Waar de Vrouw belang in stelt 79sfe Jaargang LEiDSCH DAGBLAD, Donderdag 8 December 1938 Derde Blad No. 24142 Wintertijd Handschoennentijd RADOX Winterkwaaltjes Het breien en haken van goede exemplaren Eindelijk verstandig geworden GEEN VETPUISTJES MEER Onderhoud van boeken Een heldin uit het hooge Noorden De Koning wist raad ,,..en een paar eenvoudige wenken om ze te voorkomen. D; winter met zijn gezellige lange avon den. maar ook met zijn velerlei ongerief en kwaaltjes, is begonnen. Allerlei gevaren omringen ons: We kunnen op tal van ma nieren kou vatten, nat worden enz. enz. Heel veel van dit ongerief kan echter .orden voorkomen als we de volgende een- voudie wenken nu eens serieus opvolgen: Ter bescherming van enkels en polsen dragen we „mofjes", bestaande uit een ge woon randje breiwerk, flink stijf gebreid. Onze rug, een zeer gevoelig lichaamsdeel bij de meeste wouwen, zal erbij gebaat zijn. als we steeds wol op de huid dragen. In het begin is dit wat kriebelig, maar heusch: op den, duur went het! Voor 's nachts is het zeer aan te bevelen, een breeden gebreiden gordel te dragen. U hebt het dan altijd lekker warm en zult niet zoo gemakkelijk rillerig wakker worden. Koude voeten zijn een ellende. En daarom moest iedere rrouw. die hier last van heeft steeds in den winter haar schoenen een half nummertje grooter koopen en er een zooltje inleggen van kurk of vilt. Bil gebrek hieraan kan men zich behelpen met vier- of zesdubbele zooltjes van krantespapier. die echter het nadeel hebben, dat de kousen er vuil van worden. En dan is er nog de wintersche narigheid ran de ..ijsvoeten" 's avonds in bed. Als u hier last van hebt. moet u beslist maat regelen nemen en niet liggen lijden tot den dageraad! Laat iedereen u maar gerust uit lachen. maar neem een kruik of verwarm den steen mee naar bed. Vindt u dezen maatrégel te drastisch, dan kunt u zich er toe bepalen, de voeteneinden der lakens, vlak voor het naar bed gaan. met een zoo warm mogelijk ijzer (zonder bruine vlekken Ie maken!) op te strijken. Er komt waarschijnlijk damp van de lakens af: een bewijs, dat ze vochtig waren! ïu slaat u de lakens en dekens zoo om, dat tr een warme voetenzak wordt gevormd en legt één deken (ingestopt) er overheen. Een zware kussen op de voeten wil ook nog wei- eens helpen! Om natte (en dus ijskoude) voeten op itraat te voorkomen is een zeer goed mid deltje het invetten van de naden tusschen rooi en bovenleer. Ook de moderne rubber laarzen of overschoenen zijn een prachtige bescherming en er zijn tegenwoordig zélfs sierlijke modelletjes in den handel I Een andere wintermisère wordt gevormd door de roode handen. Vooral huisvrouwen, die alles zelf doen, hebben hier vaak last van. Heel verstandig is het dus, de handen steeds goed af te drogen (dus niet vluchtig met een half- aatten handdoek, omdat er juist gebeld wordt!) Hang steeds een handdoek op het rekje voor de kachel of boven het fornuis, roodat die in- en indroo- is en wrijf steeds na het wasschen de handen even in met een beetje crème. Is het helaas toch zoover met u gekomen, dat uw handen rood en ruw geworden, zijn, dan zal het volgende middeltje beslist hei oen: Kook een paar mooie, kruimlge aard- aoDels giet ze af en wrijf ze zeer fijn. Doe er daarna wat melk en een weinig citroen sap door en smeer het papje, dat geen kluitjes mag bevatten 's avonds voor het naar bed gaan op uw handen. Om de vorming van winterhanden en kloven in de handen te voorkomen, is het uitstekend, ze iederen dag eerst koud af te wasschen en daarna in te wrijven met iamferspiritus. Warm uw handen nooit bij de kachel. Ook voor gevoelige voeten, die moedig rood en ruw worden, is dit uit den booze! Wintervoeten berusten overigens op een slechten