STEGEMAN'S
De wilde Zwanen
79ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 October 1938 Zesde Blad No. 24089
RECHTZAKEN
waarborg
o|> het loodje
garnee
ringen en
mode
artikelen
MIDZÖ
DAGBLADRECLAME
De verduistering bij de
Federatie van Handels- en
Kantoorbediendenver.
Penningmeester veroordeeld.
De vijfde kamer van de Arr. rechtbank te
Amsterdam heeft den 58-jarigen H. S., die
terecht gestaan heeft wegens verduistering
van ruim f34.000 ten nadeele van de Fede
ratie van Handels- en Kantoorbedienden-
vereeniglngen ln Nederland, waarvan hij
penningmeester was, veroordeeld tot twee
en een half jaar gevangenisstraf met aftrek
van de voorloopige hechtenis.
Sedert 1927 had hü zich bedragen toe
geëigend uit de onder zijn beheer staande
kas der Federatie, hoewel hij een zeer aan.
zienlijk salaris genoot. De officier van
justitie had drie jaar gevangenisstraf tegen
verd. gerettuireerd.
I1AAGSCHE RECHTBANK.
Medeplichtige aan inbraak.
De timmerman H. H. van L„ thans ge
detineerd in het Huis van Bewaring, en af
komstig uit Utrecht had deelgenomen aan,
de Inbraak die was gepleegd ten huize van
den heer v. Luyken. Door openbreken van
eenlge deuren, na een ruitje te hebben in
geslagen, had hij zich toegang tot de wo
ning verschaft.
Verdachte gaf de tenlaste gelegde feiten
toe. De officier van justitie vond het feit
zeer ernstig en merkte op dat verdachte
reeds eerder ls veroordeeld. In verband met
deze omstandigheden, vorderde de officier
tien maanden gevangenisstraf. Verdachte
vroeg een meer clemente straf, ln verband
met het feit dat hij nog andere straffen
moet uitzitten.
Omdat hij een kas-tekort had.
De vloerlegger J. van L. uit Leiden, had
weliswaar niet deelgenomen aan de in
braak die te Oegstgeest was gepleegd ten
huize van v. Luyken, doch hij had wel van
den buit willen meedeelen. Hij had te
Oegstgeest bij de halte „Endegeest" ge
wacht op den terugkeer van de inbrekers.
Naar verdachte verklaarde, had hij als
penningmeester van een vereeniging een
kastekort en hit hoopte dit aan te zuiveren
door de gelden van de Inbraak. Voor ge
noemd kastekort, dat als verduistering was
aangemerkt, heeft van L, onlangs zich te
verantwoorden gehad bil den politierechter.
Ook deze verdachte had deelgenomen aan
de inbraken te Zeist, teneinde daardoor
het tekort aan te zuiveren.
De officier vorderde zes maanden gevan
genisstraf. Uitspraak over 14 dagen.
Voetganger aangereden.
In den avond van 28 Februari werd de
55 Jarige W. Slootweg uit Hazerswoude, die
over het Westeinde liep, aangereden door
een auto, welke werd bestuurd door don
fouragehandelaar B. R. uit Lelden
Door deze aanrijding werd de heer
Slootweg ernstig gewond; om. werd zijn
rechterbeen verbrijzeld.
Terzake veroorzaken van zwaar lichame
lijk letsel door schuld, had R. zich heden
voor de Haagsche Rechtbank te verant
woorden. Nadat de veldwachter Pleysier uit
Hazerswoude omtrent den toestand waarin
hij het slachtoffer vond, eenlge ïnededee-
lingen had gedaan, verklaarde het slacht
offer dat hij geheel rechts van den weg
liep, toen hij plotseling door een auto werd
aangereden, en over den weg geslingerd.
Getuige ls gedurende drie en een halve
maand in een ziekenhuis verpleegd geweest
en ls thans nog niet geheel hersteld.
