Een nationaal belang
De wilde Zwanen
IEI05CH DAGBLAD - Vierde Blad
Vrijdag 21 Otlober 1931
KRUSCHEN SALTS
Versnippering van grondbezit schaadt groote
economische belangen
RECHTZAKEN
Lijders aan chronische
rheumatische pijnen
laat niets onbeproefd!
LOSSE NUMMERS
VAN ONS BLAD
Nog steeds Is een groot deel van het grondbezit In ons land op hoogst
onpraetische en on-economisehc wyze verdeeld. Vele eigenaren bezitten
in een bepaald gebied vele verspreide stuitjes. Groote belangen worden
hierdoor geschaad. In samenvoeging van grondbezit, welke door ruilver-
kaveling kan worden verkregen, schuilt een belangrijk werkobject. Hoe
het streven naar ruilverkaveling in Nederland ingang vond. wordt in
dit artikel verteld. In een volgend zullen wij een uiteenzetting geven van
de wijze, waarop ruilverkaveling tot stand komt.
Hoe de gedachte van ruil
verkaveling ingang vond.
..Sleur en traditie", zoo verklaarde ons
een kenner van het platteland, „zijn
de fouten, welke nog steeds aan het
grootste deel van den Nederlandschen
boerenstand kleven. Traditie is een
schoon begrip, maar het is een fout
wanneer men er door blijft vasthou
den aan toestanden, die remmend wer
ken voor de ontwikkeling van het plat
teland. Gelukkig is reeds sinds meer
dere jaren een kentering ten goede
gekomen. De jonge boeren hebben een
andere opleiding gekregen, zij hebben
oog voor de voordeelen van den mo
dernen tijd en zij gevoelen, dat niet
steeds kan worden doorgegaan met
hetgeen van oudsher als een vast
staand en onveranderlijk iets werd be
schouwd."
Sleur en traditie. Men vindt ze nog over
al. Waardoor is het anders mogelijk, dat
men nog steeds op tal van plaatsen in den
lande met toestanden heeft te kampen,
welke bijna middeleeuwsch moeten worden
genoemd? In het Oosten des lands vindt
men de prachtige hooge rogge-esschen,
welke veelal verdeeld zijn in een haast on
telbaar aantal stukken. Er zijn boeren, die
in zoo'n esch tientallen kleine stukjes in
hun bezit hebben, waarvan vele slechts
over den grond van een buurman bereik
baar zijn. Wanneer men zaait of kunstmest
uistrooit, is er vooral wanneer het waait,
groote kans, dat een deel van het zaad en
de mest op het naastgelegen terrein te
recht komt. Als er geoogst moet worden,
moet eerst worden gewacht totdat de buur
man klaar is. Het bewerken van zoovele
stukjes is hoogst oneconomisch, maar vele
boeren houden niet voldoende of in het ge
heel geen rekening met den arbeid door
hen verricht. De plattelanders dienen in
vele opzichten nog de waarde van hun
eigen arbeid te beseffen.
Is het geen sleur, dat men nog steeds
vasthoudt aan den oorspronkelijker! toe
stand in die esschen? Want het middel om
een aaneengesloten grondbezit te verkrij
gen, is aanwezig, n.l. dat der ruilverkave
ling, dat voor andere terreinen al met
succes is toegepast. Reeds zijn verschil
lende pogingen ondernomen om de esschen
te verkavelen, maar steeds zijn die pogin
gen afgestuit op den onwil van een deel
der eigenaren, die zich bij de stemming
tegen "de zoo economische en van groot
belang zijnde verkaveling verzetten.
De laatste poging om tot verka
veling van een esch te komen is het
vorig jaar in den Gelderschen Ach
terhoek, namelijk in Eibergen, onder
nomen, maar de stemming had tot resul
taat dat - de ruilverkaveling van den
Mallumschen Esch geen doorgang kon
vinden.
Steeds krachtiger wordt echter overal
het streven in den lande om door een
doelmatige verkaveling te komen tot een
voor de eigenaren van groot belang zijnde
aaneensluiting van het grondbezit.
