Chamberlain blijft werken voor den vrede De tewerkstelling van Nederlanders in Duitschland 79ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 December 1938 Derde Blad No. 24147 Scherper toon tegen Duitschland Duitsche vertegenwoor digers afwezig „De geschiedenis heeft geleerd, dat een streven naar overheersching nooit lang met succes bekroond wordt" J Bemiddeling alleen via de in Nederland gevestigde Arbeidsbeurzen De ervaringen met een groep grondwerkers In de aangekondigde redevoering, die de Encelsche minister-president Chamberlain gisteravond heeft uitgesproken aan het diner, dat was aangeboden door de buiten- landsche persvereeniging te Londen, heeft hij o.m. gesproken over de Britsche betrek kingen met Frankrijk, Duitschland en de Vereenigde Staten, terwijl hij tevens een verklaring aflegde omtrent de militaire pa raatheid van Groot-Brittannië. Neville Chamberlain. Na verklaard te hebben, dat hij „alle dictatoren ter wereld met minder bezorgd heid tegemoet zou treden, dan die naam- looze macht, die wij de pers noemen", zeide fhamberlain het toe te juichen, dat hij thans de gelegenheid had om voor een breeder gehoor de dingen te herhalen, die hij tevoren reeds gezegd had, aangezien het geheugen kort is in dagen, wanneer de groote gebeurtenissen elkander met zoo'n snelheid opvolgen, dat het moeilijk is re in het juiste perspectief te zien." Voortgaande zeide de minister-president, dat hij betwijfelde of met uitzondering van de periode van den wereldoorlog één van zijn voorgangers in de laatste honderd jaar te strijden heeft gehad onder meer beproevende, zorgwekkende toestanden dan in de laatste achttien maanden zijn voor gekomen. Het zou te veel verwacht zijn, wanneer men verwachtte, dat iemand in zijn positie wie ook, door de omstandigheden gedwon gen om voortdurend te gaan langs duistere, gevaarlijke wegen, aan critiek zou ontsnap- pen. Spr. is echter verplicht zich te kwijten van zijn verantwoordelijkheid voor de lei ding naar zijn beste vermogen, „want wan neer ik uiteindelijk mocht falen, zou het mij en ieder ander weinig tfoost bieden, wanneer gezegd kon worden, dat ik een raad had opgevolgd in plaats van op mijn eigen oordeel te vertrouwen." .Mijn doel ls consequent hetzelfde ge weest, van het begin tot het einde. Staande tegenover een toestand, waarin de betrek kingen tusschen dit land aan den eenen en Duitschland en Italië aan den anderen kant snel slechter werden en aldus gestadig het vertrouwen vernielden van Europa in de handhaving van den vrede, scheen het mij toe, dat slechts twee alternatieven voor ons op stonden. Het eene was ons er van te doordringen, dat een oorlog onvermijdelijk was en de geheele energie van ons land te werpen op de voorbereiding van dien oorlog, het twee de was een langdurige, vastberaden krachts inspanning te ondernemen om de mogelijke oorzaken van oorlog uit den weg te ruimen en de methode te beproeven van persoonlijk contact en bespreking en terzelfder tijd ge stadig voort te gaan met een zoodanige herbewapening als noodzakelijk was om de defensieve macht, die wi.i vrijwillig opge geven hadden tijdens een tijdperk van vele iaren. te herstellen. Er zijn menschen. die oprecht geloo- ven, dat wij den eersten koers hadden behooren in te slaan. Ik geloof, dat zij in dit land een kleine minderheid vor men. Zelf was ik die meening niet toegedaan en ik ben haar ook thans niet toegedaan". Voortgaande verklaarde Chamberlain, dat fo de eerste plaats de talrijkste slachtoffers T*n den modernen oorlog niet zouden val- fcn onder de beroepskrijgslieden maar on der de burgerbevolking. Wie ook de over winnaar is, de oorlog laat een spoor achter ach. dat in geen twee geslachten uitge- *ischt kan worden. Dergelijke gevolgen, aldus vervolgde Chamberlain, moet men niet riskeeren ten- *ij men el'.'e andere eerlijke oplossing