Waar de Vrouw belang in stelt
79sfe Jaargang
LEiDSCH DAGBLAD, Donderdag 8 December 1938
Derde Blad
No. 24142
Wintertijd Handschoennentijd
RADOX
Winterkwaaltjes
Het breien en haken van
goede exemplaren
Eindelijk verstandig
geworden
GEEN VETPUISTJES MEER
Onderhoud van boeken
Een heldin uit het
hooge Noorden
De Koning wist raad
,,..en een paar eenvoudige wenken om
ze te voorkomen.
D; winter met zijn gezellige lange avon
den. maar ook met zijn velerlei ongerief
en kwaaltjes, is begonnen. Allerlei gevaren
omringen ons: We kunnen op tal van ma
nieren kou vatten, nat worden enz. enz.
Heel veel van dit ongerief kan echter
.orden voorkomen als we de volgende een-
voudie wenken nu eens serieus opvolgen:
Ter bescherming van
enkels en polsen
dragen we „mofjes", bestaande uit een ge
woon randje breiwerk, flink stijf gebreid.
Onze rug,
een zeer gevoelig lichaamsdeel bij de meeste
wouwen, zal erbij gebaat zijn. als we steeds
wol op de huid dragen. In het begin is dit
wat kriebelig, maar heusch: op den, duur
went het! Voor 's nachts is het zeer aan te
bevelen, een breeden gebreiden gordel te
dragen. U hebt het dan altijd lekker warm
en zult niet zoo gemakkelijk rillerig wakker
worden.
Koude voeten
zijn een ellende. En daarom moest iedere
rrouw. die hier last van heeft steeds in den
winter haar schoenen een half nummertje
grooter koopen en er een zooltje inleggen
van kurk of vilt. Bil gebrek hieraan kan
men zich behelpen met vier- of zesdubbele
zooltjes van krantespapier. die echter het
nadeel hebben, dat de kousen er vuil van
worden.
En dan is er nog de wintersche narigheid
ran de ..ijsvoeten" 's avonds in bed. Als u
hier last van hebt. moet u beslist maat
regelen nemen en niet liggen lijden tot den
dageraad! Laat iedereen u maar gerust uit
lachen. maar neem een kruik of verwarm
den steen mee naar bed. Vindt u dezen
maatrégel te drastisch, dan kunt u zich er
toe bepalen, de voeteneinden der lakens,
vlak voor het naar bed gaan. met een zoo
warm mogelijk ijzer (zonder bruine vlekken
Ie maken!) op te strijken.
Er komt waarschijnlijk damp van de
lakens af: een bewijs, dat ze vochtig waren!
ïu slaat u de lakens en dekens zoo om, dat
tr een warme voetenzak wordt gevormd en
legt één deken (ingestopt) er overheen. Een
zware kussen op de voeten wil ook nog wei-
eens helpen!
Om natte (en dus ijskoude) voeten op
itraat te voorkomen is een zeer goed mid
deltje het invetten van de naden tusschen
rooi en bovenleer. Ook de moderne rubber
laarzen of overschoenen zijn een prachtige
bescherming en er zijn tegenwoordig zélfs
sierlijke modelletjes in den handel I
Een andere wintermisère wordt gevormd
door de
roode handen.
Vooral huisvrouwen, die alles zelf doen,
hebben hier vaak last van. Heel verstandig
is het dus, de handen steeds goed af te
drogen (dus niet vluchtig met een half-
aatten handdoek, omdat er juist gebeld
wordt!) Hang steeds een handdoek op het
rekje voor de kachel of boven het fornuis,
roodat die in- en indroo- is en wrijf steeds
na het wasschen de handen even in met
een beetje crème.
Is het helaas toch zoover met u gekomen,
dat uw handen rood en ruw geworden, zijn,
dan zal het volgende middeltje beslist hei
oen: Kook een paar mooie, kruimlge aard-
aoDels giet ze af en wrijf ze zeer fijn. Doe
er daarna wat melk en een weinig citroen
sap door en smeer het papje, dat geen
kluitjes mag bevatten 's avonds voor het
naar bed gaan op uw handen.
Om de vorming van winterhanden en
kloven in de handen te voorkomen, is het
uitstekend, ze iederen dag eerst koud af te
wasschen en daarna in te wrijven met
iamferspiritus. Warm uw handen nooit bij
de kachel. Ook voor gevoelige voeten, die
moedig rood en ruw worden, is dit uit den
booze!