Een groot aantal getuigen werd ge
hoord, ln hoofdzaak over de vraag of de
weg den bewusten avond nat en ter plaatse
modderig was. alsmede over de ligging van
het slachtoffer na de aanrijding. De ver
dachte betoogde dat hij het slachtoffer
slechts op twee meter afstand van zijn
auto zag en hij toen op den rijweg liep.
De Officier van Justitie kon niet aanne
men dat dit laatste het geval zou zijn ge
weest, en meende dat de verlichting der
auto van verdachte te wenschen overliet.
In verband met de ernstige gevolgen der
aanrijding het slachtoffer heeft nu
reeds 7 maanden niet kunnen werken
vorderde spr vier weken hechtenis.
De verdediger meende dat het slacht
offer even naar links is gegaan toen hij
langs den weg liep, PI. verzocht vrijspraak
subs, clementie.
Uitspraak over 14 dagen.
De verkeerde boelit.
In den avond van 3 Mei is op de Nieuw-
sleegsdhebrug te Leiden de bankwerker J.
A. Kuypers uit Stompwjjk met zijn flets
door een auto aangereden, die bestuurd
werd door een student uit Leiden.
Deze stond terecht terzake van lichame
lijk letsel door schuld.
De verdachte was met zijn auto uit de
richting van het Rapenburg gekomen, en
nam de bocht naar de Nieuwsteeg.
Verdachte zei dat hij die bocht rechts
had genomen, doch zoowel het slachtoffer
als enkele getuigen deelden mede dat deze
wel werd afgesneden.
De expert H. Boomgaard zeide dat vrij
wel iedere automobilist de bocht wat af
snijdt, daar deze technisch niet juist is.
Zelfs de motorpolitie merkt die fout. zooals
get. had geconstateerd.
De officier van justitie meende dat ver
dachte door autosuggestie met de mede-
deeling komt dat hij de bocht goed nam,
doch dat is bijna niet aannemelijk.
In verband met den ernst van het feit,
vorderde spr. f. 150 boete subs. 75 dagen
hechtenis.
De verdediger pleitte clementie.
Het verborgen vet.
In Alphen a. d. Rijn had een handelaar
op slimme manier een partij vet verbor
gen, die niet van de vereischte merken was
voorzien. De eerste trede van de trap ln
de woning was n.l. opklapbaar gemaakt, en
daarin zat het vet verborgen. Niettemin
had een controleerend ambtenaar de ont
dekking der bergplaats gedaan, en de kan
tonrechter te Alphen had de verdachte een
boete van f.200 subs. 100 dagen hechtenis
opgelegd, van welk vonnis hij in hooger
beroep kwam.
Verdachte liet echter verstek gaan.
De ambtenaar Ekelshof uit Woerden
deed mededeeling over de ontdekking, en
zei dat hij al eerder vermoedens had dgt
de zaak niet ln orde was.
De officier zag geen reden om het von
nis te wijzigen, en eischte bevestiging.
Op de brug.
Een scheepsbouwer uit Oudewater, zou
in Alphen aan den Rijn op de brug ln de
Brugstraat met zijn auto den fletser C. E.
de Graaf uit Alphen hebben aangereden.
Volgens den aangereden fietser had verd.
hem blijkbaar willen passeeren, en toen
klem gereden.
Daaraan kent U de échte
Geldersche
Als er Stegeman op staat, ls
dat voor U de garantie dat het
heerlijke en pikante, fijn ge
kruide rookworst is, met een
zeer aparten, zachten rook-
smaak. Er is verschil tusschen
rookworst en rookworst. Het ls
beslist de moeite waard, daar
even op te letten. Stegeman's
Geldersche is Iets bijzondersl
ln vnnkels
met om
raambiljet
rlngez. Med.)
HET COUPEEREN VAN
PAARDESTAARTEN.
Principieelc zaak voor de Rotterdarosche
rechtbank.
Voor de Rotterdamsche rechtbank ls
gistermiddag de prlnclpieele kwestie be
handeld, of het coupeeren van paarde-
staarten al dan niet dierenmishandeling
te noemen is.
