79 ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 6 October 1938 Derde Blad No. 24088 Nederlanders werken in Duitschland Benesj afgetreden als president van Tsjecho-Slowakije Hollandsche timmerlui bij den bouw van een reusachtige brug in het Westerwald Mijn aanblijven zou een hinderpaal beteekenen Een groep Nederlandsche arbeiders. Op bezoek in bet barakkenkamp. (Van onzen specialen verslaggever) n. Gigantische werken, die tot de ver beelding spreken, zijn momenteel in Duitschland in wording. Eén daarvan is de reusachtige brug, welke gebouwd wordt over het Wiedbachtal in het Westerwald. Boven op de heuvels aan weerszijden van het dal is de auto baan van Keulen naar Frankfurt in aanbouw. Het vrij diepe Wiedbachtal vormde een belemmering, welke alleen kon worden opgeheven door het bou wen van een enorme brug ter lengte van 450 meter met pijlers ter hoogte van 51 meter, welke 12 bogen zullen dragen. Wanneer men de getallen hoort van de materialen, welke voor den bouw van deze brug moeten wor den gebruikt, duizelt men. In totaal zijn 300.000 ton noodig. Eiken dag wor den zestig wagonladingen verwerkt. Eén pijler verslindt de jaarproductie van twee normale ringovens. Er moet 2500 kub. meter hout worden verwerkt: 600 mannen werken dag en nacht aan den bouw van deze brug, onder wie 35 Hollanders. Waarom bouwt men met zoo'n koortsach tige haast aan het gereedkomen van dezen autoweg hebben wij gevraagd Omdat een goede verbinding tusschen Keulen en Frankfurt absoluut noodzakelijk is, luidde het antwoord. Maar verder gaande liet men ons doorschemeren, dat strategische doeleinden aan de zaak evenmin vreemd zijn. Reeds nu biedt de in aanbouw zijnde reuzenbrug. welke vooral door de groote hoogte zoo'n bijzonderen indruk maakt, een grootschén aanblik, welke nog ver hoogd wordt door de schilderachtige om geving. Hier hebben wij op onzen tocht langs de plaatsen in het Rijnland en West- falen. waar Nederlanders werken, onze landgenooten het eerst aangetroffen. HOLLANDSCHE TIMMERLIEDEN Het waren bijna allen vaklui, timmer lieden. die voor een belangrijk deel uit den Gelderschen Achterhoek, met name uit Groenlo en Winterswijk, afkomstig wa ren. Wij werden in de gelegenheid gesteld rustig met hen te praten zonder dat ons gesprek door anderen werd beluisterd Het waren over het algemeen tevreden klan ken, welke wij hoorden „Wij hebben het hier lang niet slecht" gaf een der Achter hoekers ons ten antwoord. „Natuurlijk blijft er te wenschen over. vooral ten aanzien van het eten. Het is werkelijk niet slecht, maar het is toch niet dat, wat we in Gel derland gewoon zijn". Wij knikten instemmend, want Gelder land kan terecht bogen op een zeer goede en zeer degelijke keuken. ..Maar we mogen niet uit het oog verlie zen" ging onze zegsman voort, „dat het "ten hier anders wordt klaar gemaakt dan Dij ons Er is geen enkele reden om te zeg gen, dat het slecht is. Zij. die het hardst Klagen, zijn gewoonlijk degenen, die het thuis niet best hebben!" „Het minst zijn wij te spreken over de macaroni. Maar dat is natuurlijk „Gesch- macksache", want het is een heel voed zaam eten. Neen. het eten is behoorlijk, al verdient de Hollandsche legerkost ook de voorkeur". „Wc hebben het h'er goed" was de al- gemeene indruk. In bijzondere mate lieten onze landslui, meest R. K en Chr. geor ganiseerde timmerlieden, zich uit over de kameraadschap, welke van de Duitsche arbeiders werd ondervonden. De stemming op het werk was dan ook uitstekend. Een Winterswijker wees ons er op. dat het natuurlijk eenige dagen duurt, voor men zich heeft aangepast. De wijze van werken is hier anders dan in Holland In Nederland worden alle materialen aan den timmerman gebracht maar hier moet hij zelf