Afscheid burgemeester van Zoetermeer - Nieuwe hangar op Schiphol LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79sfe Jaargang FEUILLETON Het Blauwe Teeken EEN KIJKJE IN HET SCHAKELHUIS AAN DE VAN TUYL- STRAAT TE 's-GRAVENHAGE, waar de kabels voor de stroom- levering van Rotterdam aan de residentie uitkomen. EEN LITER BENZINE, ALSTUBLIEFT! Een garagehouder te Boxmeer heeft voor zijn kinderen een klein model 4-persoonsauto ge bouwd, welke door een p.k. motor wordt gedreven en een snelheid van 15 k.m. per uur bereikt. HET VLIEGVELD SCHIPHOL WORDT UITGEBREID. - Het geraamte van de groote, in aanbouw zijnde hangar E is na genoeg gereed. GISTERAVOND VOND TE ZOETERMEER de laatste raadsvergadering plaats onder het voorzitterschap van burgemeester Middelberg, die als zoodanig benoemd is te Ede. Overzicht tijdens de raadsvergadering. Achter, aan het hoofd van de tafel de scheidende burgemeester, de heer L. R. Middelberg. IN WEST-FRIESLAND zijn verschillende boeren bezig met het scheuren van hun weidegrond, om dezen om te werken tot cultuurgrond, waarop graan, aardappelen enz. zal worden verbouwd. ERNSTIG AUTO-ONGELUK TE BATH MEN. Een auto uit Holten reed met flinke vaart tegen een boom en sloeg over den kop, waarbij de bestuurder werd gedood en een tweede inzittende zwaar werd gewond. De zwaar beschadigde wagen. HET OUDE MUSEUM „BOYMANS" TE ROTTERDAM wordt met de hulp van de stichting Volkskracht" gerestaureerd. Een groot gedeelte van den hoofdingang is reeds van de ontsierende verflagen ontdaan. De arbeiders aan het werk. De roman van een ultgestootene door HUGO BETTAUER. 15) Daarop sloeg het Jonge vrouwtje spon taan haar armen om zijn hals, trok zijn [loofd naar zich toe en fluisterde hem iets w het oor, dat Zeiler deed opspringen van vreugde. Karola, kind, is het waar? Werkelijk, "efste. een mooiere Kerstverrassing had Je ®e niet kunnen bereiden! .Hij kuste haar onstuimig en toen Karola rich eindelijk aan de liefkoozingen van den reldraam ontroerden man had weten te onttrekken, vroeg ze ernstig: Zeg me eens Rudolf, is het mogelijk. ■>t ons kindje geen neger, geen mulat en 8e-n terceron wordt, maar een heel blank fonsch, zooals jij? Mogelijk? Nee, meisje, dat ls vrijwel Mgesloten. Het kind mag veel, veel lichter r«n dan jij, zij, die een klein beetje thuis rijn in rassenkunde, zullen steeds onmid- fallijk het z-varte bloed in hem zien ciar dat hindert niets, Karola! Ons kind ral niet hier opgroeien, maar ergens in het Pkfe, oude Europa, waar men dergelijke vooroordeelen gelukkig niet kent en waar niemand het om zijn afstamming minder zal achten. En nu zullen we Je moeder ln Irvington eens een briefje schrijven en haar vragen hierheen te komen om haar dochter bij te staan, als het kleinkind ver wacht wordt Maanden gingen voorbij. Moeder Sarah Sampson had reeds lang haar intrek genomen in de geriefelijke woning van het echtpaar Zeiler, waar men thans eiken dag de blijde gebeurtenis te gemoet zag. En er kwam nog een blizzard en nog een, daarna werd het plotseling behaaglijk warm en toen de Meimaand zich eindelijk als een Italiaansche zomer openbaarde, was ook Karola's moeilijkste en laatste uur gekomen, want de Duitsohe arts, die met de verpleegster, welke bij voorbaat was ge waarschuwd. zoo juist een flinken jongen zijn entree in de wereld mogelijk had ge maakt. zei zachtjes tot den vader: Ik vrees, professor, dat het lieve moe dertje u door den dood zal worden ont nomen. En er was juist nog tijd genoeg om een Duitschen notaris te waarschuwen die wel iswaar verwonderd en misprijzend maar tenslotte toch overeenkomstig zijn ambts voorschriften het Engelsche huwelijk ook voor de Duitsche wet geldig verklaarde. Toen verloor Karola het bewustzijn, haar bruine wangen werden grijs, haar oogen braken en de kleine Rclf Carlo Zeiler, die iulst als ern iong baantje begon te kraaien, bad vin bruin moedertje verloren. Professor Zeiler bleef niet lang meer in Amerika. Het verhaal van zijn huwelijk met een kleurlinge lekte uit en op de uni versiteit toonden de heeren zich weliswaar vol hartelijke deelneming maar tevens toch ook zoo koel en gereserveerd, dat aan hun ware gevoelens niet te twijfelen viel. Reeds eenige weken later diende Zeiler zijn ontslag in, hij engageerde een flinke, jonge zwarte