Grensbewaking - De moordaanslag in den Haag- Versiering Amsterdam
79 ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
noodlottige
terugkeer
ZC Weer opll'eld en voor
DE VERSTERKING VAN DE GRENSBEWAKING
in verband met de Joodsche vluchtelingen. De grensbewaking bij Drielandenpunt te Vaals. V.l.n.r. twee Hollanders,
een Beier, een Duitscher, een Belg, een Duitscher en twee Hollanders.
DE SOLDA
TEN VAN DE
ACHTSTE IN-
KA NTEK1E-
DR1GADE,
die Maandag in
Amsterdam bij
de komst van
koning Leopold
voor de afzet
ting zullen zor
gen, zijn groo-
tendeels recru-
ten. Vandaar
dat er in de af-
geloopen da
gen naarstig
Presenteert
geweer" ge
oefend werd.
BIJ DE IN AANBOUW ZIJNDE KAZERNES VOOR HET TWEEDE ESCADRON PANTSERWAGENS TE AMERS
FOORT, HEEFT MEN OOK EEN OEFENBAAN AANGELEGD VOOR DE PANTSERWAGENS. ENKELE
WAGENS IN DE BOCHT.
I IE SCBAGERSBERG BIJ SCIIAGEN vond een echt ouderwetseh
I boelhuis plaats. Tot den inboedel behoorde een ruim 100 jaar oude sjees
die voor een hoogen prijs werd verkocht
DE MOORDAANSLAG IN DE ZEESTRAAT IN DEN HAAG.
DE POLITIE DOET OP DE PLAATS VAN DEN
AANSLAG OPMETINGEN.
VOOR CATHERINEDAG TE PARIJS,
welke elk jaar op 25 November wordt gehouden. Bijzondere
hoofddeksels.
HET PROEFBRANDEN VAN DE VERLICHTING,
aangebracht ter gelegenheid van het Bezoek van koning Leopold op
het midden-Damterrein te Amsterdam.
Door LESLIE FORD.
Vertaald door PAULINE FELLINGA.
je zweeg zóó lang dat ik dacht dat ze
was' !k raakte haar slaplig-
,e hand aan. Ze omklemde plotseling
vingers.
thtl.üam Jim's sleutels en ging moeder's
rdeur uit. ik was een beetje bang. Ik
j n verschrikkelijke lafaard, maar lk
een lantaarn. Ik keek rond naar
.,J®nrt wapen. Ik zag Jim's grooten
versleutel op het gras liggen. Ik raapte
lilenr en ging naar de £ara£e- Ik deed de
- "z opep en ik hoorde den motor."
r gezicht vertrok pijnlijk.
'dacht dat het Andy was. Ik liep om,
«jroote deuren open en ging naar
"fijnen zag ik, dat het Sandra was.
wide haar pols. Ik wist dat ze dood
[T.ze had Rosemary's blauwe Moe-
Eiwt 'land geklemd. Ik rukte ze er
i .den motor af en holde weg. Toen
ïA denken."
denken?" vroeg kolonel Primrose
h?;'an alles. Hoe eenvoudig zooiets ten-
was en waar Andy kon zijn."
„Wat deed u toen?" vroeg de kolonel
weer, zoo zacht en dringend, alsof hij sprak
tegen Iemand onder hypnose
„Ik sloot de deuren zooals ze geweest
waren en lk ging weg."
Ze wrong haar vingers in wanhoop.
„Ik ging naar moeder en vertelde het
haar. We kwamen samen terug. Ze veegde
het handvat van den schroefsleutel af
lk had hem op de treeplank laten liggen
en legde hem op den grond. We zetten den
motor weer aan. sloten de garage en gin
gen naar huls. Ik dacht dat ze naar bed
ging, maar toen ging ze Grace halen."
Kolonel Primrose keek haar een oogen-
blik zwijgend aan.
„En u dacht natuurlijk, dat Andy haar
gedood had?"
„O, lk weet het niet. Al wat lk wist was,
dat ze dood was en het kon me niet
schelen. Ik was bijna blij!"
„Ja. En om twaalf uur, toen u gewacht
had op Andy en hij niet gekomen was en
u naar hem was gaan zoeken?"
Ik moet zeggen dat hij tegen haar veel
zachter was dan tegen Iemand anders.
Ze keek hem aan alsof hij het tweede ge
zicht had
„Ik ik kon het niet helpen. Ik wou niet
zoo afschuwelijk zijn. Ik lk dacht dat ze
weg was; lk wist niet dat ze terugkwam.
Ik kon het niet uitstaan, te hooren dat ze
tegen hem zei hoe afschuwelijk het moest
zijn om met mij getrouwd te zijn en hoe
prachtig hij zich er onder hield en moeder
kon me niet tegen houden. O, ik wou niet,
dat ze hem van me af nam!"
Ze gooide zich hevig snikkend in de
kussens.
„Ik won het niet! Ik hou van hem! O,
Andy, kom coch terug!"
Ik zag kolonel Primrose aan, feitelijk
even vernietigd als Lucy Lee, maar om een
heel andere reden. Ik had vreeselijk mede
lijden met haar, maar lk was nog meer van
streek omdat de alibi's van haar man en
haar moeder opeens ln het niet verdwenen
waren.