het sjouwwerk verrichten. Dat kost menigen zweetdruppel, vooral wanneer men teven de hellingen op moet Over de loonen hoorden we eveneens te- i reden klanken Er worden uurloonen ver diend van 7785 Pfenning. De normale werkweek is 48 uur maar in werkelijkheid wordt er veel langer gewerkt, m listens 10 uren per dag Voor overwerk wordt een extra toeslag gegeven. Men mag niet uit het oog verliezen, dat juist de resultaten zoo gunstig zijn. cmdat er veel wordt overgewerkt, waarbij dan nog de hooge clearingkoers van de Mark komt. Zonder overwerk zou het loon niet bij zonder hoog zijn. Aan hen, die genoodzaakt zijn buiten hun woonplaats te vertoeven, wordt een z.g. scheidingsgeld betaald, dat voor de gehuwden 1 R.M. en voor de onge- huwden 50 Pfennig bedraagt. Woont men in een gemeente van over de 100.000 inwo ners dit geldt ook voor Nederlanders dan krijgen de gehuwden 1.50 R.M. per dag. Verder wordt aan de arbeiders op be paalde termijnen, varieerende van 2 tot 8 weken, vrije reis naar huis gegeven. MEN KON IN STUREN. NAAR HUIS De meeste Nederlandsche arbeiders aan den bouw van de brug over het Wiedbach tal leven in het „Lager", in het barakken kamp Jungfernstieg. Daar is het leven zeer goedkoop en daar er bovendien in de om geving weinig gelegenheid bestaat om uit te gaan, houden de meesten een flink be drag over. Verschillende Hollandsche tim merlui vertelden ons, dat ze gemiddeld 35 R.M. per week naar vrouw en kinderen konden zenden, dat is dus een bedrag van ruim f. 25.Er was een optimist, die zijn in Nijmegen wonend gezin naar het na bije Neustadt wilde halen, maar de mees ten vonden het ongewenscht om vrouw en kinderen over te laten komen. Men achtte het over het algemeen een groot nadeel, dat de regenuren niet worden doorbetaald. Wel kan men door de onmiddellijke na bijheid van het kamp direct w^eer aan den slag gaan, wanneer het droog wordt, maar hel verlies is bij regen aanzienlijk. „Wan neer het hier regent" zei een gemoedelijke ingezetene van Groenlo, „regent het den heclen dag". Ook verheelde men zich niet. dat het korten van de dagen een zeer ongunstige factor is voor de timmerlieden, die slechts bij daglicht kunnen werken. In de nu ko mende maanden zal dus zeker geen f. 25 worden overgemaakt. „Vergeet echter niet, mijnheer" zei een van onze landgenooten, „dat het voor ons een mooi ding is, dat we in de afgeloopen weken zoo veel geld naar huis hebben kunnen sturen We zijn daar dankbaar voor en het is heel wat be ter dan stempelen en steun trekken, vooral daar we onze vakbekwaamheid niet ver liezen". GEEN POLITIEK. „Aan politiek wordt hier niet gedaan", vertelde ons een Winterswijksche timmer man „De Duitsche kameraden zijn op dat punt in het geheel niet lastig. In het be gin hebben ze er wel even over gepraat, maar zoodra ze merkten, dat het meeren- deel van ons er niet van gediend was, ls er over gezwegen. De Katholieken gaan des Zondags naar de kerk. maar voor de protestanten is het moeilijker, daar de meesten het Duitsch niet zoo goed verstaan, dat ze den dienst kunnen volgen. Eigenlijk is de Zondag voor velen een schaduwzijde aan ons verblijf ln Duitschland Wij beschouwen dat verblijf echter van lijdelijken aard en als een mid del om weer in wat beteren doen te komen" De voornaamste klacht, welke we op het werk hoorden, betrof het drinkwater, dat bij de „Baustelle" niet aanwezig was. Door de aannemers werden echter tegen een zeer lagen prijs flesschen mineraal water ter beschikking gesteld. DE NEDERLANDERS ZIJN GOEDE VAKLUI. De leider van het werk liet zich in zeer waardeerenden zin uit over zijn Neder landsche timmerlui, die hij als goede vak lieden kwalificeerde. Natuurlijk is de een beter dan de ander, maar over het