H.GANDERSEN VICTOR HUGO LEIDSCH DAGBLAD - Derde BSad Vrijdag 2 December 1938 Dagbladreclame Minder Verkoudheden! Haw Dc fturwper ^KIN/T IMlETÏEREN^j Uitgaven voor de jeugd is niet te vervangen Derde eeuwfeest van Amsterdamschen Schouwburg herdacht Subliem 6 cents. VlCKS Va-tro-nol 3-3 „Gekortwiekt", door Co Kars - Uitg. „De Kern", Den Haag. Een der beste meisjesboeken die dit jaar ver- tfhenen zijn. Het doet af en toe aan de on volprezen Joop ter Heul-serie denken, geestig, vlot amusant, zonder ooit gedwongen te zijn. Het' Is in dagboekvorm geschreven, een vorm. die gevaarlijk k&n zijn, doch die hier alleen maar de leesbaarheid verhoogt. Margreet is het proto-type van Joop ter Heul, I nonchalant, opvliegend, akelig impulsief, maar I met een hart van goud. Ze bezit een degelijke, I «trouwde zuster, Gon. die haar hopeloos irri teert door haar volmaaktheid. De strubbelingen lubben de beide zusters zijn vermakelijk en 8ls Gon het Margreet weer eens te bar heeft I «maakt, verzucht ze tegen haar moeder: „Gon ojQuetteert altijd zoo met haar schitterende kwaliteiten, dat ik me volkomen nietswaardig voel en hoe langer hoe suffer ga doen". Margreet trekt met een troepje vriendinnen van het meest uiteenloopende soort na geslaagd eindexamen naar een zomeroptrekje: „The «unny corner" en het samenleven van de zoo verschillende karakters en de omgang met de tater in de buurt kampeerende jongens zijn bui tgewoon aardig en levenswaar beschreven. Teekenend voor dezen tijd is de nuchterheid, die in de meeste liefdeshistories der vriendinnen domineert. Wel wat al te simplistisch ziet de schrijfster de huwelijken van meisjes van zeer goede huize met jongens uit een klein-burgerlijk milieu. Van «nobisme behoeft geen sprake te zijn wanneer ètn meisje er tegen opziet te trouwen met den <oon uit een klein groentenwinkeltje. Daar zit meer aan vast dan alleen het overwinnen van standsbegrip en héél wat meer ook, en het lijkt 'me verkeerd dit te verdoezelen. Margreet en haar vriendinnen vinden ten slotte hun geluk en Margreets opstandige geest Tordt gekortwiekt. Het boek is in alle opzichten geslaagd en warm aan te bevelen. „Madeleen staat op den drempel" door A. WasOsinga. - uitg. Gebr. Kluitman, Alkmaar; illustr. Miep De Feyter. Dit is een boek, dat ik in handen van alle I opgroeiende meisjes zou wenschen, zoo heel nuver en mooi is het. Niet alleen, dat het uit muntend geschreven is, dat het boeit van begin ;ot eind, maar het brengt naar voren de die pere kern achter de dingen, waar het toch ten- lotte op aankomt en die in de tegenwoordige jeugdlectuur helaas doorgaans ver te zoeken is. Madeleen. het jonge onderwijzeresje, dat zich :oo heel veel ongemak getroosten moet om in I «n onbenullig gehucht aan boerenkinderen les I t« mogen geven en die er zich zoo kranig door heen slaat, is de hoofdpersoon. We leven met I fcaar mee als ze in de bedstee in de „mooie" I 'omer van juffrouw Prins wakker wordt en als door sneeuw en hagel naar het naburige I plaatsje moet trekken, waar de school ligt. Een dapper, klein ding is Madeleen, dat nooit klaagt to niet terugziet op vroeger, toen alles zoo an ders was, maar dat de tanden op elkaar zet en altijd de zonzijde zoekt. Het is eigenlijk een Mg getob, dat heele bestaantje van haar, met dehark van een juffrouw Prins, die haar geen I greint je gezelligheid bezorgt. Prachtig getee- I ï»nd is die vrouw met haar angstvallige zorg Ivoor haar boeltje en de toewijding, waarmee I j een bed kan afhalen. „Zoo heeft juffrouw I Prins vast nooit iets levends gestreeld" consta teert Madeleen terecht. Er zijn van die eenvoudige levenslessen in Idl: boek. die er als vanzelf in komen, zonder Iwnlge opzettelijkheid, en die altijd raak zijn. I Madeleen is een dot. een beetje verlegen, Inaar een en al toewijding, vol liefde voor elk lünd, ook het lastigste, maar toch kan ze geen lorde houden, ze is te zacht. I „Als ik ze maar alléén had," zucht ze. „met I elkaar zijn ze een macht, die me overwint. Er I njn er veel te veel. Je kunt ze immers toch niet I .