De algemeene richting van het regeeringsbeleid Duirnel ij ntje LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad Woensdag 2 November 1938 De regeering verdedigt haar plannen Luchtaanvallen! BENDER RECHTZAKEN rFörster's kleine piano „Pianetto" Nederland neemt niet deel aan eventueels conferentie tot herverdeeling van koloniën. Aan de memorie van antwoord betref fende de algemeene beschouwingen over de rijksbegrooting voor 1938 wordt het volgen- geestelijk terrein en van de rechtmatige Regeerin gsbele id Vervolgens komt de regeering aan de kenschetsing van de algemeene richting van het regeeringsbeleid. Het kabinet staat zoo na als voor een politiek voor in chrlstelijk-natlonalen zin. Christelijk in dien positieven zin. dat het Gods wet tot richtsnoer voor zijn beleid wenscht te nemen, nationaal, doordat het met eerbiediging van een Inderdaad groote verscheidenheid van schakeeringen op de ontleend De wensch, dat de eenheid, vrijheden des volks op dien christelijken welke zich. grondslag samenbinding en samenwerking ondanks alle principieele verschillen, bij ge- wil brengen en zóó het algemeen welzijn legenheid van het regeeringsjubileum in bevorderen. ons volk geopenbaard heeft, in onze staat- i Economisch wordt gestreefd naar bevor- kunde richtsnoer moge zijn en blijven, wordtdering der volkswelvaart, waarbij, nu zoowel door de regeering ten volle gedeeld. als vroeger, geen enkel middel, dat aan dat ■Vat het karakter van het kabinet en doel dienstbaar wordt geacht, van te voren de grondslag van zijn beleid betreft, be- uitgesloten mag worden, staat er aan de zijde der regeering geen be- De sociale werkzaamheid blijft, ten deele boette aan nadere verklaringen of ophelde- i in nauwe samenwerking met de economi- ringen. Ten aanzien van de klacht over de sober heid der Troonrede en haar gemis aan op gewektheid wordt het volgende opgemerkt: Wie zich even Indenkt in de dagen, waar in de Troonrede werd opgesteld en uitge sproken, die zou reeds daarin een voldoende verklaring kunnen vinden voor het gemis aan opgewektheid. Het volk heeft er recht op van de regeering de waarheid, althans de zoo dicht als mogelijk benaderde waarheid te hooren. De Troonrede was niet onnoodlf som ber, ze gaf den toestand en de verwach tingen naar waarheid weer. I Traditioneel zijn onze Troonrede's kort en bevatten meestal slechts de aankondl- I ging van voornemens, uitgedrukt in het aangeven der te volgen richting of in de opsomming van te verwachten wetsvoor stellen. Wie nu heeft kennis genomen van dat deel der mlllioenennota, waarin de regee- ring mededeellng deed van hare voorne mens, die zal moeten toegeven, dat een zelfs I korte samenvatting van de plannen verre de mat eener normale troonrede zou zijn te tóen gegaan. En waar men nog denzelf- cn dag door de mlllloenenota en door -fdedeelingen in sommige memories van toelichting op de afzonderlijke begrootings- I hoofdstukken meer uitvoerig werd ingelicht, oordeelde de regeering uitvoeriger troon rede ongewenscht. Ook kan zij niet toezeg gen, deze gedragslijn te zullen wijzigen. Zondagsrust. Wat betreft de houding, door de regee ring tot dusver met betrekking tot de Zon dagsrust aangenomen, wordt opgemerkt, dat de regeering niet volstaat met het gade- I slaan van het proces van actie en reactie op dit gebied, doch dat zij er tevens naar streeft, uitwassen zooveel mogelijk af te snijden en de plaatselijke overheid bij de toepassing der wet leiding te geven. Voorzichtigheid is te dezen echter ge boden, mede in verband met de zoozeer uit- eenloopende opvattingen en wenschen der bevolking. Dat het regeeringsjubileum hier en daar op Zondag is gevierd, betreurt ook de re tiring. Homogeniteit der regeering. De eerste onderteekenaar dezer memorie I 'minister Colijn), die nu voor de vijfde maal deel uitmaakt van een kabinet, aarzelt niet te zeggen, dat onder dit kabinet het berei ken van overeenstemming met betrekking tot onderscheidene concrete maatregelen op economlsch-sociaal terrein tusschen de leden niet meer overleg vordert dan in vo- hge kabinetten, waarvan hij deel uitmaakte. Daarnaast bevordert de gemeenschappelijke trondslag op onderscheidene andere gebie den homogeniteit van beleid. 