geheel is er reden tot tevredenheid. Hij prees ook in het bijzonder den goeden geest en de prima verstandhouding tusschen Neder landers en Duitschers. Inderdaad, de stemming op dit werk was uitstekend. Op lang niet alle werken was dat zóó goed, maar merkwaardigerwijs wa ren dan de werkgevers verre van tevreden over hun Nederlandsche werklieden. OP BEZOEK IN HET KAMP. Wij hebben na de bezichtiging van het werk aan de Wiedbachtalbrug, met den bouw waarvan men op 1 Jan. j.l. is begon nen en welke vermoedelijk in Juli van het volgend jaar gereed zal zijn. een bezoek ge- biacht aan het barakkenkamp Jungfern- s'leg waar het grootste deel der Ncder- iandsche arbeiders woonde. Wij kunnen ons voorstellen, dat de Duit schers ons juist dit kamp hebben laten z.en, want het mocht er wezen Keurig on derhouden houten gebouwen in frissche kleuren geschilderd, gegroepeerd om een met veel zorg aangelegd plantsoen. Het was eigenlijk echt „Hollandsch" wat we te zien kregen. We willen, teneinde de objec tiviteit niet uit het oog te verliezen, niet verhelen, dat het ons speet, dat we het lager gelegen veel oudere kamp niet heb ben gezien. Enkele Hollandsche arbeiders vertelden ons. dat het daar hoewel al leszins dragelijk toch lang niet zoo ideaal was als in het nieuwe „Lager". We hebben de zaal bezocht, waar ln hoofdzaak onze landgenooten sliepen. Het was er uiterst zindelijk, de bedden waren goed en voor licht en lucht was gezorgd. Er stond zelfs een radiotoestel, speciaal om dc Hollandsche zenders te beluisteren. Wij bezichtigden de waschgelegenheden, eveneens zindelijk en prima in orde. Een zeer goeden indruk kregen we ook van den keuken, welke modern en hygiënisch was ingericht. Het eten werd gebruikt in ten fiinke zaal, welke tevens voor ontspan ningsdoeleinden wordt gebruikt en waar elke week een film wordt vertoond of een looneelstukje wordt opgevoerd. HET ETEN. Hoewel daarop van te voren niet was ge- iekend. werden wij in de gelegenheid ge steld, den warmen maaltijd te gebruiken, welke de arbeiders des avonds of 's middags krijgen. Voor een week wordt het menu vastgesteld, dat voor den dag waarop wij er waren bestond uit: vanillesoep, varkens- vieesch met aardappelen en kool. Het eten was smakelijk klaargemaakt, hoewel het voor Nederlandsche begrippen wel wat vreemd is vooraf een zoete vanillevla te gebruiken. Het moet echter worden gezegd de vla was goed. We kregen een flinke portie varkensvleesch, precies als de arbei ders, de aardappelen waren voor Duitsche begrippen uitstekend en de kool was sma kelijk. Wij kunnen van dezen maaltijd alleen zeggen, dat hij met zorg was bereid. Inder daad smaakte het eten goed, maar wij hebben onmogelijke kunnen nagaan of dit eten voldoet aan de eischen, welke een ar beider, die 10, 11 of meer uren per dag werkt, kan stellen. Wij zouden alleen een juist oordeel hebben kunnen vellen, wan neer wij een heelen dag hahdenarbeid had den verricht. De voedzaamheid van het zeer smakelijke eten konden wij dus niet bcoordeelen. Wij kregen wel den indruk, dat het vetgehalte van de doorsnee Hol landsche pot over het algemeen hoo- gcr is. De kosten van levensonderhoud zijn in hot kamp niet hoog. Men koopt een kaart voor veertien dagen tegen een prijs van 14.70 R.M., d. i. dus 1.05 R.M. per dag. Daarvoor krijgt men één warmen maaltijd, 's morgens thee of koffie met suiker, soms een z.g. tweede ontbijt, meestal de een of andere versnapering en 's avonds steeds 02 gram roomboter met 125 gram worlt of kaas. Het brood moet men zelf koopen, orn aat de practijk bewezen heeft, dat het ge bruik van brood zeer sterk uiteenloopt. Het brood kan men koopen in de can- tine, waar ook allerlei andere artikelen te gen een schappelijken prijs