Wintervoeten berusten overigens op een
slechten bloedsomloop en veel beweging is
tr uitstekend voor. In het algemeen kunnen
Je er niet genoeg den nadruk op leggen,
dat in den winter de bloedsomloop krachtig
moet worden bevorderd.
Een heel vervelend winterkwaaltje is
verder
een roode neus.
U kunt hier wel iets tegen doen, door
net lastige lichaamsdeel bii herhaling te
baden in een niet te sterke aluinoplossing.
Drie modellen van gehaakte handschoenen.
Het breien of haken van handschoenen
is een zeer loonend werkje en vele nijvere
handen zijn dan ook doorgaans druk in de
weer om vrienden en verwanten met de
Kerstdagen te verrassen. Het is bovendien
nog een werkje, dat niet veel tijd vergt, wel
moet even goed nagedacht worden om een
prettig zittend model te krijgen.
We kunnen handschoenen breien, maar
ook haken en wat u hiermede o.a. kunt be
reiken. toont u de foto. Eén der handschoe
nen. de lichte, is zoowel voor dames als
heeren geschikt, terwijl de andere twee uit
sluitend voor de leden van het zwakke ge
slacht bestemd zijn.
Beide technieken zullen wü hier even on
der de loupe nemen en ze zóó behandelen,
dat u ze met wat overleg zoowel voor
„groote menschen"-handen als voor kleine
koude handjes kunt maken.
Als materiaal kunnen wij practlsch alle
wolsoorten, die niet te dik zijn. kiezen:
haak- en breinaalden nemen we in over
eenstemming hiermede. Er bestaat wel
speciale handschoenenwol. een soort koord-
wol. die zeer sterk is, doch deze is in zoo'n
beperkt aantal kleuren verkrijgbaar, dat
we. vooral bij dameshandschoenen, liever
zephir- of crêpe-wol nemen. Bovendien
blijken deze veel warmer in het dragen, te
zijn.
Gebreide handschoenen.
De grondslag van gebreide handschoe
nen is altijd dezelfde: op vier naalden en
beginnen met het boord, om dan naar de
vingers toe te werken Het breiboekje van
onze grootmoeders geeft dit recept reeds
zoo en thans breien we ze nog oo dezelfde
wijze. Vóór alle werk gaan wij eerst een
proeflapje van 20 St. in de tricosteek
breien d.i. recht aan de goede en averecht
aan de verkeerde zijde van het werk. Heb
ben we ongeveer 10 naalden gebreid dan
trékken we de naald uit de steken en
meten hoeveel centimeters we aan breedte
van de 20 st. hebben gekregen. Dit wordt
nauwkeurig genotegrd, want het is de
grondslag van ons werk. De breedte der
De beroemde Knigge, schrijver van het
wek over omgangsvormen, hield in zijn
jaren veel van plagen en kon daarbij
vaak ruw en scherp optreden.
Toen hij aan het hof van Kassei verblijf
"leld, had hij het met zijn plagerijen vooral
^munt op een zekere hofdame Henriette
T°n Baumbach. die zelf in het geheel niet
l-agvaardi? was en dus volkomen weerloos
*as tegenover Knigge's geestigheden.
Dit begon de landsgravin Philippine te
Tervelen en eens op een dag zei ze in het
°wnbaar met haar vriendelijkste gezicht:
rik heb allang gemerkt, hoe bijzonder u op
luffrouw von Baumbach gesteld bent. Het
*ordt nu tijd. uw voorkeur bekend te ma-
jendames en heeren het doet mij bij-
jonder veel genoegen, u een gelukkig paar
kunnen voorstellen: freiherr Knigge
'•Ht zich zooeven met mejuffrouw von
K umbach verloofd".
De grav n had in het openbaar gespro-
jen en dus vond Knigge. dat er niets an-
cejs opZat dan zich te laten feliciteeren.
Hii trouwde na korten tijd en werd zeer
Nukkig met Henriette.
hand wordt boven den duim gemeten en
gedeeld door het genoteerde aantal c.M. De
uitkomst vermenigvuldigen we met 20 en
dan hebben we het aantal op te zetten
steken, dat over drie der naalden gelijk
wordt verdeeld. Wenschen we een boord
aan den handschoen, dan breien we deze
eerst in een geribd patroon van bijv. ..1
recht 1 averecht" of .,2 recht 2 averecht".
