De vroolijke toovenaar Een voorspelling, die uitkwi hier naar zure melk". En het hondje begon verwoed te blaffen. „O, o, het is vreeselijk" zuchtte het boe rinnetje op het melkkannetje. „Daar is nu al eergisteren een druppel melk langs mijn gezicht en over mijn jurk gerold en nu ben ik nog niet schoon! Het is niet om uit te houden. En een lucht dat hier is! Foeil" „O, o!' klaagden de boertjes op de kop jes, „wat voelen we ons toch vies en kle verig!" En de hondjes keften om het hardst. „Loop weg!" raadden de boertjes op de schoteltjes „Mooi praten. Hoe kunnen we nu weg? We zijn er toch op geschilderd?" „Ja, dat is waar. Maar wij kunnen met de schoteltjes wegrollen" stelde een onder nemend boerinnetje op een der schoteltjes voor. „Ja, ja" riepen de anderen. „Wat zal je dat helpen? Daar word je niet schoon door!" „Nee, maar dan komen we tenminste uit de buurt van die zure melk! Kom we gaan!" Maar er gebeurde niets. De schotel tjes zaten allemaal door de theerestjes, die er over gemorst waren, zóó stijf op elkaar geplakt, dat er geen verwrikken aan was. „Jammer!" riepen de boertjes op de schoteltjes en zuchtten eens diep. „Maak niet zoo'n lawaai", riep het boertje op het theepotje, „ga liever pro- beeren om wat te slapen". „Slapen? Hoe kun je dat nou met die nare lucht in je neus?" Miauw!" klonk het toen opeens door de schemerige kamer, waar het eerste morgenlicht al door de spleetjes van de gordijnen drong en nog- eens „miauw". Het was Mina, de dikke poes, die haar slaapje al uit had. Ze sprong stil met haar fluweelen pootjes op het tafeltje, snuf felde eens aan de melk en wou toen weer wegspringen. Maar o wee, daar sleepte haar staart over het blaadje en nam twee kopjes, die in elkaar waren gezet, mee.... rinkeldekinkEn toen weer stilte. De deur ging open en een meisje in een roze pyama'tje kwam binnen. Het was Tilly, die haar belofte wilde houden. O, wat schrok ze. toer. ze die twee kapotte kopjes op den grond zkg liggen! „Wie heeft dat gedaan?" riep ze ont hutst. „Miauw" klonk het onder de kast. Daar zat Mina stokstijf met de ooren plat van angst. Tilly zuchtte eens, maar ze begreep, dat ze de poes geen standje mocht maken. Mina kwam anders nooit hij het serviesje als zij het maar bijtijds schoon had ge maakt, dan Voorzichtig raapte Tilly de scherven op en legde ze op het blaadje. En dan liep ze met het sërviesje naar de keuken, zette de kopjes vol water en gooide het melk kannetje en het theepotje leeg. Mieneke huilde, toen ze hoorde, wat er met haar serviesje gebeurd was, maar Tilly troostte haar. Ze haalde een dubbeltje uit haar spaarpot en kocht er een tubetje lijm voor. En daarmee werden de kopjes on zichtbaar geplakt. En samen met moeder maakte TiUy het serviesje schoon, zoodat Mieneke dien middag weer thee kon schenken, net als gewoonlijk. R. DE RUIJTER v. d. FEER. Grapjes van den wereld- beroemden Bellachini. Een der DOpulairste .toovenaars" die ooit geleefd hebben was de Pool Bellachini. Hij legde zulk een verbluffende handigheid in het goochelen aan den dag, dat hij door heel Europa beroemd was Zijn loopbaan begon in 1845, in het Pool- sche stadje Ligatta, waar een reizend goochelaar eens een paar voorstellingen gaf. Het was er een van het ouderwetsche soort, die met een heele reeks toover- apparaten, kisten met dubbelen bodem, val- sche kaarten, speciale messen, tromme's en pistolen van stad tot stad trok. Na de laatste voorstelling meldde zich een lange bleeke iongen bti den goochelaar aan. Hli heette Ernst Berlach, was de zoon van een herbergier en zeventien jaar oud. Wat hij wilde? „Toovenaar worden net als u Zoo begon de loopbaan van den toove naar Bellachini. Na een paar maanden was hy zyn eerste meester volkomen de baas. Niemand kon zóó handig als hy een geld stuk in een kanarievogel veranderen en andere verbluffende streken uithalen. Een paar jaar later is hy wereldberoemd. In Europa wordt, hy aan vorstenhoven ge- noodigd in Indië overtreft hy zelfs de fa kirs. De keizer van Rusland en de sultan van Turküe benoemen hem tot hoftoove- naar en de laatste bovendien tot professor in de tooverkust. Het aardige van Bellachini is echter, dat hy nooit om den gunst van vorsten of hooge heeren bedelt, zelfs steekt hy meer malen in zyn humoristische causerieën, die aan de voorstellingen voorafgaan, den draak met hen. In Dresden vraagt hy b.v. in een besloten kring van vorsten en adel- lUke personen, wie van de dames of heeren misschien toevallig een schoonen zak doek by zich heeft! Bellachini munt uit door tegenwoordig heid van geest: nooit laat hy zich uit het veld slaan. Als hy in Weenen plotseling een mensch van het tooneel doet verdwynen en er een hond voor in de plaats stelt, zoodat som mige menschen bang worden, dat hy wer- keiyk menschen in dieren kan veranderen, vraagt een overmoedig studentje hem of hy ook misschien menschen opeet. „Natuuriyk" antwoordt Bellachini kalm. „Met het grootste genoegen! Komt u maar eens op het tooneel!" De brutale student heeft al spüt van zyn grapje, maar er is niets aan te doen: hy wordt door de anderen op het tooneel ge