMAALS DE BELASTING.
De heer BEEKENKAMP behoort niet tot
degenen, die reeds na de begrooting en den
geleidebrief tot oordeelen zich bevoegd acn-
ten. Spr. stelt de concrete vraag: Waarom
is deze begrooting weer zoo laat, in tegen
stelling tot de meeste andere grootere ge
meenten, We zitten nu echter in een
dwangpositie, dank zij B en W. en spr.
durft zijn stem daarom nog niet geven aan
deze voorstellen, terwijl de steun-regeling-
cijfers stijgen 2 ton in tegenstelling tot de
werkloosheid, die daalt en terwijl over de
begrooting nog niet geoordeeld worden kan.
In breeden kring hoort men klachten over
de belastingverhoogingen van rijk en nu nog
van de gemeente.
Gaarne hoort spr. van het college in dezen
een nadere verklaring.
Spr. deelt niet het oordeel van den heer
Wilmer. dat niet te verwachten is, dat
andere voorstellen tot dekking zullen wor
den aanvaard, waarom maar moet worden
voorgesteld Er zijn toch andere maatrege
len tot dekking of bezuiniging denkbaar.
De heer WILMER slu't zich aan bij den
Doe regelmotig een kuur met
Ge voorkomt dan
pijnen, jicht, migraines, zwaarlijvig
heid. Een koffielepel 's morgens en 's
avonds in wat water.
5289 (Ingez. Med.)
Wanneer dit jaar tallooze firma's haar
klanten, kennissen en zakenrelaties met
een hartelijke Nieuwjaarsannonce geluk
en voorspoed wenschen, mag U niet
ontbreken men zou U missen I
Kweek good-will met „een handdruk
per advertentie". 5294
Geef heden nog Uw gelukwensch in ons
blad van Zaterdag 31 December a.s. op.
De prils bedraagt voor advertenties
van 1 tot en met 5 regels slechts 75 cent.
Elke regel meer 15 cent.
heer B. had dus beter gedaan te infSvmee-
ren en nu in zijn voorstel althans ook
dezen minister te noemen. Doch zelfs bij
goedkeuring blijft de vraag of uitstel nog
mogelijk is volgens de mvorderings-instan-
tie en daarvan is het advies bekend. Er is
dus risico en als de raad die wil aanvaar
den. kan zij dit doen. het college aanvaardt
deze niet.
De VOORZITTER komt er tegen op. Jat
de heer B. den wethouder \erweet. den in
specteur een antwoord in den mond te
hebben gegeven; dat is absoluut onjuist
Het voorstel van den heer B is niec aar -
vaardbaar, want wat hebben wij daaraan"
Beslissing berust bij de inspectie die zelf
voor het risico waarschuwt.
In het gemeentebelang oordeelt sor dus
behandeline gewenscht al had hij oo: lie
ver een combinatie gezien van behandeling
der begrooting en deze voorstellen.
Na overleg met den directeur der belas
tingen het antwoord van den insut"*-'ur
gegeven en deze directeur kan zelfs op
dracht geven tot zelfstandige vaststJ.ling
en de cohieren.
De heer BEEKENKAMP meent v'-t den
brief van B en W. den ndruk te hebben
gekregen dat B. <n W. liever directe be
handeling wenschten en zit het dan mis
schien onwillens een gewenschten koers
l ebben aangera''-n. Spr. ontkent het risico.
V-ordt oen minister terstond gevTar.gd dar
is nog te beslissen, zij het begin Januari
desnoods HU en d" heer De Reed. ru,i.r.
dan hun oppositie staken De inspecteur zal
daarop moeten wachten en 2 Jan. z.i hij
'och niet beginnen?
De VOORZITTER: dat staat toch in de
inschriften.
De heer BEEKFNKAM" beeft, -een be
zwaren tegen het belrekk-n >-an de-, minis
ter van binneniandsche zake. in oe kwestie
al meent hij d't onoodig daar Leiden niet
noodlijdend is.
