Centraal Station te Utrecht
in vlammen
n.v. v.h. Fa. Bernard
De oude
bovenbouw
verwoest
geheel
De felle koude veroorzaakt
veel last
79sfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 19 December 1938 Derde Blad No. 24151
Nieuwe gedeelte leed groote schade
Oorzaak kortsluiting
Hopelooze taak voor de
brandweer
De treinenloop
Scheepvaart ernstig gestagneerd
Professor Goudriaan's
oordeel
Voorloopige regeling
Ijsvermaak was gisteren
nog beperkt
EtVan een G.P.D.-redacteur)
EN brand, zooals de Domstad in de laatste jaren niet aan
schouwde, heeft Zaterdagavond en -nacht den bovenbouw van
het Centraalstation te Utrecht totaal verwoest. Van ongekenden
omvang: stellig is dit geen al te sterke uitdrukking voor de
laaiende vlammenzee, die duizenden Utrechters naar het Sta
tionsplein lokteOm goed 10 uur 's avonds, in de archief
ruimte, welke zich in den rechtervleugel van het Stationsgebouw
bevindt, naast de woning van den heer Van Ginckel, huis
meester der N.S., is de brand begonnen. En slechts enkele minu
ten later sloegen de vlammen reeds uit alle ramen van dezen
vleugel. Steeds verder naar links drong de roode vuurgloed,
aangewakkerd door den feilen Oostenwind, die, evenals de
hevige koude, de blussching door de Utrechtsche brandweer in
hevige mate belemmerde.
j spuit van de hoofdwacht Nieuwe Achter-
gracht arriveerde Het grootste gevaar was
toen echter reeds geweken.
Omstreeks kwart over tien. dus vrij kort
nadat de brandweer ter plaatse was, laai
den de vlammen hoog op in dat deel van
de bovenverdieping van het Stationsge
bouw, dat gelegen is tuschen den vroegeren
Noordelijken uitgang en de Stationsklok in
het midden van het gebouw. Aangewakkerd
door den krachtigen wind, breidde het
vuur zich zeer snel naar rechts en links uit.
Om zeven minuten voor half elf bereikte
het vuur de electrische leidnig, die de klok
in den gevel en de klokken op de perrons
van stroom voorziet. Deze leiding brandde
door en zoo bleven alle klokken op drie
minuten voor half elf staan. Slechts de
lichtleiding van de gevelklok bleef nog
eenigen tijd intact, maar toen gaf ook
dezen den strijd gewonnen. De wijzerplaat
werd plotseling pikdonker. Door de hitte
van het vuur sprong de glazen wijzerplaat
en met een geweldig gerinkel stortte het
gebroken glas omlaag. Het vuur had toen
weer een luchtgat en sloeg uit den topgevel
naar buiten. Smetteloos wit stond daar
boven de vlaggestok met het koord, doch
het duurde niet lang of deze vlaggestok
werd eveneens door het vuur aangetast. Het
touw, waarmede de vlag v/ordt opgeheschen
vatte eveneens vlam en de beide smeulen
de einden slingerden gloeiend en rookend
in den kouden Oostenwind. Waggelend
hield de vlaggestok nog eenigen tijd stand,
doch toen gaf hij het op en stortte neer
in de brandende massa van vlammende
binten en ander houtwerkSteeds ver
der breidde het vuur zich uit. Een rossige
rook werd door den wind voortgedreven
en millioenen vonken vlogen door de lucht.
f. 120.000 in kas.
Men begrijpt de groote consternatie op
het station zelf. De electrische leiding bo
ven het eerste perron werd onmiddellijk
stroomloos gemaakt. Het personeel bewaar
de, zooals wij zelf konden constateeren, na
den eersten schrik, een volmaakte disci
pline. Natuurlijk werden de wachtkamers
tweede en derde klasse en daarna het eer
ste perron Noordzijde snel ontruimd.
Het heeft gespannen bij dezen brand, ge
spannen omdat de brandweer, beseffende
dat de oude houten bovenbouw niet te red
den was, zich moest concentreeren op het
behoud van den nieuwbouw het onder
gedeelte en op het behoud van de sta
tionsoverkapping, welke, een uur na het
ontdekken van den brand, inderdaad vlam
vatte. Gelukkig voor de Spoorwegen heb
ben de blusschers, die op het eerste perron
van het station opgesteld stonden, kunnen
voorkomen, dat dit een catastrophalen om
vang aannam. Waren de vlammen hier niet
tijdig gestuit, dan zou de treinenloop zeker
dagen, zoo niet langer, gestagneerd zijn.
