Duidelijk
Poppetje, kom 1
RAADSELS
ANEKDOTEN
gids bij de Dahl Kurru dan ook versche
sporen, die volhardend gevolgd werden
met het resultaat, dat men tenslotte een
kudde olifanten ontdekte, die, achter el
kander loopende, rustig door het dichte
struikgewas kwamen aangezet en zich met
dc bladeren en twijgen voedden. Onder
den wind loopende, gelukte het Court
Treatt een paar opnamen van de dieren
te maken. Dit is gemakkelijker gezegd dan
gedaan, want de operateur moest de kudde
betrekkelijk dicht naderen, steeds verbor
gen blijvend en het gunstige moment
waarnemen, dat zulk een kolos tusschen
het dichte gebladerte een oogenblik in het
geheel zichtbaar was. Het is veel gemak
kelijker, een olifant door een welgericht
schot te dooden, dan hem te fotografeeren.
Tenslotte werden de dieren toch onrustig.
Vooral een oude olifant, die een jong bij
zich had, verwekte plotseling consternatie
onder de kudde en zij verdween, zonder
dat de jagers in de gelegenheid waren
een dier buit te maken.
Freatt gaf het teeken tot den aanval.
En nu begon wederom het vermoeiende
trekken en zoeken. De expeditie was nu
al veertien dagen onderweg en de men-
schen begonnen moedeloos te worden en
onderling te fluisteren een slecht tee
ken. Toen sprak de neger Baballa het
groote woord uit: Betooveren! Met een
gewichtig gezicht verklaarde hij, dat hij
in staat was de olifanten „te roepen". De
blanke man had niet veel vertrouwen in
den hocuspocus, maar stemde toe, om
geen ontevredenheid te wekken en de ne
ger trok zich in het struikgewas terug,
waar hij geheimzinnige ceremoniën ver
richtte. Na een half uur verscheen hij
weer in den kring en verklaarde plechtig,
dat hij een kudde olifanten in de nabijheid
„gebonden" had.
De Jagers, die hem onvoorwaardelijk ge
loofden, schepten weer moed. Maar waar
waren de olifanten? Baballa was in een
hoogen boom geklauterd en keek rond.
Toen begon hij zachtjes te fluiten en
wenkte Treatt, zich bij hem te voegen.
En werkelijkdaar in het hooge gras,
op minder dan drie kilometer afstand,
rustte een kudde van meer dan twintig
kolossen, als koeien in de wei, mannetjes,
wijfjes en babies. Haastig lieten zij zich
langs een liane op den grond zakken en
waarschuwden de jagers, die, van vreugde
dol, een extatischen krijgsdans uitvoerden.
En nu ging het er op los. Het was te be
treuren, dat de belde bereden drijvers hun
paarden verloren hadden. De steek der
tse-tse-vlleg had de dieren gedood; het
opdrijven moest dus door onberedenen
geschieden. Doel van deze manoeuvre was,
één olifant aan te vallen. Het was drie
uur namiddags. Zoo Treatt een geschikt
plaatsje opgezocht had van waaruit hij
den strijd op zijn film kon vastleggen, gaf
hij het teeken tot den aanval. Met luid
geschreeuw en hun lansen zwaaiend snel
den de Arabieren vooruit. De verschrikte
reuzen sprongen op en zochten, angstig
trompettende, in de richting van het dich
te woud te ontsnappen De grond dreunde
onder de zware voetstappen. Intusschen
hadden de jagers een dier, dat zijwaarts
van de kudde liep, met hun speren ge
wond en daarna omsingeld. Het razende
beest wierp zich op zijn pijnigers, die naar
alle richtingen uiteenstoven. Treatt, die
vroolljk aan zijn cinema-camera draaide,
werd onderstboven geloopen en rolde met
zijn instrument in de struiken, waar een
Arabier hem bij de beenen greep en een
eind op zij sleurde, anders was hij onder
de voeten der vluchtende olifanten ver
pletterd geworden. Een poosje bleef hij
versuft liggen. Toen hij zich weer op
richtte was alles reeds afgeloopen. De
kudde was tusschen de dichte boomen ver
dwenen, maar het gewonde dier, door een
lanssteek in 't hart getroffen, slaakte een
langen zucht en stortte met donderend
geraas neer. Toen Treatt zijn polshorloge
raadpleegde zag hij. dat de opwindende
strijd in het geheel maar drie minuten ge
duurd had, maar dat waren drie minuten
om nimmer te vergeten.