Voor het geval we een slip-on model willen
maken, gaan we meteen aan de hand be
ginnen en halen, nadat de handschoen
geheel klaar is. in het opzetsel weer steken
op. die dan in het vereischte model en
wellicht in een aardig motief gebreid wor
den. Ook met op te mazen figuurtjes zijn
hier origineele resultaten te krijgen. Zoowel
in tricotsteek als in een grovere breisteek
kunnen we onzen handschoen breien; de
gerstekorrel (le recht 1 averecht welke in
de volgende naald verspringen) en de
ouderwetsche handschoenensteek (le en 2e
naald tricotsteek. 3e naald 1 recht 1 ave
recht) voldoen uitstekend. Hebben we met
het breiwerk een hoogie bereikt tot aan den
duim, dan komt er verandering in het
werk. De dikte van den duim wordt ge
meten en berekend, hoeveel st. die eisent.
De helft van dit benoodigde aantal wordt
nu van de eerstvolgende naald gebreid, de
resteerende steken van het breiwerk rijgen
we op een draad en dan zetten we. aan
sluitend aan de reeds gebreide steken, de
andere helft voor den duim apart op. Dit
breien we. evene'ens in het rond, verder tot
dat we op 1 c.M. na de juiste lengte heb
ben bereikt. Om den top te krijgen wordt
bij elke 4e steek geminderd, totdat er 6 of
4 st. over zijn. Deze rijgen we op een draad,
trekken dez^ aan en hechten af. De ste
ken. die we op een draad geregen hebben,
zetten we weer op. terwijl we boven het
extra opgezette aantal st. een gelijk aan
tal ophalen De duim komt dan geheel in
het breiwerk te zitten, terwijl weer het
oude aantal op dë naalden staat. Voort
gaat het dan tot aan de vingers; eerst vou
wen we het breiwerk in de lengte zooals
de foto dat laat zien. dus juist op den
duim af dubbel. Hierdoor kunnen we uit
maken wat de handpalm en wat de rug
wordt. De wijsvinger komt nu het eerst aan
de beurt en hiervoor nemen we 1/4 deel van
het totaal aantal steken plus nog 5 srfc.,
met dien verstande, dat we hiervan een
grooter aantal aan den rug nemen, dan aan
den palm. Het verschil bedraagt 5 st. De
resteerende st. van den handschoen rijgen
we zoolang op een draad. Vóór we nu in
het rond gaan breien zetten we als verbin
ding tusschen handpalm en -rug nog 4 st.
er bij op. Geheel op dezelfde wijze als bij
den duim geschiedt de verdere afwerking.
Dan de middenvinger: op de 4 st.. die reeds
als verbinding bij den wijsvinger dienden,
worden hierbij ook 4 st. opgehaald. Aan
weerszijden hiervan nemen we nu de helft
van 1/4 deel van het breiwerk en zetten dan
nog. weer als verbinding, hiertusschen 4
st. op. De ringvinger krijgt 1/4 deel der
steken2 st. toebedacht en wordt verder
geheel eebreid als de middenvinger, dus de
helft van het aantal st. aan iederen kant
plus de 2 x 4 verbindingssteken. Wat er
daarna overschiet moet 1/4 deel 3 st.
zijn. welke voor den pink dienen. Hierbij
worden wel de vier verbindingssteken bij
den ringvinger opgehaald, doch geen
nieuwe aan den anderen kant opgezet.
Met den tweeden handschoen moeten
we bij den wijsvinger even opletten, dat de
palm en de rug juist andersom genomen
worden.
Gehaakte handschoenen.
Onze foto laat ons een aardig drietal
zien. die alle in vasten gehaakt worden.
No. 1 is een eenvoudig slip-on model, dat
horizontaal wordt gewerkt, geheel op de
zelfde wijze als voor gebreide handschoenen
staat beschreven. Voor de vasten worden
beide bovenlussen van die der vorige toer
opgenomen. Als afwerkine wordt de ge-
heele handschoen, ook de dubbelgevouwen
vingers met zijde in de kleur omgehaakt.
Bij no. 2 is een alleraardigst effect be
reikt door eenvoudig met 2 kleuren wol te
werken. Het ziet er zeer ingewikkeld uit op
het eerste gezicht, maar laat u niet af
schrikken! Na het opzetten met één kleur,
steken we met deze zelfde kleur in om een
vaste te haken, welke we echter niet af
maken doch de twee lussen ervan op de
haaknaald laten staan. Met de tweede kleur
haken we dezen steek af. gaan hiermede
dan verder door weer zoo'n halve vaste
in de volgende losse maken, welke we dan
weer afhaken met de eerste kleur. De derde
vaste als de eerste, enz. In den volgenden
toer moeten de kleuren telkens boven el
kaar komen, zoodat de schuine streepen
ontstaan. Ook bij het maken van deze
vasten worden beide bovenlussen van dien
der vorigen toer opgenomen. Deze eigen
aardige steek kan heïaas nooit dienst doen
bij een haakwerk in heen- en weergaande
toeren.
