Rietjes eerste schooldag
79 iie Jaargang Vrijdag 7 October 1938 No. 32
De verrassing van
tante Willy
„Kom nu, kindje", zei Moeder, „het is
tijd hoor!"
Rietje had haar jasje al aan en haar
mooie, blauwe muts op. Ze keek eens even
in het kleine spiegeltje boven haar eigen
kapstokje. want Rietje was keurig netjes
en wilde graag zeker weten, dat heur
blonde haartjes goed onder het mutsje
zaten.
„Ja, 't is netjes, hoor Rie", lachte Moeder.
„En m'n schoenen, Moe?"
..Prachtig glimmend. Kom nu maar".
Rietje zuchtte heel diep. „O, Moeder",
zei zo toen. „ik.ik wou toch eigenlijk
zoo héél graag bij u blijven en niet naar
schcol hoeven".
„Niet flauw zijn, kindje. Weet je niet
meer, wat je me gisteravond hebt beloofd?"
Rietje zweeg. Ja, het was waar, ze had
Moeder belcofd, dat ze niet meer zeuren
zou, want de school was immers leuk en
gezellig. Ze zou letters leeren en op een lel
teekeneh en versjes zingen. Misschien wel
van „Zusje heeft op haar wiegegordijn-
tjes
Toen Rietje aan dat lieve versje dacht,
dat tante Willy laatst voor haar gezongen
had, stonden opeens haar oog en vol tranen.
Ze knipte er mee, nog eens en nog eens,
want nee, ze wou tóch niet zoo flauw zijn!
En toen rolden die twee vervelende traan
tjes op eens naar beneden en vormden
donkere vlekjes op haar manteltje. En voor
Rietje's oogen was het zoo gek mistig! En
door dien mist keek ze naar de voorkamer,
waar de rcze wieg stond in het zonnige
erkertje.
En toen was Rietje toch een flauw
meisje ze boende hard, heel hard met haar
zakdoek over haar oogen en het leek of er
juist daardoor nog steeds meer tranen
kwamen. „O Moeder", snikte Rietje, „Zusje
zal zoo alleen zijn. als ik weg ben!"
Maar nu werd Moeder echt boos. „Traan
tjes afdrogen, slokje water drinken en mèe,
malle meid", zei ze. .Pas op hoor, als jij
zoo flauw doet! Laat ik het niet weer mer
ken. Hier, vlug je griffeldoos en je teeken
schrift".
Twee minuten later liep Rietje met Moe
der op straat en was haar verdriet al weer
vergeten. Ze liepen door dezelfde laan van
iederen dag en Rietje hard vooruit om te
kijken, of die hoepel, dien ze gisteren ge
zien had, nog in de sloot dreef.
„Moeder, mag ik hem er nu uithalen?"
„Nee kindje, we moeten voortmaken,
anders kom jé te laat op school!"
O ja, dat was waar ook. Daar zou Rietje
heelemaal vergeten, dat ze naar school
moest. Het gaf weer even een benauwd ge
voel in haar maagje, toen ze er aan dacht!
Gistermiddag nog had ze met Moeder door
diezelfde laan geloopen en in den sloot
dien hoepel ontdekt. Toen hadden ze nog
een heelen tijd staan kijken, want er was
Immers geen haast!
Rietje was gewend, dat Moeder zich altijd
den heelen dag met haar bezig hield; met
haar èn met zusje. Als Moeder de ontbijt
boel afruimde, mocht Rietje meehelpen de
bordjes wegbrengen. 1
Als Mosder met den stofzuiger bezig was,
zette Rietje de stoelen op zij. Dat had ze
al gedaan toen ze nog heel klein was; vier
jaar of zoo iets en nu was ze al zes. En
toen zusje er bij gekomen was. was het
heelemaal gezellig geworden, zoo met z'n
drietjes! Zusje kon zoo heerlijk kraaien en
naar Rietje's vingers grijpen en als Zusje
's morgens in het badje ging, plaste ze met
haar kleine, dikke handje in het water,
zoodat het Moeder in het gezicht spatte.
