H.GANDERSEN
VICTOR HUGO
LEIDSCH DAGBLAD - Derde BSad
Vrijdag 2 December 1938
Dagbladreclame
Minder
Verkoudheden!
Haw Dc fturwper
^KIN/T IMlETÏEREN^j
Uitgaven voor de jeugd
is niet te vervangen
Derde eeuwfeest
van Amsterdamschen Schouwburg
herdacht
Subliem 6 cents.
VlCKS Va-tro-nol
3-3
„Gekortwiekt", door Co Kars -
Uitg. „De Kern", Den Haag.
Een der beste meisjesboeken die dit jaar ver-
tfhenen zijn. Het doet af en toe aan de on
volprezen Joop ter Heul-serie denken, geestig,
vlot amusant, zonder ooit gedwongen te zijn.
Het' Is in dagboekvorm geschreven, een vorm.
die gevaarlijk k&n zijn, doch die hier alleen
maar de leesbaarheid verhoogt.
Margreet is het proto-type van Joop ter Heul,
I nonchalant, opvliegend, akelig impulsief, maar
I met een hart van goud. Ze bezit een degelijke,
I «trouwde zuster, Gon. die haar hopeloos irri
teert door haar volmaaktheid. De strubbelingen
lubben de beide zusters zijn vermakelijk en
8ls Gon het Margreet weer eens te bar heeft
I «maakt, verzucht ze tegen haar moeder: „Gon
ojQuetteert altijd zoo met haar schitterende
kwaliteiten, dat ik me volkomen nietswaardig
voel en hoe langer hoe suffer ga doen".
Margreet trekt met een troepje vriendinnen
van het meest uiteenloopende soort na geslaagd
eindexamen naar een zomeroptrekje: „The
«unny corner" en het samenleven van de zoo
verschillende karakters en de omgang met de
tater in de buurt kampeerende jongens zijn bui
tgewoon aardig en levenswaar beschreven.
Teekenend voor dezen tijd is de nuchterheid,
die in de meeste liefdeshistories der vriendinnen
domineert.
Wel wat al te simplistisch ziet de schrijfster
de huwelijken van meisjes van zeer goede huize
met jongens uit een klein-burgerlijk milieu. Van
«nobisme behoeft geen sprake te zijn wanneer
ètn meisje er tegen opziet te trouwen met den
<oon uit een klein groentenwinkeltje. Daar zit
meer aan vast dan alleen het overwinnen van
standsbegrip en héél wat meer ook, en het lijkt
'me verkeerd dit te verdoezelen.
Margreet en haar vriendinnen vinden ten
slotte hun geluk en Margreets opstandige geest
Tordt gekortwiekt. Het boek is in alle opzichten
geslaagd en warm aan te bevelen.
„Madeleen staat op den drempel"
door A. WasOsinga. - uitg.
Gebr. Kluitman, Alkmaar; illustr.
Miep De Feyter.
Dit is een boek, dat ik in handen van alle
I opgroeiende meisjes zou wenschen, zoo heel
nuver en mooi is het. Niet alleen, dat het uit
muntend geschreven is, dat het boeit van begin
;ot eind, maar het brengt naar voren de die
pere kern achter de dingen, waar het toch ten-
lotte op aankomt en die in de tegenwoordige
jeugdlectuur helaas doorgaans ver te zoeken is.
Madeleen. het jonge onderwijzeresje, dat zich
:oo heel veel ongemak getroosten moet om in
I «n onbenullig gehucht aan boerenkinderen les
I t« mogen geven en die er zich zoo kranig door
heen slaat, is de hoofdpersoon. We leven met
I fcaar mee als ze in de bedstee in de „mooie"
I 'omer van juffrouw Prins wakker wordt en als
door sneeuw en hagel naar het naburige
I plaatsje moet trekken, waar de school ligt. Een
dapper, klein ding is Madeleen, dat nooit klaagt
to niet terugziet op vroeger, toen alles zoo an
ders was, maar dat de tanden op elkaar zet
en altijd de zonzijde zoekt. Het is eigenlijk een
Mg getob, dat heele bestaantje van haar, met
dehark van een juffrouw Prins, die haar geen
I greint je gezelligheid bezorgt. Prachtig getee-
I ï»nd is die vrouw met haar angstvallige zorg
Ivoor haar boeltje en de toewijding, waarmee
I j een bed kan afhalen. „Zoo heeft juffrouw
I Prins vast nooit iets levends gestreeld" consta
teert Madeleen terecht.