No. 3 geeft ons dan een geheel afwijkend
voorbeeld van het maken van handschoe
nen. In plaats van horizontaal worden deze
verticaal gehaakt. De betr. hand wordt,
zonder den duim, op papier nagetrokken
en dit model 2x voor iedere hand in vasten
gehaakt, te beginnen bij den pink. Bij het
deel voor den palm houden we een hori
zontaal splitje vrij voor den duim, welke
er naderhand apart aangehaakt wordt.
Tusschen de vingers komen kleine, reepjes
van 2 a 3 toeren vasten; zij worden gewoon
tusschengenaaid. Onderaan de vingers, bij
de hand dus worden zij tegen elkaar gestikt.
Drie stel van die stukjes hebben we per
handschoen noodig. Vervolgens worden de
twee deelen onder- en bovenkant, de duim,
de tusschenstukjes en een groot deel van
den handmg in donkere-, het overige deel
in lichte wol. De schuine punten worden
verkregen, door telkens één vaste met de
tweede kleur te verspringen, hetzij in- of
uit elkaar loopend. Het resultaat is erg aar
dig en de moeite ervoor toch zeer gering.
NORA HANA.
doch een frisschc gave huid door geregeld
gebruik van Radox in Uw waschwater
Bij apothekers en erkende drogisten d f 0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
4654
(Ingez. Med.)
Boeken moeten dikwijls worden afge
stoft of beter nog schoongezogen. Min
stens eens per jaar moeten ze zorgvuldig
worden uitgeklopt, nagekeken en schoon
gemaakt, Om de verschillende vlekken er
uit te krijgen kunnen de volgende tips u
wellicht van dienst zijn:
Vingervlekken Bedek ze met een dik
papje van zeep en iets water, wrijf er
zachtjes overheen. Spoel na met schoon
water en laat drogen tusschen twee schoo-
ne stukken vloeipapier.
Vochtvlekken Maak het papier schoon
met een zeer zwakke chlooroplossing. Spoel
af met schoon water. Droog tusschen vloei
papier.
Olie- en vetvlekken Leg een stuk
vloeipapier op de vlek en ga er met een
matig warm strijkijzer overheen. Verleg
teikens het vloei en herhaal de bewerking,
nel zoolang tot al het vet erin getrokken
is. Neem de laatste sporen weg door op
iedere bladzij wat terpentijn, dat u op wa
ter iets hebt verwarmd, met een penseeltje
uit te strijken. Laat drogen. Als de bladzij
iets geel geworden is, kunt u ze met zui
vere alcolhol eveneens met een penseel op
gestreken, witter maken.
Viiegenvlekken Deze verdwijnen bij
na altijd direct door het betten met sterke
azijn-
Bloedvlekken Zeer vlug betten met
een lapje, gedrenkt in een zwakke oplos
sing borax of chloor. Daarna afspoelen.
Petroleum vlekken Wrijven met een
ammoniakoplossing.
Inktvlekken Betten met waterstof-
superoxydc.
Voor de behandeling van alle vlekken
■noet u zeer vlug en luchtig te werk gaan.
Leg altijd eerst een vel schoon vloeipapier
onder het bevlekte blad. Na de bewerking
moet het blad direct tusschen twee bladen
vloeipapier drogen. Sluit het boek niet.
vóór de bladen heelemaal droog zijn.
De banden der boeken kunt u het best
op de volgende wijze schoonmaken: wasch
ze af met een zachte spons met zeepsop.
Spoel af in schoon water.
Voor het onderhoud van leeren banden
diene het volgende recept: klop een eier
dooier goed los en vermengd hem met al
cohol van 90 pCt. Wrijf de banden flink
af met een lapje, gedrenkt in dit mengsel.
Wrijf op met een flanellen lamp.
Verhalen van schrikkelijke avonturen en
moedige daden gaan onder de robbenvan-
gers en pelsjagers van het Noorden van
mond tot mond.
