VANGE SALTS ij hei bezoek van Koning Leopold III Ons Kort Verhaal Het telegram IE!DS(H DAGBLAD - Derde Bled Zaterdag 19 November 1938 Een vorst, die van de natuur en het vrije buiten houdt De Belgische politiek en de politiek des Konings GRIJP DIE RHEUMAÏIEK VAK TWEE KANTEN AAS DOOR „DUBBELE WERKING" (Van onzen correspondent), In den somberen herfstmiddag loop ik te Brussel door de smalle oude Bre- deroodestraat langs den Paleismuur naar boven toe en laat me door een der defileerende schildwachten den weg wijzen naar het Kabinet des Ko nings. De heer Weymans, attaché van den Koning, is zoo vriendelijk geweest mij een onderhoud toe te staan. Ik loop over de Place du Tróne, beheerscht door het trotsche ruiterstandbeeld van Koning Leopold II, den vorst die aan Koning I.copoJd LU. België zijn koloniale rijk gaf en aan zijn naamgenoot Leopold m de liefde toor de tropen. Aan de overzijde, in het drukke zakencentrum van de Porte de Namur, gaan reeds de eerste licht jes aan. In dit eenigszins sombere Pa leis, gedeeltelijk ingesloten door de huizen der oude stad, liggen de werk kamers van den Koning, doch de vorst die bovenal van de natuur en het vrije buiten houdt, woont met zijn drie kln- I deren in het riante Laeken met zijn [uitgestrekte tuinen en fraaie bloemen- I Kassen. Een vorst van wien veel geëischt wordt. Het Brusselsch Paleis is aan den arbeid tewijd. Hier ontvangt Koning Leopold zijn "ledewerkers, leest zijn post, geeft audiën- aan ministers en diplomaten, teekent J: r. besluiten. Het Belgische Yolk elscht l' el van zijn vorst. Hij moet tegelijkertijd lieer dicht bij hen zijn en toch „grand eieneur" blijven. Daarom is het Paleis te Brussel geen hermetisch afgesloten burcht heeft men hier in de stad herhaalde- 1 k gelegenheid den vorst te zien, hetzij de Kamers van Ambachten en Neringen, bij een bloemententoonstelling op den Heysel, bij de opening van een vakschool. Daarnaast heeft de vorst zijn taak in de politiek. De Belgische constitutie laat haar koningen zooveel vrijheid dat zij zich, als zij krachtige persoonlijkheden zijn. in het Belgische openbare leven kunnen doen gelden zonder de wet te overtreden. En deze jonge vorst speelt hier ongetwijfeld reeds een zeer groote rol. Romans worden naar het leven geschreven. Wanneer wij in Nederland aan den Bel gischen koning denken, zien wij hem al lereerst in een andere gedaante. Wij zijn geneigd zijn figuur met een zekere roman tiek te omkleeden: den langen slanken prins met het golvend blonde haar die zijn fee, de stralende prinses, uit het verre Noorden haalde. Maar romans worden naar het leven geschreven, dat dikwijls als een grillige theaterdirecteur onder zijn pro gramma „Wijzigingen voorbehouden" zet en van die bevoegdheid een ruim gebruik maakt Deze koningszoon heeft in zijn leven twee extra leermeesters gehad die in het leerplan niet voorzien waren: oorlog en dood. Wat moet er in een jongen van dertien jaar omgaan die zijn vader voor het Parlement met bewogen stem hoort uiteenzetten dat aanneming van het Duit- sche ultimatum oneervol zou zijn en België tot den oorlog moet besluiten. De heroïek van den krijg spreekt dan misschien nog het sterkst. De prins wilde meedoen, van de kinderkamer naar het slagveld. Einde lijk, na herhaald aandringen geeft Koning Albert toe en op 5 April. 