Er zijn van die eenvoudige levenslessen in
Idl: boek. die er als vanzelf in komen, zonder
Iwnlge opzettelijkheid, en die altijd raak zijn.
I Madeleen is een dot. een beetje verlegen,
Inaar een en al toewijding, vol liefde voor elk
lünd, ook het lastigste, maar toch kan ze geen
lorde houden, ze is te zacht.
I „Als ik ze maar alléén had," zucht ze. „met
I elkaar zijn ze een macht, die me overwint. Er
I njn er veel te veel. Je kunt ze immers toch niet
I .(ven waar ze recht op hebben." Altijd ver-
I Tacht Madeleen het wonder. Haar eenige steun
I ln dit moeilijke bestaan is Jif, de hartelijke
I Friezin, onderwijzeres als zij, die een oudere
I "riendin voor haar wordt en haar in alles
1 helpt.
I Je kunt je moeilijkheden aan", zeg Jif, „om-
I cat je wilt. omdat je verder wilt komen en
I vooral hooger. Tracht door alles heen Je zelf
1t« zijn. sterk en zuiver, en neem dapper op wat
I tomen zal, ook de moeilijkheden," en Madeleen
I cenkt„sterk, dat is meer een woord, dat bij
I JU past dan bij mi), maar zuiver, d&t zal ik
I probeeren". Is het niet fijn, als er zulke dingen
I «ns in meisjesboeken gezegd worden en zou
I dit misschien niet hier en daar een snaar aan-
I oeren. die bij onze Jongeren maar al te zeer
I verstopt ls onder oppervlakkigheden en een tè
I «makkelijk leven?
I Als Madeleen gouvernante wordt bij het
I «rüge verwende dochtertje van een kunstschil-
Her, gaat ze er vol illusies heen: dit is nu wat
I te altijd gehoopt heeft, zich te mogen wijden
I sin één kind, en ze fantaseert er lustig op
1over het arme, moederlooze meisje, dat haar
I vol teederheld tegemoet zal komen en waar ze
I sl haar liefde aan zal kunnen kwijt raken. Het
I 'opt wel heel anders. Mieke is een lastpak, die
I h een half jaar twee juffrouwen versleten
I fteft, een „driftige spinnekop" zooals de dienst-
I »de haar noemt en nu begint voor Madeleen
I «n uiterst moeilijke periode van haar leven. Ze
I heeft de grootste moeite met het kind en wordt
I verder door de hulshoudster overladen met
I allerlei werk, dat ze niet hoeft te doen. doch
I «willig op zich neemt. Madeleen voelt: „Hier
I wn ik alleen doorheen als ik het kind llef-
I Wb, dan pas zal alles lukkenZe klaagt haar
Ijood aan Jif: „Liefde is zoo'n groot woord, je
|«nter wat huiverig voor", en Jif antwoordt:
zijn niet bang voor groote woorden als
«kleine begrippen dekken. We noemen immers
jjes „geweldig", maar weet Je wat geweldig is?
De zee de wijde hemel de aarde de
I liefde God". Jif, die zoo sterk staat en toch
zoo heelemaal vrouw is. Jif, die door „het
"randende braambosch" is gegaan en er uit is
«komen met klare oogen en een glans om zich
been, die Mieke begrijpt en haar liefde wint.
b een pracht-figuur.
wat in dit boek zoo treft is. dat het, naast
«wone. jonge menschen en gewone, jolige,
•lotte gesprekken ook plaats Inruimt maar
zoo subtiel en zonder opdringerig te zijn
I het Hoogste. Dit brengt het op een hooger
I b'feau dan de meeste meisjesboeken, hoe ge-
«'Hg en knus en „eenig" ze ook mogen zijn.