Zoo ook de geschiedenis van Bertine Jo-
hansen uit Trontjem, die in Mei van dit
jaar drie mannen van den verdrinkings
dood in het ijskoude water redde. Bertine
vergezelt al sinds jaren haar man en
zoon op hun j aarlij ksche tochten naar
Spitsbergen, waar zij ijsberen, zilvervossen
en robben jagen. Ze overwintert met hen
in hun klem schip en staat er voor be
kend, dat ze even goed als een man het
geweer kan hanteeren en tegen de ver
moeienissen van hun harde leven bestand
is. Over het avontuur van dezen zomer
vertelt Bertine het volgende:
Het was ongeveer 11 uur, 's avonds den
lOen Mei. Dat wil zeggen: donker was het
niet, maar een mensch moet toch zoo nu
en dan wel eens gaan slapen. Mijn man,
mijn zoon en Sievertsen, onze kameraad
hadden een roeiboot genomen om naar
het schip te roeien. Ze wilden dan naar
Lombay varen, doch zoover zouden ze dit
keer niet komen.
Mijn nicht, die haar eerste jachtjaar
meemaakte en ik wilden juist in onze hut
gaan slapen, toen we opeens hulpgeroep
hoorden. Ik snelde naar het strand en kon
nog juist zien. dat de roeiboot was om
geslagen en de drie mannen in het ijs
koude water met den dood worstelden.
Ik wist, dat alleen Sievertsen zwemmen
kon. Waar ik de kracht vandaan, haakte,
weet ik niet. ma,ar het gelukte mij. onze
tweede roeiboot te water te brengen. Zoo
roeide ik naar de plaats des onheils. Ik
zag eerst alleen Sievertsen, die zich aan
de omgekantelde boot vastklemde, maar
vlak daarop een hand, die boven het wa
ter uitstak. Met twee slagen was ik erbij
en greep toe. Het was mijn man, maar
ik kon hem niet aan boord trekken, daar
mijn zoon, die ook niet zwemmen kon,
zich half bewusteloos aan hem vastklemde.
Ik hield beiden met één hand vast en
roeide met de andere, tot ik de gekantel
de boot bereikte. Daar hing nog altijd
Sievertsen: hij was volkomen uitgeput en
kon niet meer aan boord klauteren. Hij
greep echter de rand van mijn boot en
zoo kwamen wij aan land. Zoodra ik grond
voelde, sprong ik overboord en trok met
behulp van mijn nicht de drie mannen,
die zelfs niet meer staan konden, op het
strand. We legden ze op een slee en
sleepten ze in de hut. Drie dagen lang
worstelden we om hun leven, maar toen
waren ze er weer bovenop. Ja, dat was
een ijsbad dat ik van mijn leven niet meer
vergeet!"
ZONDAG: Kop bouillon. Kalfsnierstuk.
Brusselsch lof; Aardappelen. Roomstruif.
MAANDAG: Vleesch in schelpen (van
soepvleesch iKoud nierstuk. Aardappelen.
Andijvie. Vruchten.
DINSDAG: Zuurkoolschotel, Saucijsjes,
Flensjes.
WOENSDAG: Biefstuk. Aardappelen,
Spruitjes Rijst met bessensapsaus.
DONDERDAG: Koude ham. Witte boo-
nen. Zure saus, Aardappelen, Sagoschoteltje
VRIJDAG: Witte boonensoep, Gestoofde
kabeljauwstaart. Wortelen, Aardappelen,
Vruchten.
ZATERDAG: Varkenslappen. Savoye kool,
Aardappelen, Vanlllevla met bitterkoekjes.
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Linzensoep met gebakken brood, Va
nlllevla met appelmoes
2. Witte boonen met kerrysaus. Aardap
pelen. Rijst met abrikozen.
3. Stamppot van snijboonen met witte
boonen, Appelbeignets.
4. Eierbroodjes, Aardappelen, Brusselsch
lof met bruine boter in vuurvasten schotel.
Citroenvla.
RECEPTEN.
Linzensoep.
Benoodigdheden (4 personen)'/i pond
linzen. 2 L. water. plm. 1 lepel zout, 1 bos
prei (4 stuks). 1 bosje selderij, lepels boter.
Maggi aroma.
Bereiding: De linzen wasschen en een
nacht in het water laten weeken. Ze met
het weekwater opzetten en gaar koken (l'/i
uur). Alles door een zeef gieten en de
linzen fijn wrijven, zoodat alleen de schil
len achterblijven. De soep weer in de pan
doen en de gesnipperde prei, de gehakte
selderij en het zout erbij doen. Nog '/i uur
zachtjes laten koken (als de soep wat dun
is bijbinden met wat aangemengde bloemi
en van het vuur op smaak afmaken met
de boter en de Maggi aroma.