Het oude Noordelijke gedeelte van
het Stationsgebouw brandde nagenoeg
uit. De nieuwe hal bleef voor het vuur
gespaard, doch leed aanzienlijk door
waterschade. De oorzaak van dezen ge
weldigen brand is nog niet bekend. Men
vermoedt kortsluiting, die ontstaan zou
zijn in de dienstwoning van den heer
Van Ginckel, die boven het Stations
gebouw woonde, of in de archiefruimte
naast de woning van den huismeester
der N. S
De geleden schade is aanzienlijk,
doch deze wordt zooals wij tijdens een
kort, nachtelijk onderhoud met de
Spoorwegdirectie vernamen, door ver
zekering gedekt.
Een brand van catastrophalen omvang.
Wanneer men weet, dat om half zeven
Zondagochtend nog vlammen in het ge
bouw haar grillig schijnsel her en der wier
pen, kan men beseffen voor welk een
schier hopelooze opgave de brandweer in
Utrecht st-ond. Tegen half twee in den
nacht was 't de burgemeester van Utrecht,
mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk, die de mee
ning van velen vertolkte, toen hij uitriep,
dat men den nieuwbouw onmogelijk zou
kunnen behouden. Het is daarom in zeke
ren zin nog een meevaller dat de brand
weer hierin wel geslaagd, zij het dan ook,
dat de waterschade hieraan toegebracht,
zeer, zeer groot is.
Zaterdagavond even tien uur klonk het
geroep „Brand, brand" over het Stations
plein. In de restauratie had men de brand
lucht toen reeds ontdekt en den onder
chef van het Centraal Station gealarmeerd.
De laatste zond een arbeider op onderzoek
uit, en deze, die nog niets vermoedend, de
houten trappen naar de archiefruimte op
klauterde, kwam tot de ontdekking welk
een vuurhel de uiterst brandbare inhoud
dezer ruimte was geworden. Hij heeft nog
een poging gedaan om het vuur met een
der brandslangen te blusschen. doch na een
halve minuut moest hij de blussching sta
ken. Inmiddels was ook door de andere sta
tionsbeambten een poging gedaan met de
aanwezige brandslangen den strijd tegen
het vuur te beginnen. De kranen waren
echter bevroren
Zeven minuten nadat de brandweer
gealarmeerd was, verschenen de eerste
brandweerwagens. De heer Vleming,
commandant der Utrechtsche Vrijwil
lige Brandweer, nam direct met vaste
hand de leiding van het blusschings-
werk. Helaas speelde de felle wind de
brandweer aanvankelijk parten. De wa
terstralen werden n.l. neergedrukt en
wat men ook deed, het was in den be
ginne niet goed mogelijk voldoende wa
ter in den toen reeds zoo hevigen vuur
poel te werpenLater werd dit pas
beter, doch het duurde geruimen tijd
voordat alle stralen voldoende kracht
hadden.
De heer Vleming had het noodig geoor
deeld ai het beschikbare materiaal op te
roepen. Veiligheidshalve werd daarom kort
ua middernacht, assistentie gevraagd van
de Amsterdamsche brandweer, die even
ïoor halftwee met een volbemande motor-
Alleen in het plaatskaartenbureau,
ondergebracht in den linkervleugel van
het gebouw, ging alles voorloopig door,
alsof er niets aan de hand wasHel
brandden de lichten hier, rustig hiel
pen de ambtenaren aan de loketten de
treinreizigers, die Utrecht gingen ver
laten. Men wist dat het vuur misschien
binnen korten tijd ook .hierboven zou
gaan woedden, maar zoolang de brand
weer nog niet het sein gaf, dat ontrui
ming geboden was, bleef ieder op zijn
post. De ontruiming moest toch plaats
vinden. Tegen twaalf uur begon het
bluschwater naar beneden te stroomen,
zoodat de kostbare plaatskaartenma-
chines in veiligheid gebracht moesten
worden. Daarnaast werd natuurlijk ook
alle zorg besteed aan de kas, waarin
zich de ontvangsten van twee dagen be
vonden: f. 120.000.
De oplossing was echter al door de Spoor
wegdirectie, in overleg met den chef van
het station, den heer Admiraal, gevonden.