's Lands verdediging. Het algemeen beleid der regeering is in dezen tijd ook in sterke mate betrokken bij de zorg voor 's lands weermiddelen. Het behoeft wel geen nadrukkelijke ver- j melding, dat de regeering de noodzakelljk- I be d van de sterke verhooging der militaire 1 ritgaven betreurt. Zij is er dan ook eerst toe overgegaan, volgens sommigen zelfs I ie laat. Zoolang intusschen de hoop niet I 'endogen was, dat de bewapeningswedloop 1 "sders zou worden gestuit, kon de regeering ieen vrijheid vinden deze zware nieuwe 'asten aan de bevolking op te leggen. Maar evenzeer, toen die wedloop allerwegen ver meld werd en de internationale horizon «eeds duisterder werd, mocht niet worden seaarzeld onze militaire uitrusting op zoo- •jam8 peil te brengen, dat wij in staat zou- dee zijn onze beproefde zelfstandigheids- Mitiek ook metterdaad door te voeren, uaarvoor was noodig de weermacht hier te I ande zoodanig op te voeren, dat ons grond- anrf 'n Europa niet zonder meer door Meren als tooneel van den strijd kon wor den gebezigd. van 4 door de regeering opgesteld schema I vlS onze maritieme macht, zooals dat van ha 5tn 'are werd medegedeeld, blijft ge- v™dhaafd, behoudens de thans aange- I aagde aanvullingen van klein materieel rantwoord op de betreffende vraag komend in het voorloopig verslag, valt antwoorden, dat er in ons land buiten È.„„staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen L, wapenindustrie in den eigenlijken zin woords bestaat. 1,J.peering heeft geen plannen betref- ■oc nieuwe fabrieken, die uitsluitend wa- «ntuig vervaardigen. tuJ. ls een toenemende samenwerking I tchii,, Benoemd staatsbedrijf en ver- 1 ten «i-j Particuliere bedrijven ontstaan, hs»r™de allerlei oorlogsmaterieel, datvoor- than. het buitenland werd betrokken, s hier te lande te fabrlceeren. sche politiek, allereerst gericht op een doel matige bestrijding van de werkloosheid. Inzake het financieel beleid mag het her stel van het budgetair evenwicht geen oogenbllk uit het oog worden verloren, om dat alle andere voorzieningen van staats wege op den duur anders gevaar ioopen niet te kunnen worden in stand gehouden. Wat het bultenlandsoh beleid aan gaat, is onjuist de gedachte alsof de regeering het zou willen doen voor komen, dat Nederland nog steeds voert en moet voeren de oude neutraliteits politiek Daartegenover merkt zij op, dat in haar uitlatingen niet sprake is van terugkeer tot een neutraliteits politiek, maar tot de zelfstandigheids- poMtiek. De regeering heeft geen enkele reden om aan te nemen, dat geruchten no pens een Internationale conferentie tot herverdeeling van koloniaal gebied, waarbij ook Nederland zou worden be trokken. eenlgen grond van waarheid hebben. Het standpunt der regeering ten aanzien van zoodanige conferentie zou zijn, dat Nederland, niet belast aijnde met het beheer van eenige voormalige Duitsche kolonie, geen reden zou hebben aan een conferentie als hier bedoeld deel te nemen. Handelspolitiek. De voornemens der regeering op tarief- gebied beoogen eenige bedrijfstakken, die voor de binnenlandsche markt van groote beteekenis zijn, eenlgen steun te geven, teneinde de werkgelegenheid ln die be drijfstakken te bevorderen en op een meer stabiele basis te brengen. Daarbij zal de regeering twee belangrijke zaken in het oog houden. In de eerste plaats zal reke ning gehouden worden met het belang, dat velen hebben bij een niet te hoog binnen- landsch prijspeil. In dit verband meent de regeering ech ter te moeten bestrijden de stelling als zouden hoogere prijzen steeds ae welvaart schaden. In de tweede plaats wenscht de regee ring ook de handelspolitieke belangen ln het oog te houden. Naast de beperking, die de regeering zich zal opleggen, wat het niveau der rechten betreft, wenscht zij niet over de geheelc linie tot verhooging van in voerrechten over te gaan en zij heeft, uiteraard onder dc gegeven omstandig heden, ook niet het voornemen binnen afzienbaren tijd de aangekondigde voorstellen door andere te laten volgen. Wat de