Ruilverkaveling is wij kunnen het
zonder overdrijving constateeren een
nationaal belang. Overal wordt gezocht
naar geschikte objecten voor werkver
schaffing en die vindt men in vele
gevallen in een stelselmatige samen
voeging van tal van verspreid liggende
terreinen. Wegen kunnen dan worden
aangelegd, waterleidingen gegraven,
woeste gronden ontgonnen, kortom
voor velen is er arbeid en brood. Is het
niet een veelzeggend feit, dat op ver
schillende uitgestrekte terreinen, welke
vroeger braak lagen, na een toegepaste
ruilverkaveling tientallen boerderijen
zijn verrezen?
DE NED. HEIDE MAATSCHAPPIJ
PIONIER.
Omstreeks 1910 gingen er in Nederland
stemmen op om de gedachte van ruilver
kaveling Ingang te doen vinden. Van meet
af heeft de Heide Maatschapppij daarbij
leiding gegeven. Er werd op aangedrongen
om tot een wettelijke regeling te komen en
later werd aan het Centraal Landbouw-
comité opgedragen een ontwerp van wet
te maken, welk ontwerp echter nooit de
Staten-Generaal heeft bereikt. Het duurde
tot 1 December '24 voor de wet op de ruil
verkaveling kon worden ingevoerd.
De mannen van de Heide Maatschappij
hebben steeds beseft, dat ook hier de prac-
tijk een belangrijke rol zou spelen. Zij
gingen van het standpunt uit, dat nooit
met succes voor ruilverkaveling kon wor
den geijverd vóór hier te lande een voor
beeld kon worden aangewezen, waaruit
voor ieder zonneklaar zou kunnen blijken
van welk een groote beteekenis ruilverka
veling is. Dat voorbeeld werd gevonden op
het eiland Ameland, waar tal van eigena
ren kleine, ver uit elkaar liggende stukjes
grond bezaten. De inspecteur van de
Nederl. Heide Maatschappij, de beer H. J.
van Leusen werd in 1910 met de opdracht
belast te trachten op Ameland vrijwillige
ruilverkaveling te verkrijgen.
Hij wist alle eigenaren van het groote
belang van de verkaveling te overtuigen en
in 1914 was er op het eiland ln de Wad
denzee het Nederlandsche voorbeeld ge
schapen. Korten tijd na Ameland was de
heer Van Leusen ook begonnen met te
trachten te Nieuw-Leusen ruilverkaveling
tc verkrijgen voor een zeer versnipperd
gebied en ook die poging werd met succes
bekroond.
H. J. van Leusen.
De heer Van Leusen is de pionier voor de
ruilverkavelingsgedachte in ons land ge
weest. Een groot deel van zijn leven heeft
hij aan deze belangrijke zaak gewijd, over
al in den lande hield hij lezingen, kortom
hij heeft niets nagelaten om de gedachte
van de ruilverkaveling op het platteland te
propageeren.
STAPHORST—ROUVEEN.
Te Staphorst waar op dit gebied zeer veel
werk was te verrichten, is onlangs een
belangrijke verkaveling gereed gekomen.
Ook hier heeft de heer Van Leusen het
baanbrekend werk verricht. De mentaliteit
van de Staphorsters kennend, besloot hij
eerst in het naburig Meppel over de rail-
verkaveling te spreken, Een groot aantal
ingezetenen van Staphorst en Rouveen was
ter vergadering aanwezig. Bij de gedach-
tenwisseling stond een Staphorster op en
zeide „Van Leusen, ie mot moar Is bi-j ons
in Staohorst kommen sprekken". In den
anderen hoek van de zaal zaten de Rou-
veners. Nadat de man van Staphorst had
gesproken stond een vertegenwoordiger
van Rouveen op en zeide „Van Leusen. i-j
mot eerst bi-j ons kommen." Tusschen
Staphorst en Rouveen bestaat van oudsher
een groote naijver en vechtpartijen in ver
band daarmede zijn zeer dikwijls voorge
komen, De heer Van Leusen gaf echter te i
kennen, dat Staphorst eerst gevraagd had
en derhalve ook het eerst aan de beurt
kwam. En daarna zou Rouveen volgen. i
Reeds spoediv daarop werd de lezing in
Staphorst gehouden. De belangstelling was
groot en-de aandacht, waarmede geluisterd
werd, opmerkelijk, Toen na afloop de heer
Van Leusen per fiets naar Meppe! wilde
rijden, deelde een aantal Staphorsters
hem mede, dat zij hem zouden vergezellen
tot aan de brug over het kanaal, „Waar
voor is dat noodig?" vroeg de heer Van
Leusen. Het antwoord was kort en veelzeg
gend „De Rouveners bint kwoad volk".