duwd. Bellachini loopt een paar keer om hem heen. betast zyn lichaam en zun wangen, trekt tien meter wit band uit zijn zak, toovert een kanonskogel uit zyn vest en zegt dan: „Hm, een beetje mager! Maar als avondeten zal het wel gaan". En dan byt hy den student in het oor. De jongeling valt haast flauw van angst en loopt schreeuwend van het tooneel. Hoe komt u erbii" gilt hy verontwaardigd. „U byt werkeiyk!" Natuuriyk. goede vriend antwoordt Bel lachini onder het daverend gelach der toeschouwers als ik u wil opeten, moet ik toch ergens beginnen te by'ten!" Bellachini maakte een paar reizen naar Indië en bracht vandaar de truc van de snelgroeiende planten mee. Net als de In dische fakirs stopte hi.i voor de oogen der toeschouwers een zaadkorel in een bloem pot en tooveide hieruit in een paar minu ten een plantje te voorschijn, wierp er een doek oveTheen. trok dien weg en liet zien, dat het plantje minstens zes centimeter gegroeid was. En daarmee ging hy net zoo lang voort, tot een plant van een halven meter hoog in den pot stond. Een verbluf fend staaltje, dat toch heel eenvoudig is: in de vouwen van den tooverdoek waren plantjes van verschillende grootte geborgen, die Bellachini met verbluffende snelheid wist te verwisselen Ook in het dagelyksch Een verbluffend staaltje, dat toch heel eenvoudig is leven gaf de groote goochelaar vaak voor de grap allerlei staaltjes van zyn kunnen ten beste. Eens kwam hy op straat een vriend tegen en ging met dezen een weddenschap aan, dat hy een daalder uit zijn gesloten hand kon tooveren De vriend knijpt de hand styf dicht en concentreert er al zyn aan dacht op terwyl Bellachini langzaam tot drie telt Dan doet de vriend zyn hand open en straalt! De daalder is er nog! Bellachini doet net of hy een beetje boos is Hy bromt: „Ik moet noodig weg! Hoe laat is het?" De vriend grypt naar zyn horloge het is weg, evenals de ketting. Terwyl hy enkel op zijn hand lette, heeft de goochelaar het weggenomen. Dit experi ment was Bellachini best een daalder waard, want het bewees hem, van hoeveel belang het is, de opmerkzaamheid van de toeschouwer» op bykomstigheden te ves tigen. Lodewdjk Philips Joseph, prins van Oi een bloedverwant van Koning Lodewij van Frankryk, had by het uitbrekei groote revolutie de zyde van het vol kozen. Iiy had getracht de gunst va volk te winnen door het ultdeelen koren, terwijl hij van zyn woning t Paleis Royal de verzamelplaats hai maakt van alle opstandige elementen doende was hij naar Engeland verb: geworden, waar hy verbleef, totdat c beurtenissen zyn terugkeer naar Fra mogelijk maakten. Onmiddellyk skx zich aan bij de zoogenaamde bergpar meest radicale revolutionnairen en tegeiykertyd met Robespierre en D als afgevaardigde gekozen in de Co tie. Zyn adellijken naam en titel h: afgelegd. Hy noemde zich als volks woordiger eenvoudig Philippe Egalité. het volk wantrouwde hem. „Een aroti bleef een aristo, al nam hy een bi naam aan", was de algemeene uit onder de revolutionnairen. „Laat hij I zen geven, dat hy zich definitief vat kaste afgescheiden heeft". En de gelegenheid om dit te bei kwam spoedig. De Koning was ge» genomen en <je Conventie zou over zl beslissen. Ook de burger Egalité wer< de noodzaak geplaatst te stemmen ot leven of den dood van den vorst. W omgegaan zyn in de ziel van den vo ligen aristocraat, toen hy voor de schrikkelyke beslissing stond. Luid sp: stem van zyn bloed „onschuldig", wat zou er gebeuren als hy tegen het vonnis stemde? Was hy zelf dan ra veilig? De Minister van Justitie Danton t zijn kamer binnen. Door een klop op de deur werd 1 zijn twyfeling gewekt. De mlntste Justitie, Danton, een der groote nt der revolutie, trad zijn kamer binne „Wilt gy leven of sterven?" vroeg h hertog en om zijn bedoeling duidel maken, voegde hij hieraan toe, dat telyk geen keus was. Het was geen k van fatsoen of van familiebetrekking, eenvoudig een beslissing over zyn o zijn. Het kwam er voor den hertog op aan een doorslztand bewys te geve zijn gehechtheid en toewyding aan publiek en deze toewyding kon hij toonen door een daad, die hem voor van zyn kaste scheiden zou en die tevens aan het volk zou binden. gy". had Danton ten slotte gezegd, ga ik naar de spreektribune en els veroordeeiing als medeplichtige ai misdaden der monarchie." Deze bedreiging besliste ten slotti zielestryd van den hertog. De burger lité had niet den zedelyken moed va; vroegere standgenooten, die liever st dan ontrouw te worden. Hy stemde het volk van hem verwachtte en med zijn toedoen verloor Lodewyk XH i Januari 1793 op het schavot zyn le' Maar de stem van het geweten ont te en het den hertog rust noch duur. den dag na de terechtstelling begaf b 's avonds laat in het geheim naar den zegger Pierre Leclerc, die in de Fau St. Marceau, rue des Puits de l'Ermil dankakmertje bewoonde. Oorspronkeii hoorde deze merkwaardige man tot <k der Benedictyner monlnken, als W hy zich met occulte studiën had beo houden. Toen de revolutionnairen k het klooster gesloten en de monnik" jaagd hadden, was hij in Parijs gw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 20