Het oude bagagedepot, links van den uit
gang zou als plaatskaartenbureau ingericht
worden
Het was kort na middernacht dat het
vuur den Noordervleugel van het gebouw
bereikt. In razende vaart joegen de vlam
men over het dak. dat na korten tijd ge
deeltelijk instortte. Men is hier juist bezig
met het verbouwen van de bovenfacade. De
commandant van de brandweer achtte het
tenslotte niet langer verantwoord, dat de
spuitgasten gevaar liepen. De mannen, die
van ladders geplaatst op de serre van de
tweede klasse wachtkamer, spoten, werden
teruggeroepen Hiermede was men op het
nippertje, want de aftocht moest zoo over
haast geschieden, dat een der ladders niet
meer medegenomen kon worden
Om een grootere bluschinteiv iteit op
het middengedeelte van het station te ver
krijgen, sleepte men een mobiele directie
keet aan, waarop eenige spuitgasten klom
men. Zoo kon men twee extra-stralen In
het vuur brengen. De hitte was op het ergst
van den brand zoo fel, dat men den ma-
gyrusladder moest verhalen
Langzamerhand werd de tactiek van de
brandweer aan de toeschouwers duidelijk.
Men probeerde het vuur van links naar
rechts, dus van het nieuwe gedeelte af
naar den Noordervleugel toe te drijven. Zoo
hoopte men de nieuwe hal, waar het water
stroomde, te kunnen behouden.
De architect ir. S. van Ravesteyn, de
bouwmeester van het nieuwe gedeelte van
het Centraal Station, woonde den brand
langen tijd bij. Hij twijfelde er in den be
ginne aan of den linkervleugel inderdaad
gered zou kunnen worden De zoldering en
de vloeren van het oude gebouw waren n.l.
van hout, terwijl voor het nieuwe bouw
werk stalen balken werden gebruikt. Het
was nu zijns inziens de vraag, of de sta
len balken niet week zouden worden door
de geweldige hitte, aangezien zij, in ver
band met de verbouwing, nog niet brand
vrij afgeschermd waren. De heer Van Ra
vesteyn betreurde het zeer. dat al het werk
der laatste jaren zoo in enkele uren ver
nietigd zou worden. Zouden de balken in
derdaad week worden, dan zou de geheele
staal- en betonconstructie verwrongen
kunnen worden, waardoor zelfs instortin
gen zouden kunnen ontstaan. Deze hebben
tot nu toe niet plaats gehad. En een minu
tieus onderzoek zal na den brand ingesteld
moeten worden om een en ander te kun
nen constateeren.
Deel der bovenpui stortte in.
Even voor de komst van de Amsterdam
sche brandweer beleefden de toeschouwers
nog een sensationeele gebeurtenis. Een deel
van de bovenpui. dat zich scherp tegen den
rooden gloed afteekende, begon toen na
melijk te wankelen. Onmiddellijk werden
de blusschers teruggeroepen, terwijl ook het
materieel in veiligheid gebracht werd. In
angstige spanning volgde men de bewe
gingen van het meters hooge stuk muur.
Dit stortte tenslotte met een doffen dreun
in het vuur, dat naar alle kanten gloeien
de vonken opwierp, waarna groote rook
wolken volgden.
Tegen half drie ging het blusschingswerk
steeds vlotter. Wel woedde de brand in den
Noordervleugel toen nog fel, maar in het
middengedeelte had de brandweer den
strijd gewonnen, evenals aan den perron
kant. Men had van den laatsten kant even
eens geregeld gespoten, daar de kap over
de drie perrons heen zoo veel mogelijk nat
gehouden moest worden. Beschadiging van
den kap heeft dan ook niet noemenswaard
plaats gehad, al heeft het hier eenige
oogenblikken zeer gespannen, vooral toen
een aanhoudende vonkenregen uit het
brandende station op de stationsoverkap
ping neerdaalde.
Het jagende vuur heeft het Centraal Sta
tion, het hart van het drukste spoorweg
knooppunt van Nederland, voor het over-
groote gedeelte totaal verwoest. Van de
kantoren, die op de eerste verdieping ge
vestigd waren, is niets overgebleven. Het
archief, dat daar opgeslagen was, ver
brandde geheel, terwijl de lokaliteiten, zoo
wel wachtkamers als de bureaux op den
beganen grond absoluut onbruikbaar wer
den. Het eens zoo groote gebouw Ls thans
niet veel meer dan een puinhoop met ge
blakerde muren, waarin de kapotte ramen
als met doode oogen schijnen te staren.