Korten tijd daarna sprak de heer Van
Leusen voor een aandachtig gehoor van
Rouveners. Weer wilde spreker oer fiets
naar Menoel rijden. Maar ook hier kreeg
hij een lijfwacht mee. ,,.Wi-j brengt oe
weg meneer" zei een der mannen. „Waar
om?" vroeg de heer Van Leusen geamu
seerd. Fn het antwoord luidde: „De Stap
horsters bint kwoad volk!"
DE EERSTE WET.
Op 1. December 1924 bereikte de eerste
wet op de ruilverkaveling de Staatscou
rant. De wet ging uit van de gedachte, dat
ruilverkaveling kon worden toegepast bij
een bepaalde meerderheid van stemmen.
Met de uitvoering van de Wet werd een
speciale Commissie belast, bestaande uit 5
leden. De Centrale Landbouworganisaties
waren er in vertegenwoordigd, alsmede de
Ned. Heide-MaatschappU, n.l. door den
directeur, den heer Van Lonkhuyzen en
den heer Van Leusen. Het secretariaat en
derhalve de zetel, werd gevestigd ln het
hoofdkantoor van de Ned. Helde-Maat-
schappij te Arnhem.
Familiedrama te Nieuwer-
Amstel.
Vrachtrijder doodde verloofde van
zijn schoonzuster met een zeis.
Een familie-drama bracht Zondag 17 Juli
Nieuwer-Amstel in beroering. Op een stillen
landweg, even buiten Nieuwer-Amstel, over
viel de 20-jarige vrachtrijder L. C. den ver
loofde van zijn schoonzuster, den 26-jarigen
Marinus Gr. met een zeis. Hij bracht hem
een diepe wonde in den rechterschouder toe,
waardoor een slagadertak werd doorgesne
den. Spoedig nadat de jongeman in een zie
kenhuis te Amsterdam was opgenomen,
overleed hij.
Aan de nachtelijke vechtpartij ging een
ruzie vooraf tusschen de vrouw van L. C. en
haar zuster. Er vielen klappen en huilende
liep de jonge vrouw naar de woning van
haar schoonouders, die vlak in de buurt
wonen.
Later op den avond kwam daar ook de
vrachtrijder om zijn vrouw af te halen. Om
streeks elf uur ging hij echter even weg,
naar zijn eigen huis in de buurt, z.g. om si
garetten te halen. Zijn vader vergezelde
hem. Hij ging echter uit om zijn schoon
zuster Maike op te wachten, die met haar
verloofde naar Amsterdam zou gaan, zoo
als hem bekend was. Op het erf van zijn
huis zocht hij een zeis en met dit vreese-
lijke wapen wachtte hij zijn schoonzuster,
haar verloofde, een vriend en een vriendin
op. Toen dit viertal vlakbij was, sprong C.
te voorschijn. Nadat een paar woorden wa
ren gewisseld, zwaaide C. zijn zeis en zwaar
gewond zakte de getroffene ineen.
Gisteren stond C. terecht voor de Amster-
damsche Rechtbank.
