Prins Bernhard bij de Mariniers - De in den Helder terug LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79ste Jaargang FEUILLETON Iet Blauwe Teeken v -5 Z. K. H. PRINS BERNHARD BEZOCHT ZATERDAG HET KORPS MARINIERS TE ROTTERDAM. TIJDENS DE INSPECTIE. RECHTS NAAST DEN PRINS KOLONEL H. F. J. M. A. VON FRIJTAG DRABBE. DEMONSTRATIE VAN DE ZWIT8ERSCHE KEURTURNERS IN HET CONCERTGEBOUW TE AMSTERDAM. Een der deelne- mers vertoont zijn groote vaardigheid in het brugturnen. hem voor groote moeilijkheden plaatste. Hij hield van Karola, zooals hij nog nooit eerder een vrouw bemind had en al was hij er voor zichzelf van overtuigd, dat zij geen levensgezellin in ideëelen zin voor hem zou kunnen zijn, hij kon en wilde haar niet meer missen. In haar aanwezig heid vergat hij alle aardsche zorgen en voelde hij zich gelukkig, met haar zou hij in staat zijn alle moeilijkheden, die hem in den weg traden, het hoofd te bieden, haar bloeiende, exotische jeugd maakte hem jonger, haar aanhankelijkheid en haar grenzenloos vertrouwen In zijn geheelen persoon, dat alles maakte, dat hij zich on afscheidelijk met haar verbonden voelde. Maar wat was de consequentie van deze liefde? Over twee of drie weken moest hij terug naar Europa om zijn leerstoel in Praag te gaan bezetten. Zou hij Karola als zijn vrouw meenemen om haar In Europa als een soort wonderdiertje te moeten laten bezichtigen of was het noodzakelijk zich hier van haar los te scheuren en haar onder de hoede van haar rasgenooten ach ter te laten? Zou hij dat laatste wel kun nen doen, zonder Karola, die aan hem hing met een zoo innige genegenheid, als een Europeesche vrouw stellig nooit gegeven zou zijn, psychisch doodelijk te kwetsen? Al deze vragen vonden echter plotseling een verrassende oplossing. De dagbladen hadden van Zeller"s aankomst in New- York melding gemaakt, reporters inter viewden hem over zijn studies en zijn be vindingen ;n het Zuiden, een groote, wetenschappelijke vereeniging benoemde hem tot haar eerelid en op zekeren dag nauwelijks een week na zijn aankomst, ontving hij van het directorium der Co lumbia Universiteit te New-York het ver- eerende aanbod tot een hoogdateerend pro fessoraat. Dat was een speling van het lot. Zeiler spoedde zich naar het brulnsteenen huis in de 48ste straat, waar Karola woonde, zwaaide haar als een kind door de lucht en juichte: Karola, wij blijven bij elkaar! Voor goed! En snikkend en lachend van geluk vlijde Karola zich aan zijn borst, terwijl zij hem de eerste Duitsche woorden toefluisterde: Ik dank jou en den lieven Heer New Yorksche Kerstmis in een sneeuw storm. 's Morgens was het nog zoo zacht en zoel geweest als op een Mei-dag in Cen traal Europa, 's middags daalde de thermo meter tot eenige graden beneden het vries punt en bij zonsondergang brak plotse ling een hevige steeuwstorm los, welke de reuzenstad in den kortst mogelijken tijd onbegaanbaar maakte. Alle verkeer moest worden stopgezet: trams noch rijtuigen zagen kans door de geweldige sneeuw massa's heen te komen en onophoudelijk voerde de tot een orkaan aangegroeide noorderstorm millioenen nieuwe vlokken aan. welke de voorbijgangers schier ver blindden en die zich aan een zijde van de straat opstapelden tot bergen, welke de huisdeuren versperden, zoodat zij, die in en uit moesten letterlijk tot hun middel in de sneeuw wegzonken. Moeizaam baande professor Zeiler zich een weg van de universiteit naar het kleine huis, dat hij aan het einde der Columbus Avenue had gehuurd en waarin hij sinds zijn huwelijk met Karola, dat voor den Engelschen magistraat in Canada was ge sloten, bijna afgezonderd van de wereld woonde. Hij was oprecht verbaasd over het weer. waarin hij iets onnatuurlijks zag. New York ligt op denzelfden breedtegraad ats Napels en is dus in elk opzicht een zuidelijke stad, terwijl de streek een zee klimaat toekomt waarom dan in den zomer een tropische hitte en in den winter Siberische sneeuwstormen? Het vooruitzicht spoedig zijn behaaglijk home te zullen bereiken, deed hem bij deze overwegingen echter niet lang stilstaan. Zeiler had den geheelen dag in de Univer siteitsbibliotheek doorgebracht om het botanische werk, waarop zijn uitgever in Jena wachtte, te voltooien, maar nu. op dezen avond voor Kerstmis, wachtten hem minstens drie vrije