Het O. M„ waargenomen door mr. F. M.
Wilbrennick had daartoe den 47-jarigen
paardenhandelaar A. V., wonende te Bol
nes, gedagvaard. Hij had hem ten laste
gelegd, dat hij op 25 April van dit jaar
te Ridderkerk twee één-jarige paarden
pijnlijk letsel had toegebracht door de
staarten van deze dieren te coupeeren, om
daarna de wonden, door deze operatie ont
staan, met een gloeiend ijzer dicht te
schroeien.
De president, mr. Marcx nam allereerst
verdachte zelf een verhoor af. Deze was
het er niet mee eens. dat het coupeeren
van den staart van een paard pijnlijk voor
het dier ls.
Als eerste getuige werd gehoord dr. C
J. Folmers. dierenarts te Amsterdam. Dez-
verklaarde, dat het coupeeren van paarde
staarten uit de middeleeuwen stamt. Hl
achtte - het zeer wenschelijk, dat dez
wreede gewoonte zoo spoedig mogelijk ver
dwijnt. Getuige vond het een dwaasheid
te willen beweren, dat de dieren bij deze
operatie geen pijn lijden.
De kapitein-paardenarts Tj. D. Sigling
uit Ede, rfte hierna als getuige gehoord
werd. legde vrijwel dezelfde verklaringen
I af als dr. Folmer.
Prof. dr J. Wester, hoogleeraar ln de
veeartsenijkunde te Utrecht, was het groo-
tendeels met de verklaringen van de vo
rige getuigen eens. Ook hij moest tot de
conclusie komen, dat het coupeeren van
paardestaarten uiterst pijnlijk is.
Als vierde getuige-deskundige werd ge
hoord de burgemeester van Hoofddorp, mr.
A. Slob, die bekend staat als een uitstekend
paardenkenner. Ook hij kon de meeningen
van de eerste drie getuigen volkomen
deelen.
Nadat nog enkele getuigen waren ge
hoord, hield de officier van' justitie, mr. F.
M. Wilbrennick zijn requisitoir. Hij begon
met te zeggen, dat verdachte volgens de
getuigen a décharge Iets gedaan heeft, dat
toelaatbaar ls. Toch was hij van oordeel,
dat hier van dierenmishandeling sprake
is. De wet verbiedt nu eenmaal het pijn
doen aan dieren, zonder dat daar gegron
de redenen voor zijn. En die zijn hier al
lerminst aanwezig. Men mag een paard
toch geen pijn laten lijden, omdat er een
bepaalde categorie menschen is, die gecou
peerde staarten zoo mooi vindt? Het eco
nomisch voordeel, dat men er eventueel
van zou hebben, meende spr. te kunnen
terugbrengen tot een kwestie van ge
woonte of sleur.
Mr. Wilbrennick vond, dat er nu toch
een eind moest komen aan deze ergelijke
wijze van dierenmishandeling. Hij was van
meening, dat verdachte niet met een re
delijk doel gehandeld had en eisohte op
grond van artikel 254 W.v.S. een geldboete
van tien gulden te vervangen door een
hechtenis van tien dagen, benevens ver
nietiging van de in beslag genomen Instru
menten.
Uitspraak 20 October as.
De instorting in het
Noordeinde te Leiden.
Twee. thans niet verschenen getuigen,
haddeh deze lezing bevestigd, maar de
verdachte zei dat de fietser tusschen zijn
auto en het voertuig dat voor hem reed
was gekropen. En toen raakte hij bekneld.
De eigenaar van de fiets had f. 7.25
schadevergoeding gevraagd, en de officier
van justitie, die de schuld van verd. bewe
zen achitte, wilde die vordering toewijzen,
en vroeg verder bevestiging van het vonnis
van den kantonrechter, n.l. f6 subs. 3 da
gen. Uitspraak over 14 dagen.
Verkeersdelict.