(ven waar ze recht op hebben." Altijd ver- I Tacht Madeleen het wonder. Haar eenige steun I ln dit moeilijke bestaan is Jif, de hartelijke I Friezin, onderwijzeres als zij, die een oudere I "riendin voor haar wordt en haar in alles 1 helpt. I Je kunt je moeilijkheden aan", zeg Jif, „om- I cat je wilt. omdat je verder wilt komen en I vooral hooger. Tracht door alles heen Je zelf 1t« zijn. sterk en zuiver, en neem dapper op wat I tomen zal, ook de moeilijkheden," en Madeleen I cenkt„sterk, dat is meer een woord, dat bij I JU past dan bij mi), maar zuiver, d&t zal ik I probeeren". Is het niet fijn, als er zulke dingen I «ns in meisjesboeken gezegd worden en zou I dit misschien niet hier en daar een snaar aan- I oeren. die bij onze Jongeren maar al te zeer I verstopt ls onder oppervlakkigheden en een tè I «makkelijk leven? I Als Madeleen gouvernante wordt bij het I «rüge verwende dochtertje van een kunstschil- Her, gaat ze er vol illusies heen: dit is nu wat I te altijd gehoopt heeft, zich te mogen wijden I sin één kind, en ze fantaseert er lustig op 1over het arme, moederlooze meisje, dat haar I vol teederheld tegemoet zal komen en waar ze I sl haar liefde aan zal kunnen kwijt raken. Het I 'opt wel heel anders. Mieke is een lastpak, die I h een half jaar twee juffrouwen versleten I fteft, een „driftige spinnekop" zooals de dienst- I »de haar noemt en nu begint voor Madeleen I «n uiterst moeilijke periode van haar leven. Ze I heeft de grootste moeite met het kind en wordt I verder door de hulshoudster overladen met I allerlei werk, dat ze niet hoeft te doen. doch I «willig op zich neemt. Madeleen voelt: „Hier I wn ik alleen doorheen als ik het kind llef- I Wb, dan pas zal alles lukkenZe klaagt haar Ijood aan Jif: „Liefde is zoo'n groot woord, je |«nter wat huiverig voor", en Jif antwoordt: zijn niet bang voor groote woorden als «kleine begrippen dekken. We noemen immers jjes „geweldig", maar weet Je wat geweldig is? De zee de wijde hemel de aarde de I liefde God". Jif, die zoo sterk staat en toch zoo heelemaal vrouw is. Jif, die door „het "randende braambosch" is gegaan en er uit is «komen met klare oogen en een glans om zich been, die Mieke begrijpt en haar liefde wint. b een pracht-figuur. wat in dit boek zoo treft is. dat het, naast «wone. jonge menschen en gewone, jolige, •lotte gesprekken ook plaats Inruimt maar zoo subtiel en zonder opdringerig te zijn I het Hoogste. Dit brengt het op een hooger I b'feau dan de meeste meisjesboeken, hoe ge- «'Hg en knus en „eenig" ze ook mogen zijn. „Van twee kleine meisjes in Holland" door Aafje Fokker, illustr. Aafje Bruyn. Uitg. Van Gorcum en Comp N. V.,Assen. Ivrfn lx)ek voor ^ee^e kleintjes, aantrek- «Hjk omdat het nu eens een ander onderwerp «nandeld dan gewoonlijk: een paar kleine I die met de ouders uit Indië komen I -b intrekken bij een snoes van een Oma en hJ dll° tante- Alleraardigst is beschreven hoe I ÏJl tweetal kennis maakt met al de wonderen Holland. Elke dag ontdekken ze wat nieuws: dekens om onder te slapen, trams die inhi r^den- trappen die je af kunt rennen. ®Mens met draaiende wieken en de roltrap in warenhuis, waar je gewoon niet van weg JJbt komen en waar Je maar telkens weer mee I «r boven moet gaan. En het allerheerlijkste: i kchd r met sneeuw en en een brandende .Vervelende dingen zijn er natuurlijk ook wel ^Holland, als daar zijn wollen kriebclkousen. I d??r(vai} Je stiekum het. elastiek losmaakt, zoo- in de tram met palingbeenen zit en