bloedsomloop en veel beweging is tr uitstekend voor. In het algemeen kunnen Je er niet genoeg den nadruk op leggen, dat in den winter de bloedsomloop krachtig moet worden bevorderd. Een heel vervelend winterkwaaltje is verder een roode neus. U kunt hier wel iets tegen doen, door net lastige lichaamsdeel bii herhaling te baden in een niet te sterke aluinoplossing. Drie modellen van gehaakte handschoenen. Het breien of haken van handschoenen is een zeer loonend werkje en vele nijvere handen zijn dan ook doorgaans druk in de weer om vrienden en verwanten met de Kerstdagen te verrassen. Het is bovendien nog een werkje, dat niet veel tijd vergt, wel moet even goed nagedacht worden om een prettig zittend model te krijgen. We kunnen handschoenen breien, maar ook haken en wat u hiermede o.a. kunt be reiken. toont u de foto. Eén der handschoe nen. de lichte, is zoowel voor dames als heeren geschikt, terwijl de andere twee uit sluitend voor de leden van het zwakke ge slacht bestemd zijn. Beide technieken zullen wü hier even on der de loupe nemen en ze zóó behandelen, dat u ze met wat overleg zoowel voor „groote menschen"-handen als voor kleine koude handjes kunt maken. Als materiaal kunnen wij practlsch alle wolsoorten, die niet te dik zijn. kiezen: haak- en breinaalden nemen we in over eenstemming hiermede. Er bestaat wel speciale handschoenenwol. een soort koord- wol. die zeer sterk is, doch deze is in zoo'n beperkt aantal kleuren verkrijgbaar, dat we. vooral bij dameshandschoenen, liever zephir- of crêpe-wol nemen. Bovendien blijken deze veel warmer in het dragen, te zijn. Gebreide handschoenen. De grondslag van gebreide handschoe nen is altijd dezelfde: op vier naalden en beginnen met het boord, om dan naar de vingers toe te werken Het breiboekje van onze grootmoeders geeft dit recept reeds zoo en thans breien we ze nog oo dezelfde wijze. Vóór alle werk gaan wij eerst een proeflapje van 20 St. in de tricosteek breien d.i. recht aan de goede en averecht aan de verkeerde zijde van het werk. Heb ben we ongeveer 10 naalden gebreid dan trékken we de naald uit de steken en meten hoeveel centimeters we aan breedte van de 20 st. hebben gekregen. Dit wordt nauwkeurig genotegrd, want het is de grondslag van ons werk. De breedte der De beroemde Knigge, schrijver van het wek over omgangsvormen, hield in zijn jaren veel van plagen en kon daarbij vaak ruw en scherp optreden. Toen hij aan het hof van Kassei verblijf "leld, had hij het met zijn plagerijen vooral ^munt op een zekere hofdame Henriette T°n Baumbach. die zelf in het geheel niet l-agvaardi? was en dus volkomen weerloos *as tegenover Knigge's geestigheden. Dit begon de landsgravin Philippine te Tervelen en eens op een dag zei ze in het °wnbaar met haar vriendelijkste gezicht: rik heb allang gemerkt, hoe bijzonder u op luffrouw von Baumbach gesteld bent. Het *ordt nu tijd. uw voorkeur bekend te ma- jendames en heeren het doet mij bij- jonder veel genoegen, u een gelukkig paar kunnen voorstellen: freiherr Knigge '•Ht zich zooeven met mejuffrouw von K umbach verloofd". De grav n had in het openbaar gespro- jen en dus vond Knigge. dat er niets an- cejs opZat dan zich te laten feliciteeren. Hii trouwde na korten tijd en werd zeer Nukkig met Henriette. hand wordt boven den duim gemeten en gedeeld door het genoteerde aantal c.M. De uitkomst vermenigvuldigen we met 20 en dan hebben we het aantal op te zetten steken, dat over drie der naalden gelijk wordt verdeeld. Wenschen we een boord aan den handschoen, dan breien we deze eerst in een geribd patroon van bijv. ..1 recht 1 averecht" of .,2 recht 2 averecht". Voor het geval we een slip-on model willen maken, gaan we meteen aan de hand be ginnen en halen, nadat de handschoen geheel klaar is. in het opzetsel weer steken op. die dan in het vereischte model en wellicht in een aardig motief gebreid wor den. Ook met op te mazen figuurtjes zijn hier origineele resultaten te krijgen. Zoowel in tricotsteek als in een grovere breisteek kunnen we onzen handschoen breien; de gerstekorrel (le recht 1 averecht welke in de volgende naald verspringen) en de ouderwetsche handschoenensteek (le en 2e naald tricotsteek. 