Een student uit Hlllegom, heeft met een
door hem bestuurde auto een aanrijding
veroorzaakt, waarvoor hij door den kan
tonrechter te Delft is veroordeeld tot f. 20
boete subs. 10 dagen hechtenis.
Van dit vonnis kwam verdachte thans
ln hooger beroep.
Er was voor deze zaak één getuige ver
schenen, doch twee getuigen waren af
wezig.
De verdachte zeide dat hij deze getuigen
nog wenschte te hooren, en in verband
hiermede besloot de rechtbank de zaak
aan te houden tot 17 November.
Op het kruispunt.
Toen de kweeker J. P. Damen uit Voor
hout met zijn auto uit de richting Lisse
kwam. ontmoette hij op het icruispunt
Loosterweg-Joh. Speelmanweg een vracht
auto. bestuurd door een koopman uit Bloe-
mendaal. Deze had hem voorrang moeten
verieenen, doch deed het niet, waardoor
een botsing ontstond en eerstgenoemd
voertuig in een heg werd gedrukt.
De kantonrechter te Leiden had den
chauffeur veroordeeld tot f20 boete subs.
8 dagen hechtenis, van welk vonnis hij in
hooger beroep kwam.
Na verhoor van enkele getuigen, die
meenden dat verdachte had moeten stop
pen, zei deze dat de andere autobestuurder
ineens doorreed, lnplaats van te stoppen.
De officier zag geen termen wijziging in
het vonnis te brengen en vroeg bevesti
ging.
De verdediger pleitte ontslag van rechts
vervolging.
Opzichter en aannemer staan
terecht.
Op 23 April van dit jaar had aan het
Noordeinde te Leiden een instorting plaats.
Ter plaatse werden hel- en grondwerken
uitgevoerd voor den bouw van een nieuw
pand voor de Rotogravure.
Naast de bouwput stonden o.a. de melk-
salon van den heer van der Geest en de
kapperszaak van den heer Koevoet.
Des Zaterdagmorgens plm. 11 uur wer
den in den muur der melksalon scheuren
waargenomen. Plotseling sprong een gra
nieten raamdorpel los, waarna een groot
stuk der zijgevel in de bouwput stortte. De
bewoners waren inmiddels gewaarschuwd,
en konden vluchten. Door snel stutten aan
te brengen, konden verdere instortingen
worden voorkomen, terwijl de melksalon
werd ontruimd.
De bouwkundig opzichter van het werk,
■J. v. d. B uit Voorburg had zich thans
voor de Haagsche rechtbank te verant
woorden, terzake art. 171 W. van S. het
aan zijn schuld te wijten hebberi, de ver
nieling van eenig gebouw of getimmerte.
De rechercheur B. A. J. Bom uit Leiden
gaf eerst enkele inlichtingen hoe de toe
stand na de Instorting was.
De grondwerker C. A. v. d. Kan uit Kat
wijk had van den opzichter B. opdracht
ontvangen om een sleuf te graven langs
het pefceel no. 8.
De getuige had geen versnijdingen met
dat perceel aangetroffen, of weggehaald
De volgende getuige H. Koppeschaar uit
Leiden, had aan het graafwerk geholpen,
en daarbij enkele losse stukken fundeering
van pand no. 8 weggehaald. In de sleuf
stond wel wat grondv/ater.
Ook de getuige A J. C. van Ravenberg
had het graafwerk waargenomen. Dat de
losse stukken fundeering werden wegge
nomen was niets bijzonders en hield geen
verband met de instorting. Toen dit laatste
gebeurde, bestond er nog wel gevaar voor
personen in de omgeving. Get. had zooveel
mogelijk maatregelen genomen.
De bewoner van den melksalon v. d. Geest,
vertelde dat hij reeds eenigen tijd voor den
fatalen dag had bemerkt dat het fout
ging, want de deuren sloten niet meer etc.
Na de instorting was in zijn huis een ware
rayage aangericht; de schade ts door de
aannemers vergoed. Echter was tijdens de
algemeene verwarring ook nog diefstal ge
pleegd
Ir. J. Westra van de gemeente Leiden,
had een uitvoerig rapport ingeleverd, dat
hij thans handhaafde.