de öucteur je bij het uitstappen de elastieken I moei dragen. i tfïï ?indertoon is uitstekend volgehouden, de riekjes van de kleine meisjes zijn echt. de u "tles, natuurlijk. Kinderen zoo van 6 tot 9 I sullen dit boekje een heerlijk bezit vinden. „Hier Holland RaUlo" door W. N. van der Sluys. - Uitg. Gebr. Kluit man, Alkmaar. Als lk een Jongen was, wat zou ik dan van dit boek genieten, want het spreekt vrijwel van zelf. dat elke jongen zich voor radio interes seert en dat een boek als dit, vol authentieke gegevens en vol mooie foto's en teekeningen over de interne zijde van het r^dio-bedrfjf. een prachtig geschenk voor hen moet zijn. Van der Sluys heeft er slag van zijn gegevens te brengen in een voor jongens aantrekkeiyken vorm. zonder dorre geleerdheid, zoodat onge merkt al het wetenswaardige opgenomen en verwerkt wordt. Hij heeft zijn licht opgestoken bij de hoogste instanties, bij het hoofdbestuur van de P.T.T.. bij de K.L.M., Radio Holland. Radio Philips enz., enz. en dit omvangrijke materiaal in een allergezelligst lijvig boek samen gebracht. We volgen ln dit boek de ontwikkeling van de Radio, van de eerste proefnemingen van Marconi af tot de Televisie toe. Spannend zijn de reddingen op zee. gevolg van SOS-berichten. Grappige avonturen staan er ook in. zooals van den schipper, die Radio Médical oproept voor „buukpien" en door den dokter van advies wordt gediend. De radio-peildienst. wordt uitvoerig beschre ven. evenals de wijze waarop gesprekken met Indië tot stand komen. ..Een boek van nationale beteekenis en van groote opvoedkundige waarde" zegt het schut blad en we kunnen niet anders dan deze mee ning van harte onderschrijven. „1000 K.M. op een groene Jumbo" door W. N. van der Sluys. - Uitg. Gebr. Kluitman, Alkmaar. Alweer zoo'n aardig jongensboek, waarvoor Van der Sluys zijn stof geput heeft uit het spoorwezen in Nederland. Er zal wel geen jon gen zijn, die niet eens aspiraties voor treincon ducteur gekoesterd heeft en die geen belang stelling zal voelen voor dit bedrijf. Letterlijk alles wat een jongen op dit gebied kan Interes seeren. over locomotieven, wissels, seinen, rem men en tallooze onderwerpen meer, vindt hij in dit boek. De schrijver vertelt in zijn voorbericht, hoe hij mee heeft gereden op de voetplaat, van locomotieven, hoe hij lange gesprekken heeft gevoerd met stokers en machinisten en de in terne spoorwegaangelegenheden heeft bestu deerd op de bureaux der hoogste chefs. Daarna is hij. zoo toegerust, aan het schrijven gegaan en het resultaat werd dit prettig boek, waarin hij met onfeilbare intuïtie precies aan heeft gevoeld wat voor een jongen van belang zou kunnen zijn en hoe hij het moest vertellen. Aardig is het begin, waar Jan Waterman op zolder speelt met zijn electrische treinen. Hij heeft een groot emplacement met tallooze rails. „Het is zoo moeilijk", klaagt Jan, als hij twee treinen op elkaar heeft laten loopen, „ik moet op twee treinen tegelijk letten", en zoo gelei delijk komt dan de overgang naar „echte" trei nen en al wat er vastzit aan het goed laten loopen en functionneeren van tallooze treinen. Een buurmuan, ingenieur bij de spoorwegen, neemt hem mee en hij heeft het voorrecht onder i deskundige leiding alles te mogen meemaken en zien wat er op dit gebied mee te maken en te zien valt. Een bijzonder geslaagd jongensboek, dat met tallooze foto's en teekeningen verlucht is. „Drie Jongens op Avontuur" door ir. J. P. Valkema Blouw - Uitg. „De Tijdstroom", Lochem. Ir. Valkema Blouw kent jongens op zijn duimpje en weet precies wat ze noodig hebben en ook in dit boek geeft hij hun weer een flinke dosis spannende avonturen. Jan Buys, Willem ten Oever en de wat ver wijfde. opdringerige Geert de Landas kalefa teren een oude. verweerde schuit, „De