heeft Kprobeerd. HET DOEL IS: VREDE. Op grond van deze overwegingen heb dien weg is niet alleen de vrede, maar ook het vertrouwen, dat de vrede ge handhaafd kan worden. Ik heb nooit de illusie gehad, dat dit doel bereikt zou kunnen worden in een handomdraai of zonder teleurstellingen. Ik heb misschien meër teleurstellingen ondervonden, dan ik verwacht had, doch ik laat mij door die voorbijgaande gebeurtenissen niet ontmoedigen of afschrikken. Men zegt wel, dat de mislukking begint, waneer men niet langer tracht te slagen. Zoo lang ik op deze plaats sta. zal ik steeds trachten te slagen. En als* ik terugzie op het afgeloopen jaar en de lüst van onze daden beschouw, dan sta ik verbaasd over het pessimisme, dat sommigen onzer critici schijnt te bezielen. Zij zeggen en ik ben er van overtuigd, dat zij in oprechtheid spre ken dat zij ook boven alles den vrede wenschen. Maar indien men vrede wil, moet men nagaan, wat den vrede bedreigt en stappen doen om die bedreiging te ver wijderen. Chamberlain herinnerde zijn toehoorders aan de overeenkomsten, die dit jaar tot stand zijn gekomen. Hij noemde de over eenkomst met Eire die met Italië, die van München. de Britsch-Duitsche verklaring, gevolgd door de Fransch-Duitsche. de han delsovereenkomst met de Vereenigde Staten Deze groote internationale overeenkom sten waarvan drie gesloten zijn tusschen democratische en autoritaire staten, geven eerder aanleiding tot voldoening dan tot pessimisme. Chamberlain zeide zich ervan bewust te zijn, dat de overeenkomst van München in sommige kringen niet wordt beschouwd als een voorbeeld van samenwerking, maar als een nederlaag voor de democratieën, doch hij is van meening, dat door dergelijke uitspraken de democratie en de zaak der internationale samenwerking geen dienst wordt bewezen. In een officieele mededee- ling van de Duilsche ambas sade werd gisteravond ver klaard: „De Duitsche am bassadeur, de leden van de ambassade en de Duitsche journalisten betreuren ten zeerste, dat zij, met het oog op zekere zinsneden in de re devoering van den minister president. niet het diner zul len bijwonen, dat de buiten- landsche persvereeniging te Londen vanavond aanricht." Men moet de resultaten van dergelijke bijeenkomsten niet bestempelen als over winningen of nederlagen, maar zich herin neren, wat het alternatief was, dat door Muenchen is voorkomen. In September za gen de volken van vier groote landen, En geland. Frankrijk, Duitschland en Italië, zich geplaatst tegenover de dreigende ver schrikkingen van een oorlog. Toen de over eenkomst van Muenchen bekend werd, ging een zucht van verlichting en dankbaarheid op uit de geheele wereld. Gelooft ge, dat deze dagen vergeten zijn? Ik geloof het niet. VERWIJT AAN DE DUITSCHE PERS. Ik moet, aldus Chamberlain, mijn leedwezen uitspreken over den toon der Duitsche pers, die in één geval zelfs er niet voor terugdeinsde, haar scheld woorden uit te storten over onzen meest geachten staatsman, die niet lang ge leden minister-president was, en slechts in weinig gevallen eenig verlangen toont ons standpunt te begrijpen. Niettemin ben ik ervan overtuigd, dat onze beide volken nog wenschen, wat in de verklaring van Muenchen op schrift gesteld is, n.l., dat wij nooit meer oorlog met elkander zullen voe ren, maar door overleg de tusschen ons wellicht bestaande geschillen zullen re gelen. Toen de Volkenbond nog zijn groot aan zien genoot, was ik altijd van meening, dat het één zijner waardevolste eigenschappen was. dat de staatslieden de gelegenheid hadden met elkander In persoonlijk con- lact te komen. Die gelegenheid is op het oogenblik zeer beperkt en als men toch tot persoonlijk contact wil komen, moeten andere wegen gezocht worden. Voor de volgende maand staat de reis van Halifax en mij naar Rome op het pro gramma. Het is de bedoeling, dat wij