Hij concludeerde dat de instorting is
veroorzaakt le door den toestand van den
bodem die vooral bij natheid slecht ls; 2e
was de sleuf te diep; 3e te lang; 4e was
fundeering te zwak.
De getuige kon zich wel begrijpen dat
geen damwand was aangebracht, hoewel
dit zeker verstandiger zou zijn geweest.
De verdachte v. d. B. zeide dat tijdens
het heien niets was gebeurd, en daarom
waren geen stutten geplaatst of damwand
geslagen.
De officier van justitie meende dat ver
dachte betere voorzorgsmaatregelen had
moeten nemen, en vorderde tegen hem
f. 200 boete subs. 100 dagen hechtenis.
Verdachte zeide deze boete naar draag
kracht te hoog te vinden.
Uitspraak over 14 dagen.
De aannemer.
In verband met de instorting stond even
eens de aannemer H. K. uit Leiden terecht,
aan wien eveneens het niet voldoende
nemen van voorzorgsmaatregelen tenlaste
was gelegd.
Bij zijn verhoor verklaarde deze ver
dachte dat het heiwerk als het meest ge
vaarlijke moet worden aangemerkt. En dit
was normaal verloopen, .zoodat verd. geen
gevaar bij het graafwerk duchtte. Er werd
Als U voor
niet veel te veel wilt betalen,
koopt ze dan bij ONS - Wij
hebben ALLES wat U wenscht,
en U 'betaalt er bij ONS veel
minder voor.
HAARL.STR. - Heek Donkerst.
Bij ONS
ontvangt U
bovendien
MIDZA-BONS!
(Ing-ez. Med.)
niet vlak bij de panden gegraven, n.l. aan
de eene zijde 1 Meter en aan de andere
30 c.M.
Verdachte heeft aan den heer de Geest
reeds een schadevergoeding moeten geven,
en ook op andere wijze schade geleden
door het gebeurde.
De officier van justitie zeide de schuld
van den aannemer grooter te achten dan
die van den opzichter.
Er zijn in deze zaak geen schreiende
wantoestanden gebleken, want anders zou
spr. zeker hechtenistraf hebben geëischt.
Nu kan worden volstaan met een geld
boete, die spr. wil stellen op f. 800 subs. 100
dagen hechtenis.
Verdachte wijst er nog op, dat door de
gebeurtenissen hij reeds ernstige schade
heeft geleden, die zeker de f. 2000 te boven
gaan.
De uitspraak wordt bepaald op over 14
dagen.
V oncentreer op het krachtigste
reclame-middel
Copyright P. I. 8. Boa 6 Copenhogon
Elize zag de kerken steeds dichter bij komen. Maar toen ver
anderden deze plotseling in een vloot van schepen, met witte
zeilen, die onder hen door voer. Zjj keek ingespannen naar be
neden, maar zag alleen nog maar een nevel, die over het water
trok. Aan afwisseling had zij geen gebrek, ook &1 was het
gezi chtsbedrog.
Eindelijk, eindelijk zag Elize werkelijk het land, waarheen zij
vlogen. Ingespannen tuurde zij naar beneden. En achtereenvolgens
onderscheidde zij blauwe bergen, coderbosschen, steden en trotsche
kasteel en. Haar broers hadden inderdaad gelijk gehad, toen zij dit
een heerlijk land noemden. Maarhet vaderland was toch
nog mooier!
Lang vóór de zon dien dag onderging zaten Elize en de elf
zwanen voor <_on die, lio! ui een berg, die met groene s'inger-
planteu was begroeid. Het groen leek net een tapijt. Haar jongste
broer bracht Elize naar haar slaapvertrek, toen het tijd wer<f om
te gn^n slapen. „We zullen eens zien, wat jij vannacht, droomt.'*
Met die woorden liet hij haar alleen.