„Van twee kleine meisjes in Holland"
door Aafje Fokker, illustr. Aafje Bruyn.
Uitg. Van Gorcum en Comp N. V.,Assen.
Ivrfn lx)ek voor ^ee^e kleintjes, aantrek-
«Hjk omdat het nu eens een ander onderwerp
«nandeld dan gewoonlijk: een paar kleine
I die met de ouders uit Indië komen
I -b intrekken bij een snoes van een Oma en
hJ dll° tante- Alleraardigst is beschreven hoe
I ÏJl tweetal kennis maakt met al de wonderen
Holland. Elke dag ontdekken ze wat nieuws:
dekens om onder te slapen, trams die
inhi r^den- trappen die je af kunt rennen.
®Mens met draaiende wieken en de roltrap in
warenhuis, waar je gewoon niet van weg
JJbt komen en waar Je maar telkens weer mee
I «r boven moet gaan. En het allerheerlijkste:
i kchd r met sneeuw en en een brandende
.Vervelende dingen zijn er natuurlijk ook wel
^Holland, als daar zijn wollen kriebclkousen.
I d??r(vai} Je stiekum het. elastiek losmaakt, zoo-
in de tram met palingbeenen zit en de
öucteur je bij het uitstappen de elastieken
I moei dragen.
i tfïï ?indertoon is uitstekend volgehouden, de
riekjes van de kleine meisjes zijn echt. de
u "tles, natuurlijk. Kinderen zoo van 6 tot 9
I sullen dit boekje een heerlijk bezit vinden.
„Hier Holland RaUlo" door W. N.
van der Sluys. - Uitg. Gebr. Kluit
man, Alkmaar.
Als lk een Jongen was, wat zou ik dan van
dit boek genieten, want het spreekt vrijwel van
zelf. dat elke jongen zich voor radio interes
seert en dat een boek als dit, vol authentieke
gegevens en vol mooie foto's en teekeningen
over de interne zijde van het r^dio-bedrfjf. een
prachtig geschenk voor hen moet zijn. Van
der Sluys heeft er slag van zijn gegevens te
brengen in een voor jongens aantrekkeiyken
vorm. zonder dorre geleerdheid, zoodat onge
merkt al het wetenswaardige opgenomen en
verwerkt wordt. Hij heeft zijn licht opgestoken
bij de hoogste instanties, bij het hoofdbestuur
van de P.T.T.. bij de K.L.M., Radio Holland.
Radio Philips enz., enz. en dit omvangrijke
materiaal in een allergezelligst lijvig boek
samen gebracht.
We volgen ln dit boek de ontwikkeling van
de Radio, van de eerste proefnemingen van
Marconi af tot de Televisie toe. Spannend zijn
de reddingen op zee. gevolg van SOS-berichten.
Grappige avonturen staan er ook in. zooals van
den schipper, die Radio Médical oproept voor
„buukpien" en door den dokter van advies wordt
gediend.
De radio-peildienst. wordt uitvoerig beschre
ven. evenals de wijze waarop gesprekken met
Indië tot stand komen.
..Een boek van nationale beteekenis en van
groote opvoedkundige waarde" zegt het schut
blad en we kunnen niet anders dan deze mee
ning van harte onderschrijven.
„1000 K.M. op een groene Jumbo"
door W. N. van der Sluys. - Uitg.
Gebr. Kluitman, Alkmaar.