1915 neemt Prins Leopold als jongste soldaat in het Belgi sche leger dienst. Hij is dan veertien Jaar. Maar hij leidt er niet het leven van een verwend koningszoontje. En de heer Wey mans vertelt mij dat Prins Leopold, ais zijn compagnie de wacht had, eveneens de loopgraven in moest. Zes maanden duurt dit harde leven, dan wordt de Prins naar Eton gestuurd, waar hij tot December 1919 verbleef. Maar in de vacanties bezoekt hij zijn ouders aan het Front en neemt deel aan de oefeningen van zijn regiment. Wanneer de Prins in 1930 tot de Militaire School wordt toegelaten, spreekt Koning Albert een rede uit. waarin hij zegt: De militaire plicht is de eerste burgerplicht en mijn voorgangers en ik zijn er steeds van overtuigd geweest dat België een goed en sterk leger moet hebben. Die vaderlijke belangstelling heeft Koning Leopold ge- erfd: ook hij heeft steeds groote aandacht voor alles wat het leger betreft. Men weet hoe met de gedenkwaardige rede van 14 October 1936 die de vorst eerst voor zijn Ministerraad, later voor zijn volk uitsprak, de militaire politiek van België een wijzi ging onderging en mede dank zij het per soonlijk ingrijpen van Koning Leopold bracht het land de offers om de defensie aan de gewijzigde internationale omstan digheden te kunnen aanpassen. Naast het leger gaat de groote belang stelling van den vorst naar België's kolo niale rijk uit. In 1925 heeft de eerste reis naar den Congo plaats. Ongetwijfeld heb ben de ambtenaren een degelijk reisplan J de opening van een automobielten Ji («instelling, bij het tienjarig bestaan van voor den prins opgesteld. Maar deze houdt niet van vaste programma's en volgt zijn eigen reisroute. In tien dagen trekt hij dwars door de Afrikaansche wildernis, door de oerwouden tot in het land der Pyg meeën. De prins ontziet zich niet bij zijn thuiskomst kritiek uit te oefenen op de sanitaire toestanden, op de opleiding der inlanders, enz. Later volgen zijn reizen met Prinses Astrid. De Prins en Prinses begeven zich in 1928/29 voor zes maanden naar Nederlandsch-Indië. Ik herinner u aan het prachtige werk dat de huidige Ko ning over deze reis naar den Indischen Archipel heeft gepubliceerd en waarin hij zich als een uitstekend fotograaf heeft doen kennen. Evenals op zijn reis naar den Congo heeft de vorst hier geen vermoeienis geschuwd Wij vinden er foto's genomen op den top van de Goenoeng Api op de Molukken, het maagdelijk woud in het landderToradjah's op Celebes, een bivak in het oerwoud van Bonieo. Dajakkrijgers, Balineesche danse ressen. Javaansche landbouwers, Papoea's van Nieuw Guinea, een boomvarenwoud bij Siboga, de luchtwortels van den vijgen boom, de oesterbanken van de Aroe-Ar- chipel, thee- en rubberplantages, alles trekt langs ons om te getuigen van de be langstelling van dezen aandachtigen rei ziger. En de vorst meent dit werk niet aan de openbaarheid te mogen prijsgeven zon der er deze hulde te brengen aan Neder land: Het Nederlandsche volk, door een ervaring van drie eeuwen voorgelicht, wist methodische en wetenschappelijke koloni satie te doen gepaard gaan met bezorgd heid voor het welzijn van de inheemsehe bevolking. Zoo heeft het een ontzaglijke taak volbracht die tot voorbeeld strekt en de belangstelling gaande houdt van ieder die zich wijdt aan de bestudeering van de koloniale vraagstukken." Dan volgt in 1930 de geboorte van Prins Boudewijn en 's Konings attaché vertelt me dat de schoonvader van Ko ning Leopold, Prins Karei van Zweden, een afstammeling is van onzen Koning Willem I .Via zijn Zweedschen groot vader is dus de huidige kroonprins aan het Nederlandsche vorstenhuis gepa renteerd. Eenigen tijd daarna vervolgen Prins en Prinses hun reizen naar de tropen en in 1933 gaat de Prins, vergezeld door zijn ge malin, nog eens naar den Belgischen Congo om er een vergelijkende studie te maken tusschen de Belgische kolonie en die