Chamberlain blijft werken
voor den vrede
De tewerkstelling van
Nederlanders in Duitschland
79ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 December 1938
Derde Blad No. 24147
Scherper toon tegen Duitschland Duitsche vertegenwoor
digers afwezig
„De geschiedenis heeft geleerd, dat een
streven naar overheersching nooit lang
met succes bekroond wordt"
J
Bemiddeling alleen via de in Nederland
gevestigde Arbeidsbeurzen
De ervaringen met een
groep grondwerkers
In de aangekondigde redevoering, die de
Encelsche minister-president Chamberlain
gisteravond heeft uitgesproken aan het
diner, dat was aangeboden door de buiten-
landsche persvereeniging te Londen, heeft
hij o.m. gesproken over de Britsche betrek
kingen met Frankrijk, Duitschland en de
Vereenigde Staten, terwijl hij tevens een
verklaring aflegde omtrent de militaire pa
raatheid van Groot-Brittannië.
Neville Chamberlain.
Na verklaard te hebben, dat hij „alle
dictatoren ter wereld met minder bezorgd
heid tegemoet zou treden, dan die naam-
looze macht, die wij de pers noemen", zeide
fhamberlain het toe te juichen, dat hij
thans de gelegenheid had om voor een
breeder gehoor de dingen te herhalen, die
hij tevoren reeds gezegd had, aangezien
het geheugen kort is in dagen, wanneer de
groote gebeurtenissen elkander met zoo'n
snelheid opvolgen, dat het moeilijk is re
in het juiste perspectief te zien."
Voortgaande zeide de minister-president,
dat hij betwijfelde of met uitzondering van
de periode van den wereldoorlog één van
zijn voorgangers in de laatste honderd
jaar te strijden heeft gehad onder meer
beproevende, zorgwekkende toestanden dan
in de laatste achttien maanden zijn voor
gekomen.
Het zou te veel verwacht zijn, wanneer
men verwachtte, dat iemand in zijn positie
wie ook, door de omstandigheden gedwon
gen om voortdurend te gaan langs duistere,
gevaarlijke wegen, aan critiek zou ontsnap-
pen.
Spr. is echter verplicht zich te kwijten
van zijn verantwoordelijkheid voor de lei
ding naar zijn beste vermogen, „want wan
neer ik uiteindelijk mocht falen, zou het
mij en ieder ander weinig tfoost bieden,
wanneer gezegd kon worden, dat ik een
raad had opgevolgd in plaats van op mijn
eigen oordeel te vertrouwen."
.Mijn doel ls consequent hetzelfde ge
weest, van het begin tot het einde. Staande
tegenover een toestand, waarin de betrek
kingen tusschen dit land aan den eenen en
Duitschland en Italië aan den anderen kant
snel slechter werden en aldus gestadig het
vertrouwen vernielden van Europa in de
handhaving van den vrede, scheen het mij
toe, dat slechts twee alternatieven voor ons
op stonden.
Het eene was ons er van te doordringen,
dat een oorlog onvermijdelijk was en de
geheele energie van ons land te werpen op
de voorbereiding van dien oorlog, het twee
de was een langdurige, vastberaden krachts
inspanning te ondernemen om de mogelijke
oorzaken van oorlog uit den weg te ruimen
en de methode te beproeven van persoonlijk
contact en bespreking en terzelfder tijd ge
stadig voort te gaan met een zoodanige
herbewapening als noodzakelijk was om de
defensieve macht, die wi.i vrijwillig opge
geven hadden tijdens een tijdperk van vele
iaren. te herstellen.
Er zijn menschen. die oprecht geloo-
ven, dat wij den eersten koers hadden
behooren in te slaan. Ik geloof, dat zij
in dit land een kleine minderheid vor
men. Zelf was ik die meening niet
toegedaan en ik ben haar ook thans
niet toegedaan".
Voortgaande verklaarde Chamberlain, dat
fo de eerste plaats de talrijkste slachtoffers
T*n den modernen oorlog niet zouden val-
fcn onder de beroepskrijgslieden maar on
der de burgerbevolking. Wie ook de over
winnaar is, de oorlog laat een spoor achter
ach. dat in geen twee geslachten uitge-
*ischt kan worden.
Dergelijke gevolgen, aldus vervolgde
Chamberlain, moet men niet riskeeren ten-
*ij men el'.'e andere eerlijke oplossing heeft
Kprobeerd.
HET DOEL IS: VREDE.