Met het vleesch en de in reepen gesne
den huid van den olifant beladen, ging
het na een korte rust huiswaarts. De ke
rels, die maar weinige uren te voren neer
slachtig en te moe waren om te loopen,
marcheerden nu onder him zwaren last
opgewekt en vroolijk zingende over het
moeilijk begaanbare terrein. Laat 's avonds
bereikte de colonne het punt waar de
Sirri in de Adda-rlvier uitmondt en hier
konden zich de half verdorste en afge
matte menschen lekker verfrisschen. Den
volgenden morgen wilden de Arabieren,
die den weg over de eindelooze grasvlakte
en door het oerwoud niet kenden, den
loop van de Adda volgen en verder langs
de oevers van de Shaleika-rivier hun fe-
rits (kamp) bereiken. Dat was een marsch
van vijf dagen; maar Treatt toonde hun
aan, dat zij het kamp in 2 dagen konden
bereiken, als ze in een rechte lijn over
de grasvlakte liepen. Ze keken hem ont
hutst aan, want in het manshooge gras
vreesden zij de richting te verliezen en
te verdwalen. Treatt haalde zijn kompas
te voorschijn en toonde hun aan, dat van
verdwalen geen sprake zijn kon, omdat de
naald altijd de goede richting aanwees. Zulk
een instrument hadden de menschen nog
nooit gezien en het kostte heel wat moeite
hun het noodige vertrouwen in het „too-
verding" in te boezemen.
Maar ten slotte lukte het en zij volgden
den witten man gewillig. Na een marsch
van 20 uren, waarbij slechts één keer een
uur gerust werd, bereikte de colonne dan
ook gelukkig het kamp aan de Shaleika,
waar de voorspoedige jagers uitbundig
door den shelk en de achtergebleven fa
milieleden begroet werden.
Natuurlijk was er den volgenden dag
weer groot feest, en als men de opgesmuk
te verhalen der jagers bij die gelegenheid
had mogen gelooven, dan zou men den
indruk gekregen hebben, dat deze helden
een reuzenkudde mammoets geestdriftig
aangevallen en na urenlangen strijd ver
nietigd hadden.
De tooneelschrijver Oscar Wilde, die een
hekel had aan den schouwburg, werd eens
door een kennis overgehaald, de eerste op
voering van een van diens stukken bij te
wonen. Hij ging in een loge zitten naast
den schrijver, doch sprak geen woord. Ook
toen na het eerste bedrijf de pauze was
aangebroken, bleef Wilde zwijgen. Hij be
keek droomerig zijn nagels, frutste aan zijn
das en schikte de bloem in zijn knoopsgat
opnieuw. Toen hij nu na de tweede aete
nog zweeg, kon de schrijver van het stuk
zijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen
en hij vroeg zijn beroemden collega, hoe
hij het stuk vond.
„Och, och, wat zal het vreeselijk regenen
buiten!" antwoordde Wilde alleen.