Het voorstel Brekenkamp wordt verwor
pen met 19—13 stemmer
heer B„ dait zij, die de begrooting
anders kunnen sluitend maken, voorstellen
moeten doen. Maar wat geeft de heer B.
dan voor voorstellen, nu hij deze voorstel
len van B. en W. afwijst? Dat is blijkbaar
moeilijk, doch als men het een niet kan
doen, moet men het andere nalaten; d w z.
dat, waar de heer B. geen voorstellen heeft,
men noodgedwongen deze voorstellen moet
aanvaarden. De R.K. fractie heeft niet de
overtuiging, dat de begrooting niet anders
sluitend was te maken, evenmin als welk
ander raadslid ook, dat is thans niet te
beoordeelen, doch hoe wil men thans, op dit
oogenblik. oordeelen over andere moge
lijkheden? Spr. zegt dit uit jarenlange
ervaring.
Stel eens. dat deze voorstellen worden
verworpen, terwijl niet zeker is. dat andere
voorstellen mogelijk zijnDan zitten we
met een nlet-sluitende begrooting en zal
hoogerhand ingrijpen, hetgeen zeker niet
aangenaam zou zijn!
De RK. fractie spreekt liaar teleurstel
ling uit over het feit, dat de raad in deze
positie is gebracht door de te late begroo
ting. Het er op wagen, dat andere dekking
is te vinden, durft spr. niet aan.
Wie thans zegt: ik ga niet mee, moet
andere voorstellen doen.
De heer KNIBBE meent, dat het grootste
bezwaar van aanvaarden is: verder zullen
geen bezuinigingen plaats .vinden. Uit
reserves mag niet verder worden geput.
M. H. is de groote oorzaak der stijging der
uitgaven: 2 ton meer trots het dalen dei-
werkloosheid. Het rijk heelt voor een deel
daaraan sohuld, spr. geeft voorbeelden,
maar meer dan de helft wordt z. i. zoo
niet verklaard. De verschillende soorten
bijsteun doen het hem echter, naar hij
meent. Zoo wordt ook de zucht werk te
zoeken, niet vergroot. Zelfs de kinderen
uit groote gezinnen munten niet uit door
graag-werken! En dat is z.i. de oorzaak van
de vreemde verhouding tussohen dalende
werkloosheid en stijgende steun-cijfers.
R.K. en Orthodox-Chr. zijn trotsch op
hun groote gezinnen, maar zoo worden
deze kringen geïnfecteerd.
De democratie is bezig zich hier zelf te
vermoorden door niet neen te durven zeg
gen inzake overdreven steun-eischen. En
dan zal een andere instantie ingrijpen, het
geen beteekent den weg voorbereiden voor
het fascisme.
De uitgaven dienen krachtig te worden
besnoeid, dat is het eenige redmiddel, ter
wijl mede de laatste reserves niet mogen
worden aangesproken.
Spr, wil echter B en W eenlgszins tege
moet komen en stelt voor de verhooging te
beperken tot 20 pCt Laat de raad in dezen
B en W. een duidelijke aanwijzing geven.
Beter te vallen in handen van Ged. Staten
dan in handen van nationaal-soclalisten.
De repeerinc komt reeds tegemoet door
een kinder-biislag-fonds. meent spr, Op
verbetering in de crisis is zJ. nog niet
te hopen.
Bezuiniging dient de groote leus te zijn
voor B en W. en den raad.
De heer VAN DER LAAN zegt. dat vorig
jaar een tekort van 1 62.500 is, gedekt door
verhooging der electriciteitstarieven. Thans
ware een tekort oa te dekken door deze
voorstellen. Zijn er nog reserves, waaruit te
putten is? Is de verhoogde steun voor
M. H. noodig? Belasting-verhooging is z.i.
het laatste, waartoe de gemeente moet
overgaan, te meer. nu het rijk ook nieuwe
belastingen eischt.
Het aantal vestigingen wordt er door
belet.
De reclame-commissie heeft de puzzle
reclame te maken zonder geld. Er is
voor haar geen geld uitgetrokken. Een lage
belasting zou haar taak vergemakkelijken.
Noodgedwongen alleen zal hij meegaan.
De heer v. IVELZEN heeft reeds gezegd,
zich met deze voorstellen te zullen ver
eenigen. al had hij gaarne grootere pro
gressie gezien. Maar men zal zoo niet kun
nen doorgaan, er zijn nog andere midde
len: bijdragen door allen naar draag
kracht. Thans zal spr. echter meegaan.