min, nam een benoeming als hoogleeraar aan de Weensche universiteit aan en keerde het land, dat weliswaar geen oude kasteelen, maar toch zijn genoege- lijke. ouderwetsche vooroordeelen had, den rug toe. TWEEDE DEEL. Carletto. Het was omstreeks het middaguur van een zonnigen Weenschen Meidag, toen Carlo Zeiler, door zijn vrienden bij voorkeur Car letto genoemd, en Clemens von Ströbl de Herrengasse afliepen in de richting van de Miohaelerplatz. Zij kwamen uit het ouder wetsche, grijze gebouw, waarin de juri dische examens worden afgenomen en waar Carlo juist zijn candidaats had doorstaan. Hoewel hij zich niet direct door een over maat van kennis had onderscheiden, wa ren zijn examinatoren het er toch over eens geworden, dat het er mee door kon, zoodat hij zich nu als geslaagd mocht be schouwen. Zijn eenige jaren oudere vriend Ströbl, een stevige, blonde jongeman van ongeveer 26 jaar met een breed gelaat, waarin een paar brutale, grijze oogen, had zich de ge legenheid van den uitslag van het examen getuige te zijn, niet willen laten ontnemen. Zooals reeds bij voorbaat was afgesproken, gingen zij nu beiden naar Sacher, teneinde Carletto in de gelegenheid te stellen na de vermoeienissen der laatste uren weer wat op krachten te komen. Zeiler droeg over zijn rokcostuum een zwarte overjas en onderscheidde zich voorts van zijn metgezel door een moder nen cylinder en witte glacé's. Hij was een zeer knappe jongeman: middelmatig van lengte, slank, tenger gebouwd, met smalle heupen en ietwat afhangende schouders; in het ovale gelaat met de olyfkleuxige teint glansden een paar donkere ietwat weemoe dige. door lange wimpers beschaduwde oogen en als hij lachte, toonde hij een rij tanden, zoo hagelwit als slechts een adver tentie van een of andere wereldberoemde tandpasta die vermag voor te stellen. Zijn geheele verschijning had iets bijzonder aantrekkelijks; men zou hem voor een Spanjaard of een Zuid-Amerikaan hebben kunnen houden en vooral het zwakke ge slacht schonk hem bij het voorbij gaan dan ook menigen vriendelijken blik. Clemens van Ströbl. die naast hem het echte type van den Weenschen dandy representeerde, schoof zijn arm door dien van zijn vriend. Komaan, beste jongen, je kon wel weer eens wat opgewekter kijken. Die stomme geschiedenis is nu achter den rug! Ik geloof, dat dat heele gedoe me nog wat zwaar op mijn maag ligt, Clemens, antwoordde Carletto. We moeten zien, dat we langs een postkantoor komen: ik moet nog een telegram naar Graz sturen. Heeft dat zoo'n geweldige haast? pro testeerde Ströbl. Laat meneer je voogd de heugelijke gebeurtenis maar een paar uur later vernemen! Ik heb den ouden heer beloofd, dat ik hem direct zou telegrafeeren. Je aanhankelijkheid is werkelijk roe rend! lachte Ströbl spottend. Dat zal ik je toch nog moeten afwennen; je bent toch waarachtig geen kind meer! Er wordt nu eerst eens fatsoenlijk gegeten en gedron ken en daarna mag je den zeer geleerden heer professor Wendrich in Graz voor mijn part liefdesgedichten telegrafeeren! Met deze woorden trok hij Carletto, die besluiteloos op de Michaelerplatz was blij ven staan, energiek met zich mee. De oberkellner in Hotel Sacher, die Cle mens von Ströbl kende, bracht hen in een klein, geheel in rood gehouden vertrek, waar slechts vier tafeltjes stonden, welke op dit oogenblik alle onbezet waren. Voortreffelijk! zei Ströbl, die rust zal je goed doen, Carlo! Hij koos met veel zorg het menu, bestel de een flesch Chateau Lafite en liet tege lijkertijd een flesch Veuve Cliquot in den koeler zetten. De overwinning moet behoorlijk wor den gevierd! meende hij en Zeiler, die be zwaar maakte reeds in het middaguur champagne te moeten drinken, bleef niets anders over dan er zich bij neer te leggen. Tijdens het maal werd het examen nog eens door de beide jongemannen bespro ken Het was pas het eerste geweest; er stonden er nog vijf te wachten sn Carlo zuchtte diep bij dat vooruitzicht. Zooals reeds zoo vaak voor dien trachtte Ströbl hem van de onzinnigheid van al die moeite te overtuigen: Man. je hebt immers geld en je weet toch. dat mijn oude heer je een behoor lijke plaats op een bank zal bezorgen als je tenminste persé die richting uit wilt ook zonder dat je je doctoraal haalt. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5