Hij gaf toe, dat hij dien avond zijn schoon
zuster had opgewacht; ook gaf hij toe, dat
hij rekening en verantwoording wilde vra
gen, maar aan dooden of verwonden had
hij nooit gedacht. „Hij kwam op me af en ik
moest me wel verdedigen, mijn vrouw was
mishandeld, ik was zenuwachtig.
De getuigen, die in dit familiedrama wer
den gehoord, gaven een triest beeld van de
familieverhoudingen, van de ruzies en de
jarenlange veete tusschen deze menschen,
die zoo vlak bij elkaar wonen
De officier van justitie, mr. B. Kist, be
toogde in zijn requisitoir, dat verd. kenne
lijk de bedoeling heeft gehad om te dooden.
hij nam het gevaarlijkste wapen mee, dat
er bestaat. Misschien mag als verzachtende
omstandigheid de omgeving, waarin hij is
opgegroeid gelden. Toch dient aan dezen
ruwen kerel een zware straf te worden op
gelegd. Spr. vorderde een gevangenisstraf
voor den tijd van drie jaar.
De verdediger, mr. F. A. Fokker, was van
meening, dat hier beter van dood door
schuld dan van doodslag gesproken kan
worden. Verd. heeft naar pleiters overtui
ging nooit de bedoeling gehad om iemand te
dooden. Pleiter drong met klem op cle
mentie aan.
Vonnis 3 November.
DIERENMISHANDELING.
Paard met een 12 c.M. dikke paal
geslagen.
Wegens dierenmishandeling had zich
gisteren een landbouwer uit Halfweg voor
de Haarlemsche rechtbank te verantwoor
den. Hem werd ten laste gelegd dat hij op
2 Juni met een paal van 12 c.m. dikte op
den kop van een paard had geslagen.
Een met verlof in Halfweg verblijvende
soldaat van het corps motordienst uit Den
Bosch verklaarde met eenige vrienden de
geheele mishandeling op een afstand van
ongeveer 260 meter te hebben gezien.
De verklaring van verdachte kwam hier
op neer, dat de dood van het paard meer
te wijten zou zijn aan een noodlottig
toeval.
Tijdens de zitting verklaarde een ge
tuige a décharge, een knecht van ver
dachte, dat het paard niet op den kop was
geslagen.
Na deze verklaring stelde de officier voor,
de zitting eenigen tijd te schorsen, aan
gezien er sterke aanwijzingen bestonden,
dat deze laatste getuige zich aan meineed
schuldig maakte.
Uit de raadkamer teruggekomen, bleek,
dat de rechtbank had besloten tot het
stellen van een vooronderzoek wegeps
meineed tegen den getuige a décharge, die
onmiddellijk in verzekerde bewaring werd
gesteld.
Hierna werd de zaak voortgezet.
De officier achtte hier een bewijs van
ergerlijke dierenmishandeling aanwezig en
eischte een gevangenisstraf van niet min
der dan een half jaar.
RAAD VOOR DE SCHEEPVAART.
Uitspraken.
De raad voor de Scheepvaart te Amster
dam heeft gisteren uitspraak gedaan in de
stranding tijdens mist van den motor logger
„De Verwachting". K W. 28 op de Neder-
Als U geen raad meer weet van de rheuma
tische pijnen, alles reeds hebt geprobeerd
zonder goed gevolg, probeert dan de zes
zouten uit Kruschen Salts. Zij hebben dulzen-
den lijders reeds afdoend geholpen. Ook U
zullen zl) zeer snel van Uw pijnen verlossen,
STRALENDE GEZONDHEID VOOR I CENT PER DAC
1826 (Ingez Med.l
landsche kust ter hoogte van Wijk aan Zee
op 13 Maart, van dit jaar.
De raad ls van oordeel dat de oorzaak
van da strandtnz van „De Verwachting»
ls toe te schrijven aan onvoorzichtig han-
delen van den schipper van dat vaartuig,
De raad vindt zijn handelswijze zoo onvoor.
zichtie da', hij den sehippeT strait door
hem de bevoegdheid te ontnemen als schip-
per te varen op een schip voor den tijd van
acht dagen.