exportkredietverzekering betreft, zoo overweegt de regeering binnen het kader van haar bevoegdheden herverze- ringen toe te laten voor transacties met langeren looptijd dan tot dusverre werd toegestaan. i Wat den geldelijken steun van den ex port betreft, zoo wordt gedacht aan de bediening van nieuwe en de herovering van tengevolge van abnormale, vreemde concurrentie verloren gegane markten. In de eerste plaats zal ongezonde con currentie van Nederlandsche bedrijven met staatsgeld geheel uitgesloten moeten zijn. Onder de middelen der positieve wel- vaartspolltiek rekent de regeering stellig de economische samenwerking tusschen Nederland en de overzeesche gebiedsdeelen in het bijzonder Nederlandsch-Indië. Naast de middelen, welke tot de econo mische plegen te worden gerekend, staan die, welke onder het departement van sociale zaken ressorieeren Voor wat betreft de voornemens der re geering op dit stuk, moge allereerst worden genoemd de voorgenomen uitbreiding der tewerkgestelden aan de uitvoering van die werken, welke bijdragen tot verhooging van het voortbrengingsvermogen van den bodem en daardoor leiden tot het ontstaan van bülvende werkgelegenheid en de daarmee gepaard gaande wijziging van het karakter der „werkverschaffing". Tewerkstelling bevrijd Big sfeer van werkloo7en7.org Verschillende ingrijpende voorzieningen zullen daarbii niet kunnen worden gemist, zoo o m. od het gebied van de verkrijging van medewerking van derden, voorzoover die onverhoopt niet vrijwillig wordt ver leend. terwiil verder een geheel nieuwe organisatie moet worden opgetrokken, om tot de volledige practische verwezenlijking te kunnen -komen. Een en ander verkeert in het stadium der noodzakelijke voorberei ding. Wat betreft ds wijziging van het ka rakter der voorziening wordt opgemerkt, dat het inderdaad, in verband met den productieven aard van de objecten der tewerkstelling zoomede ter opheffing van het onbevredigende in de huidige werkverschaffing welke de tewerkge stelden doet blijven „werkloozen", in de bedoeling ligt, om de tewerkstelling te bevrijden uit de sfeer van werkloozen- zorg. Deze wijziging welke zich geleidelijk zal voltrekken, zal als het ware haar bekroning vinden in de totstandkoming der nieuwe, organisatie, welke met den dagelijkschen gang van zaken zal worden belast en waar voor de directie verantwoordelijkheid zal berusten bïi den minister van sociale zaken. De financiering. Aangaande de financiering kan voor loopig worden medegedeeld, dat het ten laste van het rijk komende gedeelte is begroot op een jaarlijksch bedrag van f. 75.000.000, waarvan het verantwoord is geacht f. 20.000.000 te brengen ten laste van den kapitaaldienst. Tegenover een vermeerdering van uit gaven voor den gewonen dienst van f. 55 millioen staat een verlaging van uitgaven voor steun en werkverschaffing tot gelijk bedrag.- Wanneer de regeïrlng uitspreekt, dat het herstellen van het evenwicht in de begroo. tine noodzakelijk ls, mag zij daarbU niet misverstaan worden. Met name mag haar niet tegengeworpen worden, dat aan dit doel eminente volksbelangen ondergeschikt worden gemaakt. Bij het opstellen van haar saneerings- Dlannen voor het budget is de regeering tot de overtuiging gekomen, dat zü noch door bezuiniging alleen, noch door belastingver- hooging alleen, haar doel kan bereiken. Beide middelen in combinatie met elkaar zullen hiervoor noodig zijn. Belastingbeleid. Na nauwgezette overweging is de regee- rlne tot de overtuiging gekomen, dat de belastingmaatregelen die zij heeft aange kondigd. het minst bezwaarlijk zullen zijn voor het economisch leven en dat ook de bevolking langs dezen weg de middelen, die thans noodig zijn. het best kan opbrengen. Tot onhefflng van het z.g. bankgeheim, kan. met het oog op nadeelige gevolgen van economlschen aard, waarop van regeerings- wege reeds herhaaldelijk de aandacht is gevestigd, niet worden overgegaan. Zij is van meening, dat da nieuwe belastingverzwaring in ernstige mate op het volk zal drukken, maar dat toch het algemeen welvaartspeil ln Neder land van dien aard is, dat zij kan wor- den gedragen. Verschillende van de