mieuw wereldrecord van Iet van Feggelen - St. Maartensvuur LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De noodlottige terugkeer 5 (IJiieJaargang FEUILLETON DE SCHIPBRUG VAN VLISSINGEN IS TIJDELIJK UITGELEEND AAN MIDDELBURG, WAAR DE KANAALBRUG GEËLECTRIFI- CEERD WORDT. DE HULPVAARDIGE VLISSINGERS DOEN HET HET NU MAAR MET EEN VLOTBRUG. IET VAN FEGGELEN WORDT GEESTDRIFTIG TOEGEJUICHT na haar geslaagde poging het wereldrecord 150 yards rugslag to verbeteren gis teravond in het Sportfon dsenbad te Amsterdam. IN VERHAND MET HET OVERLIJDEN VAN DEN TURKSCHEN PRE 8IDENT, KEMAL ATATURK biacht de minister van Buitenl. Zaken, Z.Exc. Patijn, de betuiging van deelneming onzer Regeering aan den Turkschen gezant in de residentie over. De minister verlaat de legatie. GISTEREN BRAK BRAND UIT in de rubberkleedingfabriek der N.V. Hollandsche Gommage Industrie te Breda. Het geheele fabriekscom plex werd een prooi der vlammen. - Vv A.' SO CIETY-H U NV EL IJK TE BATAVIA. - Het huwelijk van mr. L. Weiter, zoon van den minister van Koloniën met mej. J. Bijl. Het bruidspaar bij het verlaten van de Thercsia-kerk. DE SINT MAARTENSVUREN ONTSTOKEN. Te Venlo werd Donder dagavond op het mgr. dr. Nolensplein het vuur ontstoken ter eere van Sin*- ter Merte. Sint Maarten te paard gezeten, maakte met zijn knechts een tocht langs het vuur. IIET 1 O-JA RIG BESTAAN VAN I)E K.N.I.L.M. - Vlootvoogd Ferwerda wenscht op de receptie in Batavia den heer en mevr. Versteegh geluk met het jubileum en met de onderscheiding a. d. K.N.I.L.M.-chef toegekend. Door LESLIE FORD. Vertaald door PAULINE FELLINGA'. ..En Zaterdagnacht? Waar ontmoette u "Hzs Bishop om één uur?" Hm aarzelde. Toen knikte hij naar de Stoep witte stoelen bij den boom. ..Daar, ik wou nog wat loopen vóór lk °aar huis ging. We liepen de laan af en te- rog door hun tuin. Ik sloeg hier af en naar huls." "jj°e laat kan dat geweest zijn?" ..Half twee, misschien; ik weet het niet." «Weet u zeker dat u niemand gezien "ebt behalve het Kerstmannetje?" J'm's aarzeling was bijna onmerkbaar, ia hem niet érg goed kende, tenminste 'at dacht ik. ..Heel zeker." «Wat deed uw moeder, mrs. Gould?" "Oag kolonel Primrose heel beleefd. Jim kleurde licht. „Ik heb mijn moeder "'at gezien, kolonel Primrose." zei hij effen, keken elkaar lang aan. Ik weet niet of aan uitdaging was of alleen waar dering. .Dat is duidelijk, hoop lk, kolonel," voeg- «a Jim er vast bij. Kolonel Primrose knikte weer. Jim nam een sigaret. Zijn hand was volkomen vast, toen hij den aansteker er bij hield. „Ik ben hier niet gekomen voor een kruisverhoor, in ieder geval," zei hij kort. „Ik kwam alleen om u te zeggen, dat ik niet op heb met de methode, vrouwen en kinderen van streek te maken en om te zeggen, dat ik van nu af zelf mee doe." „Dat is prachtig," zei kolonel Primrose opgewekt. Hij keek Jim vragend aan. „Hebt u Iets ontdekt?" Jim aarzelde een deel van een seconde. Hij schudde zijn hoofd. „Wel." merkte kolonel Primrose op, „u zult het moeilijk vinden, ln deze zaak veel uit te richten, als u een vooropgezet idee hebt. En een beetje gevaarlijk." „Dat kunt u aan mij overlaten, kolonel." We keken zijn lange gestalte na, die zich snel over het grasveld naar het huis van de Bishops bewoog. Ik keek kolonel Primrose aan. Hij staarde hem nadenkend na. „Die jonge man komt in moeilijkheden," zei hij. „Hij heeft iets ontdekt, of denkt dat althans, dat de situatie voor hem veran derd heeft. Wat was het. Buck?" De ijzeren sergeant schudde zijn hoofd. „Hij heeft een vertrouwelijk gesprek met zijn zwager gehad, meneer, meer weet ik niet." Sergeant Buck keek den verdwijnenden Jim met eenige goedkeuring na. „Hij is een goede jongen, meneer," zei hij. Ik vroolijkte daar aanmerkelijk van op, maar later hoorde ik dat dat een vergis sing was. Het schijnt dat in al dat soort zaken, waar ze samen bij betrokken ge weest waren, de menschen, die bij sergeant Buck in den smaak vielen, altijd monsters van slechtheid bleken te zijn. Dat beweer de kolonel Primrose tenminste. Ik hoorde ook later, dat sergeant Buck een man in goeden doen was, dat hij zijn militaire be zoldiging en pokerwinsten in hulzen aan de kust bij vlootstations had belegd en nu met zijn pensioen en zijn rente het