Kleine dobbelsteentjes in boter gebakken
brood er bii geven of met sneedje geroos
terd brood presenteeren.
Eierstruif of roomstruif.
Benoodigdheden (4 personen): 3 eieren,
75 gr. bloem. 50 gr. suiker, 2 d.L. melk. zout,
boter, geraspte citroenschil of vanille.
Bereiding: De eidooiers met suiker, zout
en geraspte citroenschil roeren tot ze
schuimig zijn en licht van kleur. De bloem,
de melk en het laatst het stijfgeklopte
eiwit er door roeren.
Hiervan in een koekepan. die niet te
klein mag zijn, na elkaar twee even groote
omeletten bakken. Onder het bakken een
deksel op de pan leggen, zoodat de boven
kant goed warm wordt en het meel gaar.
(Baktijd voor 1 omelet minstens 10 minu
ten). De koekepan op een asbest plaatje
zetten als men ziet. dat de onderkant vast
wordt. De omeletten met de ongebakken
kanten- op elkaar leggen en bestrooien met
poedersuiker. In punten gesneden opdienen.
Sagoschoteltje.
Benoodigdheden (4 personen): 1 L. melk.
1-25 gr. parelsago of transparanta, l',j d.L.
water. 60 gr. suiker. 2 eieren, zout. citroen
schil, 40 gr. boter.
Bereiding: De sago V, uur in het water
weeken. De melk met de citroenschil aan
de kook brengen, de geweekte sago er in
strooien en de pap op een zacht vuur gaar
laten koken. De korrels moeten glazig zijn.
Transparanta is vlugger gaar dan sago. ook
het langer weeken bevordert het gaar wor
den. De citroenschil verwijderen en de pap
afmaken met suiker, eidooiers en stijfge
klopt eiwit. Alles overdoen in een vuurvast
schoteltje en in een heeten warmen oven
laten souffle eren. (16 minuten).
Gestoofde kabeljauwstaart.
Benoodigdheden: 1 flinke kabeljauw
staart plm. l'/i K.G., 15 gr. zout. 100 gr.
boter. di. water, citroensap.
Bereiding: De visch schoonmaken en
daarbij de vinnen afknippen. Op gelijke
afstanden inkerven en zouten, '/i uur ge
zouten laten staan. De boter in een lang-
werpigen schotel laten smelten, het water
toevoegen, de visch er in leggen en met de
boter bedruipen. Den schotel in een niet
te warmen oven zetten en de visch in plm.
3/4 uur lichtbruin en gaar laten worden.
Na 1/4 uur de visch bestrooien met wat fijn
paneermeel. Naar verkiezing in plakken ge
sneden. gekookte aardappelen het laatste
kwartier meestoven. De visch bedruipen
met. wat citroensap, of in elke inkerving
een half uitgetand schijfje citroen leggen.
Voor het opdoen den schotel goed schoon
maken. Door het bedruipen wordt de rand
gemakkelijker vuil.
Heeft men geen oven. dan kan men de
visch in een dichtgedekten vuurvasten
schotel (geen steenen) op een kleine gas
vlam gaar laten worden.
Koning Frederik Wilhelm I van Pruisen
was dol op zijn reuzengarde te Potsdam. Hij
verzorgde de lange kerels alsof het zijn
kinderen waren en lette ook altijd scherp
op. dat ze vrouwen huwden die ook in dit
opzicht bii hen pasten. De koning -gaf dan
ook alleen zijn toestemming toi een huwe
lijk. als het bruidje de vereischte lengte
had. Eens op een dag moest de koning op
een jachtrit voor den regen schuilen in
het kasteel van een Brandenburger edel
man. De heer des huizes stelde hem bij die
gelegenheid zijn drie dochters voor, die
buitengewoon lang waren.
„Alle drie nog ongehuwd?" vroeg de ko
ning meewarig.
.Ja" zuchtte de vader. „Ze zijn zoo lang
uitgevallen, dat ze wel niet spoedig een
man zullen vinden".
„O. daar is raad voor" zei de koning, „ik
zend u morgen drie prachtige officieren
van mijn lange kerels Die zullen de jonge
dames stellig niet afwijzen!"
En zoo gebeurde het ook. Na korten tijd
had de drievoudige bruiloft plaats, waarop
de koning geweldig ln ziin schik natuur
lijk! persoonlijk verscheen.