der andere koloniale mogendheden. Een officieel rapport brengt de Koning daarover aan den Belgischen Sanaat, een rapport dat met zijn soms scherpen kri tiek hier niet nalaat indruk te maken. Koloniaal expert. De Koning komt dus naar Nederland als koloniaal expert, wat zeker van belang is nu het koloniale probleem zoo in het mid delpunt der belangstelling staat. Wat de buitenlandache politiek betreft, het is bekend dat de wijze waarop België thans die politiek voert, de po litiek des konings genoemd wordt. Wel een bewijs hoe de vorst zijn stempel op het buitenlandsch beleid van dit land beeft gedrukt. Ik herinnerde u reeds aan de rede van den Koning van 14 Octo ber, 1936 die een nieuwe aera in Bel gië's internationale politiek inieiddeL Doel van België''s müitaire en buiten- landsche politiek zou voortaan zijn het verwijderen van den oorlog van Belgisch grondgebied. ,,De politiek, aldus de vorst, moet er vastbesloten op gericht zijn ons buiten de conflicten van onze buren te houd-en; zij beant woordt aan ons nationaal ideaal. Zij kan doorgevoerd worden dank zij een rede lijke militaire en financieele inspan ning en zij zal de instemming verwer ven van de Belgen die boven alles hartstochtelijk naar den vrede hun keren". Holland als voorbeeld. Nu in 1936. tijdens de September-dagen, wel gebleken is hoe de toen ingeluide poli tiek België althans een kans gaf aan een eventueel internationaal conflict te ont snappen. nu 9/10 van de bevolking den koning en zijn Minister van Bultenlandscne Zaken voor die politiek hulde heeft ge bracht, nu lijkt zij voor een klein land als België zoo vanzelfsprekend. Maar in 1936 had de koning grooten tegenstand te over winnen. Vandaar deze gedenkwaardige woorden in zijn rede van 14 October 1936: Dat zit die twijfelen aan de mogelijkheid van een dergelijke buitenlandsche politiek, het fiere en vastbesloten voorbeeld van Holland en Zwitserland overwegen". Hier komt dus reeds uit welke landen den ko ning bij zijn politiek tot voorbeeld strekten. Streven naar samenwerking. Herhaaldelijk heb ik in deze kolommen gewag gemaakt van redevoeringen van Belgische staatslieden en van artikelen in de Belgische pers, waaruit blijkt hoe men hier deu laatsten tijd meer en meer aan sluiting bii den Hollandschen buurman zoekt. Na München zijn die stemmen nog luider geworden. Zelfs in bepaalde natio nalistische kringen begint men in te zien dat het liebaugeln" met groote machten voor de kleinen gevaren met zich meebrengt. München heeft hun geleerd dat de belan gen der kleinen niet altijd identiek zijn aan die der grooten. Dan liever „twee kleinen die samen één groote maken". Som mige Vlaamsche Katholieken en nationa listen gaan zelfs zoover dat zij een nauwe militaire samenwerking bepleiten al weet men ook hoe Nederland daar over denkt. Het samentrekken van de mensche- lijke strijdkrachten op de bedreigde gren zen zou volgens hen het beste middel zijn om buiten een eventueel Europeesch con flict te blijven. Met een front van 15 mil- lioen menschen kan zelfs geen groote macht spotten. Het verlangen van beide landen wier vol. ken zooveel gemeen hebben, om in goede en hartelijke betrekking met elkander te leven, zal het gemakkelijker maken ook voor de economische vraagstukken die nog om oplossing vragen, een bevredigende regeling te vinden. Dank zij het initiatief van de Nederlandsche Kamer van Koop handel te Brussel hebben we sinds April 1.1. een permanente Nederlandsch-Belglseh- Luxemburgsche economische Commissie. Zij bestaat uit voorname zakenlieden uit deze drie landen die door geregeld onderling contact