Poppetje, poppetje, kun jij wel loopen
Koon, geef me dan maar een hand
Kijk, we gaan samen in T zonnige tuintje,
Stap maar precies langs den kamt
Poppetje, poppetje, 'k houd je heusdh stevig
Aan je klein handeke vast 1
Maar dan moet jij niet zoo slapjes gaan
(hangen,
Rechtop, mijn kind, opgepast
Poppetje, poppetje, kijk nu, wat slordig
Waar is de strik van je vlecht
Poel, stoute meidje, ais ik er niet bij was,
Kwam er van jou niets terecht
Poppetje, poppetje, 't gaat me vervelen,
JÜ maakt altyd, dat ik brom
Maar."k hoor daarbinnen de theekopjes
(rlnlk'len,
Vlug naar huis, poppetje, kom
MARIE MICHON.
(In de raadsels wordt uitsluitend
de nieuwe spelling gebruikt).
voor allen om uit te kiezen:
de groteren vier; de kleine
ren drie goede oplossingen.
Leest dit eerst: De oplossing van raadsel
in mag voor 2 goede oplossingen tellen.
En hier volgt de rectificatie van raadsel
n uit het vorige nummer.
Maak uit de volgende letters de naam van
een bekend persoon in Europa.
Simon Suil.
I.
Ingezonden door Zusjes Hartevelt.
Van welke gaven kan men niet rijk worden?
II.
Ingezonden door Drietal van Vliet.
Verborgen speelgoed.
Jan liep op de brug te spelen.
Zeg Willem Blok, ken Jij je les al'
Heeft Bob al gezwommen?
Wie gingen daar weg?
III.
Ingezonden door Truida Overduyn.
Mijn geheel is een bekend gezegde van 10
woorden en 52 letters.
32, 8, 46, 52 dient om iets in te bergen.
De 35, 15, 27, 44, 11 zyn de uitgezochte weg
voor het paard van St.-Nicolaas.
Een 7, 25, 46, 51, 18, 33 maakt men bij een
jarige.
12, 20, 37, 42, 7, 25, 33, 43, 50, 29, een Ger
maanse stam van vroeger.
17, 24, 52 is een lidwoord.
13, 7, 39, 43, 18 ls een jongensnaam.
Men spreekt van een heer en 26, 28,38, 2.
22, 31, 36, 46, 14 is een deel van het jaar.
19, 1, 5, 49. 24, 34 betekent aanhoudend
Iets vragen, of dwingen.
16, 21, 47, 31, 10 is een heeriyke drank.
41, 4, 6, 32 is een meisjes-kledingstuk.
48, 31, 30 eet men op het brood.
23, 5, 3, 3, 13, 12, 13, 26, 26. 2, 40 Zijn oude
graven in Drente.
9 is de 14de letter van het alfabet.
IV.
Ingezonden door Marietje Laman.
Welke vogels lees je hieruit?
nklv ums knairea rsleyt.
V.
Ingezonden door Ali Rensink.
Mijn geheel is een plant van 9 letters.
7, 8, 5, 6 ls een meisjesnaam.
4, 5, 6, 4 is een verblijfplaats op het strand.
1, 2, 3 is iets, dat men voor het raam zet
tegen Insecten.
9 is een klinker.
VI.
Ingezonden door Lydia Botefmans.
Hoeveel letters staan er in een boek?
VII.
Ingezonden door Karei de Groot.
Ik ben een plaats in Noord-Holland en
besta uit 8 letters.
1, 2, 3 is een vis.
4, 5, 6, 7, 8 gebruikt men voor auto's
8, 6, 5 heeft iedere auto.
5, 7, 4 dient om iets mee te schillen.
Ingezonden door Jannie Boom.
Tante: „Mientje, liet jy het kopje vallen?"
Mientje: „Nee, Tante, het kopje viel!"
Ingezonden door Aukje van der Walle.
Mientje wil haar Vader wat in het oor
fluisteren, maar Vader vermaant: „Hoe dik-
wyis heb ik je al verboden, in het byzyn
van anderen te fluisteren. Toe. zeg hardop,
wat je te zeggen hebt."
Mientje kykt eens rond, en zegt dan heel
luid: „Ik wou vragen, hoe het komt, dat
die dame naast u zoo n grooten rooden neus
heeft."