3e naald 1 recht 1 ave recht) voldoen uitstekend. Hebben we met het breiwerk een hoogie bereikt tot aan den duim, dan komt er verandering in het werk. De dikte van den duim wordt ge meten en berekend, hoeveel st. die eisent. De helft van dit benoodigde aantal wordt nu van de eerstvolgende naald gebreid, de resteerende steken van het breiwerk rijgen we op een draad en dan zetten we. aan sluitend aan de reeds gebreide steken, de andere helft voor den duim apart op. Dit breien we. evene'ens in het rond, verder tot dat we op 1 c.M. na de juiste lengte heb ben bereikt. Om den top te krijgen wordt bij elke 4e steek geminderd, totdat er 6 of 4 st. over zijn. Deze rijgen we op een draad, trekken dez^ aan en hechten af. De ste ken. die we op een draad geregen hebben, zetten we weer op. terwijl we boven het extra opgezette aantal st. een gelijk aan tal ophalen De duim komt dan geheel in het breiwerk te zitten, terwijl weer het oude aantal op dë naalden staat. Voort gaat het dan tot aan de vingers; eerst vou wen we het breiwerk in de lengte zooals de foto dat laat zien. dus juist op den duim af dubbel. Hierdoor kunnen we uit maken wat de handpalm en wat de rug wordt. De wijsvinger komt nu het eerst aan de beurt en hiervoor nemen we 1/4 deel van het totaal aantal steken plus nog 5 srfc., met dien verstande, dat we hiervan een grooter aantal aan den rug nemen, dan aan den palm. Het verschil bedraagt 5 st. De resteerende st. van den handschoen rijgen we zoolang op een draad. Vóór we nu in het rond gaan breien zetten we als verbin ding tusschen handpalm en -rug nog 4 st. er bij op. Geheel op dezelfde wijze als bij den duim geschiedt de verdere afwerking. Dan de middenvinger: op de 4 st.. die reeds als verbinding bij den wijsvinger dienden, worden hierbij ook 4 st. opgehaald. Aan weerszijden hiervan nemen we nu de helft van 1/4 deel van het breiwerk en zetten dan nog. weer als verbinding, hiertusschen 4 st. op. De ringvinger krijgt 1/4 deel der steken2 st. toebedacht en wordt verder geheel eebreid als de middenvinger, dus de helft van het aantal st. aan iederen kant plus de 2 x 4 verbindingssteken. Wat er daarna overschiet moet 1/4 deel 3 st. zijn. welke voor den pink dienen. Hierbij worden wel de vier verbindingssteken bij den ringvinger opgehaald, doch geen nieuwe aan den anderen kant opgezet. Met den tweeden handschoen moeten we bij den wijsvinger even opletten, dat de palm en de rug juist andersom genomen worden. Gehaakte handschoenen. Onze foto laat ons een aardig drietal zien. die alle in vasten gehaakt worden. No. 1 is een eenvoudig slip-on model, dat horizontaal wordt gewerkt, geheel op de zelfde wijze als voor gebreide handschoenen staat beschreven. Voor de vasten worden beide bovenlussen van die der vorige toer opgenomen. Als afwerkine wordt de ge- heele handschoen, ook de dubbelgevouwen vingers met zijde in de kleur omgehaakt. Bij no. 2 is een alleraardigst effect be reikt door eenvoudig met 2 kleuren wol te werken. Het ziet er zeer ingewikkeld uit op het eerste gezicht, maar laat u niet af schrikken! Na het opzetten met één kleur, steken we met deze zelfde kleur in om een vaste te haken, welke we echter niet af maken doch de twee lussen ervan op de haaknaald laten staan. Met de tweede kleur haken we dezen steek af. gaan hiermede dan verder