79 ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 6 October 1938
Derde Blad
No. 24088
Nederlanders werken in
Duitschland
Benesj afgetreden als president
van Tsjecho-Slowakije
Hollandsche timmerlui bij den bouw van een
reusachtige brug in het Westerwald
Mijn aanblijven zou een hinderpaal beteekenen
Een groep Nederlandsche arbeiders.
Op bezoek in bet
barakkenkamp.
(Van onzen specialen verslaggever)
n.
Gigantische werken, die tot de ver
beelding spreken, zijn momenteel in
Duitschland in wording. Eén daarvan
is de reusachtige brug, welke gebouwd
wordt over het Wiedbachtal in het
Westerwald. Boven op de heuvels aan
weerszijden van het dal is de auto
baan van Keulen naar Frankfurt in
aanbouw. Het vrij diepe Wiedbachtal
vormde een belemmering, welke alleen
kon worden opgeheven door het bou
wen van een enorme brug ter lengte
van 450 meter met pijlers ter hoogte
van 51 meter, welke 12 bogen zullen
dragen. Wanneer men de getallen
hoort van de materialen, welke voor
den bouw van deze brug moeten wor
den gebruikt, duizelt men. In totaal
zijn 300.000 ton noodig. Eiken dag wor
den zestig wagonladingen verwerkt.
Eén pijler verslindt de jaarproductie
van twee normale ringovens. Er moet
2500 kub. meter hout worden verwerkt:
600 mannen werken dag en nacht aan
den bouw van deze brug, onder wie 35
Hollanders.
Waarom bouwt men met zoo'n koortsach
tige haast aan het gereedkomen van dezen
autoweg hebben wij gevraagd Omdat een
goede verbinding tusschen Keulen en
Frankfurt absoluut noodzakelijk is, luidde
het antwoord. Maar verder gaande liet
men ons doorschemeren, dat strategische
doeleinden aan de zaak evenmin vreemd
zijn.
Reeds nu biedt de in aanbouw zijnde
reuzenbrug. welke vooral door de groote
hoogte zoo'n bijzonderen indruk maakt,
een grootschén aanblik, welke nog ver
hoogd wordt door de schilderachtige om
geving. Hier hebben wij op onzen tocht
langs de plaatsen in het Rijnland en West-
falen. waar Nederlanders werken, onze
landgenooten het eerst aangetroffen.
HOLLANDSCHE TIMMERLIEDEN
Het waren bijna allen vaklui, timmer
lieden. die voor een belangrijk deel uit
den Gelderschen Achterhoek, met name uit
Groenlo en Winterswijk, afkomstig wa
ren. Wij werden in de gelegenheid gesteld
rustig met hen te praten zonder dat ons
gesprek door anderen werd beluisterd Het
waren over het algemeen tevreden klan
ken, welke wij hoorden „Wij hebben het
hier lang niet slecht" gaf een der Achter
hoekers ons ten antwoord. „Natuurlijk blijft
er te wenschen over. vooral ten aanzien
van het eten. Het is werkelijk niet slecht,
maar het is toch niet dat, wat we in Gel
derland gewoon zijn".
Wij knikten instemmend, want Gelder
land kan terecht bogen op een zeer goede
en zeer degelijke keuken.
..Maar we mogen niet uit het oog verlie
zen" ging onze zegsman voort, „dat het
"ten hier anders wordt klaar gemaakt dan
Dij ons Er is geen enkele reden om te zeg
gen, dat het slecht is. Zij. die het hardst
Klagen, zijn gewoonlijk degenen, die het
thuis niet best hebben!"
„Het minst zijn wij te spreken over de
macaroni. Maar dat is natuurlijk „Gesch-
macksache", want het is een heel voed
zaam eten. Neen. het eten is behoorlijk, al
verdient de Hollandsche legerkost ook de
voorkeur".
„Wc hebben het h'er goed" was de al-
gemeene indruk. In bijzondere mate lieten
onze landslui, meest R. K en Chr. geor
ganiseerde timmerlieden, zich uit over de
kameraadschap, welke van de Duitsche
arbeiders werd ondervonden. De stemming
op het werk was dan ook uitstekend.
Een Winterswijker wees ons er op. dat
het natuurlijk eenige dagen duurt, voor
men zich heeft aangepast. De wijze van
werken is hier anders dan in Holland In
Nederland worden alle materialen aan den
timmerman gebracht maar hier moet hij
zelf het sjouwwerk verrichten. Dat kost
menigen zweetdruppel, vooral wanneer men
teven de hellingen op moet
Over de loonen hoorden we eveneens te-
i reden klanken Er worden uurloonen ver
diend van 7785 Pfenning. De normale
werkweek is 48 uur maar in werkelijkheid
wordt er veel langer gewerkt, m listens 10
uren per dag Voor overwerk wordt een
extra toeslag gegeven.