Alweer zoo'n aardig jongensboek, waarvoor
Van der Sluys zijn stof geput heeft uit het
spoorwezen in Nederland. Er zal wel geen jon
gen zijn, die niet eens aspiraties voor treincon
ducteur gekoesterd heeft en die geen belang
stelling zal voelen voor dit bedrijf. Letterlijk
alles wat een jongen op dit gebied kan Interes
seeren. over locomotieven, wissels, seinen, rem
men en tallooze onderwerpen meer, vindt hij
in dit boek.
De schrijver vertelt in zijn voorbericht, hoe
hij mee heeft gereden op de voetplaat, van
locomotieven, hoe hij lange gesprekken heeft
gevoerd met stokers en machinisten en de in
terne spoorwegaangelegenheden heeft bestu
deerd op de bureaux der hoogste chefs.
Daarna is hij. zoo toegerust, aan het schrijven
gegaan en het resultaat werd dit prettig boek,
waarin hij met onfeilbare intuïtie precies aan
heeft gevoeld wat voor een jongen van belang
zou kunnen zijn en hoe hij het moest vertellen.
Aardig is het begin, waar Jan Waterman op
zolder speelt met zijn electrische treinen. Hij
heeft een groot emplacement met tallooze rails.
„Het is zoo moeilijk", klaagt Jan, als hij twee
treinen op elkaar heeft laten loopen, „ik moet
op twee treinen tegelijk letten", en zoo gelei
delijk komt dan de overgang naar „echte" trei
nen en al wat er vastzit aan het goed laten
loopen en functionneeren van tallooze treinen.
Een buurmuan, ingenieur bij de spoorwegen,
neemt hem mee en hij heeft het voorrecht onder i
deskundige leiding alles te mogen meemaken
en zien wat er op dit gebied mee te maken en
te zien valt.
Een bijzonder geslaagd jongensboek, dat met
tallooze foto's en teekeningen verlucht is.
„Drie Jongens op Avontuur"
door ir. J. P. Valkema Blouw -
Uitg. „De Tijdstroom", Lochem.
Ir. Valkema Blouw kent jongens op zijn
duimpje en weet precies wat ze noodig hebben
en ook in dit boek geeft hij hun weer een flinke
dosis spannende avonturen.
Jan Buys, Willem ten Oever en de wat ver
wijfde. opdringerige Geert de Landas kalefa
teren een oude. verweerde schuit, „De Zwaluw",
op en zullen er in de vacantie met een ouden
zeerob, Jacob de Bruin, een dag op uit gaan,
zee in. Geert snijdt geweldig op over „het Jacht
van een van mijn vrienden" en koopt op de pof
een witte broek en een kleurig zeiljasje. Ze
varen uit en natuurlijk wordt Geert prompt zee
ziek en natuurlijk krijgen ze storm en verkeeren
ze in gevaar. Ze zwerven stuurloos rond. tot ze
opgepikt worden door een boot. die regelrecht
doorgaat naar Spanje en die ammunitie voor
de Roode troepen aan boord blijkt te hebben.
Het is een onguur troepje, die bemanning en
het schip is vuil en vervallen.
Bij Spanje worden ze aangehouden door
Franco's troepen, de boot zal getorpedeerd moe
ten worden. De bemanning krijgt gelegenheid
tijdig van boord te gaan, doch de sloepen zijn
vol. voor het viertal Hollanders is geen plaats
meer. „De Zwaluw", die meegesleept ls. biedt
uitkomst en daarmee bereiken ze den wal. Al
vindt Geert het een heerlijke ..natuurstaet", de
anderen vervelen zich gruwelijk en tenslotte
gaan ze als helpers mee met een veetransport
naar het centrum van het land. Ze worden
echter gearresteerd en opgesloten in een oude
bergvesting uit den tijd van de Mooren. Met
moeite breken ze uit, vluchten met een oud
vliegtuig, dat Geert besturen kan en belanden
ergens in Afrika.