En dan zei Moes „Vlug Rie, een handdoek,
want die stoute meid heeft me heelemaal
nat gespat!"
En Woensdags en Zaterdagsmiddags, dan
kwam Tante Willy meestal. Tante Willy
was ook schooljuffrouw, maar ze had nog
geen klas. En toch zou ze vast een erg
leuke juffrouw zijn, dacht Rietje, want
Tante Willy kende zoo veel verhalen en zoo
veel prachtige liedjes en ze kon zoo goed
teekenen. En nu.ja. nu zou alles anders
worden.
„Rietje kind", had Tante al een paar
maanden geleden gezegd, „met September
ga je naar school en dan word jij een
groote, groote meid! Nou en dan hoef ik
jou niets meer te leeren. want dan ken je
alles al! Is dat ook fijn?"
Maar Rietje had haar beide armen om
Tante's hals geslagen en geroepen: „Ik wil
nooit naar school Bah. die nare school! Ik
blijf bij Moeder en Zusje!"
En toen had Tante Willy gezegd: „Als
jij heel lief naar school gaat, dan heb ik
een groote verrassing voor je".
Rietje liep aan dit alles te denken, toen
ze langzaam naar school wandelden.
„Het is nog mooi vroeg, Rie", zei Moeder,
maar het kindje gaf geen antwoord. Hoe
dichter ze bij het groote grijze gebouw kwa
men, hoe langzamer Rietje ging loopen.
„Kijk eens kind nog veel meer kindertjes".
En toen rolden die twee vervelende
Ja hoor, nu zag Rietje het ook; een
kleine jongen met guitige bruine oogen en
een ruigen krullefcol kwam aan de hand
van zijn moeder aangewandeld en daar
kwam nog een moeder met twee blonde
meisjes, een kleintje en een grootere. En
daar weer een jongetje met een groote
school tasch.
„Leuk, hè Rie?"
Ja, nu vond Rietje het op eens leuk hoor!
Het was net, of het gevaar van al dat
groote onbekende niet zóó groot meer was,
nu ze al die andere kinderen om zich heen
zag!
Ze liepen nu den langen gang door en
Rietje hoorde een jongen tegen z'n moeder
zeggen: „Gaat u nou maar weg, want ik
kan best alleen, hoor!"
Verbeeld je, wat een brutaaltje! Maar
Rietje mc:st er toch om lachen! Zij kneep
stilletjes Moeder's hand nog wat vaster. En
toen ging de deur van de klas open en
wie stond daar op den drempel? Een lange,
blonde juffrouw, die lachte, lachte...
„Tante Willy!" riep Rietje, „hoe komt
U hier?" En opeens niet bang meer, liet ze
Moeder's hand los en vloog Tante in de
uitgespreide armen.
„Dat was nu de verrassing", zei Tante
Willy tegen Moeder. „De juffrouw hier is
ziek en nu moest ik hier invallen".
„Toch niet in de sloot vallen, Tante?"
plaagde Rietje.
Ze had plotseling haar moed en vroolijk-
heid teruggekregen en welgemoed gaf ze
Moeder een kus en stapte ze achter Tante
Willy de klas in.
„O Moeder!" riep Rietje's heldere stem
metje, toen ze dien dag om twaalf uur uit
school de straat op rende. „School is heele
maal niet naar, hoor! Ik mocht van Tante
een versje zingen en ik ken al een aap
een aa bedoel ik en als ik heel erg mijn
best doe, word ik net zoo knap als Tante!"
En toen Rietje later bij Zusje's wiegje
stond, zei ze: „O Zus, wat verlang ik toch,
dat jij ook mee naar school gaat!"
R. DE RUIJTER- V. d. FEER.
traantjes op eens naar beneden....