de officieele lichamen in hun moei lijke taak trachten bij te staan. Op agra risch terrein heeft de Commissie, naar de Belgische oud-minister van Isacker. hoofd van de Belgische afdeeling der Commissie dezer dagen mededeelde, reeds nuttig werk gedaan. En daar men inziet dat de hevige concurrentie, die Rotterdam en Antwerpen elkaar aandoen, voor beide havens zeer schadelijk is, hoopt de Commissie thans aan een studie van het havenprobleem te be ginnen. De regeeringen van beide landen volgen de werkzaamheden dezer Commis- Vange Salts heeft door zijn dubbele wer king rheumatieklijders nieuwe mogelijk heden gegeven ter verdrijving hunner pijnen. Dit nieuwe zout verdrijft niet alleen door een krachtig aansporende werking urine zuur en andere schadelijke stoffen uit het lichaam, het zorgt er door zijn alkalische bestanddeelen en hierop berust de „dub bele werking" tevens voor, dat geen sto ring bij den doorgang der voedselresten door het lichaam zal optreden. Hierdoor wordt het gisten en opnieuw ophoopen van schadelijke stoffen voorkomen. Vange Salts maakt schoon en houdt schoon en zal ook daar de pijnen verdrijven, waar met enkel voudig werkende zouten geen resultaten te bereiken waren. De prijs is zoo laag ge steld, dat hij voor niemand een beletsel behoeft te zijn:' 85 cent, voldoende voor een flinke kuur. Vange Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten. 3438 (Iiigez. Med.) sie begrijpelijkerwijze met veel belang stelling en ook met veel sympathie. In deze wereld van autarchie, waaronder Ne derland en België gelijkelijk gebukt gaan, wil men binnen de grenzen van het moge lijke de economische solidariteit van België en Nederland handhaven. Bij verschillende gelegenheiden heeft de koning van zijn belangstelling voor de internationale eco nomische vraagstukken blijk gegeven. Hoe vaak veroorzaken moeilijkheden op econo misch terrein ook de scherpe politieke con flicten. Nog in October j.1. tijdens zijn of ficieel bezoek aan Parijs, wees de vorst op de weergalooze economische wanorde die de wereld verdeelt. Daten wij ons boven die gevaarlijke tegenstellingen en naijver met moed en kracht verheffen, laten wil beproeven, wars van alle abstracte en ijdele Ideologieën, een practische oplossing te vinden voor de ingewikkelde vraagstukken die de ontwikkeling van de wereld en haar economischen opbloei belemmeren" aldus de vorst, die voor deze woorden ook in Neder land zeker een warm gehoor zal vinden. Men kan begrijpen dat zoowel de be langstelling die Leopold III steeds voor Nederland, zoowel voor het moederland als voor Nèderland-Indië getoond heeft als de talrijke parallel gaande belan gen der beida buren, het plan tot dit bezoek aan Nederland deden rijpen. Men zal in ons land den jongen vorst een schoone ontvangst bereiden en zoo kan men zeggen dat dit bezoek tegelijkertijd de kroon op een reeds sinds lang be gonnen werk is en de opening van een nieuwe periode, waarin beide landen kracht uit een wederkeerig begrijpen en eikaars nieuwe vriendschap kunnen putten. Uit het Engelsch van A. PHILIPS. [Miss Earle zat voor haar lessenaar in P" van de vele telegraafkantoren aan den JJutcesterkant van de Londensche lijn, Ptovaam bracht zij haar handen naar br hoofd, als om pijnlijke gedachten tot i te brengen. Het kantoor was vol ge- J™ej: toestellen klikten en trilden, geuni- P-'mde jongens met mandjes vol paperas- T" schoten haastig af en aan naar de r'vhiliende beambten. Een heer in ge- rjtde jas liep, evenals in een of andere pote zaak, heen en weer, controleerend 'tt'rie zaal vol werkende menschen, Af P. W klonk