Het zou te ver voeren en ook te veel van de
verrassing wegnemen als ik hier verder vertelde,
welke spannende avonturen het viertal beleeft,
en waarvan de ontmoeting met een geheim-
zinnigen kluizenaar, het vinden van verborgen
schatten en een door gieren belaagde begraaf
plaats nog maar een deel zijn. Jongens zullen
stellig dit boek ademloos verslinden.
De aardige illustraties zijn van Jaap Veenen-
daal.
„Bij nader inzien" door A. M.
NacheniusRoegholt, illustr. van
H. Borrebach - Uitg. Gebr. Kluit
man. Alkmaar.
Paula. jur. stud., het idealistje met het ma
donnakopje, is natuurlijk een makkelijke prooi
voor den interessanten, artistiekerigen Henri
Durbot, afstammeling, zooals hij beweert, van
graaf d'Urbot, op wien hij sprekend moet lijken.
Dat Henri op Paula parasiteert, dat hij haar
van haar werk houdt en schuld is, dat ze zakt
voor een tentamen, merkt ze niet; ze spint een
waas van romantiek om hem heen, idealiseert
hem geweldig en ziet hem, zooals ze hem wil
zien. Henri is een grenzenloos prul, hij schildert
zeer matig en heeft niets in zich van al het
moois dat zij hem toedicht.
Een goed contrast met hem vormt Hans. de
ingenieur op haar vaders fabriek, die Paula ge
knipt vindt voor haar oudere zuster Anneke.
Paula vindt het best. dat Anneke zich zoo vol
komen thuis voelt, in het provinciestadje, waar
ze van haar Jeugd af gewoond hebben, maar
zij wil weg uit dat benepen milieu, zij wil in
een wereldstad wonen, zij wil echt leven! Het
aanzoek van Hans valt dan ook niet in goede
aarde, integendeel, ze snauwt hem woedend af.
Het aandringen van Hans. het zeuren, als ze
definitief „neen" heeft gezegd, is fout en zijn
boosheid als hij merkt, dat er een ander is. is
misplaatst.
Paula's vader ls wat preekerlg en de drukte
over het mislukte tentamen, dat ze na vier
maanden mag overdoen, wat overdreven.
Daarentegen zyn Barend, dc jolige goeierd,
en zijn zuster Conie, die vanzelfsprekend als
moeder ziek wordt eigen illusies opgeeft, om
het drukke huishouden te besturen, goed gc-
tcekend.
De genezine van Paula komt, Ms ze Henri
terugziet in haar eigen stadje. Hij komt daar
kampecren in een fantastisch kamneercostuum
met een even mal uitgedost vriendinnetje, vol j
verf en poeder, en in do zuivere omgeving van
naar ouderlijk huis valt hun gemaaktheid en
onnatuur dubbel op. Oneens vindt ze hem net
een etalagepop en natuurlijk is dat de dood
voor haar vermeende liefde. Do onthulling over
zijn niet adellijke afkomst is heel amusant en
alle kleinheid van haar geïdcalisrerdrn held
lcomt wel ten volle uit. als ze ontdekt, „dat.
Henri het aanmatigende, middelmatige zoontje
is van een vader, die hard werkte en voor zijn
zoon trachtte een carrière te banen, die h\j
zichzelf had moeten ontzeggen. En die zoon ge
neerde zich voor zijn afkomst 1"
Paula geeft de studie op en gaat de huis
houding doen bij tante Annie, die brommig is
en jicht heeft, en vervolgens trekt ze naar
België in een gezin met. lastige Jongens. Het
is een goede leerschool en geleidelijk ontwaakt
de echte liefde en brengt kleine Henkie, Paula
en Hans tot elkaar.
„Meisjes van onzen tijd" door T.
Jager—Meursing - Uitg. Gebr.
Kluitman. Alkmaar. Illustr. Hans
Borrebach.
Wat me steeds weer verwondert is. hoe schrijf
sters het aanleggen om zulke absoluut tegen
strijdige karakters bjj elkaar te brengen, liefst
in een beperkte ruimte, zonder dat daar hoog-
loopende ruzie en voortdurende botsingen het
gevolg van zijn.