Al gloorde het vuur telkens weer op, om
drie uur kon men toch zeggen, dat de
brandweer de situatie volkomen meester
was. Korten tijd later kon een deel van
het materieel inrukken. Het publiek, dat
tot in verren omtrek den brand gadesloeg,
verspreidde zich langzamerhand, toen het
vuur luwde. De bijtende koude dreef de
menschen naai' huis....
het vuur, gevoerd is. Heel vaak hebben de
spuitgasten, van wier helmen en leeren
jassen de ijspegels hingen, zich in de open
blijvende café's moeten ontdooien. Deson
danks stokte de blussching van den groot
sten brand, die in de grijze Bisschopsstad
sinds jaren woedde, geen oogenblik.
Zondagochtend half acht.... Rookende
puinhoopen, waaribij brandweerlieden met
klaar liggende bnandslangen gereed ston
den, herinnerden aan de laaiende, nachte
lijke vuurzee, die duizenden, ondanks de
bitter-felle koude, naar buiten lokte
Van andere zijde meldt men ons nog het
volgende:
De spoorwegbeambten op het Centraal
Station hadden Zaterdagavond al een zeer
zware taak. Toevallig brak de brand uit op
een tijdstip, dat men reeds zijn handen vol
had om het treinverkeer tusschen Utrecht
en het Westen van het land zonder eenige
stagnatie te doen verloopen. In de omge
ving van het stationsemplacement te
Vleuten was namelijk omstreeks tien uur
de voedingkabel van het electrische net
gebroken, waardoor het treinverkeer tijde
lijk over één spoor moest worden geleid.
Toen dan ook kort daarop de uitslaande
brand in het Centraal Station opnieuw
moeilijkheden opleverde, was van een nor
malen treinenloop absoluut geen sprake
meer.
Het gelukte de treinen op een veilige
plaats, alhoewel met groote vertraging, in-
en uit te laten gaan, terwijl zooveel moge
lijk de electrische treinen werden vervan
gen door diesel- en stoomtreinen.
Gister voormiddag kon men niet voorko
men dat verschillende treinen met maxi
maal tien minuben vertraging binnenkwa
men en vertrokken. De beide sporen, gele
gen tusschen het eerste en tweede perron
waren den geheelen morgen buiten gebruik
gesteld, zoodat verschillende omzettingen
van treinen moesten plaats vinden, waar
door op sommige oogenblikken enkele trei
nen dienden te worden opgehouden, daar
de beschikbare ruimte te klein was om alle
tegelijk binnen te loodsen.
BREESTRAAT 55
schuin t.o. de Gehoorzaal.
5191
(Ingez. Med.)
Om één uur werden deze beide sporen
evenwel wederom vrijgegeven en kon de
dienst verder zonder noemenswaardige stag
natie verloopen.
In verband met een rustige afwikkeling
van het treinverkeer werden geen perron
kaartjes verkocht, zoodat uitsluitend reizi
gers toegang verkregen tot de perrons.
Nog enkele weken..,.
De aannemer, de heer Strijland uit Uit
hoorn. was terstond na het bekend worden
van den brand naar Utrecht gesneld en
was gedurende den geheelen nacht getuige
van de blusschingswerkzaamheden. Ook
voor hem was deze brand een gevoelige
tegenslag. Nog slechts enkele weken had
den wij hier te werken aldus verklaarde
hij en ook de bovenzijde van het station
zou een verbeterd en aan het onderstuk
volkomen aansluitend aspeet hebben ver
kregen. Wij verheugden er ons reeds op
en nu valt het ons wel erg tegen, dat ons
werk reeds zoo spoedig vrijwel voor een
groot gedeelte werd vernield.
Een achteloos weggeworpen sigaret kon
volgens dezen zegsman gemakkelijk de oor
zaak zijn geweest van den brand, want het
bovenstuk van het stationsgebouw was
bijzonder brandbaar, gezien de oude con
structie.
Precies als in Leiden.
Wij hadden in den nacht nog een kort
onderhoud met prof. Goudriaan, president-
directeur van de Nederlandsche Spoorwe
gen.
Deze betuigde zijn leedwezen over het
verlies voor de Spoorwegen, alhoewel de
schade door verzekering gedekt wordt. De
brandweer stond hier, aldus prof. Gou
driaan, voor een zeer moeilijke taak. Vooral
de weersomstandigheden waren buitenge
woon moeilijk. Onder dezelfde omstandig
heden is indertijd het Leidsche Stadhuis
afgebrand. Op het oogenblik is het moeilijk
bij benadering de schade te schatten. Af
gewacht dient nog te worden, hoe groot de
eventueele stagnatie in het treinverkeer zal
zijn. Wij zullen alles in het werk stellen,
om den treinenloop te doen functionnee-
ren, aldus de president-directeur, En in
derdaad: gisteren is gebleken, dat dit ge
lukt is.