zijn stem luid door de zaal net geven van een of andere order. Al T - arukle. die herrie, die onrust vond «klank in Florence Earle's gemoed. L1- chen haar blouse verborg zij zijn die haar op haar borst scheen te En hu"' Het schrijven bevatte een oproep fct ,7s,and en ZU wlst maar al te goed, r'i'j bezwijken zou voor zijn aandringen. Harry Shelton nog klerk bij de te- Ef, was' had zij al heel gauw geen L :'nc> kunnen bieden aan de machtige Hi "Is' d'e er uiterlijk van hem uitging. l™PUatsen bevonden zich dicht in el- r's buurt en na verloop van enkele - ii was de oppervlakkige kennisma- omgezet in een stil engagement. Zij in die heimlijke verloving toegestemd .aandringen. op zijn bewering, dat IV '[dmaking hunner verhouding zijn t.. ';-! hten zou kunnen schaden. Shel- kfn t llaar gedold hebben en vertrou- '-Oesteren in de door hem voorgespie- V hoop op spoedige promotie. Zijn h en welbespraaktheid zouden de L, 1e vrouw hebben overtuigd van V/ neid van zijn inzicht; hoe gemak- Ej*as daarom de blonde, jonge, arg- ''Wence over te halen; zij. die zoo D in hem vertrouwde! Niemand over gesproken, geen sterveling Kin ar scheim. Een heel jaar lang t/hJ in den zevenden hemel geleefd, j «t het vreeselijke gebeurd, h maanden geleden was Harry Shel- Ivan door gegaan met medene ming van vijfhonderd pond uit de kas. Denzelfden dag, waarop de daad was ge pleegd, had hij Florence 's avonds op een afgelegen stroom geroeid en haar inniger dan ooit het hof gemaakt en zij had nooit gelukkiger avond doorleefd. Den volgenden dag ging het nieuws van den diefstal en zijn vlucht als een loopend vuurtje door de stad. De weken, die hierop volgden, waren voor Florence als een nachtmerrie, waar in steeds dezelfde booze droom terugkwam. Zij zag hem gevangene voelde den kouden greep der boeien om zijn polsen, doorleefde het rechtsgeding en volgde hem naar de gevangenis, waarin hij de beste jaren zijns levens zou doorbrengen. Maar in haar op gewonden geestestoestand kwam plotseling een reactie, zij had vertrouwen in zijn handig-bewerkte vlucht, zij was trotsch op zijn uitgeslapenheid en verloor alle begrip van recht. Naarmate haar trotsch zijn op hem groeide, werd zij rustiger; zij wist. als hij veilig was, zou hij om haar roepen. Hij kon immers zonder naar niet leven; had hij haar dit niet honderden malen ver zekerd? Toen na zeven weken zijn brief kwam, was zij doodkalm; het kwam zooals zij wist, dat het komen zou; hij had haar noodig zij zou gaan; het was zoo heel eenvoudig alles. „Alles zet ik om jou op het spel" stond er. „Ik verlaat Londen en kom naar Mur cester Vrijdagavond met den trein, die 2.45 aankomt. Ga naar de boot aan 't kanaal, haal die er uit, ik zal daar ook komen. Ik heb geen cent meer neem al je geld mee. ook alles, wat je aan waarde bezit. Wij roeien dan samen tot Fernhill Heath, pakken den trein naar Birmingham, gaan dan naar Southampton, waar we aan boord gaan voor Argentinië. Daar zullen we sa men trouwen; laat me niet in den steek, maar hoe zou ik kunnen twijfelen, ik weet dat je me liefhebt. Ik ben nieuwsgierig of je mij zult herkennen, nu ik een baard heb." Shelton kende haar maar al te goed; geen oogenblik aarzelde zij hem te volgen. Alles, wat zij aan waardevols bezat maak te zij los, zocht de allernoodzakelijkste kleedingstukken hijéén. Haar handelingen werden niet opgemerkt, daar zij een ouder loos meisje was en op kamers woonde. Toen de bewuste dag aanbrak, was zij op alles voorbereid; het waren nog maar enkele kantooruren, die haar scheidden van het weerzien met haar Harry. Vol van die toekomstbeelden werkte