De feestelijkheden te Scheveningen - Vliegtuigongeval in LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79sie Jaargang FEUILLETON Het Blauwe Teeken TOT BESLUIT van de feestelijke herdenking van de landing van den Prins van Oranje in Scheveningen in 1813, zaten de hoofdrolspelers aan een diner aan. Rechts de heer Kuiper als graaf van Limburg Sti- rum, links de Eng. gezant Richard Lord Clancarty en zijn echtgenoote daarnaast de Prins van Oranje (de heer Pronk) en zijn echtgenoote. DE INRICHTING VAN DE TENTOONSTELLING „DE GRO.OTE TREK" in het A.M.V.J.-gebouw te Amsterdam. Model ossenwagen, vervaardigd door leerlingen van de Ambachtsschool te Ficksburg in den Oranje-Vrij staat. Het model zal worden aangeboden aan den Zuidafrikaansohen gezant EEN SPORT VLIEG TUIG VAN DE BATAVIASCHE VLIEG- CLUB, bestuurd door egn neef van minister van Buuren, vloog nabij Tjipanoendjang tegen electrische geleidingen. De inzittende kwam er wonderwel af. HET DRIEJARIG ZOONTJE VAN DEN CHEF VAN HET CORPS MARINIERS, kolonel von Freitag Drabbe, heeft de eerste spade in den grond gestoken voor de nieuwe Marinierskazerne, de „Van Genthkazerne", te Rotterdam. Vol ijver kwijt het ventje zich van zijn taak. DE AANLEG VAN HET KANAAL, DAT EINDHOVEN MET HET WILHELMINAKANAAL ZAL VERBINDEN, IS BIJNA GEREED. DE EERSTE OPENBARE LES aan de Utrechtsche Vakschool voor hotel-, café- en restauiantpersoneel. Een kelner serveert zijn vakgenooten, terwijl de leeraar toeziet. IN VERBAND BIET DE VIERING van de 125-jarige onafhanke lijkheid, hadden de Rotterdamsche studenten de gemeente verzocht het standbeeld van v. Hogendorp te laten reinigen. Daar er niets van kwam, hebben zij het karwei zelf opgeknapt. De roman van een uitgestootene door HUGO BETTAUER. 14) Voor professor Wendrich kon deze in grijpende verandering In Carlo's leven niet verborgen blijven, in de eerste plaats daar om reeds niet, omdat de jongeman bij deze levenswijze met zijn bescheiden rente niet meer kon rondkomen en telkens weer om een hoogere toelage verzocht. Daar Rudolf Zeiler zijn zoon echter een behoorlijk kapi taal had nagelaten en Carietto's elschen voorloopig de grens van het mogelijke niet overschreden, was er voor Wendrich niet onmiddellijk aanleiding om in te grijpen. Evenwel, op den duur veranderde ook dit. De bijzondere wijze, waarop Carlo zich in de schermkunst onderscheidde, bracht hem al spoedig voor het forum der publieke be langstelling en de noodzakelijke conse quenties van dit op den voorgrond treden in kringen, waar men op honderd shilling niet placht te zien, waren, dat ook hij al spoedig meer uitgaf dan hij bezat. Aan vankelijk trachtte hij zich dan nog te ver zetten, maar spoedig zag hij zich als willi0 slachtoffer meegezogen in den stroom van vermaak, dat hem tenslotte bedwelmde en waarih hij steeds meer behagen ging scheppen. Want hij was jong en levens lustig, naiëf en zeer IJdel. Nog meer dan vroeger besteedde hij bij zondere zorg aan zijn toilet met als gevolg steeds oploopende schulden bij kleerma kers, schoenenleveranclers en handelaren in heeren modeartikelen. Er werden gezel lige bijeenkomsten gehouden, door Ströbl gearrangeerd, waar het bij uitstek licht zinnig toeging en die hoopen geld verslon den. Belangrijke bedragen bleven ook in champagnebars en bij taxichauffeurs. Toen zijn schuldeischers al te lastig begonnen te worden, bleef hem niets anders over dan zich opnieuw tot zijn voogd te wenden met het gebruikelijke verzoek zijn rente te willen verhoogen. Professor Wendrich schreef een zeer boozen brief terug, maar liet zich tenslotte toch bewegen de maan- delijksche toelage nog wat te vermeerde ren, zij het dan niet zonder er uitdrukkelijk bij te vermelden, dat Carlo nu in het volle bezit van het vruohtgebrulk van zijn kapi taal was en derhalve aan een verdere ver hooging niet kon worden gedacht. Zeiler was juist in staat zijn lastigste schuldeischer te bevredigen, maar toen ge leidelijk ook die leveranciers kwamen op dagen die tot dusver van een prijzens waardig geduld hadden blijk gegeven, geraakte hij opnieuw in moeilijkheden. Zijn uitgaven te beperken, op wat meer bescheiden voet te gaan leven, daaraan dacht hij geen moment. Eenerzijds vreesde hij den spot van zijn vrienden, anderzijds echter ontbrak het hem ook aan de noo- dige wilskracht om van zijn genoegens afstand te doen In zijn nood klopte hij bij Clemens von tröbl aan Ströbl wist natuurlijk raad. Maar man, waarom neem Je niet hier of daar geld op? Zoolang duurt het toch niet meer tot je over je eigen kapitaal kunt beschik ken. Een kerel als jij behoeft zich over zijn toekomst niet ongerust te maken; voor