Met verwondering beluisterde sor. de hee
ren Beekenkamp en Kribbe. Hun voor
naamste bezwaar was feitelijk: de verhoo
ging der kosten van M. H„ waarbii de heer
Knibbe nog sprak over te veel bijslag. En
dat trots de voortdurende crisis, zooais
wordt erkend. Spr. staat vierkant daar
tegenover. De regeering beperkt reeds meer
dan voldoende. Is Leiden de eenige plaats,
waar de werkloosheid daalt en de uitgaven
stijgen? Spr. verwiist naar Delft.
Mevr. BRAGGAAR protesteert tegen de
wijze, waarop de heer Knibbe optreedt te
gen de arbeiders, de gesteunde arbeiders.
Hij zal bewijzen moeten leveren. Hier wordt,
de rijksregeling eenvoudig gevolgd!
Ook de arbeidsschuwheid bij de groote
gezinnen ontkent spr.. verwijzend naar de
te lage loonen.
Zie deze koude eens! Spr. hoopt dat de
heer Knibbe voor het laatst zoo laatdun
kend zal spreken over de gesteunden.
Wil de heer Knibbe verbetering, laat hij
zich dan wenden tot de regeering.
De heer DE REEDE wijst op het ver
keerde in de behandeling van vorige spre
kers!
Spr. ziet. weinig gelegenheid tot ingrij
pende bezuiniging, mede door de vele op
geschroefde inkomst-posten, die zoo ech
ter opgevangen kunnen worden.
Deze voorstellen kan spr. niet verdedigen,
noch bestrijden.
Niemand voelt voor belastingverhooging,
doch de nood legt deze op. Leiden is een
eiland in de wilde zee van hooge belasting,
zie naar de groote plaatsen, waar de op
centen hooger zijn dan hier, zelfs na de
verhooging.
Bezuiniging is eisch, zeker, altijd, maar
daarmee moet men uiterst voorzichtig
zijn, waar nog zooveel is aan te boren.
Spr. ziet geen kans om aan deze voor
stellen te ontkomen. Ze zijn broodnoodlg.
Maar gaan ze ver genoeg? Dat mag spr.
thans niet beoordeelen.
De heer HESSING meent, dat hier van
sociale afbraak nog geen sprake behoeft te
zijn. En daarvoor zijn deze voorstellen
zeker niet te zwaar. Belastingverhooging is
in het algemeen niet gewenscht, het. brengt
ook lasten op kleinere inkomens, maar spr.
is het zeker niet eens met den heer Bee
kenkamp. dat verhooging in dit geval niet
noodig is. gelet op het feit, dat duizenden
het veel minder hebben.
Andere bezuinigingsmaatregelen of in
komsten-verhoogingen geeft de heer B.
ook niet aan.
Meer bekend is de houding van den heer
Knibbe: zie het adres der 9! Het is vóór
alles bezuinigen!
Deze regeering heeft niets gedaan voor
werkioosheid-bestrijding, dat heeft de
SD.A.P. voldoende aangegeven. Het Plan
voor den Arbeid heet dood men zie het
plan-Westhof!
De heer Knibbe durfde de arbeidsschuw
heid der groote gezinnen naar voren bren
gen. Zulk een aarts-reactionair betoog is
zelfs uit dien hoek van den raad hier nog
niet gehoord. Spr. wil daartegen fel onpo-
r.eeren. In overgroote meerderheid hun
kert men naar werk. al was het alleen door
den honger!
De heer Knibbe staat voor een afbmak-
pohtiek. Zulks volgens liberaal beginsel.
Spr waai schuwt d«i heer De Reede tenen
een hooger opschroeven der belasting dan
strikt noodzakelijk is, zie ook de 2 pCt der
regeering
Deze voorstellen komen met onverwacht.
De reserves zijn nagenoeg uitgeput. De
heer Beekenkamp waarschuwde zelf daar
tegen bij de begrooting voor 1938. toen hij
belastingverhooging noodzakelijk zag in
nabije toekomst.
Hoe kan men dezen wethouder verwijten
thans met, deze voo-stcllen te komen, waar
men hem toen verweet, belastingverhoo
ging uit te stellen voor zijn opvolger?
Zoo men de sociale maatregelen hier wil
handhaven, is deze verhooging noodzake-