zij moeilijk; zij had niet opgemerkt, dat de chef haar genaderd was en haar stil ob serveerde. Toen hij zachtjes met zijn arm even haar schouder aanraakte, schrok zij overeind, met een angstkreet. „O, wat doet u mij schrikken!" De meneer werd verlegen over haar ont daan gezicht: hij schudde zijn hoofd en zei: „U is aan wat vacantie toe, miss Earle, hoe vermoeid ziet u er uit!" „O, dat beteekent niets," sprak zij haas tig. „Ik heb alleen last van wat. kiespijn den laatsten tijd. waardoor ik slechte nach ten maakte. En omdat er even stilstand op de lijn was, had ik mij aan wat slaperig heid toegegeven, daarom schrok ik van uw aanraking. Het is merkwaardig stil van daag op de lijn." Nauwelijks had zij deze woorden geuit, of het toestel vóór haar vroeg haar aan dacht. De chef glimlachte en ging verder. Florence nam haar potlood, gaf een sein en begon den tekst te noteeren. Men scheen in Londen zeer gejaagd, zij schreef mechanisch de woorden en het was eerst bij het einde, dat zij den omvang besefte van wat stond neergeschreven. Met klop pende polsen en doodsbleek gezichtje her las zij met gesloten lippen de geschreven woorden. Het was haar alsof zij het dood vonnis had geteekend van den man, dien zij liefhad. De mededeeling luidde aldus: „Chef politie Murcester. Shelton pakt vermoedelijk den trein rut Londen naar Murcester 2.45 via Paddington." Als verlamd zat zij enkele minuten voor zich uit te kijken, maar direct volgde er reactie. Er moest gehandeld worden. Al lerlei plannen zwiepten haar door het hoofd: plotseling, als bij ingeving, greep zij het telegram met de daaronder ge maakte copie, legde er voor in de plaats een frisch vel met afdrukpapler en begon een nieuw telegram te schrijven. Doch in plaats van 2.45 maakte zij 5.45 van de cijfers en verscheurde het origineel. Een bediende kreeg het telegram ter verzen ding, dat in een pneumatischen koker binnen enkele minuten het gewenschte adres zou bereiken. Florence stond op, liep naar de garde robe en was binnen enkele minuten op straat. De bieeke wangen begonnen zich te kleuren en een schijn van blijheid en geluk verhelderde de uitdrukking van het i zooeven nog ontstelde gezichtje. Haastig spoedde zij zich langs de stra ten; een gevoel van trots begon er in haar te werken, zij was niet langer de passieve onnut: zij ook was nu in actie, dééd iets, ter wille van hem, voor wien zij haar leven had willen geven. Zij had iets voor Harry gedaan, waarvoor hij zijn heele leven haar dankbaar zou zijn; aan haar tegenwoor digheid van geest was zijn redding te dan ken Wanneer de rechercheurs den boemel- trein van 5.45 zouden beloeren, waren zij beiden reeds op mijlen afstand dicht bij de zee! Intusschen naderde zij de stillere bui tenwijken; het boothuis was niet ver meer af. Overal was groote stilte en rust en zonder emotie naderde zij de plek der sa menkomst. Met een sleutel opende zij het lage deurtje en vond er haar kleine rieten valiesje, dat zij voor eenige dagen reeds daarheen had gebracht met enkele noo- dige voorwerpen. Binnenin haar blouse wist zij de enve loppen met bankpapier en Harry's laatsten brief. Het was nu nog maar een kwestie van enkele minuten van afwachten. Zij begon zich wat op te frisschen, door het haastige heengaan was haar toilet niet zoo verzorgd als anders; enkele minuten gingen er ongemerkt mee heen. Intusschen begon het wachten haar te verontrusten; er waren reeds vijftien minuten verstreken. Zou zij zich vergist hebben? Haar oogen doorliepen nog weer eens haastig zijn brief, neen, de afspraak gold op Vrijdag. Toen begon opnieuw haar