De raad oordeelde in zake de stranding
tijdens mist van den mo'orlogger „Gloria"
K.W. 51 op de Nederlandsche kust tusschen
Zandvoort en IJmuiden op 8 Maart j.l, den
schipper schuldig. Dc raad verwijt hem on
voorzichtigheid en heeft den betrokkene
gestrjft door hem de bevoegdheid te ont
nemen om als schipper te varen op een
schip voor den tijd van acht dagen.
Tenslotte heeft de raad uitspraak gedaan
ln zake de aanvaring van den motorlogger
„Floris" KW. 59 met eenige gemeerd lie
gende trawlers in de vischershaven te
IJmuiden, op 20 Juni 1938.
De raad is van oordeel, dat de aanvarin;
geheel te wijten is aan de schuld van den
betrokkene, die op roekelooze wijze heeit
gevaren een gevolg van de omstandigheid,
dat hii verkeerde onder den Invloed van
gebruikten alcoholhoudenden drank. Het 1»
wel zeer onverantwoordelijk, dat de schip
per in dezen toestand het schip naar buiten
wilde brengen. Een gevoelige straf acht de
raad hier geboden.
De betrokkene wordt mitsdien gestraft
door hem de bevoegdheid te ontnemen om
als schipper te varen op een schip voor den
tijd van twee maanden.
Copyright P. I. B Bo* 6 Coponhogan
Elize meende, dat niemand haar gezien had. Maar zij vergiste
zich. Toen zij het paleis verliet, sliep niet iedereen. De bisschop
was wakker gebleven en toen deze voetstappen hoorde, was hg
gaan kijken. Hij vr&s Elize gevolgd en had gezien Wat zij op het
kerkhof had gedaan. Bedroefd dacht hjj, dat hij nu toch gel^k had.
De bruid van den Koning was dus een heks, die haar man en het
volk door haar schoonheid had verblind.
De bisschop wist niet recht, wat h\j thans moest doen. Het was
zoo moeilik om tegen den wijzen Koning, die ztfn volk goed en
rechtvaardig behandelde, te zeggen, dat zijn vrouw, die hij zoo
beminde, een heks was. Maar toen de Koning kwam biechten, kon
de bisschop zijn geheim niet langer onder zich houden. H\j moest
den Koning waarschuwenZoo deelde hg hem mede, dat hij
zijn behalve aan ons Bureau
ook verkrijgbaar bij de
Firma Ph. BROBBEL, Stationsweg no. 49
Fa. A. H. J. WIJTENBURG. Haarl.straal 2.
W. G. J. VERBURG, Heerenstraat no. 2.
Fa. A. SOMERWIL, Azn.. Hoogewoerd 24.
A. M. VAN ZWICHT. Breestraat no. 126.
A. VAN EGMOND, Haven 2/4.
W. VAN LEEUWEN. Janvossensteeg 19.
VERVOOREN. Haarlemmerstraat no. 128.
W. P. v. SAVOYEN. K. Rapenburg 12 A.
BOEKHANDEL VAN DER VEEN
Geversstraat no 59 Oegstgeest.
ALGEM. LEESBIBLIOTHEEK RIETVELD
t.o. het Postkantoor Leiderdorp
en aan de Kiosken.
NOORD WIJK AAN ZEE: S. DE ROOS
Oude Zeeweg 41.
de Koningin 'a nachts had gevolgd naar het kerkhof..
Toen de harde waarheid tot den Koning doordrong, keek hij
naar de prachtige Heiligen jeelden in de kerk. Het waa alaof deze
droef met het hoofd schudden. Wilden ze den Koning beduiden,
dat Elize onschuldig was? Maar de bisschop legde dat anders uit.
„Zie, mijn Koning", zoo sprak hij, „zelfs de Heiligen schudden het
hoofd over de zonde van Uw echtgenoote!" De Koning stond be
droefd op. Tranen rolden over zijn wangen en met twijfel in het
hart keerde hij terug naar het slot.
'.V- VéL.
f*
jeJ4