door weer zoo'n halve vaste in de volgende losse maken, welke we dan weer afhaken met de eerste kleur. De derde vaste als de eerste, enz. In den volgenden toer moeten de kleuren telkens boven el kaar komen, zoodat de schuine streepen ontstaan. Ook bij het maken van deze vasten worden beide bovenlussen van dien der vorigen toer opgenomen. Deze eigen aardige steek kan heïaas nooit dienst doen bij een haakwerk in heen- en weergaande toeren. No. 3 geeft ons dan een geheel afwijkend voorbeeld van het maken van handschoe nen. In plaats van horizontaal worden deze verticaal gehaakt. De betr. hand wordt, zonder den duim, op papier nagetrokken en dit model 2x voor iedere hand in vasten gehaakt, te beginnen bij den pink. Bij het deel voor den palm houden we een hori zontaal splitje vrij voor den duim, welke er naderhand apart aangehaakt wordt. Tusschen de vingers komen kleine, reepjes van 2 a 3 toeren vasten; zij worden gewoon tusschengenaaid. Onderaan de vingers, bij de hand dus worden zij tegen elkaar gestikt. Drie stel van die stukjes hebben we per handschoen noodig. Vervolgens worden de twee deelen onder- en bovenkant, de duim, de tusschenstukjes en een groot deel van den handmg in donkere-, het overige deel in lichte wol. De schuine punten worden verkregen, door telkens één vaste met de tweede kleur te verspringen, hetzij in- of uit elkaar loopend. Het resultaat is erg aar dig en de moeite ervoor toch zeer gering. NORA HANA. doch een frisschc gave huid door geregeld gebruik van Radox in Uw waschwater Bij apothekers en erkende drogisten d f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. 4654 (Ingez. Med.) Boeken moeten dikwijls worden afge stoft of beter nog schoongezogen. Min stens eens per jaar moeten ze zorgvuldig worden uitgeklopt, nagekeken en schoon gemaakt, Om de verschillende vlekken er uit te krijgen kunnen de volgende tips u wellicht van dienst zijn: Vingervlekken Bedek ze met een dik papje van zeep en iets water, wrijf er zachtjes overheen. Spoel na met schoon water en laat drogen tusschen twee schoo- ne stukken vloeipapier. Vochtvlekken Maak het papier schoon met een zeer zwakke chlooroplossing. Spoel af met schoon water. Droog tusschen vloei papier. Olie- en vetvlekken Leg een stuk vloeipapier op de vlek en ga er met een matig warm strijkijzer overheen. Verleg teikens het vloei en herhaal de bewerking, nel zoolang tot al het vet erin getrokken is. Neem de laatste sporen weg door op iedere bladzij wat terpentijn, dat u op wa ter iets hebt verwarmd, met een penseeltje uit te strijken. Laat drogen. Als de bladzij iets geel geworden is, kunt u ze met zui vere alcolhol eveneens met een penseel op gestreken, witter maken. Viiegenvlekken Deze verdwijnen bij na altijd direct door het betten met sterke azijn- Bloedvlekken Zeer vlug betten met een lapje, gedrenkt in een zwakke oplos sing borax of chloor. Daarna afspoelen. Petroleum vlekken Wrijven met een ammoniakoplossing. Inktvlekken Betten met waterstof- superoxydc. Voor de behandeling van alle vlekken ■noet u zeer vlug en luchtig te werk gaan. Leg altijd eerst een vel schoon vloeipapier onder het bevlekte blad. Na de bewerking moet het blad direct tusschen twee bladen vloeipapier drogen. Sluit het boek niet. vóór de bladen heelemaal droog zijn. De banden der boeken kunt u het best op de volgende wijze schoonmaken: wasch ze af met een zachte spons met zeepsop. Spoel af in schoon water. Voor het onderhoud van leeren banden diene het volgende recept: klop een eier dooier goed los en vermengd hem met al cohol van 90 pCt. Wrijf de banden flink af met een lapje, gedrenkt in dit mengsel. Wrijf op met een flanellen lamp. Verhalen van schrikkelijke avonturen en moedige daden gaan onder de robbenvan- gers