lijden; wan- hoopsbeelden maakten zich van haar geest meester. Maar zij wilde zich niet in een mogelijke arrestatie verdiepen. Zoo iets kon niet. daarvoor was hij veel te slim. te handig. Zeker zou een brief haar morgen opheldering brengen Wat deed het er ook eigenlijk toe, had zij niet al reeds acht we ken geduld geoefend? Wat beteekende dan een enkele dag meer, als het hun geluk gold! Zij slikte de opkomende tranen weg, keek op haar horloge. Het was al even >ver vieren. Om vijf uren begon haar kan toorwerk weer. Hoewel zij gedacht had er nooit meer te komen, ging zij er, kracht der gewoonte, toch opnieuw naar toe. Wat moest zij anders beginnen. Doodop van I inspanning en teleurstelling bereikte zij het telegraafgebouw en zat weldra weer voor haar lessenaar. Het lot was haar gunstig, rolletjes tele grammen kwamen haar aandacht vragen en een paar ingespannen uren werkte zij aan één stuk door. Toen volgde er een oogenblik van stilstand, direct begon haar verbeelding te werken en voor het eerst, moe van inspanning en verdriet, daalde haar vertrouwen in Shelton's veilige ont-j snapping. Zij vond den moed niet meer om te gelooven; een hevige neerslachtig heid maakte zich van haar meester. Plotseling schrok zij overeind; op ver ren afstand nam zij geluigen waar. die naderbij schenen te komen. Het gewirwar van stemmen verduidelijkte zich tot, waar neembare klanken en woorden; op het trottoir schuifelden voetstappen; venters- kelen vulden de lucht met het laatste be langrijke nieuws: „Harry Shelton gear resteerd! De bankdief gevangengenomen I Laatste nieuws, belangrijke arrestatie!" Florence vloog de zaal uit. de gaanderij af en de trappen naar beneden, de straat op. Zij scheurde den jongen een courant uit de hand en elke letter vetgedrukt be roerde haar als een klap in 't gezicht: „Arrestatie van den bankdief!" Florence zag aanvankelijk eerst alleen die enkele woorden: eindelijk kon ze verder lezen: „Harry Shelton, de voortvluchtige bank dief, werd te Murcester dezen namiddag gearresteerd." Dezen namiddag? Was hij dus ten slotte toch gekomen? En zij had er ontbroken, zij had zich dan zoo schromelijk vergist? Het was dus haar schuld? Zij had dus zijn brief slecht gelezen? En buiten zich- zelve van ontzetting en wanhoop las zij nog het volgende: „De arrestatie had plaats bij Shelton's aankomst met den 5.45-trein dezen na middag. Door de mededeeling, van den chef van het kantoor te Londen na de arrestatie ontvangen, werd duidelijk, dat hij uit Londen met den expres van 2.45 wilde aankomen, doch om de een of andere reden (waarschijnlijk omdat hij vermoedde te Paddington gevolgd te worden), veran derde hij zijn plan en nam hij den boemel te Oxford, die drie uren later hier' aan moest komen. De rechercheurs wachtten hem op het aangegeven vervalschte uur aan het station op". Florence Earle strompelde met half gesloten oogen vooruit. Haar trillende, uit gestrekte handen hielden het papier om kneld. Zonder hoed was zij de straat op gevlogen, de menigte merkte haar op en bleef om haar staan. Sen dof stemmen gezoem drong tot haar door. haar hoofd schokte, haar lippen trachtten iets te zeg gen. Zij verloor alle begrip van tijd en plaats, zij wist alléén maar, dat hij gevan gen was genomen, gepakt door haar schuld. Snikkend, zonder tranen, fluisterde zij als een wanhopige: „Alles is verloren." Maar nu vergiste zij zich. Alles was niet verloren. Het lot, de Voorzienigheid, Kis met, hoe het heeten mag, was tusschen- beide gekomen en had Florence Earle ge red voor haar wissen ondergang. 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 11