beter had dan de kolonel met zijn pensioen en zijn nlet-rendeerende effecten. Maar dat bracht nooit verandering in hun verhou ding tot elkaar. De kolonel was nog steeds de kolonel en de sergeant de sergeant hoewel hij dikwijls een strenge gouverneur leek. Het was nu duidelijk dat, wat Jlm ook gedaan of gezegd had, terwijl we weg wa ren, hij bepaald sergeant Buck's hart had gestolen. Persoonlijk vermoed ik dat het kwam doordat kolonel Primrose Buck ver laten had en mij voortdurend in vertrou wen nam. En misschien ook, omdat Jim, hetgeen wel de diepste sympathie van den sergeant moest wekken, in de luren was gelegd door een vrouw, nog wel een buiten- landsehe. Ik verliet het tweetal een paar minuten nadat Jim vertrokken was en ging mijn wagen halen. Ik was den heelen dag nog niet in het dorp geweest en de provisiekast raakte leeg. Ik ging naar Church Street zonder het minste vermoeden ln wat voor nieuwe verwikkelingen van de zaak San dra Gould en Maggie Potter ik zou raken of hoe net als in mrs. Potter's geval een tot nu toe volkomen onbeduidende figuur nieuwe beteekenis zou krijgen. Het was, geloof ik, niets minder dan de hand van liet noodlot, dat, toen ik den kruide nierswinkel in kwam, Elsie Carter er was, de meloenen bevoelend en de bessenmand- jes omkeerend Zoodra ze me in de gaten kreeg, liet ze alles in den steek en kwam naar me toe. „Beste Grace, het moet gewoon ver schrikkelijk voor je zijn, arm kind!" „Ik houd me taai, Elsie," zei ik. „O, maar schat! Wat konden we ook anders verwachten? Ik zei die arme Mag gie verleden week nog, dat ik niet begreep dat ze het verdroeg." Ik staarde haar even ontsteld aan. „Zoo?" zei ik, bepaald bitter. „Dan is Maggie Potter's dood aan jou te wijten." Elsie werd lijkgroen. „En wat meer is," ging ik woedend door, „als je er toe kon besluiten, op te houden met al dat geklets over Rosemary en Jim, zou het voor ledereen beter zijn!" Ik weet werkelijk niet, waarom lk dat zei, behalve dat ik opeens ontzettend kwaad was dat ze haar beroerde praatjes bij Maggie Potter had gelucht. Ik had niet het minste idee, dat het Elsie zoo zou aan grijpen. Van groen werd ze doodsbleek Haar scherpe kraaloogen brandden haast gaten in me. „Jij moet noodig wat zeggen, Grace!" Ze siste het me bijna toe. „Denk je dat ik geen oogen meer in mijn hoofd heb? Wat doet Rodman Bishop al door in jouw huis?" Ik keek haar verwezen aan. Als Elsie eenmaal op gang is, kan geen menschelijke macht haar tegenhouden. „En wat meer is, als Rosemary Bishop hier terugkomt en niet het fatsoen heeft, Jim met rust te laten, kun je Sandra niet kwalijk nemen dat ze vecht voor haar ge luk! En je kunt van mij niet verwachten, dat ik een meineed doe als kolonel Prim rose me er naar vraagt. De hemel weet dat ik alleen naar beste weten handel!" „O, hemel!" dacht ik. Ik had wel kun nen weten dat het kwieke mannetje met de tintelende zwarte oogen een heeleboel had gedaan, waar hij mij niets van gezegd had. En ik vond weer dat mr. Bishop grooc gelijk had. De ellende is, dat er te veel menschen rondloopen. die „naar beste weten" handelen. George Barrol was de eenige niet. „Ik wist niet dat Rosemary en Sandra aan het vechten waren geslagen, tenminste niet op den openbaren weg," zei ik, zoo nonchalant als ik kon. „Dan hebben de lui het mis. die denken dat kolonel Primrose jou in zijn vertrou wen neemt." snauwde Elsie vol leedver maak. „Hij kwam gisterenmiddag bij me. Blijkbaar beseffend, dat jullie met z'n allen niet betrouwbaar zijn. Zelfs al wisten jullie de waarheid," voegde ze er nog kwaadaardig bij. Ik weet niet waarom ik mijn positie ais vertrouweling van den kolonel wilde ver dedigen vooral omdat wat ze zei van onze onbetrouwbaarheid volkomen waar is. Maar er is iets aan Elsie's vossen neus en dunne lippen en spiedende oogen, dat een kat zelfs een muis zou doen verdedigen. „Kolonel Primrose heeft niet beweerd, dat hij me in zijn vertrouwen genomen heeft," zei ik koel en naar waarheid. Op dat oogenbhk reikte een vrouw langJ haar om de grootste en sannivste k 10 -'i te nemen. El'ie draaide zich om °n mm hem vastberaden uit haar hand. Ik vlucht te, met een gevoel of ik een groote koude pannekoek had gegeten. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5