wie zou jij nu moeten sparen? Je zult toch te allen tijde een goede partij kunnen doen! Ströbl's argumenten vielen bij Carlo in goede aarde en in zijn kinderlijke onschuld, vroeg hij: Zou jij dan zoo vriendelijk willen zijn mij met 10.000 kronen te helpen? Tot zijn verbazing trok Ströbl echter direct een lang gezicht. Dat ging helaas niet, hoezeer het hem ook speet. De vrij hooge bedragen, welke hij aan de fabriek onttrok, waren maar juist toereikend om zijn eigen behoeften te dekken. Maar Ik ken een zekeren meneer Herllnger, Friedrich Herlinger, liet hij er geruststellend op volgen. Hij heeft een café in de Schönbninnerstraat, een door en door fatsoenlijke kerel, die je stellig met genoegen de behulpzame hand zal bieden. Natuurlijk wil hij er ook graag een kleinigheid aan verdienen, maar lk kan je de verzekering geven, dat hij een witte raaf ls onder zijn soortgenooten. Hij heeft mij en hij heeft Rakossy en Kehlhausen, enfin, hij heeft alle leden van de club al eens geholpen En zoo was Carlo tenslotte bij een woe keraar terecht gekomen, die hem Inderdaad gaame de behulpzame hand bood Maar hoe knellend de greep van deze hand was, had de jonge Zeiler eerst later ervaren en zelfs nu hij in de stilte van zijn studeer kamer alleen was met zijn gedachten, liet hij hem niet met rust. Het kleine orkest in de hall van het Lido Palace Hotel te Venetië speelde een valse lente. Het was na het souper; de gasten zaten of lagen druk converseerend en Ijs- dranken slurpend ln clubfauteuils en rie ten stoelen, de dames in groot toilet en behangen met kostbare sieraden, de heeren in rok. Buiten welfde de blauwe sterren lucht van een helderen zomernacht zich over de zacht ruischende zee. In het midden van de hall danste een enkel paar, welks bewegingen door de be wonderende blikken van allen, die hier aanwezig waren, werden gevolgd; Beate Salagne in den arm van Carlo Zeiler. Beate Salagna, een zeer knappe, slanke brunette, lenig als een kat en Carlo Zeiler vormden onbetwistbaar het beste danspaar in het hotel. Steeds weer moesten zij zich op algemeen verzoek laten zien en als dit tweetal den parketvloer betrad, hetzij voor een zwevende boston, dan wel voor een sleepende tango, verdwenen de andere paren als vanzelf van het tooneel. En terwijl men ln breeden kring het knappe paar volgde, drong zich telkens weer de vraag op: Hoe is de verhouding tusschen die twee? Wordt dit op den duur een paar voor het leven? Carlo zou op deze vraag zelf geen ant woord hebben kunnen geven. Een feit was het, dat Beate Salagna zijn zinnen volko men beheerschte en dat zijn avances dage lijks dringender en onstuimiger werden. Edoch, een Beate Salagna was niet zoo ge makkelijk te veroveren. Ze was koket en geraffineerd en als zij het eene oogenblik Carlo zoo duidelijk prefereerde boven al haar andere aanbidders, dat hij wel geloo- ven moest zijn doel te hebben bereikt, ge droeg zij zich de volgende minuut weer zoo koel en afwijzend, dat hij omtrent den waren aard van haar bedoelingen opnieuw volkomen in het duister tastte. Nochtans had Carlo Zeiler naar de mee ning van hen, die de ontwikkeling der be trekkingen tusschen het tweetal met span ning volgden en dat was ongeveer de geheele overige hotelbevolking wel de beste kansen, in ieder geval beduidend betere dan kapitein Alberto Albert!, die tot de hardnekkigste vereerders van de zan geres behoorde, een leelijk, kleine, breed geschouderde man met een zwart, zeer ver zorgd kneveltje, een platten, korten neus en het sterke gebit en de vooruitstekende onderkaak van een roofdier. Het was het proto-type van die categorie brutale leden van het sterke geslacht, die gewoonlijk bij vrouwen nogal succes hebben en hij haatte deshalve den jongen, knappen Weener, die hem ditmaal de overwinning zoo fel be twistte. De wals was geëindigd. Het paar, dat luide werd toegejuicht, keerde naar zijn tafeltje terug. Daar zat, bij champagne een vrij groot gezelschap bijeen: de kapitein, Clemens von Ströbl, Guido Kehlhausen, ook een clubvriend van Carlo, Liane Le noir, een Parijsche actrice, tot wie Ströbl zich in het bijzonder aangetrokken gevoel de. Felix Freiherr von Rheinsperg, een reeds eenigszins bejaarde, gedistingeerde heer. eigenaar van een grooten renstal in Hamburg, diens neef, Walter Rheinsperg. luitenant bij de Ulanen te Bamberg, miss Ellinor Pearson, een beroemde vlammen- danseres en Fedor Obolensky. eigenaar van een groot landgoed in de Krim. Men be sprak de dagelij ksche gebeurtenissen van het hotelleven en ontwierp de noodige amusementen en uitstapjes voor de eerst volgende dagen. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5