Mevrouw de JagerMeursing brengt in een
klein buitenhuis aan de Loosdrechtsche Plassen
en aan boord van een zeiljachtje wel drie van
de meest uiteenloopende meisjes-typen bij el
kaar. Hemme. de eigenares van huis en jacht,
is de sterke, resolute, het kind van lucht en
water, dat zeilt als de beste, alleen in haar
huisje woont met 2 revolvers ter verdediging
cn dat eigenlijk een akelige egoïste ls. Verder
zijn er Tilly, de droomster, de weifelende, en
last not least. Ena. een en al onnatuur, het
kind, dat eeuwig met haar moeder van hotel
naar hotel, van land naar land trekt, dat alleen
denkt aan uiterlijkheden en dat zeilt met ge
lakte nagels en de poederdoos altijd bij de hand.
In werkelijkheid zou een dergelijk stel vriendin
nen ondenkbaar zijn en Tilly en Ena wel de
laatsten, die een stevige zus als Hemme zouden
uitkiezen voor een zeiltocht.
Maar. afgescheiden van deze onwaarschijn
lijkheid. is de rest van het boek prettig om te
lezen en zijn de verdere verwikkelingen en ont
knoopingen logisch en doordacht.
Het boek staat wel in mineur, alle er in
voorkomende gezinnen zijn slachtoffers van de
malaise. Henk, Tilly's vriend, is mr. in de rech
ten. doch wordt taxi-chauffeur, omdat hij an
ders niet aan den slag kan komen; Tilly's vader
wordt arm en het gezin verhuist van het paleis
achtige huis naar een benepen woning en Ena
wordt, ook al door financieele omstandigheden,
gedwongen een baantje aan te nemen als
stewardess bij de luchtvaart. Hemme maakt
haar boot productief door zich des zomers met
haar jachtje te verhuren voor tochtjes, waarbij
ze zelf als kapiteine fungeert.
Ena de cynische belandt toch eindelijk in
veilige haven. Hemme. die eigenlijk een pedant
is, waanwijs en zeer egoïst, zich verheven voe
lend boven haar lichtzinniger of oppervlakkiger
vriendinnen, komt eerst tot ontwaken als ze
kennis maakt met Hilde, haar nieuwe buurtje,
de van haar jeugd af verlamde, rijk door haar
groote hart. Door het geregeld omgaan met
haar leert Hemme de dingen anders zien. leert
ze zich opofferen en toewijden. Hilde is een
schat, die door haar lange lijden een fijnheid
van aanvoelen en een filosofische wereldbe
schouwing heeft verkregen, die verkwikkend
aandoen.
Hilde's halfbroer Peter is degene, die de
laatste muren van hardheid om Hemme's hart
doet instorten en het prachtige heengaan van
Hilde is alleen al het lezen van dit boek ten
volle waard.
PRINSELIJK PAAR AANWEZIG.