met het hoofd der Italiaansehe regeering en zijn ministers alle aangelegenheden be spreken, die van wederzijdsch belang zijn. Sommigen zullen misschien weer zich afvragen, wie bij die besprekingen zal win nen en wie verliezen, doch dat is niet ae geest, waarin wij onze reis denken te on dernemen. Veeleer hebben wij verwacht een atmosfeer te vinden, die het mogelijk maakt. dat door persoonlijke gedachten- wisseling de wederzijdsche standpunten be ter gewaardeerd worden en dat wij door het scheppen van een grooter vertrouwen op een of andere manier het algemeene ge voel van stabiliteit en zekerheid bevor deren. Tegen de dictatuur. Chamberlain zeide verder, dat hij zich niet gemakkelijk kan opwinden over het verschil in regeeringsstelsels, afgezien van bepaalde daden, die niet noodzakelijk aan een stelsel inhaerent behoeven te zijn. Naar ik gehoord heb, aldus de pre mier, gelooft men in sommige kringen, dat ik voorstander zou zijn van een dergelijk stelsel in mijn eigen land. Ik kan u zeggen, dat het tegenover gestelde het geval is. Voor mij en ik geloof voor de groote meerderheid van mijn landgenooten zou het ondraag lijk zijn, als de individuecle onafhan kelijkheid volkomen ondergeschikt zou worden gemaakt aan iets, dat staat wordt genoemd, maar dat in werkelijk heid niets anders is dan degenen, die op dat oogenblik den staat regeeren. Maar ik zie volkomen in, dat dit niet overal de opvatting ls en het lijkt mij wen- schelijk noch nuttig critiek te oefenen op anderen, omdat zij de voorkeur geven aan systeem, dat ons niet past. Bovendien leert ons de geschiedenis, dat geen regeeringsvorm altijd hetzelf de blijft. Er kan een geleidelijke ver andering; komen of een verandering, plotseling als een ontploffing, maar een verandering op een of andere wijze is onvermijdelijk Wij moeten ons er dan ook voor hoeden, het contact met een land. af te snijden op grond van een systeem, dat misschien in den loop van den tijd veranderingen on dergaat, die het tot een geheel ander stel sel maken. De Britsche bewapening. Chamberlain hield zich vervolgens bezig met de Britsche militaire voorbereidingen. Men zal. aldus zeide hij, opgemerkt heb ben. dat er eenstemmigheid bestaat om trent de noodzakelijkheid van uitbreiding Aan de Schwarzstrasse te Oberhausen staal het gebouw van de Nederlandsche Arbeidsbeurs in Duitschland. Het is een ge woon heerenhuis, dat hoog noodig eens door schilders onderhanden moet worden ge nomen. Hier wordt de tewerkstelling van duizenden Nederlanders geregeld. Er komen dagelijks Nederlanders naar Oberhausen. die trachten werk te zoeken in Duitschland. Hun eerste gang is naar de Schwarzstrasse, waar ze om Inlichtingen eri raad vragen. Over het algemeen wordt de komst van deze werkzoekenden op het kantoor niet met enthousiasme ontvangen. Ze worden vriendelijk te woord gestaan en ailes wordt gedaan om hen te helpen, maar het is reeds verkeerd, dat ze op eigen houtje naar Oberhausen komen. Het is voor den goeden gang van zaken op de Neder landsche Arbeidsbeurs in Duitschland noodzakelijk, dat de tewerkstelling op een andere wijze wordt geregeld. Feitelijk maakt elke man, die op eigen Initiatief de reis naar Oberhausen onderneemt uit zonderingen daargelaten het de Arbeids- ocurs erg moeilijk. Want bijna steeds krijgt hij een weigerend antwoord; men kan hem zonder meer niet helpen, want de regeling van de tewerkstelling van Nederlanders in Duitschland gaat via de Nederlandsche Arbeidsbeurzen. Tewerkstelling en clearing. De tewerkstelling van Nederlandsche ar beiders in Duitschland is geheel afhanke lijk van den stand der clearing. Zijn er aan Duitsche zijde voldoende deviezen be schikbaar. dan is het gemakkelijk om men schen te plaatsen. Voor de gehuwde te- werkgestelden is het noodzakelijk, dat ze een belangrijk deel van hun loon naar huis kunnen