Zwaluw", op en zullen er in de vacantie met een ouden zeerob, Jacob de Bruin, een dag op uit gaan, zee in. Geert snijdt geweldig op over „het Jacht van een van mijn vrienden" en koopt op de pof een witte broek en een kleurig zeiljasje. Ze varen uit en natuurlijk wordt Geert prompt zee ziek en natuurlijk krijgen ze storm en verkeeren ze in gevaar. Ze zwerven stuurloos rond. tot ze opgepikt worden door een boot. die regelrecht doorgaat naar Spanje en die ammunitie voor de Roode troepen aan boord blijkt te hebben. Het is een onguur troepje, die bemanning en het schip is vuil en vervallen. Bij Spanje worden ze aangehouden door Franco's troepen, de boot zal getorpedeerd moe ten worden. De bemanning krijgt gelegenheid tijdig van boord te gaan, doch de sloepen zijn vol. voor het viertal Hollanders is geen plaats meer. „De Zwaluw", die meegesleept ls. biedt uitkomst en daarmee bereiken ze den wal. Al vindt Geert het een heerlijke ..natuurstaet", de anderen vervelen zich gruwelijk en tenslotte gaan ze als helpers mee met een veetransport naar het centrum van het land. Ze worden echter gearresteerd en opgesloten in een oude bergvesting uit den tijd van de Mooren. Met moeite breken ze uit, vluchten met een oud vliegtuig, dat Geert besturen kan en belanden ergens in Afrika. Het zou te ver voeren en ook te veel van de verrassing wegnemen als ik hier verder vertelde, welke spannende avonturen het viertal beleeft, en waarvan de ontmoeting met een geheim- zinnigen kluizenaar, het vinden van verborgen schatten en een door gieren belaagde begraaf plaats nog maar een deel zijn. Jongens zullen stellig dit boek ademloos verslinden. De aardige illustraties zijn van Jaap Veenen- daal. „Bij nader inzien" door A. M. NacheniusRoegholt, illustr. van H. Borrebach - Uitg. Gebr. Kluit man. Alkmaar. Paula. jur. stud., het idealistje met het ma donnakopje, is natuurlijk een makkelijke prooi voor den interessanten, artistiekerigen Henri Durbot, afstammeling, zooals hij beweert, van graaf d'Urbot, op wien hij sprekend moet lijken. Dat Henri op Paula parasiteert, dat hij haar van haar werk houdt en schuld is, dat ze zakt voor een tentamen, merkt ze niet; ze spint een waas van romantiek om hem heen, idealiseert hem geweldig en ziet hem, zooals ze hem wil zien. Henri is een grenzenloos prul, hij schildert zeer matig en heeft niets in zich van al het moois dat zij hem toedicht. Een goed contrast met hem vormt Hans. de ingenieur op haar vaders fabriek, die Paula ge knipt vindt voor haar oudere zuster Anneke. Paula vindt het best. dat Anneke zich zoo vol komen thuis voelt, in het provinciestadje, waar ze van haar Jeugd af gewoond hebben, maar zij wil weg uit dat benepen milieu, zij wil in een wereldstad wonen, zij wil echt leven! Het aanzoek van Hans valt dan ook niet in goede aarde, integendeel, ze snauwt hem woedend af. Het aandringen van Hans. het zeuren, als ze definitief „neen" heeft gezegd, is fout en zijn boosheid als hij merkt, dat er een ander is. is misplaatst. Paula's vader ls wat preekerlg en de drukte over het mislukte tentamen, dat ze na vier maanden mag overdoen, wat overdreven. Daarentegen zyn Barend, dc jolige goeierd, en zijn zuster Conie, die vanzelfsprekend als moeder ziek wordt eigen illusies opgeeft, om het drukke huishouden te besturen, goed gc- tcekend. De genezine van Paula komt, Ms ze Henri terugziet in haar eigen stadje. Hij komt daar kampecren in een fantastisch kamneercostuum met een even mal uitgedost vriendinnetje, vol j verf en poeder, en in do zuivere omgeving van naar ouderlijk huis valt hun gemaaktheid en onnatuur dubbel op. Oneens vindt ze hem net een etalagepop en natuurlijk is dat de dood voor haar vermeende liefde. Do onthulling over zijn niet adellijke afkomst is heel