Op grond van deze overwegingen heb
dien weg is niet alleen de vrede, maar
ook het vertrouwen, dat de vrede ge
handhaafd kan worden.
Ik heb nooit de illusie gehad, dat dit
doel bereikt zou kunnen worden in een
handomdraai of zonder teleurstellingen.
Ik heb misschien meër teleurstellingen
ondervonden, dan ik verwacht had,
doch ik laat mij door die voorbijgaande
gebeurtenissen niet ontmoedigen of
afschrikken.
Men zegt wel, dat de mislukking begint,
waneer men niet langer tracht te slagen.
Zoo lang ik op deze plaats sta. zal ik steeds
trachten te slagen. En als* ik terugzie op
het afgeloopen jaar en de lüst van onze
daden beschouw, dan sta ik verbaasd over
het pessimisme, dat sommigen onzer critici
schijnt te bezielen. Zij zeggen en ik ben er
van overtuigd, dat zij in oprechtheid spre
ken dat zij ook boven alles den vrede
wenschen. Maar indien men vrede wil, moet
men nagaan, wat den vrede bedreigt en
stappen doen om die bedreiging te ver
wijderen.
Chamberlain herinnerde zijn toehoorders
aan de overeenkomsten, die dit jaar tot
stand zijn gekomen. Hij noemde de over
eenkomst met Eire die met Italië, die van
München. de Britsch-Duitsche verklaring,
gevolgd door de Fransch-Duitsche. de han
delsovereenkomst met de Vereenigde Staten
Deze groote internationale overeenkom
sten waarvan drie gesloten zijn tusschen
democratische en autoritaire staten, geven
eerder aanleiding tot voldoening dan tot
pessimisme.
Chamberlain zeide zich ervan bewust te
zijn, dat de overeenkomst van München in
sommige kringen niet wordt beschouwd als
een voorbeeld van samenwerking, maar als
een nederlaag voor de democratieën, doch
hij is van meening, dat door dergelijke
uitspraken de democratie en de zaak der
internationale samenwerking geen dienst
wordt bewezen.
In een officieele mededee-
ling van de Duilsche ambas
sade werd gisteravond ver
klaard: „De Duitsche am
bassadeur, de leden van de
ambassade en de Duitsche
journalisten betreuren ten
zeerste, dat zij, met het oog
op zekere zinsneden in de re
devoering van den minister
president. niet het diner zul
len bijwonen, dat de buiten-
landsche persvereeniging te
Londen vanavond aanricht."
Men moet de resultaten van dergelijke
bijeenkomsten niet bestempelen als over
winningen of nederlagen, maar zich herin
neren, wat het alternatief was, dat door
Muenchen is voorkomen. In September za
gen de volken van vier groote landen, En
geland. Frankrijk, Duitschland en Italië,
zich geplaatst tegenover de dreigende ver
schrikkingen van een oorlog. Toen de over
eenkomst van Muenchen bekend werd, ging
een zucht van verlichting en dankbaarheid
op uit de geheele wereld. Gelooft ge, dat
deze dagen vergeten zijn? Ik geloof het
niet.
VERWIJT AAN DE DUITSCHE
PERS.
Ik moet, aldus Chamberlain, mijn
leedwezen uitspreken over den toon der
Duitsche pers, die in één geval zelfs er
niet voor terugdeinsde, haar scheld
woorden uit te storten over onzen meest
geachten staatsman, die niet lang ge
leden minister-president was, en slechts
in weinig gevallen eenig verlangen
toont ons standpunt te begrijpen.
Niettemin ben ik ervan overtuigd, dat
onze beide volken nog wenschen, wat
in de verklaring van Muenchen op
schrift gesteld is, n.l., dat wij nooit
meer oorlog met elkander zullen voe
ren, maar door overleg de tusschen ons
wellicht bestaande geschillen zullen re
gelen.
Toen de Volkenbond nog zijn groot aan
zien genoot, was ik altijd van meening, dat
het één zijner waardevolste eigenschappen
was. dat de staatslieden de gelegenheid
hadden met elkander In persoonlijk con-
lact te komen.
Die gelegenheid is op het oogenblik zeer
beperkt en als men toch tot persoonlijk
contact wil komen, moeten andere wegen
gezocht worden.
Voor de volgende maand staat de reis
van Halifax en mij naar Rome op het pro
gramma. Het is de bedoeling, dat wij met
het hoofd der Italiaansehe regeering en
zijn ministers alle aangelegenheden be
spreken, die van wederzijdsch belang zijn.