en pelsjagers van het Noorden van mond tot mond. Zoo ook de geschiedenis van Bertine Jo- hansen uit Trontjem, die in Mei van dit jaar drie mannen van den verdrinkings dood in het ijskoude water redde. Bertine vergezelt al sinds jaren haar man en zoon op hun j aarlij ksche tochten naar Spitsbergen, waar zij ijsberen, zilvervossen en robben jagen. Ze overwintert met hen in hun klem schip en staat er voor be kend, dat ze even goed als een man het geweer kan hanteeren en tegen de ver moeienissen van hun harde leven bestand is. Over het avontuur van dezen zomer vertelt Bertine het volgende: Het was ongeveer 11 uur, 's avonds den lOen Mei. Dat wil zeggen: donker was het niet, maar een mensch moet toch zoo nu en dan wel eens gaan slapen. Mijn man, mijn zoon en Sievertsen, onze kameraad hadden een roeiboot genomen om naar het schip te roeien. Ze wilden dan naar Lombay varen, doch zoover zouden ze dit keer niet komen. Mijn nicht, die haar eerste jachtjaar meemaakte en ik wilden juist in onze hut gaan slapen, toen we opeens hulpgeroep hoorden. Ik snelde naar het strand en kon nog juist zien. dat de roeiboot was om geslagen en de drie mannen in het ijs koude water met den dood worstelden. Ik wist, dat alleen Sievertsen zwemmen kon. Waar ik de kracht vandaan, haakte, weet ik niet. ma,ar het gelukte mij. onze tweede roeiboot te water te brengen. Zoo roeide ik naar de plaats des onheils. Ik zag eerst alleen Sievertsen, die zich aan de omgekantelde boot vastklemde, maar vlak daarop een hand, die boven het wa ter uitstak. Met twee slagen was ik erbij en greep toe. Het was mijn man, maar ik kon hem niet aan boord trekken, daar mijn zoon, die ook niet zwemmen kon, zich half bewusteloos aan hem vastklemde. Ik hield beiden met één hand vast en roeide met de andere, tot ik de gekantel de boot bereikte. Daar hing nog altijd Sievertsen: hij was volkomen uitgeput en kon niet meer aan boord klauteren. Hij greep echter de rand van mijn boot en zoo kwamen wij aan land. Zoodra ik grond voelde, sprong ik overboord en trok met behulp van mijn nicht de drie mannen, die zelfs niet meer staan konden, op het strand. We legden ze op een slee en sleepten ze in de hut. Drie dagen lang worstelden we om hun leven, maar toen waren ze er weer bovenop. Ja, dat was een ijsbad dat ik van mijn leven niet meer vergeet!" ZONDAG: Kop bouillon. Kalfsnierstuk. Brusselsch lof; Aardappelen. Roomstruif. MAANDAG: Vleesch in schelpen (van soepvleesch iKoud nierstuk. Aardappelen. Andijvie. Vruchten. DINSDAG: Zuurkoolschotel, Saucijsjes, Flensjes. WOENSDAG: Biefstuk. Aardappelen, Spruitjes Rijst met bessensapsaus. DONDERDAG: Koude ham. Witte boo- nen. Zure saus, Aardappelen, Sagoschoteltje VRIJDAG: Witte boonensoep, Gestoofde kabeljauwstaart. Wortelen, Aardappelen, Vruchten. ZATERDAG: Varkenslappen. Savoye kool, Aardappelen, Vanlllevla met bitterkoekjes. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Linzensoep met gebakken brood, Va nlllevla met appelmoes 2. Witte boonen met kerrysaus. Aardap pelen. Rijst met abrikozen. 3. Stamppot van snijboonen met witte boonen, Appelbeignets. 4. Eierbroodjes, Aardappelen, Brusselsch lof met bruine boter in vuurvasten schotel. Citroenvla. RECEPTEN. Linzensoep. Benoodigdheden (4 personen)'/i pond linzen. 2 L. water. plm. 1 lepel zout, 1 bos prei (4 stuks). 1 bosje selderij, lepels boter. Maggi aroma. Bereiding: De linzen wasschen en een nacht in het water laten weeken. Ze met het weekwater opzetten en gaar koken (l'/i uur). Alles door een zeef gieten en de linzen fijn wrijven, zoodat alleen de schil len achterblijven. De soep weer in de pan doen en de gesnipperde prei, de gehakte selderij en het zout erbij doen. Nog '/i uur zachtjes laten koken (als de soep wat dun is bijbinden met wat aangemengde bloemi en van het vuur op smaak afmaken met de boter en de Maggi aroma. Kleine dobbelsteentjes in boter gebakken brood er bii geven of met sneedje geroos terd brood presenteeren. Eierstruif of roomstruif. Benoodigdheden (4 personen): 3 eieren, 75 gr. bloem. 