zenden. Het is voor degenen, die daarvoor toestemming hebben, mogelijk om 85 procent van hetgeen ze van hun loon overhouden via de Beurs te Oberhausen naar Nederland over te maken. Ze profi- Leercn daarbij van den hoogen clearing- koevr, van de Mark ten opzichte van den gulden, in we kelljkheid een fantasiekoers. j Daardoor zijn de Nederlandsche arbeiders bij hun Duitsche collega's ver in het voor- ik den tweeden weg gekozen en ik heb cleel. Maar indien de deviezen schaarsch daarbij niet gewankeld. Het doel van zijn, is het aantal personen, dat tewerk gesteld kan worden gering, daar de clea- ringkoers zulks niet toelaat. Dan kunnen alleen vrijgezellen, die al hun geld in Duitschland wenschen te verteren, een plaats vinden. Den laatsten tijd ls er ook een streven geweest om te trachten in de eerste plaats die arbeiders te werk te stel len, die er genoegen mee nemen om 42'/» procent naar Nederland over te maken en uit den aard der zaak zijn dat ook meestal engehuwden. Scherpe selectie. Er wordt aan Nederlandsche zijde naar gestreefd om op degenen, die in Duitsch land werk zoeken, een scherpe selectie uit te oefenen. Men wil het liefst menschen naar een vreemd land zenden, die daar den Ncderlandschen naam hoog houden. Men kan maar niet iedereen via een officieel lichaam te werk stellen en de practijk heeft de noodzakelijkheid daarvan maar al te duidelijk aangetoond. De Nederlandsche Arbeidsbeurzen, zoowel de gemeentelijke als de districtsbeurzen, wijzen degenen aan, die In Duitschland gaan werken. Met uit zondering van enkele groepen, zooals die der veenarbeiders, geschiedt die tewerk stelling geheel vrijwillig. De inzichten der diverse beurzen Ioopen echter nogal uit een; het is gebleken, dat sommige de eischen erg streng en andere zeer ruim stellen! 300 grondwerkers naar huis gestuurd Merkwaardige ervaringen heeft men te dezen opzichte opgedaan met een groep van 1C00 grondwerkers, die onlangs naar de Hermann Goering-Werke in de buurt van Brunswijk zijn gezonden. Het waren lang niet allen beroepsgrondwerkers, want die waren in zoo grooten getale niet te vinden. Het grootste deel van deze menschen kon 12'/* procent van hetgeen ze van hun loon overhielden naar huis zenden. Reeds na eenige weken heeft men 300 van hen naar Nederland terug moeten sturen. Van Duit sche officieele zijde zijn over deze grond werkers weinig vleiende mededeelingen verstrekt. Wij kunnen uiteraard over de juistheid hiervan niet oordeelen, maar het loont de moeite er iets van mee te deelen. Verschillende van deze Nederlanders hiel den er andere opvattingen op na dan die, welke in het Duitsche Rijk geiden. Frap pant was het. dat de Hollandscne grond werkers in Brunswijk hun politieke mee- ning niet onder stoelen en banken staken. Herhaaldelijk hoorde men in de barakken, laiiiiiiiiiiuiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiijo 1 wü hebben begin October in verschillende artikelen uitvoe- E 5 rige mededeelingen gedaan over de tewerkstelling van Nederlan- EE E ders in Duitschland. Naar aan- E E leiding daarvan ontvingen wü E brieven en venoeken om in- lichtingen, welke wij in dit |E 2 artikel hebben beantwoord. imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiuiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiioioiiüi waar ze werden ondergebracht, de inter nationale fluiten. Wanneer men wilde on derzoeken wie dit hadden gedaan, wist nie mand van de arbeiders er iets van. De lei ders van het kamp hoorden zelfs meerma len „Heil-Moskou" geroep, maar ook de genen. die deze kreet uitten, waren niet te ontdekken. Bij onderzoek bleek, dat en kele van deze arbeiders de beeltenissen van communistische leiders aldus de mede deelingen van de kampleiding op de borst hadden getatoueerd. Zeer merkwaardig is hetgeen over het gedrag van deze arbeiders wordt verteld. Ze hielden