Sommigen zullen misschien weer zich
afvragen, wie bij die besprekingen zal win
nen en wie verliezen, doch dat is niet ae
geest, waarin wij onze reis denken te on
dernemen. Veeleer hebben wij verwacht een
atmosfeer te vinden, die het mogelijk
maakt. dat door persoonlijke gedachten-
wisseling de wederzijdsche standpunten be
ter gewaardeerd worden en dat wij door het
scheppen van een grooter vertrouwen op
een of andere manier het algemeene ge
voel van stabiliteit en zekerheid bevor
deren.
Tegen de dictatuur.
Chamberlain zeide verder, dat hij zich
niet gemakkelijk kan opwinden over het
verschil in regeeringsstelsels, afgezien van
bepaalde daden, die niet noodzakelijk aan
een stelsel inhaerent behoeven te zijn.
Naar ik gehoord heb, aldus de pre
mier, gelooft men in sommige kringen,
dat ik voorstander zou zijn van een
dergelijk stelsel in mijn eigen land.
Ik kan u zeggen, dat het tegenover
gestelde het geval is. Voor mij en ik
geloof voor de groote meerderheid van
mijn landgenooten zou het ondraag
lijk zijn, als de individuecle onafhan
kelijkheid volkomen ondergeschikt zou
worden gemaakt aan iets, dat staat
wordt genoemd, maar dat in werkelijk
heid niets anders is dan degenen, die
op dat oogenblik den staat regeeren.
Maar ik zie volkomen in, dat dit niet
overal de opvatting ls en het lijkt mij wen-
schelijk noch nuttig critiek te oefenen op
anderen, omdat zij de voorkeur geven aan
systeem, dat ons niet past.
Bovendien leert ons de geschiedenis,
dat geen regeeringsvorm altijd hetzelf
de blijft. Er kan een geleidelijke ver
andering; komen of een verandering,
plotseling als een ontploffing, maar
een verandering op een of andere wijze
is onvermijdelijk
Wij moeten ons er dan ook voor hoeden,
het contact met een land. af te snijden op
grond van een systeem, dat misschien in
den loop van den tijd veranderingen on
dergaat, die het tot een geheel ander stel
sel maken.
De Britsche bewapening.
Chamberlain hield zich vervolgens bezig
met de Britsche militaire voorbereidingen.
Men zal. aldus zeide hij, opgemerkt heb
ben. dat er eenstemmigheid bestaat om
trent de noodzakelijkheid van uitbreiding
Aan de Schwarzstrasse te Oberhausen
staal het gebouw van de Nederlandsche
Arbeidsbeurs in Duitschland. Het is een ge
woon heerenhuis, dat hoog noodig eens door
schilders onderhanden moet worden ge
nomen. Hier wordt de tewerkstelling van
duizenden Nederlanders geregeld.
Er komen dagelijks Nederlanders naar
Oberhausen. die trachten werk te zoeken
in Duitschland. Hun eerste gang is naar
de Schwarzstrasse, waar ze om Inlichtingen
eri raad vragen. Over het algemeen wordt
de komst van deze werkzoekenden op het
kantoor niet met enthousiasme ontvangen.
Ze worden vriendelijk te woord gestaan en
ailes wordt gedaan om hen te helpen, maar
het is reeds verkeerd, dat ze op eigen
houtje naar Oberhausen komen. Het is voor
den goeden gang van zaken op de Neder
landsche Arbeidsbeurs in Duitschland
noodzakelijk, dat de tewerkstelling op een
andere wijze wordt geregeld. Feitelijk
maakt elke man, die op eigen Initiatief de
reis naar Oberhausen onderneemt uit
zonderingen daargelaten het de Arbeids-
ocurs erg moeilijk. Want bijna steeds krijgt
hij een weigerend antwoord; men kan hem
zonder meer niet helpen, want de regeling
van de tewerkstelling van Nederlanders in
Duitschland gaat via de Nederlandsche
Arbeidsbeurzen.
Tewerkstelling en clearing.