Het bagagedepot links van den oorspron-
kelijken uitgang werd voorloopig in dienst
gesteld als plaatskaartenbureau, terwijl de
uitgang tevens als ingang dienst zal doen.
Wanneer men het overtollige water, dat ln
den oorspronkelijken ingang en de plaats-
kaartenbureaux decimeters hoog staat,
heeft verwijderd, zal deze oorspronkelijke
ingang weer als uitgang Voor de reizigers
dienst doen.
Stellig is een woord van lof voor de
groote voortvarendheid, waarmede de
Spoorwegen de moeilijkheden hebben op
gelost, niet misplaatst, Er ls door allen in
den kouden nacht met grooten ijver ge
werkt, om Zondagochtend op tijd gereed
te zijn, zoodat de treinreizigers tenminste
aan spoorkaartjes geholpen konden wor
den. Trouwens ook de brandweer, welke in
Utrecht toch al zoo'n goeden naam heeft,
mag geprezen worden voor de verbetenheid
waarmede de strijd tegen den aartsvijand.
De plotseling zoo fel ingezette koude heeft
heel wat last veroorzaakt. Speciaal de
scheepvaart op het IJsselmeer, dat nu
reeds grootendeels met ijs is bedekt, ligt
vrijwel stil. De veerbooten konden giste
ren slechts met de allergrootste moeite
de diensten onderhouden.
Persoonlijke ongelukken zijn gelukkig
tot nu toe niet voorgekomen, doch wel
werd door branden ernstige schade aan
gericht.
Overstrooming te Utrecht.
In het noodgebouw van het kledingma
gazijn der firma C. en A. Brenninkmeijer
te Utrecht, gelegen op den hoek van de
Lange Viestraat en het Vreeburg, is gister
middag onder het dak tengevolge van de
vorst een verwarmingsbuis gesprongen,
waardoor een enorme stoomontwikkeling
ontstond. Hierdoor dacht men, dat er brand
was uitgebroken en in verband met de ge
vaarlijke situatie van het pand rukte de
brandweer met groot materiaal uit. Spoedig
bleek toen wat er aan de hand was. Een
groote hoeveelheid water was uit de leiding
gestroomd en had zich door het magazijn
een weg gebaand, waarbij veel schade was
aangericht. De brandweer trof onmiddellijk
maatregelen om dezen watervloed te stuiten.
Brand te Amersfoort.
Gistermorgen omstreks tien uur heeft in
de Phoenixbrouwerij aan het Smallepad te
Amersfoort een felle brand gewoed.
Het vuur op den pakzolder ontstaan,
tastte in weinige oogenblikken den grooten
voorraad kisten aan.
De brandweer, die spoedig met nagenoeg
al haar materiaal ter plaatse was. kon niet
verhinderen, dat de zolder geheel een prooi
der vlammen werd, evenals de aanwezige
voorraad kisten.
De schade wordt door verzekering gedekt.
Woonhuisbrand.
Tijdens afwezigheid van de bewoners is
Zaterdagavond brand uitgebroken in de
woning van den heer P. Kunst aan de
Langestraat 60 te Zaandam. De brand liet
zich aanvankelijk gevaarlijk aanzien, doch
spoedig ingrijpen van de brandweer voor
kwam verdere uitbreiding. Huis en inboe
del hebben ernstig van brand- en water
schade geleden. Verzekering dekt de schade.
De Amsterdamsche brandweer is gisteren
niet minder dan 50 maal uitgerukt voor
schoorsteenbrandjes en kleine brandjes in
de woonkamers
Op het IJselmeer.
Het IJselmeer is voor een groot deel met
ijs bezet en het scheepvaartverkeer onder
vindt hiervan zeer groote moeilijkheden.
Het eiland Marken ligt reeds geheel ge-
isoleerd. de Gouwzee is één groot ijsveld.
De boot der N.ZH.TM en de particuliere
veerboot, die in normale omstandigheden
de verbinding onderhouden met den vasten
wal zijn gisteren niet uitgevaren.
Intusschen moeten de schaatsliefhebbers
zich geen illusies maken. Het ijs grondijs
is hier evenals elders op het IJsselmeer
absoluut onberijdbaar.