„En Hawkins?"
Ze was nu kalmer toen ze antwoordde.
„Hawkins? Hij kwam niet beneden. Hij
deed alleen het raam open en zei;
„Miss Lucy, het past niet voor een dame
om te vechten met een duivelin." Hij zal
wel gelijk gehad hebben."
Kort daarna gingen we weg, om tegen
kleine Andy op te loopen, die, met een
weekend koffertje ln zijn hand, van zijn
grootmoeder naar het huisje kwam stap
pen.
„Ga Je op reis, vriendje?" vroeg kolonel
Primrose.
„Ik ga naar New York met pappie, als
hij nog niet weg is," zei kleine Andy dap
per. HIJ nam de treden met zijn korte dikke
beentjes, slepend met het koffertje.
„Dus hij is weg," zei kolonel Primrose.
„Dat kon je verwachten. Dat is tegenwoor
dig de kwaal van de jongelui. Ze ontloopen
de moeilijkheden, vrees lk."
Ik ergerde me een beetje. „U denkt er
zeker maar liever niet aan, dat uw genera
tie die futlooze slappelingen heeft gepro
duceerd," zei ik. „Kijk nu eens naar kleine
Andy Thorp. Waarom hebben jullie geen
lui geproduceerd zooals hij?"
Kolonel Primrose grinnikte.
„Hij is wat wij waren. De school van de
harde tikken."
„Hij zal zijn kinderen vertroetelen en er
over klagen dat ze slappelingen zijn,"
zei ik.
„Misschien. Nu moeten we Hawkins spre
ken. Ik had moeten weten dat hij niet de
waarheid sprak. De manier, waarop hij
feitelijk Jim Gould van moord beschul
digde, bracht me niet op het Idee, dat hij
zou liegen om Lucy Lee te beschermen."
Hawkins was ln de provisiekamer aan
het afwasschen, zijn bijbel naast hem.
Hij kwam ln de keuken met opgeheven
hoofd, meer de herder van zijn kudde dan
de butler van de Goulds.
„Mts. Allee ligt op bed. De Heere heeft
ze neergeslagen!"
„Toch niet mrs. Allee?"
Ik schrok ontzettend.
„Nee, nee! Nee, nee! De verleidster uit
Egypte. Farao's dochter."
Wat vermoedelijk Sandra moest voor
stellen. Maar waarschijnlijk school er niet
veel zin in wat hij zei.
..Hawkins," zei kolonel Primrose, „ik heb
gehoord dat het miss Lucy Lee was, die
je zag twisten met de jongste mrs. Gould."
De oude neger schudde zijn hoofd. „Dat
heriner lk me niet, meneer. Ik heb zeker
geslapen."
„Heb je miss Lucy Lee niet gezien, om
half een?"
„Nee. meneer. Ik heb niemand gezien,
kolonel."
„En mrs. Potter, de vrouw van dr Pot
ter? Heb je haar kort geleden gezien?"
„Nee. meneer. Dat kan ik niet zeggen,
kolonel."
„Ik bedoel vanmorgen, Hawkins."
..O, vanochtend heb ik d'r gezien. Ja,
meneer. Ik zag d'r zoo duidelijk vanoch
tend, dat ik d'r akelig van werd."
„En heb je haar niet Zaterdagnacht
gezien?"
Hawkins schudde zijn oude hoofd.
„Ik wist geenszins dat ze uit kon. Ik
dacht dat ze allang ziek was."
We gingen terug.
„Het geeft niets, lets uit Hawkins te wil
len halen dat hij niet zeggen wil." zei lk.
„Dat zal wel," zei kolonel Primrose af
wezig. We liepen door.
..Hoe denkt u dat de schroefsleutel hier
gekomen is?" vroeg hij, stil houdend.
„Waar?" vroeg ik.
Het was volkomen donker. Ik kon geen
spoor zien van een schroefsleutel, die er
drie dagen geleden gelegen had.
„Lucy Lee zei, dat ze hem had opgeraapt
van den grond op weg naar de garage.
Buck vond den volgenden morgen een
roodbruine plek op het gras, zoowat hier.
Of had ik dat niet gezegd?"
„Neen," zei ik. „Maar trek u er niets van
aan. Ik weet zeker, dat het maar één van
de dingen Is, die u niet gezegd hebt."
Hij grinnikte.
„Wat met het oog op uw openhartige,
edelmoedige hulp in kwesties zooals het
zelfmoord-briefje, de bloemen en de klok
zker erg laag van me ls. Wel, zoo is het
leven. mrs. Latham."
„Dat zal wel," zei ik.
„Niettemin heeft Buck een bloedvlek ge
vonden op het gras hier in de buurt. Zon
dagochtend."
Ik zag hem naar me turen in het donker.
„Houdt u het er voor dat ze hier neer
geslagen is en naar de garage gesleept,
mrs. Latham?"
„Ik heb heelemaal geen meening. kolonel
Primrose. Ik zou het niet weten."
„Het zou beteekenen. dat ze een heel
eind gedragen of gesleept is."
(Nadruk verboden).
CWordt vervolgd).