De tewerkstelling van Nederlandsche ar
beiders in Duitschland is geheel afhanke
lijk van den stand der clearing. Zijn er
aan Duitsche zijde voldoende deviezen be
schikbaar. dan is het gemakkelijk om men
schen te plaatsen. Voor de gehuwde te-
werkgestelden is het noodzakelijk, dat ze
een belangrijk deel van hun loon naar huis
kunnen zenden. Het is voor degenen, die
daarvoor toestemming hebben, mogelijk om
85 procent van hetgeen ze van hun loon
overhouden via de Beurs te Oberhausen
naar Nederland over te maken. Ze profi-
Leercn daarbij van den hoogen clearing-
koevr, van de Mark ten opzichte van den
gulden, in we kelljkheid een fantasiekoers.
j Daardoor zijn de Nederlandsche arbeiders
bij hun Duitsche collega's ver in het voor-
ik den tweeden weg gekozen en ik heb cleel. Maar indien de deviezen schaarsch
daarbij niet gewankeld. Het doel van zijn, is het aantal personen, dat tewerk
gesteld kan worden gering, daar de clea-
ringkoers zulks niet toelaat. Dan kunnen
alleen vrijgezellen, die al hun geld in
Duitschland wenschen te verteren, een
plaats vinden. Den laatsten tijd ls er ook
een streven geweest om te trachten in de
eerste plaats die arbeiders te werk te stel
len, die er genoegen mee nemen om 42'/»
procent naar Nederland over te maken en
uit den aard der zaak zijn dat ook meestal
engehuwden.
Scherpe selectie.
Er wordt aan Nederlandsche zijde naar
gestreefd om op degenen, die in Duitsch
land werk zoeken, een scherpe selectie uit
te oefenen. Men wil het liefst menschen
naar een vreemd land zenden, die daar den
Ncderlandschen naam hoog houden. Men
kan maar niet iedereen via een officieel
lichaam te werk stellen en de practijk heeft
de noodzakelijkheid daarvan maar al te
duidelijk aangetoond. De Nederlandsche
Arbeidsbeurzen, zoowel de gemeentelijke
als de districtsbeurzen, wijzen degenen aan,
die In Duitschland gaan werken. Met uit
zondering van enkele groepen, zooals die
der veenarbeiders, geschiedt die tewerk
stelling geheel vrijwillig. De inzichten der
diverse beurzen Ioopen echter nogal uit
een; het is gebleken, dat sommige de
eischen erg streng en andere zeer ruim
stellen!
300 grondwerkers naar huis gestuurd
Merkwaardige ervaringen heeft men te
dezen opzichte opgedaan met een groep van
1C00 grondwerkers, die onlangs naar de
Hermann Goering-Werke in de buurt van
Brunswijk zijn gezonden. Het waren lang
niet allen beroepsgrondwerkers, want die
waren in zoo grooten getale niet te vinden.
Het grootste deel van deze menschen kon
12'/* procent van hetgeen ze van hun loon
overhielden naar huis zenden. Reeds na
eenige weken heeft men 300 van hen naar
Nederland terug moeten sturen. Van Duit
sche officieele zijde zijn over deze grond
werkers weinig vleiende mededeelingen
verstrekt. Wij kunnen uiteraard over de
juistheid hiervan niet oordeelen, maar het
loont de moeite er iets van mee te deelen.
Verschillende van deze Nederlanders hiel
den er andere opvattingen op na dan die,
welke in het Duitsche Rijk geiden. Frap
pant was het. dat de Hollandscne grond
werkers in Brunswijk hun politieke mee-
ning niet onder stoelen en banken staken.
Herhaaldelijk hoorde men in de barakken,
laiiiiiiiiiiuiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiijo
1 wü hebben begin October in
verschillende artikelen uitvoe- E
5 rige mededeelingen gedaan over
de tewerkstelling van Nederlan- EE
E ders in Duitschland. Naar aan- E
E leiding daarvan ontvingen wü E
brieven en venoeken om in-
lichtingen, welke wij in dit |E
2 artikel hebben beantwoord.
imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiuiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiioioiiüi
waar ze werden ondergebracht, de inter
nationale fluiten. Wanneer men wilde on
derzoeken wie dit hadden gedaan, wist nie
mand van de arbeiders er iets van. De lei
ders van het kamp hoorden zelfs meerma
len „Heil-Moskou" geroep, maar ook de
genen. die deze kreet uitten, waren niet
te ontdekken. Bij onderzoek bleek, dat en
kele van deze arbeiders de beeltenissen van
communistische leiders aldus de mede
deelingen van de kampleiding op de
borst hadden getatoueerd.
Zeer merkwaardig is hetgeen over het
gedrag van deze arbeiders wordt verteld.