de spreekwoordelijke Holland- sche zindelijkheid niet hoog. In sommige barakken was het een beestenboel. Voorts waren er menschen verdwenen, kortom, aldus de kampleiding, er was met deze lie den geen huis te houden. Met het gevolg, dat 300 van hen al spoedig terug moesten worden gezonden. Voor een officieele Nbderlandsche in stantie, welke dergelijke menschen bemid delt, zijn toestanden als deze onhoudbaar. Vandaar, dat het niet te verwonderen is, dat men een scherpe selectie zeer nood zakelijk acht. Wanneer een Nederlander werk wil zoe ken in Duitschland moet hij dat als regel niet zelfstandig probeeren. De eenige weg is, dat hij zich in zijn woonplaats bij de daar gevestigde Arbeidsbeurs aanmeldt en dan zijn beurt afwacht. Alleen kan in som mige gevallen door ongehuwde mannen, die een speciaal vak kennen, zelfstandig iets worden bereikt, maar dat is nog lang niet zeker. Bovendien kunnen dezulken geen geld naar Nederland zenden. Ons bereikte een brief van een Neder- landschen mijnwerker, die in België woont en die tevergeefs getracht had werk te krijgen in Duitschland door bemiddeling van de Nederlandsche instanties Inder daad wordt voor in het buitenland wonen de Nederlanders geen bemiddeling naar Duitschland verleend; daarop is de dienst niet ingericht. De Nederlandsche Arbeids beurs te Oberhausen bemiddelt niet van België naar Duitschland. ook al betreft het iemand van Nederlandsche nationaliteit. De bemiddeling naar Duitschland vindt nog geregeld voortgang en de laatste maanden zijn velen te werk gesteld. Het streven is echter om zooveel mogelijk ar beidskrachten te verkrijgen voor de be schikbare deviezen en daardoor hebben de genen, d e niets of weinig naar huis zen- den de beste kansen. Vooral aan landar beiders, melkers, monteurs, bankwerkers en betonwerkers is nog steeds groote be hoefte. der bewapening. Volgens het oorspronke lijke plan zou het programma in vijf jaar moeten zijn ten uitvoer gelegd. Drie jaren daarvan zijn thans voorbij. Het programma is echter in twee rich tingen gewijzigd. Het is versneld en uitge breid en deze veranderingen hebben zeer aanzienlijke offers van de industrie, de ar beiders, de belastingbetalers en van het individu gevraagd. Het volk heeft echter getoond tot nog grootere offers bereid te zijn. Beteekent dat, dat ons volk krijgszuch tig is? Niet in het minst. Het hoopt zijn wapening nooit noodig te hebben. En die wapening is zeker niet noodig voor aan valsdoeleinden. Maar daar wij zooveel hoo- ren spreken over de voordeelen van kracht en zien, hoe anderen wapenen opstapelen en geen antwoord geven op eenig ontwa peningsvoorstel, zijn wij verplicht alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de leemten .op te vullen, die er in onze ver dediging mochten zijn. Want, ofschoon wij, naar ik hoop, altijd bereid zullen zijn iedere grief te bespreken, die wellicht naar voren wordt gebracht, zullen wij slechts wil len luisteren naar rede en niet naar geweld. Wij kunnen ook niet vergeten, dat wij verplichtingen hebben, niet alleen tegen over de menschen in het moederland, maar ook tegenover de bewoners van het Brit sche rijk en tegenover de bondgenooten. Wij moeten bereid zijn deze verplich tingen na te komen en onze voorberei dingen zijn thans zoo ver gevorderd, dat wij met vertrouwen kunnen zeg gen, dat wij daartoe in staat zijn. Niemand ziet beter dan ik in, dat de op stapeling van wapenen tenslotte de bron nen van welk land ook moet uitputten, terwijl die bronnen eigenlijk hadden moe ten dienen voor de bevordering van wel vaart en geluk van het volk. Niemand zou dan ook met meer vreugde dan ik een internationale overeenkomst begroeten, die tot wapenbeperking zou lei den. Ik heb de laatste weken meermalen een schok gevoeld als ik mijzelf hoorde be schrijven als „die oude man". Op geestelijk of lichamelijk