verkrijgbaar zijn. Voor elk kamp is een leider aangesteld, op wien toezicht wordt uitgeoefend door den ambtenaar. d*e speciaal belast is met de sociale zorg voor de arbeiders aan de Rijksautobanen. Deze ambtenaar moet o.m. ook toezien op het betalen van de voorge schreven loonen Voor elk kamp is een dokter belast met het geneeskundig toe zicht. De arts is dagelijks in het kamp aan wezig voor eventueel onderzoek, dat ge heel gratis geschiedt. trekkingen met iedereen en in het bijzondeT met de nabuurstaten want indien Tsjecho- Slowakije ln vrede wil leven, moet het met hen samenwerken. Zelfs op het beperkte grondgebied is plaats voor allen, doch al leen moet het land politiek gereorganiseerd worden, alsook economisch en sociaal. Orde en rust moeten verzekerd zijn. Dc president van de Tsjecho-Slo- waakscbe republiek, Benesj, is afge treden. Zonder twijfel zal het aftreden van dr. Benesj den toestand opklaren, aangezien de samenwerking met Duitschland voor Tsjecho-Slowakije gemakkelijker wordt, ter wijl het ook gemakkelijker zal worden tot een oplossing te komen met de Slowaken. Naar verluidt, hebben de Duitschers een sterke pressie uitgeoefend. Uit de rede, welke de Führer te Berlijn heeft gehouden, bleek duidelijk, dat hij een persoonlijken afkeer had van Benesj en van betrouwbare zijde wordt medege deeld dat Hitier heeft beloofd, edel moediger te zijn in de onderhandelin gen, wanneer Tsjecho-Slowakije een ander staatshoofd zou hebben. Verder wordt vernomen, dat generaal Syrovy zal op treden als president der republiek tot een opvolger van Benesj zal zijn gekozen. Deze verkiezing moet geschie den door Kamer en Senaat te zamen In den brief, waarin hij zijn aftreden mededeelt, schrijft Benesj o.a.. dat de drie jaar. welke hij president is geweest rijk aan gebeurtenissen zijn geweest, welke haar hoogtepunt hebben gevonden in de droeve feiten van de laatste dagen. Deze liggen zwaar op geest en hart, doch zij hebben het geloof in de idealen van het volk niet gebroken. De omstandigheden zijn dusdanig gewij zigd, dat Benesj voelt, dat het handhaven van ziin positie een hinderpaal zou kunnen vormen voor den nieuwen toestand, waar voor men thans staat, vooral in verband met de internationale situatie en met het oog op een snelle onwikkeling van de sa menwerking met de buurstaten. Er is een nieuwe regeering gevormd, welke regeering zal pogen, kalm het land econo misch en sociaal te hervormen en tevens zal streven naar ontwikkeling van de inter nationale vraagstukken. Benesj is overtuigd, dat zij hierin zal slagen. Daarom heeft hij zijn ontslag gelegd in de handen van den minister-president, op dat deze de noodzakelijke stappen kan nemen. Hii dankt den minister-president en zijn collega's voor de samenwerking en wenscht hun allen succes. Hii is overtuigd, dat thans een betere tijd naakt, een tijd van succesvol werken voor het welzijn van den nieuwen staat en het geheele Tsjecho-Slowaaksche volk. Voor de radio. Voor de radio zeide Benesj nog: „Ik was van plan, na de totstandkoming van het accoord van München af te treden, doch achtte het gewenscht te wachten, totdat een sterke regeering was gevormd. De vier groote mogendheden hebben be sluiten genomen, zonder dat wii geraad pleegd zijn. Ik zal geen woord van critiek of blaam uiten. De geschiedenis zal oordee- len, doch ik zal blijven zeggen, dat de offers, die men van ons verlangd heeft, onrechtvaardig waren. Ik wil de belangen van mijn land niet in den weg staan. Als overtuigd democraat voel ik, dat mij niets over blijft dan af te treden. De staat zal zichzelf opnieuw moeten vinden. Ik bedoel niet. dat wii onze oude bond genootschappen moeten prijsgeven en nieuwe aangaan doch dat wij onze politiek