50 gr. suiker, 2 d.L. melk. zout, boter, geraspte citroenschil of vanille. Bereiding: De eidooiers met suiker, zout en geraspte citroenschil roeren tot ze schuimig zijn en licht van kleur. De bloem, de melk en het laatst het stijfgeklopte eiwit er door roeren. Hiervan in een koekepan. die niet te klein mag zijn, na elkaar twee even groote omeletten bakken. Onder het bakken een deksel op de pan leggen, zoodat de boven kant goed warm wordt en het meel gaar. (Baktijd voor 1 omelet minstens 10 minu ten). De koekepan op een asbest plaatje zetten als men ziet. dat de onderkant vast wordt. De omeletten met de ongebakken kanten- op elkaar leggen en bestrooien met poedersuiker. In punten gesneden opdienen. Sagoschoteltje. Benoodigdheden (4 personen): 1 L. melk. 1-25 gr. parelsago of transparanta, l',j d.L. water. 60 gr. suiker. 2 eieren, zout. citroen schil, 40 gr. boter. Bereiding: De sago V, uur in het water weeken. De melk met de citroenschil aan de kook brengen, de geweekte sago er in strooien en de pap op een zacht vuur gaar laten koken. De korrels moeten glazig zijn. Transparanta is vlugger gaar dan sago. ook het langer weeken bevordert het gaar wor den. De citroenschil verwijderen en de pap afmaken met suiker, eidooiers en stijfge klopt eiwit. Alles overdoen in een vuurvast schoteltje en in een heeten warmen oven laten souffle eren. (16 minuten). Gestoofde kabeljauwstaart. Benoodigdheden: 1 flinke kabeljauw staart plm. l'/i K.G., 15 gr. zout. 100 gr. boter. di. water, citroensap. Bereiding: De visch schoonmaken en daarbij de vinnen afknippen. Op gelijke afstanden inkerven en zouten, '/i uur ge zouten laten staan. De boter in een lang- werpigen schotel laten smelten, het water toevoegen, de visch er in leggen en met de boter bedruipen. Den schotel in een niet te warmen oven zetten en de visch in plm. 3/4 uur lichtbruin en gaar laten worden. Na 1/4 uur de visch bestrooien met wat fijn paneermeel. Naar verkiezing in plakken ge sneden. gekookte aardappelen het laatste kwartier meestoven. De visch bedruipen met. wat citroensap, of in elke inkerving een half uitgetand schijfje citroen leggen. Voor het opdoen den schotel goed schoon maken. Door het bedruipen wordt de rand gemakkelijker vuil. Heeft men geen oven. dan kan men de visch in een dichtgedekten vuurvasten schotel (geen steenen) op een kleine gas vlam gaar laten worden. Koning Frederik Wilhelm I van Pruisen was dol op zijn reuzengarde te Potsdam. Hij verzorgde de lange kerels alsof het zijn kinderen waren en lette ook altijd scherp op. dat ze vrouwen huwden die ook in dit opzicht bii hen pasten. De koning -gaf dan ook alleen zijn toestemming toi een huwe lijk. als het bruidje de vereischte lengte had. Eens op een dag moest de koning op een jachtrit voor den regen schuilen in het kasteel van een Brandenburger edel man. De heer des huizes stelde hem bij die gelegenheid zijn drie dochters voor, die buitengewoon lang waren. „Alle drie nog ongehuwd?" vroeg de ko ning meewarig. .Ja" zuchtte de vader. „Ze zijn zoo lang uitgevallen, dat ze wel niet spoedig een man zullen vinden". „O. daar is raad voor" zei de koning, „ik zend u morgen drie prachtige officieren van mijn lange kerels Die zullen de jonge dames stellig niet afwijzen!" En zoo gebeurde het ook. Na korten tijd had de drievoudige bruiloft plaats, waarop de koning geweldig ln ziin schik natuur lijk! persoonlijk verscheen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9