Ruzie in de poppenwieg de Jaargang Vrijdag 16 December 1938 No. 43 Wat er in de week na Sinterklaas gebeurde in Lijsje en Liselotte Kinderen", had moeder gezegd, toen ze een dag thuiskwam, „nu raden jullie it, wien ik vanmiddag tegenkwam?" Nogal logisch" antwoordde Wim. Finterklaas natuurlijk", precies en weet je, wat die brave Sint vroeg? Verlanglijsten van alle kinderen" Fijn" zei Roosje, „ik ga direct ermee den gang". )ok Reinout en Harm hadden een lange t gemaakt, maar toen moeder bij klein )sje was gekomen, had ze niets kunnen ienken. Kom, vrouwtje, wat wil jij nu eens ag van Sinterklaas hebben?" had moe- gevraagd. Zeg het maar, dan schrijft het op een briefje". .Lekkers" zei Toos, „chocolademuizen, jcoladekikkers en een héél klein suiker- eg je met een babytje erin". .Verder niets, Toosje?" ,Nee Moes. Ik weet niets" .Zou je dan niet een nieuwe pop willen bben inplaats van die oude lijs?" Jen. nieuwe pop? O nee. moeder, nt mijn Lijsje is toch zóó lief! En Toosje. op een poef voor de haard zat met Lijs haar schoot, had het slappe, gebrrtde Ije stijf tegen zich aan geknuffeld. [Nu, misschien dat Sinterklaas toch wel n pop voor je meebrengt. Zou je niet héél aag een mooie slaappop hebben, die lama" kan zeggen? Een pop met mooie eertjes en echt haar?" ..Hè, ja moeder! Maar als u me belooft, it, ik Lijs mag houden!" En Toosje's biau- oogen in haar vriendelijk gezichtje ar:den bepaald smeekend gekeken. „Natuurlijk, liefje" had Moeder gezegd, aar ze had toch wel eventjes gezucht, o sje had Lijs nu al van dat ze zelf een eel klein babytje was, dat in de box speel- Toen had oma de pop voor haar ge- Jid van roze katoen. Erg kunstig had ma dat gedaan, en ze had Lijs blond aar gegeven, een rood neusje en mondje een paai' zachtblauwe oogen. En ijzer werk dat Lijs was! Onmogelijk om haar apot te krijgen, zelfs niet, als ze In de uwe handen van de jongens verzeild lakte! Harm had zelfs eens in onbewaakt oogen- lik, toen Toosje in de box in slaap ge- allen was, met Lijs gevoetbald, maar toen as Toos wakker geworden en had een eel opgezet, nee maar.Moeder was een ogenblik geschrokken! En eens in den omer, was de arme, slappe lieveling in en tuin vergeten en totaal doorgeregend, oos was toen al drie jaar en ze had net Oolang gesmeekt „och toe, wie zoekt mijn ijsje op?" tot de jongens zich over Lijs ariden ontfermd en haar voorzichtig in keuken hadden gedroogd. »Nu weet ik meteen, dat Lijs waschecht is" had moeder toen gezegd en in het ver volg werd Lijs steeds om de week of tien in de tobbe gestopt. Toosje vond dat niet leuk. want het duurde altijd een paar da gen tot Lijs droog was en wie moest dan in dien tusschentijd in Toos' armpje sla pen en al haar geheimpjes aanhooren? Een nieuwe pop? Toos had er nooit naar ver langd, want die zou een échte dame zijn met een koud steenen gezicht en niet zoo gezellig slap en zacht en vriendelijk als Lijs met haar blauwe wollen oogjes. „Jij bent de aller allerliefste" fluisterde Toos legen Lijs en ze kuste het kindjo op haar blonde wolhaartjes. 6 December: een lawaai beneden, dat hooren en zien je verging! Gestommel, ge juich en gelach en toen een luid geroep van „Toosje, Toosje, kom dan toch!" Toos was bijna in haast uit haar bedje gerold, maar ze hield zich nog net aan de spijlen vast. Toen nog een greep naar Lijs en daar kwamen ze naar beneden gehold! Wat zou er toch zijn? O ja, Sinterklaas had zeker gereden. Gauw, gauw kijken! Een doos, een mooie witte doos voor Toosje! Wat daar wel in zou zitten? „Na tuurlijk de nieuwe pop", zei Toos tegen Lijs, „ben je niet benieuwd, zeg?" „Reuzebenieuwd" knikte Lijs en toen Toos het deksel had opgetild viel ze slap tegen haar moedertje aan van pure bewondering. En het was ook werkelijk geen kleinig heid: een prachtige jongedame met een breed, roze gezicht, bruine oogen en héél lange wimpers! Schitterende bruine krul len, en kleeren gewoonweg prachtig! Ze had een jurkje en een gebreid man teltje aan met precies zoo'n hoedje erbij, beeldige leeren schoentjtes, echte wollen kousjes en toen Toos haar uitkleedde kwa men er nog een onderjurk, een hemdje en een broekje te voorschijn. „Vind je de pop mooi?" vroeg moeder. „Prachtig, echt prachtig!" zei Toosje, mooi, hè Lijs?" „Onbeschrijfelijk!" fluisterde Lijs met haar mondje tegen haar moedertjes oor, zoodat Toos alleen het hooren kon. „Lijs vindt haar ook èrg mooi" zei Toosje opgetogen ..en Lijs zegt, dat ze graag haar vriendinnetje wil zijn". ..Wat een feest voor de nieuweling!" vond Reinout. „Stil" zei moeder, „nu niet plagen!" De nieuwe pop van Toos werd Liselotte .genoemd, want een meisje bij Toos op de kleuterschool heette ook zoo en iedereen vond het een beeldige naam. „Mag Liselotte nu vannacht eens bij je slapen en dan Lijs in de wieg?" vroeg moe der, „Liselotte heeft zoo'n schattig pya- ma'tje. Heb je dat eigenlijk al gezien?" Nee, Toos had het nog niet eens ge zien, dat was ook wat geks! Het lag onder in de doos: roze flanel met een gebloemd kiaagje en manchetjes. Toen Liselotte het aan had, leek ze wel een echte engel, vond Toos. En de nieuwe pop werd netjes naast haar moedertje in bed gelegd. „Kom jy maar bij moedertje, Lijs!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 19