De feestelijke voorstelling, waarmede
gisteravond het derde eeuwfeest van den
Amsterdamschen Stadsschouwburg ls her
dacht, heeft bijzonderen luister gekregen
door de tegenwoordigheid van Prinses Ju
liana en Prins Bernhard, die tot het einde
toe de voorstelling hebben bijgewoond. De
vorstelijke personen werden begroet door
burgemeester dr. W. de Vlugt. den wethou
der voor de kunstzaken, den heer E. Boek
man, den directeur van de N V. het Ne-
derlandsche tooneel den heer Cor van der
Lugt Melsert, en den administrateur van
den stadsschouwburg, den heer Bendien. Na
de begroeting begaf het gezelschap zich
naar den boven-foyer waar eenige curiosi
teiten, betrekking hebbend op de geschie
denis van den Stadsschouwburg, werden
bekeken. Te acht uur. toen het algemeen
.li avondtoilet gekleede publiek de zaal ge
vuld had. verscheen het Prinselijk paar in
de Koninklijke loge. Het publiek stond op
en zong lulde het door de muziek ingezet
te Wilhelmus mee. De Prinses droeg een
lange robe van blauwgrijze tule en had een
ruiker rose rozen ln de hand-
Toen rees het gordijn, en op het tooneel
stond de heer Bendien met Neerlands oud
ste actrice, mevr. MannBouwmeester, die
met een ovatie door het publiek ontvangen
werd. Zij heette de aanwezigen welkom
Vervolgens verscheen Hans van Meerten
voor het doek. gekleed als Amsterdamsch
burger uit de zeventiende eeuw. om het
gedicht te zeggen, dat Vondel in 1638 had
geschreven „Op den nieuwen schouw-
burgh". Hierna begon de eigenlijke voor
stelling met de opvoering van het vijfde
en laatste bedrijf van Vondel's ..Gijs-
breght van Aemstel", gespeeld in de décors
en de costuums van 1638 en volgens de
regie, aanwijzingen, zooals men deze in de
archieven heeft gevonden.
Vervolgens werd in achttiende eeuwsche
stijl en costuums het kluchtspel van Pieter
Langendljk opgevoerd: .De wiskunste
naars" of ,,'t Gevlugte juffertje", uitmun
tend was deze opvoering van luidruchtige,
kluchtige boertigheid in goed oud-Holland-
sche stijl.
Na de pauze werd meer dan een eeuw
overgeslagen en werd een een-acter van
Herman Heyermans opgevoerd, de drama
tische schets „Het kind", dateerend uit
1903. de glansperiode van ons naturalistisch
toonel- De avond eindigde met een één-
acter van Frans Mijnssen „Hun eerste
thuis".
U weet niet meer
wat U rooken wilt?
Naar mijn overtuiging
is Victor Hugo de beste.
4201
linger. Med.)
Na afloop van de voorstelling werd het
Prinselijk Paar, dat zich gedurende de
pauze ln de loge met verschillende auto
riteiten had onderhouden, uitgeleide ge
daan door den burgemeestêr en de overige
heeren, die bij de ontvangst aanwezig
waren.
SCHENKING AAN HET RIJKSMUSEUM.
Een der vrienden van het rijksmuseum
te Amsterdam, die onbekend wenscht te
blijven, heeft de verzameling van beeld
houwwerken verrijkt met een belangrijk
bronzen beeld, groot bijna 80 c.M„ afwis
selend genoemd werk van Adrlaen de
Vries 1156016271 of van Hubert Gerhard
(plm. 1545—1620).
Deze druppels voorkomen
vele verkoudheden, omdat zij de natuurlijke be
scherming in den neus, waar de meeste verkoud
heden ontstaan, versterken. Zoodra gij niest
doe vlug een paar druppels in ieder neusgat.
4370
(Ingez- MedJ
\rn
Ml 6 C
Na enkele dagen was de ééne broer in staat het dikke, La-
tij nsche woordenboek en drie jaargangen van de courant van
voor naai' achteren uit het hoofd op te zeggen. Tjonge, jonge,
hij had er zoo op zitten werken. Maar.... nu was hij er ook
zeker van te zullen winnen.
De andere broer had het gildewezen, waarover een heel dik
boek was geschreven, uit het hoofd geleerd. Alle wetten, die
d?"'iwr golden, kende hij uit het hoofd. Op deze manier, aldus
dacht hij, zou hij met de dochter van den koning over den
staat en over het rijk kunnen praten enden wedstrijd in
verstandig spreken winnen.
Bovendien had hij ook nog verstand van huishoudelijke II na eenige dagen zagen, kregen zij onmiddellijk ruzie. Beiden
zaken. Hij kon b.v. netjes borduren. Toen de twee broers elkaar 11 beweerden zij de meeste kans te hebben om de koningsdochter
tot vrouw te krijgen en zij verborgen hun verwachtingen niet.