maatregelen, welke dienen moeten om te zwaren druk te voor komen, hebben tevens de strekking om de werkgelegenheid te vermeerderen. De re geering stelt zich voor daarnaast nog enkele maatregelen van fiscalen aard te nemen ter stimuleering van het bedrijfsleven. Naar aanleiding van in het voorloopig verslag gemaakte opmerking deelt de le- geering nog mede dat zii het noodzakelijk acht ook na 1 Maart 1939 bepaalde be voegdheden voor tijden van nood ter be Beschermt U tegen de gevolgen vcm Bescherming daartegen is alleen mogelijk als leder zeli daadwer kelijk meehelpt. Nadere inlichtingen verstrekt de secre taris van de afd. Leiden der Ned. Ver. voor Luchtbescherming, dr. T. Potjewiid, Boerhaavelaan 37, Leiden. BENOEMINGEN AAN HET KONINKLIJK CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK TE DEN HAAG. Aan het Koninklijk Conservatorium to Den Haag ts ter vervulling der vacature- Angenot, met ingang van I Januari 1939 benoemd tot leeraar voor vioolspel, de heer Joachim Röntgen, de jongste zoon van wijlen Julius Röntgen. In de plaats van den heer Ch. G. van Isterdael, die. wegens het bereiken van den 65-jarlgen leeftijd met 1 Januari 1939 het schikking te hebben. Od grond van deze Koninklijk Conservatorium gaat verlaten, overweging stelt zij zich voor te bevorderen, is benoemd tot leeraar in het cello-spel de dat tijdig wetsvoorstellen van die strekking bij de Staten-Generaal aanhangig zullen worden gemaakt. De regeering zal hierbij niet volstaan met het simpele voorstel om den werkingsduur van de onlangs aangeno men noodwetten, respectievelijk een deel daarvan te verlengen, doch den volledigen tekst od regelmatige wijze aan het oordeel van de Kamer onderwerpen. 'n klasse apart Volle 7'/j octaaf toon-omvang, Normale repetitie-mechaniek en speelaard, n Juweel van toonschoonheid. Lelden A'dem 1516 Rotterdam - woerd 90 Arnhem - Breda (Ingez. Mcd.) heer Carel van Leeuwen Boomkamp. DE STRIJD TUSSCHEN SPOORWEGEN EN „WILDE" BUSDIENSTEN. Rotterdamsche rechtbank verwerpt den eisch der Spoorwegen. De Nederlandsche Spoorwegen hebben ook in Rotterdam den strijd met de z.g. „wilde" busdiensten aangebonden. In kort geding eischte zij van den rechter stopzetting te gelasten van een tweetal busdiensten, t.w. Van Zetten's Tourtaxcen- trale en van de Coöp. Rotterdamsche Reis- centrale, welke diensten onderhielden op Den Haag en Amsterdam, De rechtbank deed gisteren uitspraak en verwierp den eisch der Spoorwegen. De spoorwegen hebben hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis ln kort ge ding van den president der Haagsche rechtbank, waarbij de vordering van de Spoorwegen tot stopzetting van Stoop's bus diensten werd afgewezen. De H.T.M. heeft in de uitspraak berust. De datum waarop de pleidooien zullen worden gehouden ,is nog niet bepaald. Copyright P. I. 8. Box 6 Coponhogon Met meer dan gewone aandacht bekeek de vrouw de prachtige II pot in haar handen, om eens van heel nabij te zien, hoe mooi haar bloem, welke uit de gerstekorrel gegroeid was. Zij nam de bloem- nieuwe bezit wel was. En toen kón zij zich niet weerhouden om de roode en gele blaadjes met haar lippen te beroeren. Nauwelflks was de kus gegeven of de bloemknop opende sich. Het was net of hjj daarop gewacht had. De vrouw was wel even gceohrclÉruiè, maar dat was gauw voorbfcj. Nieuwsgierig bekeek x\j de bloem opnieuw. Ja, het was toch wel een tulp. Dat was nu duidelijk te zien. Maar wat zat daar op den stamper? Ben heel klein, meisje Het meisje was stellig niet grooter dan de duim van een men- schenhand- Daarom noemde de vrouw het ook dadelijk Duime- lijntje. Heel voorzichtig nam de vrouw Duimeltfntje in haar handen. Waar moest zij dit kleine meisje in te slapen leggen? Een bed was veel en veel te groot. Maar uitkomst was spoedig gebracht. Een mooi gelakte notedop werd haar wieg, de blauwe blaadjes van een viooltje haar matras en als deken kreeg zij een rozenblaadje. Zóó zou zij voortaan den nacht doorbrengen. En wat zij overdag deed? Spelen op de tafel, die zoo groot was, cat Duimeljjntje er zich moe op kon loopen 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 11