Ze hielden de spreekwoordelijke Holland-
sche zindelijkheid niet hoog. In sommige
barakken was het een beestenboel. Voorts
waren er menschen verdwenen, kortom,
aldus de kampleiding, er was met deze lie
den geen huis te houden. Met het gevolg,
dat 300 van hen al spoedig terug moesten
worden gezonden.
Voor een officieele Nbderlandsche in
stantie, welke dergelijke menschen bemid
delt, zijn toestanden als deze onhoudbaar.
Vandaar, dat het niet te verwonderen is,
dat men een scherpe selectie zeer nood
zakelijk acht.
Wanneer een Nederlander werk wil zoe
ken in Duitschland moet hij dat als regel
niet zelfstandig probeeren. De eenige weg
is, dat hij zich in zijn woonplaats bij de
daar gevestigde Arbeidsbeurs aanmeldt en
dan zijn beurt afwacht. Alleen kan in som
mige gevallen door ongehuwde mannen,
die een speciaal vak kennen, zelfstandig
iets worden bereikt, maar dat is nog lang
niet zeker. Bovendien kunnen dezulken
geen geld naar Nederland zenden.
Ons bereikte een brief van een Neder-
landschen mijnwerker, die in België woont
en die tevergeefs getracht had werk te
krijgen in Duitschland door bemiddeling
van de Nederlandsche instanties Inder
daad wordt voor in het buitenland wonen
de Nederlanders geen bemiddeling naar
Duitschland verleend; daarop is de dienst
niet ingericht. De Nederlandsche Arbeids
beurs te Oberhausen bemiddelt niet van
België naar Duitschland. ook al betreft het
iemand van Nederlandsche nationaliteit.
De bemiddeling naar Duitschland vindt
nog geregeld voortgang en de laatste
maanden zijn velen te werk gesteld. Het
streven is echter om zooveel mogelijk ar
beidskrachten te verkrijgen voor de be
schikbare deviezen en daardoor hebben de
genen, d e niets of weinig naar huis zen-
den de beste kansen. Vooral aan landar
beiders, melkers, monteurs, bankwerkers
en betonwerkers is nog steeds groote be
hoefte.
der bewapening. Volgens het oorspronke
lijke plan zou het programma in vijf jaar
moeten zijn ten uitvoer gelegd. Drie jaren
daarvan zijn thans voorbij.
Het programma is echter in twee rich
tingen gewijzigd. Het is versneld en uitge
breid en deze veranderingen hebben zeer
aanzienlijke offers van de industrie, de ar
beiders, de belastingbetalers en van het
individu gevraagd. Het volk heeft echter
getoond tot nog grootere offers bereid te
zijn.
Beteekent dat, dat ons volk krijgszuch
tig is? Niet in het minst. Het hoopt zijn
wapening nooit noodig te hebben. En die
wapening is zeker niet noodig voor aan
valsdoeleinden. Maar daar wij zooveel hoo-
ren spreken over de voordeelen van kracht
en zien, hoe anderen wapenen opstapelen
en geen antwoord geven op eenig ontwa
peningsvoorstel, zijn wij verplicht alle
noodzakelijke maatregelen te nemen om de
leemten .op te vullen, die er in onze ver
dediging mochten zijn.
Want, ofschoon wij, naar ik hoop,
altijd bereid zullen zijn iedere grief te
bespreken, die wellicht naar voren
wordt gebracht, zullen wij slechts wil
len luisteren naar rede en niet naar
geweld.
Wij kunnen ook niet vergeten, dat wij
verplichtingen hebben, niet alleen tegen
over de menschen in het moederland, maar
ook tegenover de bewoners van het Brit
sche rijk en tegenover de bondgenooten.
Wij moeten bereid zijn deze verplich
tingen na te komen en onze voorberei
dingen zijn thans zoo ver gevorderd,
dat wij met vertrouwen kunnen zeg
gen, dat wij daartoe in staat zijn.
Niemand ziet beter dan ik in, dat de op
stapeling van wapenen tenslotte de bron
nen van welk land ook moet uitputten,
terwijl die bronnen eigenlijk hadden moe
ten dienen voor de bevordering van wel
vaart en geluk van het volk.
Niemand zou dan ook met meer vreugde
dan ik een internationale overeenkomst
begroeten, die tot wapenbeperking zou lei
den.