moeten omvormen Er is thans geen reden tot conflict met onze naburen Onze nieuwe staat zal in de toekomst meer homogeen zijn en grootere moreele kracht hebben. Wij moeten niet bii de pakken neerzitten. Tenslotte wil ik uiting geven aan mijn volledig vertrouwen in de toekomst van mijn land. Ik verlaat geen schip in den storm, doch het is noodig dat ik dit offer breng". Benesj uitte verder r.og zijn dank jegens al'e Tstechische vertegenwoordigers, die hun best voor het land hebben gedaan. Benesj' leven. Dr. Eduard Benesj is 28 Mei 1884 in het dorp Kozlany geboren Zijn ouders waren arme boeren, toch wisten zij hem een goede opvoeding te geven. Hij studeerde aan de universiteit van Praag aan de Sorbonne en de Ecole des sciences politiques te Parijs en te Dyon waar hii in 1908 promoveerde in de rechtsgeleerdheid. Toen de wereldoorlog uitbrak was hij reeds een der leiders van de Tsjechische nationalisten en korten tijd later werd hij de rechterhand van Masaryk. In 1915 begaf hij zich naar Parijs om als journalist en diplomaat te werken voor de bevrijding van de Tsjechen en den opstand voor te be reiden. Benesj. Na eerst in eigen land de „Maffia" te hebben georganiseerd, de revolutionnaire organisatie, die binnensland de vrijmaking van de Tsjechen moest voorbereiden, waar aan Masaryk buitenslands werkte, begaf Benesj zich eveneens naar het buitenland om zich bij Masaryk te voegen. Toen te Parijs de Tsjecho-Slowaaksche nationale raad werd gesticht, werd Benesj zijn secre. taris-generaal. Ais zoodanig nam hij ook een ruim aandeel in de vorming van de Tsjecho-Slowaaksche legioenen Het sprak door zijn voorbereidend werk, door hem zelf uitvoerig beschreven in zijn boek De We reldoorlog en onze Revolutie, vanzelf, dat Benesj bij de vorming van de Tsjecho- Slowaaksche republiek haar eerste minister van buitenlandsche zaken zou worden. Bii de oprichting van den nieuwen staat Tsjecho-Slowakije in 1918 werd dr Benesj minister van buitenlandsche zaken, welke functie hii tot 1935 bekleedde. In 1935. bij het aftreden van Masaryk als president van de republiek werd Benesj tot zUn opvolger gekozen. Het levensdoel van dr. Benesj is de poli tieke en economische consolidatie van Tsjecho-Slowakije geweest welke hu het best gediend achtte door de regionale methode n.i. een samenwerking met de Kleine Entente en door een algemeene stabilisatie van Europa. Tegenover Sovjet-Rusland heeft Benesj een zeer tegemoetkomende politiek gevoerd: Tsjecho-Slowakije was het eerste land in Europa, dat de handelsbetrekkingen met Sovjet-Rusland hervatte. Dr. Benesj heeft nimmer verheeld, dat naar ziin meening en ook volgens ziin col lega's in Joego-Slavie en Roemenie een belangrijke functie van de Kleine Entente i was. een vereen'ging van Oostenrijk en Hongarije onder de Habsburgsche dynastie te voorkomen Syrovy voor de radio. Minister-president generaal Syrovy heeft gis'eravond te vijf uur een rede uitgespro ken voor de radio, waarin hij oa heeft gezegd, dat de eerste taak van de regeering was den staat te reconstrueeren. En nieuw Tsjecho-Slowakije zal worden opgebouwd. De regeering wil eeriyk dc be slissing van de vier mogendheden te Mün chen uitvoeren. De beginselen '-an de buitenlandsche po litiek zijn duidelijk: vriendschappelüke be- Vervolgens kondigde de minister-presi dent een wijziging van het bestuur aan. waardoor de regeering den steun zal ge nieten van alle deelen der bevolking. Vooral in Slowakije en Sub-Karpathisch Rusland zal over worden gegaan tot een doeltref fende decentralisatie en zal een autonoom bestuur worden gevestigd. Het regeeringsprogramma is het volgen de: brood en werk voor allen Door het s' ab: Usee ren van de munt zal het econo misch leven op een