Men mag niet uit het oog verliezen, dat
juist de resultaten zoo gunstig zijn. cmdat
er veel wordt overgewerkt, waarbij dan nog
de hooge clearingkoers van de Mark komt.
Zonder overwerk zou het loon niet bij
zonder hoog zijn. Aan hen, die genoodzaakt
zijn buiten hun woonplaats te vertoeven,
wordt een z.g. scheidingsgeld betaald, dat
voor de gehuwden 1 R.M. en voor de onge-
huwden 50 Pfennig bedraagt. Woont men
in een gemeente van over de 100.000 inwo
ners dit geldt ook voor Nederlanders
dan krijgen de gehuwden 1.50 R.M. per
dag. Verder wordt aan de arbeiders op be
paalde termijnen, varieerende van 2 tot 8
weken, vrije reis naar huis gegeven.
MEN KON IN
STUREN.
NAAR HUIS
De meeste Nederlandsche arbeiders aan
den bouw van de brug over het Wiedbach
tal leven in het „Lager", in het barakken
kamp Jungfernstieg. Daar is het leven zeer
goedkoop en daar er bovendien in de om
geving weinig gelegenheid bestaat om uit
te gaan, houden de meesten een flink be
drag over. Verschillende Hollandsche tim
merlui vertelden ons, dat ze gemiddeld 35
R.M. per week naar vrouw en kinderen
konden zenden, dat is dus een bedrag van
ruim f. 25.Er was een optimist, die zijn
in Nijmegen wonend gezin naar het na
bije Neustadt wilde halen, maar de mees
ten vonden het ongewenscht om vrouw en
kinderen over te laten komen. Men achtte
het over het algemeen een groot nadeel,
dat de regenuren niet worden doorbetaald.
Wel kan men door de onmiddellijke na
bijheid van het kamp direct w^eer aan den
slag gaan, wanneer het droog wordt, maar
hel verlies is bij regen aanzienlijk. „Wan
neer het hier regent" zei een gemoedelijke
ingezetene van Groenlo, „regent het den
heclen dag".
Ook verheelde men zich niet. dat het
korten van de dagen een zeer ongunstige
factor is voor de timmerlieden, die slechts
bij daglicht kunnen werken. In de nu ko
mende maanden zal dus zeker geen f. 25
worden overgemaakt. „Vergeet echter niet,
mijnheer" zei een van onze landgenooten,
„dat het voor ons een mooi ding is, dat
we in de afgeloopen weken zoo veel geld
naar huis hebben kunnen sturen We zijn
daar dankbaar voor en het is heel wat be
ter dan stempelen en steun trekken, vooral
daar we onze vakbekwaamheid niet ver
liezen".
GEEN POLITIEK.
„Aan politiek wordt hier niet gedaan",
vertelde ons een Winterswijksche timmer
man „De Duitsche kameraden zijn op dat
punt in het geheel niet lastig. In het be
gin hebben ze er wel even over gepraat,
maar zoodra ze merkten, dat het meeren-
deel van ons er niet van gediend was, ls
er over gezwegen.
De Katholieken gaan des Zondags naar
de kerk. maar voor de protestanten is het
moeilijker, daar de meesten het Duitsch
niet zoo goed verstaan, dat ze den dienst
kunnen volgen. Eigenlijk is de Zondag voor
velen een schaduwzijde aan ons verblijf ln
Duitschland Wij beschouwen dat verblijf
echter van lijdelijken aard en als een mid
del om weer in wat beteren doen te komen"
De voornaamste klacht, welke we op
het werk hoorden, betrof het drinkwater,
dat bij de „Baustelle" niet aanwezig was.
Door de aannemers werden echter tegen
een zeer lagen prijs flesschen mineraal
water ter beschikking gesteld.
DE NEDERLANDERS ZIJN
GOEDE VAKLUI.
De leider van het werk liet zich in zeer
waardeerenden zin uit over zijn Neder
landsche timmerlui, die hij als goede vak
lieden kwalificeerde. Natuurlijk is de een
beter dan de ander, maar over het geheel
is er reden tot tevredenheid. Hij prees ook
in het bijzonder den goeden geest en de
prima verstandhouding tusschen Neder
landers en Duitschers.