De vrijwillige organisatie van sportvlie
gers der „V.O S heeft de burgemeesters der
eilanden haar diensten aangeboden
Zij is bereid zoo noodig hulp te verleenen
Om door middel van vliegtuigen e voorzien
in de behoeften aan levensmiddelen, medi
camenten, enz.
Schipper geïsoleerd.
Enkele dagen geleden geraakte het motor
schip „Aaltje", schipper de Haan van Nigte-
vecht tengevolge van den mist op het IJssel
meer nabij Muiderberg aan den grond
Alle pogingen om het schip vlot te krij
gen mislukten.
Zaterdagmorgen ging de schippersknecht
met een roeiboot naar den wal om levens
middelen in te slaan Toen de knecht terug
kwam was de roeiboot verdwenen, zoodat
de man niet aan boord terug kon komen.
Schipper De Haan bevond zich dus alleen
aan boord zonder voldoende leeftocht. Ten-
gevolg van den Oostenwind, welke juist op
den wal staat, kwam er veel buiswater over,
waardoor het schip dik onder het ijs zat.
Door het Amsterdamsche havenkantoor
werd direct een sleepboot naar het geïso
leerde schip gezonden, daar men bevreesd
was dat het schip door den grooten ijslast
zou omslaan en zinken. De sleepboot kon
de „Aaltje" echter niet dichter dan op 600
meter benaderen.
Gistermorgen tegen twaalf uur is men er
met een ijsvlet in geslaagd het schip te be
reiken. Schipper de Haan is van boord ge
haald en veilig aan wal gebracht. Vier
mannen uit Muiderberg vertrokken met de
vlet naar het aan den grond geraakte vaart-
tuig, doch de twee, die de vlet voortduw
den, zakten door het ijs.
Aangezien het ter plaatse zeer ondiep is,
kwamen zij er met een nat pak af. De twee
anderen zetten met succes den moeilijken
tocht naar de „Aaltje" voort.
De veerbooten op het IJselmeer konden
gisteren den dienst slechts met moeite
gaande houden. De boot van Enkhuizen op
Stavoren is reeds stilgelegd. Het Buiten-IJ
te Amsterdam ligt vol vrachtschepen, die
door het ijs tot werkloosheid zijn gedoemd.
Schepen bekneld in het ijs.
Ook de veerdienst op Schiermonnikoog
is hedenmorgen gestaakt, zoodat het eiland
thans geheel is geïsoleerd. De veerboot zit
bij Oostmahorn. evenals de reddingboot
„Insulinde". die ter assistentie was uitge
varen, in het ijs bekneld.
Een vrachtscheepje van Schiermonnikoog
schipper Smeenk, zit tusschen Schiermon
nikoog en Oost-Mahorn eveneens in het
ijs bekneld. De schipper gaat af en toe over
het ijs naar Schiermonnikoog om levens
middelen te halen. Het scheepje, dat gela
den is met beurtgoederen, verkeert In een
gevaarlijke positie.
De werkverschaffingen.
De rijksinspecteur voor de werkverschaf
fing in Zuid-Holland, Zuidelijk deel. deelde
gisteren mede, dat in verband met het vrie
zend weer de werkverschaffingen in zijn
ambtsgebied met ingang Van heden tot na
der order zijn stopgezet De bij deze stop
zetting der werkverschaffing betrokken te
werk gestelden behoefden zich dus heden
ochtend niet naar de werkverschaffing te
begeven en konden zich in hun gemeenten
op de gewone wijze aanmelden voor onder
steuning.
Ook in de andere provinciën zijn de werk
verschaffingen grootendeels gestaakt.
Ijsvermaak.
Bijna overal in Nederland heeft men
gisteren voor het eerst de schaatsen onder
kunnen binden.
Nog lang niet overal hadden echter de
iisclubs haar banen opengesteld en de moe
digen die den feilen kouden wind trotseer
den. moesten zich tevreden stellen met het
ijs in de slootjes en dat op de tennisbanen.
De eerste wedstrijden in het hardrijden
zijn reeds vastgesteld.
Met toestemming van den K N S B. wordt
morgen te Bergen een wedstrijd in het hard
rijden om den Kennemer w-'beker orer
afstanden van 500 1500 en 50C meter ge
organiseerd terwii] de Kon" 'Mlce TT""rr-
eeniging „Thialf" te Heerenveeri morgen
wedstrijden voor amateurs om den Thialf-
beker houdt Er wordt gereden over 500,
1500 en 3000 meter.