amusant en alle kleinheid van haar geïdcalisrerdrn held lcomt wel ten volle uit. als ze ontdekt, „dat. Henri het aanmatigende, middelmatige zoontje is van een vader, die hard werkte en voor zijn zoon trachtte een carrière te banen, die h\j zichzelf had moeten ontzeggen. En die zoon ge neerde zich voor zijn afkomst 1" Paula geeft de studie op en gaat de huis houding doen bij tante Annie, die brommig is en jicht heeft, en vervolgens trekt ze naar België in een gezin met. lastige Jongens. Het is een goede leerschool en geleidelijk ontwaakt de echte liefde en brengt kleine Henkie, Paula en Hans tot elkaar. „Meisjes van onzen tijd" door T. Jager—Meursing - Uitg. Gebr. Kluitman. Alkmaar. Illustr. Hans Borrebach. Wat me steeds weer verwondert is. hoe schrijf sters het aanleggen om zulke absoluut tegen strijdige karakters bjj elkaar te brengen, liefst in een beperkte ruimte, zonder dat daar hoog- loopende ruzie en voortdurende botsingen het gevolg van zijn. Mevrouw de JagerMeursing brengt in een klein buitenhuis aan de Loosdrechtsche Plassen en aan boord van een zeiljachtje wel drie van de meest uiteenloopende meisjes-typen bij el kaar. Hemme. de eigenares van huis en jacht, is de sterke, resolute, het kind van lucht en water, dat zeilt als de beste, alleen in haar huisje woont met 2 revolvers ter verdediging cn dat eigenlijk een akelige egoïste ls. Verder zijn er Tilly, de droomster, de weifelende, en last not least. Ena. een en al onnatuur, het kind, dat eeuwig met haar moeder van hotel naar hotel, van land naar land trekt, dat alleen denkt aan uiterlijkheden en dat zeilt met ge lakte nagels en de poederdoos altijd bij de hand. In werkelijkheid zou een dergelijk stel vriendin nen ondenkbaar zijn en Tilly en Ena wel de laatsten, die een stevige zus als Hemme zouden uitkiezen voor een zeiltocht. Maar. afgescheiden van deze onwaarschijn lijkheid. is de rest van het boek prettig om te lezen en zijn de verdere verwikkelingen en ont knoopingen logisch en doordacht. Het boek staat wel in mineur, alle er in voorkomende gezinnen zijn slachtoffers van de malaise. Henk, Tilly's vriend, is mr. in de rech ten. doch wordt taxi-chauffeur, omdat hij an ders niet aan den slag kan komen; Tilly's vader wordt arm en het gezin verhuist van het paleis achtige huis naar een benepen woning en Ena wordt, ook al door financieele omstandigheden, gedwongen een baantje aan te nemen als stewardess bij de luchtvaart. Hemme maakt haar boot productief door zich des zomers met haar jachtje te verhuren voor tochtjes, waarbij ze zelf als kapiteine fungeert. Ena de cynische belandt toch eindelijk in veilige haven. Hemme. die eigenlijk een pedant is, waanwijs en zeer egoïst, zich verheven voe lend boven haar lichtzinniger of oppervlakkiger vriendinnen, komt eerst tot ontwaken als ze kennis maakt met Hilde, haar nieuwe buurtje, de van haar jeugd af verlamde, rijk door haar groote hart. Door het geregeld omgaan met haar leert Hemme de dingen anders zien. leert ze zich opofferen en toewijden. Hilde is een schat, die door haar lange lijden een fijnheid van aanvoelen en een filosofische wereldbe schouwing heeft verkregen, die verkwikkend aandoen. Hilde's halfbroer Peter is degene, die de laatste muren van hardheid om Hemme's hart doet instorten en het prachtige heengaan van Hilde is alleen al het lezen van dit boek ten volle waard. PRINSELIJK PAAR AANWEZIG. De feestelijke voorstelling, waarmede gisteravond het derde eeuwfeest van den Amsterdamschen Stadsschouwburg ls her dacht, heeft bijzonderen luister gekregen door de tegenwoordigheid van Prinses Ju liana en Prins Bernhard, die tot het einde toe de voorstelling hebben bijgewoond. De vorstelijke personen werden begroet door burgemeester dr. W. de Vlugt. den wethou der