dagen, waarin hij zich geheel aan Karola zou kunnen wijden, die bovendien overmorgen haar 21sten ver jaardag zou vieren. Steeds wilder huilde de storm; hij tracht te den eenzamen wandelaar omver te wer pen, verblindde hem en slingerde hem sneeuwklompen in het gelaat. Het was zoo donker, dat de geleerde slechts met moeite zijn wor.ing kon vinden en het was een halsbrekende toer de vijf treden, welke naar de huisdeur leidden, te beklimmen. Maar nauwelijks had hij deze achter zich gesloten, of twee zachte armen vlijden zich om zijn hals en het volgende oogenblik stond hij met Karola in den behaaglijk warmen salon, waarin een fraai versierde, groote kerstboom met wel honderd kaarsen prijkte. De geschenken werden uitgedeeld. De oude, zwarte gedienstige kreeg geld en ver snaperingen, alsmede een ketting van bonte steenen, zooals ze zich die reeds zoo lang gewenscht had Professor Zeiler ech ter werd door zijn jonge vrouw bedacht met een paar mooie, smaakvolle dassen in fijne, harmonieerende tinten, want Karola had de negervoorliefde voor bonte, schrille kleuren spoedig afgelegd, huldigde een schier burgerlijk-eenvoudigen smaak en duldde aan haar kleeding geen opzichtige versiersels. Zeiler haastte zich naar een andere ka mer en keerde terug met een groote, witte doos, welke hij Karola overhandigde. En toen zij het touw had losgeknoopt en het deksel had opgetild, lag daar een kostbare nerzmantel met bijpassende mof en muts. Karola juichte en danste van blijdschap, liet zich schielijk in den prachtigen mantel glijden, stootte ongearticuleerde, kirrende geluiden uit, atavistische klanken uit het donkere werelddeel en vlijde zich daarop tegen den schenker aan, wien ze in haar grappig Duitsch met ver-makelij ken ernst toefluisterde Rudolf, ik dank je uit den grond van mijn hart en ik zal lief voor je zijn tot in alle eeuwigheid! Zeiler trok haar op zijn knie, kuste haar en zei hartelijk: Zoo, Karola en nu blijven we drie da gen lang bij elkaar. Drie dagen lang zet ik geen voet buiten de deur! Het jonge vrouwtje keek hem kwasi- pruilend aan. Wat zeg je, Rudolf, drie dagen maar? En ga je daarna van me weg? Zeiler streelde haar over het blauw zwarte haar. staarde droomerig voor zich uit en zei met een innigen gelukkigen klank in zijn stem: Nee, Karola, ik ga nooit van je weg. Waar we ook ter wereld heen trekken, wij blijven samen! (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). TE ROTTERDAM werd het kampioenschap veldloop over 10 k m. gehouden. Jan Zeegers, die voor het laatst uitkwam, werd kampioen. De winnaar bij het nemen van een hindernis. VROUWELIJKE STUDENTEN VAN CORTLAND COLLEGE IN NEW YORK bij een wedstrijd in touwtrekken. DE CROSS COUNTRF V AN STEPELO. De Twentsche Jachtver- eeniging organiseerde een cross country te Stepelo. De vereeniging „Gorssel" neemt een heuvel. V.l.n.r. mevr. M. A. Dürlinger, luit. J. L. Hollertt en W. Linthorst. DE VOETBALWEDSTRIJD HAARLEM— FEIJENOORD door Feijenoord met 41 srewonnen Moment voor het Feijenoord-doel HR. MS. KRUISER „SUMATRA" keerde Zaterdag j.l. van een oefenreis in de Middellandsche Zee te Den Helder terug. De aankomst in de haven. De roman van een ultgestootene door HUGO BETTAUER. Eerst tegen twee uur begonnen zij hun vandeling naar het Central park, dat zij u den lauwen nacht hand in hand door- «nilsten om tenslotte op een bank nog "wge uren rust te vinden, vóór de trein "en verder naar de Metropool bracht. In New-York nam professor Zeiler, even ts vóór eenige maanden, zijn intrek in "udorf Astoria, destijds het grootste en «eest luxueuze hotel ter wereld, terwijl hij 'oor Karola onderdak vond bij een zwarten methodisten geestelijke, wiens echtgenoote onmiddellijk over de jonge vrouw ont zinde Een samenkomst in het openbaar ook hier onmogelijk, want al was het 'en kleurlingen in New-York, zooals trou- Jens bijna overal in het Noorden van de Jheenigde Staten veroorloofd, van dezelf- tram gebruik te maken, dat houdt nog toiszins in, dat men zich in het dagelijks *Jen als gelijkwaardig beschouwde. De «neidinzsmuur was hier weliswaar lager, Sa&r daarom nog niet minder hecht: l en blank, dat was hier geen pro- 'r: maar een feit, waaraan niets te "'anderen viel. «Her overdacht de naaste toekomst, die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5