Ik heb de laatste weken meermalen een
schok gevoeld als ik mijzelf hoorde be
schrijven als „die oude man". Op geestelijk
of lichamelijk gebied voel ik nog niet veel
van ouderdom, maar in één opzicht heeft
het klimmen der jaren misschien zijn
inerkteeken achtergelaten, n.l. in het in
zicht, dat eerzucht in nietigheid verzinkt,
als zij leidt tot den wensch naar overheer
sching.
De geschiedenis heeft ook geleerd, dat
een streven naar overheersching nooit lang
met succes bekrooftd wordt en nooit heeft
bijgedragen tot de welvaart der naties, die
de overheersching begeerden.
De ervaring heeft aangetoond, dat een
aangeboren weerstandskracht, geboren uit
de vrees voor verlies van de vrijheid en ge
paard gaande met het altijd bestaande
verlangen naar uitdrukking van de natio
nale gevoelens, een overheersching moei
lijk en gevaarlijk maakt.
Ik geloof daarom, dat geluk in een an
dere richting gezocht moet worden. Het is
het ontbreken van den vrede van den
geest, die op de wereld drukt en door de
vernietiging van het vertrouwen ons ver
hindert de stoffelijke voordeelen te genie
ten, waartoe de vooruitgang der mensch-
heid ons in staat had moeten stellen.
Een beroep op alle volken.
Ik zou willen besluiten, aldus Chamber
lain, met door bemiddeling van u een be
roep te doen op alle volken, die u verte
genwoordigt, dat zij beseffen, dat wij moe
ten streven naar het geluk van al onze
volken en dat dit geluk slechts kan worden
verworven, indien wij bereid zijn verden
king en vooroordeel af te leggen, niet meer
naar punten van geschil te zien doch te
zoeken naar factoren van overeenstem
ming.
Nog niet vele generaties geleden waren
wij in oorlog met de Vereenigde Staten.
Thans staat een dergelijk conflict buiten
de grenzen van het mogelijke.
In mijn eigen leven hebben wij aan
den rand van een oorlog met Frank
rijk gestaan. Nu lijkt een dergelijke
catastrofe even ver verwijderd als een
oorlog met Amerika. Want onze be
trekkingen met Frankrijk zijn zoo
nauw, dat zij buiten het kader van zui
ver legale verplichtingen gaan. Zij be
rusten op de gelijkheid van belangen.
Als wij er in geslaagd zijn het terrein
van mogelijke oorlogen zoozeer te verklei
nen, waarom zouden wij dan niet verder
gaan tot er een zóó algemeen gevoel van
veiligheid verkregen is. dat wij allen onze
wapenen kunnen neerleggen en ons kun
nen wijden aan de welvaart der mensch-
heid?
Hoe groot de hinderpalen ook mogen zijn
en hoe ontmoedigend de perspectieven in
zeker opzicht mogen schijnen, ik voor mij
geloof, dat wij ons doel kunnen bereiken,
mits wij recht op dat doel kunnen afgaan,
den moed niet verliezen en ons vertrouwen
behouden.
Ontvangst der rede.
Direct nadat Chamberlain in zijn toe
spraak gerefereerd had aan den aanval der
Duitsche pers op Baldwin, weerklonk een
langdurig applaus. Het applaus overtrof dit
echter nog, toen Chamberlain over Frank
rijk sprak!
De 500 gasten, die aanzaten aan het
banket der buitenlandsche persvereeniging
leverden commentaar op het besluit der
Duitschers weg te blijven, welk besluit,
naar vermoed werd, genomen werd op in
structie van Berlijn.
De aan de verschillende tafels open ge
bleven plaatsen, welke gereserveerd waren
voor den Duitsehen ambassadeur en an
dere Duitsche diplomaten en journalisten,
werden door andere gasten bezet, terwijl
eenige stoelen op het laatste oogenblik
door kellners werden weggezet.
De meeste buitenlandsche ambassadeurs
en gezanten, die waren uitgenoodigd, en
de leden van het Britsche kabinet: Hali
fax, Hore Belisha. Stanhope en Oliver
Stanley waren aanwezig.
Ook de heeren Cadogan en Butler en
andere leiders van ministerieele departe
menten hadden aan de uitnoodiging ge
volg gegeven
Op de Italiaansehe -w -T=s-dr werd ver
nomen, dat daar net bericht was ontvan
gen van het besluit der Duitschers. doch
dat zulks geen wijziging bracht in de af
spraken der Italiaansehe vertegenwoordi
gers, die de uitnoodiging hadden aanvaard.