voor de kunstzaken, den heer E. Boek man, den directeur van de N V. het Ne- derlandsche tooneel den heer Cor van der Lugt Melsert, en den administrateur van den stadsschouwburg, den heer Bendien. Na de begroeting begaf het gezelschap zich naar den boven-foyer waar eenige curiosi teiten, betrekking hebbend op de geschie denis van den Stadsschouwburg, werden bekeken. Te acht uur. toen het algemeen .li avondtoilet gekleede publiek de zaal ge vuld had. verscheen het Prinselijk paar in de Koninklijke loge. Het publiek stond op en zong lulde het door de muziek ingezet te Wilhelmus mee. De Prinses droeg een lange robe van blauwgrijze tule en had een ruiker rose rozen ln de hand- Toen rees het gordijn, en op het tooneel stond de heer Bendien met Neerlands oud ste actrice, mevr. MannBouwmeester, die met een ovatie door het publiek ontvangen werd. Zij heette de aanwezigen welkom Vervolgens verscheen Hans van Meerten voor het doek. gekleed als Amsterdamsch burger uit de zeventiende eeuw. om het gedicht te zeggen, dat Vondel in 1638 had geschreven „Op den nieuwen schouw- burgh". Hierna begon de eigenlijke voor stelling met de opvoering van het vijfde en laatste bedrijf van Vondel's ..Gijs- breght van Aemstel", gespeeld in de décors en de costuums van 1638 en volgens de regie, aanwijzingen, zooals men deze in de archieven heeft gevonden. Vervolgens werd in achttiende eeuwsche stijl en costuums het kluchtspel van Pieter Langendljk opgevoerd: .De wiskunste naars" of ,,'t Gevlugte juffertje", uitmun tend was deze opvoering van luidruchtige, kluchtige boertigheid in goed oud-Holland- sche stijl. Na de pauze werd meer dan een eeuw overgeslagen en werd een een-acter van Herman Heyermans opgevoerd, de drama tische schets „Het kind", dateerend uit 1903. de glansperiode van ons naturalistisch toonel- De avond eindigde met een één- acter van Frans Mijnssen „Hun eerste thuis". U weet niet meer wat U rooken wilt? Naar mijn overtuiging is Victor Hugo de beste. 4201 linger. Med.) Na afloop van de voorstelling werd het Prinselijk Paar, dat zich gedurende de pauze ln de loge met verschillende auto riteiten had onderhouden, uitgeleide ge daan door den burgemeestêr en de overige heeren, die bij de ontvangst aanwezig waren. SCHENKING AAN HET RIJKSMUSEUM. Een der vrienden van het rijksmuseum te Amsterdam, die onbekend wenscht te blijven, heeft de verzameling van beeld houwwerken verrijkt met een belangrijk bronzen beeld, groot bijna 80 c.M„ afwis selend genoemd werk van Adrlaen de Vries 1156016271 of van Hubert Gerhard (plm. 1545—1620). Deze druppels voorkomen vele verkoudheden, omdat zij de natuurlijke be scherming in den neus, waar de meeste verkoud heden ontstaan, versterken. Zoodra gij niest doe vlug een paar druppels in ieder neusgat. 4370 (Ingez- MedJ \rn Ml 6 C Na enkele dagen was de ééne broer in staat het dikke, La- tij nsche woordenboek en drie jaargangen van de courant van voor naai' achteren uit het hoofd op te zeggen. Tjonge, jonge, hij had er zoo op zitten werken. Maar.... nu was hij er ook zeker van te zullen winnen. De andere broer had het gildewezen, waarover een heel dik boek was geschreven, uit het hoofd geleerd. Alle wetten, die d?"'iwr golden, kende hij uit het hoofd. Op deze manier, aldus dacht hij, zou hij met de dochter van den koning over den staat en over het rijk kunnen praten enden wedstrijd in verstandig spreken winnen. Bovendien had hij ook nog verstand van huishoudelijke II na eenige dagen zagen, kregen zij onmiddellijk ruzie. Beiden zaken. Hij kon b.v. netjes borduren. Toen de twee broers elkaar 11 beweerden zij de meeste kans te hebben om de koningsdochter tot vrouw te krijgen en zij verborgen hun verwachtingen niet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 11