gebied voel ik nog niet veel van ouderdom, maar in één opzicht heeft het klimmen der jaren misschien zijn inerkteeken achtergelaten, n.l. in het in zicht, dat eerzucht in nietigheid verzinkt, als zij leidt tot den wensch naar overheer sching. De geschiedenis heeft ook geleerd, dat een streven naar overheersching nooit lang met succes bekrooftd wordt en nooit heeft bijgedragen tot de welvaart der naties, die de overheersching begeerden. De ervaring heeft aangetoond, dat een aangeboren weerstandskracht, geboren uit de vrees voor verlies van de vrijheid en ge paard gaande met het altijd bestaande verlangen naar uitdrukking van de natio nale gevoelens, een overheersching moei lijk en gevaarlijk maakt. Ik geloof daarom, dat geluk in een an dere richting gezocht moet worden. Het is het ontbreken van den vrede van den geest, die op de wereld drukt en door de vernietiging van het vertrouwen ons ver hindert de stoffelijke voordeelen te genie ten, waartoe de vooruitgang der mensch- heid ons in staat had moeten stellen. Een beroep op alle volken. Ik zou willen besluiten, aldus Chamber lain, met door bemiddeling van u een be roep te doen op alle volken, die u verte genwoordigt, dat zij beseffen, dat wij moe ten streven naar het geluk van al onze volken en dat dit geluk slechts kan worden verworven, indien wij bereid zijn verden king en vooroordeel af te leggen, niet meer naar punten van geschil te zien doch te zoeken naar factoren van overeenstem ming. Nog niet vele generaties geleden waren wij in oorlog met de Vereenigde Staten. Thans staat een dergelijk conflict buiten de grenzen van het mogelijke. In mijn eigen leven hebben wij aan den rand van een oorlog met Frank rijk gestaan. Nu lijkt een dergelijke catastrofe even ver verwijderd als een oorlog met Amerika. Want onze be trekkingen met Frankrijk zijn zoo nauw, dat zij buiten het kader van zui ver legale verplichtingen gaan. Zij be rusten op de gelijkheid van belangen. Als wij er in geslaagd zijn het terrein van mogelijke oorlogen zoozeer te verklei nen, waarom zouden wij dan niet verder gaan tot er een zóó algemeen gevoel van veiligheid verkregen is. dat wij allen onze wapenen kunnen neerleggen en ons kun nen wijden aan de welvaart der mensch- heid? Hoe groot de hinderpalen ook mogen zijn en hoe ontmoedigend de perspectieven in zeker opzicht mogen schijnen, ik voor mij geloof, dat wij ons doel kunnen bereiken, mits wij recht op dat doel kunnen afgaan, den moed niet verliezen en ons vertrouwen behouden. Ontvangst der rede. Direct nadat Chamberlain in zijn toe spraak gerefereerd had aan den aanval der Duitsche pers op Baldwin, weerklonk een langdurig applaus. Het applaus overtrof dit echter nog, toen Chamberlain over Frank rijk sprak! De 500 gasten, die aanzaten aan het banket der buitenlandsche persvereeniging leverden commentaar op het besluit der Duitschers weg te blijven, welk besluit, naar vermoed werd, genomen werd op in structie van Berlijn. De aan de verschillende tafels open ge bleven plaatsen, welke gereserveerd waren voor den Duitsehen ambassadeur en an dere Duitsche diplomaten en journalisten, werden door andere gasten bezet, terwijl eenige stoelen op het laatste oogenblik door kellners werden weggezet. De meeste buitenlandsche ambassadeurs en gezanten, die waren uitgenoodigd, en de leden van het Britsche kabinet: Hali fax, Hore Belisha. Stanhope en Oliver Stanley waren aanwezig. Ook de heeren Cadogan en Butler en andere leiders van ministerieele departe menten hadden aan de uitnoodiging ge volg gegeven Op de Italiaansehe -w -T=s-dr werd ver nomen, dat daar net bericht was ontvan gen van het besluit der Duitschers. doch dat zulks geen wijziging bracht in de af spraken der Italiaansehe vertegenwoordi gers, die de uitnoodiging hadden aanvaard.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9