hechten grondslag wor den geschapen tusschen de landbouwpro ductie en de industrie, nieuwe takken van industrie zullen in het leven worden geroe pen en het wegennet zal worden uitgebreid. In het vervolg zal worden geleefd volgens de drie beginselen: werk, orde. discipline. Hierna zweeg de minister-president eenige minuten en vervolgens zeide hij „Met alle smart, welke een oudstryder, die heeft medegewerkt aan het oprichten van dezen staat, kan gevoelen, vervul ik hier een zeer moeilijke taak en deel ik u mede. dat de president der republiek, Eduard Benesj. is afgetreden. Hierdoor heeft hy een schitterend voorbeeld van zelfverloo- I chening gegeven. Dit besluit van den president is voor ons zoo smartvol dat woorden slechts een zwakke afschaduwing geven van onze ge voelens". Hierna las generaal Svrovy den brief voor. waarin president Benesj zyn aftreden heeft medegedeeld. Waardeering en smaad voor den heengaande. De „Petit Parisien" schryft: „Het heen gaan van Benesj, onzen trouwen vriend van immer, is een gebeurtenis, die door alle Franschen met groote droefheid ver nomen zal worden. Zyn verdwijnen van het politieke tooneel van Europa is min stens zoo pynlijk als de smartelijke offers, die zijn land heeft gebracht. Een groot Europeaan gaat heen De tijd zal hem den schoonsten titel geven door hem te plaat sen bij de redders van den vrede' In de „Epoque" schrijft de Kerillis: „Het is niet alleen Benesj. die heengaat, maar ook een verdediger van de vriendschap met Frankrijk. Zoo zal morgen een nieuw land in de invloedssfeer van het Duitsche rijk vallen". In de „Populaire" schryft Blum, dat slechts aan Benesj en aan niemand anders de Nobelprijs voor den vrede toekomt. De „Times" zegt, dat Benesj te zeer ge ïdentificeerd werd met het Tsjecho-Slo wakije van Versailles, dan dat hij zich kon veranderen in den echten leider van het toekomstige Tsjecho-Slowakije. Benesj heeft, hoewel hij het voorwerp was van lage, gemeene scheldpartijen een voor beeld van waardigheid en kracht gegeven. Zyn heengaan zal vrywel zeker de rege ling met de buurstaten en de Slowaken vergemakkelijken. De „Daily Telegraph" zegt: „Het is on gelukkig genoeg waar, dat het Tsjecho- Slowaaksche vraagstuk tot de geschiedenis behoort en het aftreden van Benesj is een droeve herinnering aan dat feit. Zyn stap was onvermydelyk geworden: het is de laatste dienst van een heldhaftigen geest, een toegewyd patriot en een schitterend voorbeeld van zelfopoffering. De groote verandering in den Europeeschen toestand maakt het noodig. dat wy vastbeslotener dan nooit de wapening voortzetten. Wij hebben Tsjecho-Slowakije niet kunnen redden, doch indien wy onszelf kunnen redden, kunnen wy Europa door ons voor beeld redden". In Roemenië en Zuid-Slavië beluistert men dezelfde taal. De Duitsche pers tracht daarentegen het aftreden van Benesj voor te stellen als de verdwijning van een hinderpaal voor het vestigen van normale betrekkingen tus schen Duitschland en Tsjecho-Slowakije. De bladen hervatten hun in felle termen gestelde aanvallen op den Tsjecho-Slo- waaksehen staatsman. Zoo schryft het Berliner Tageblatt: de verdwyning van dezen man, die het had ondernomen enr op leugen en bedrog een staat op te bou wen. was een natuurlyke voorwaarde voor een tevredenstellende regeling der kwes ties, die binnenkort nog zullen moeten worden geregeld tusschen Berlyn en Praag Geen enkele nabuurschapsbetrekking was denkbaar, zoolang Benesj hoofd van den Tsjecho-Slowaakschen staat was. De Lokal Anzeiger verklaart, dat de speler Benesj, die zyn geheele leven met valschc kaarten gespeeld heeft, sinds lang de party verloren heeft en dat het spel ten einde is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9