Inderdaad, de stemming op dit werk was
uitstekend. Op lang niet alle werken was
dat zóó goed, maar merkwaardigerwijs wa
ren dan de werkgevers verre van tevreden
over hun Nederlandsche werklieden.
OP BEZOEK IN HET KAMP.
Wij hebben na de bezichtiging van het
werk aan de Wiedbachtalbrug, met den
bouw waarvan men op 1 Jan. j.l. is begon
nen en welke vermoedelijk in Juli van het
volgend jaar gereed zal zijn. een bezoek ge-
biacht aan het barakkenkamp Jungfern-
s'leg waar het grootste deel der Ncder-
iandsche arbeiders woonde.
Wij kunnen ons voorstellen, dat de Duit
schers ons juist dit kamp hebben laten
z.en, want het mocht er wezen Keurig on
derhouden houten gebouwen in frissche
kleuren geschilderd, gegroepeerd om een
met veel zorg aangelegd plantsoen. Het
was eigenlijk echt „Hollandsch" wat we te
zien kregen. We willen, teneinde de objec
tiviteit niet uit het oog te verliezen, niet
verhelen, dat het ons speet, dat we het
lager gelegen veel oudere kamp niet heb
ben gezien. Enkele Hollandsche arbeiders
vertelden ons. dat het daar hoewel al
leszins dragelijk toch lang niet zoo
ideaal was als in het nieuwe „Lager".
We hebben de zaal bezocht, waar ln
hoofdzaak onze landgenooten sliepen. Het
was er uiterst zindelijk, de bedden waren
goed en voor licht en lucht was gezorgd.
Er stond zelfs een radiotoestel, speciaal om
dc Hollandsche zenders te beluisteren.
Wij bezichtigden de waschgelegenheden,
eveneens zindelijk en prima in orde. Een
zeer goeden indruk kregen we ook van den
keuken, welke modern en hygiënisch was
ingericht. Het eten werd gebruikt in ten
fiinke zaal, welke tevens voor ontspan
ningsdoeleinden wordt gebruikt en waar
elke week een film wordt vertoond of een
looneelstukje wordt opgevoerd.
HET ETEN.
Hoewel daarop van te voren niet was ge-
iekend. werden wij in de gelegenheid ge
steld, den warmen maaltijd te gebruiken,
welke de arbeiders des avonds of 's middags
krijgen. Voor een week wordt het menu
vastgesteld, dat voor den dag waarop wij
er waren bestond uit: vanillesoep, varkens-
vieesch met aardappelen en kool. Het eten
was smakelijk klaargemaakt, hoewel het
voor Nederlandsche begrippen wel wat
vreemd is vooraf een zoete vanillevla te
gebruiken. Het moet echter worden gezegd
de vla was goed. We kregen een flinke
portie varkensvleesch, precies als de arbei
ders, de aardappelen waren voor Duitsche
begrippen uitstekend en de kool was sma
kelijk.
Wij kunnen van dezen maaltijd alleen
zeggen, dat hij met zorg was bereid. Inder
daad smaakte het eten goed, maar wij
hebben onmogelijke kunnen nagaan of dit
eten voldoet aan de eischen, welke een ar
beider, die 10, 11 of meer uren per dag
werkt, kan stellen. Wij zouden alleen een
juist oordeel hebben kunnen vellen, wan
neer wij een heelen dag hahdenarbeid had
den verricht. De voedzaamheid van het
zeer smakelijke eten konden wij dus niet
bcoordeelen. Wij kregen wel den indruk,
dat het vetgehalte van de doorsnee Hol
landsche pot over het algemeen hoo-
gcr is. De kosten van levensonderhoud zijn
in hot kamp niet hoog. Men koopt een
kaart voor veertien dagen tegen een prijs
van 14.70 R.M., d. i. dus 1.05 R.M. per dag.
Daarvoor krijgt men één warmen maaltijd,
's morgens thee of koffie met suiker, soms
een z.g. tweede ontbijt, meestal de een of
andere versnapering en 's avonds steeds
02 gram roomboter met 125 gram worlt of
kaas. Het brood moet men zelf koopen, orn
aat de practijk bewezen heeft, dat het ge
bruik van brood zeer sterk uiteenloopt.
Het brood kan men koopen in de can-
tine, waar ook allerlei andere artikelen te
gen een schappelijken prijs verkrijgbaar
zijn.
Voor elk kamp is een leider aangesteld,
op wien toezicht wordt uitgeoefend door
den ambtenaar. d*e speciaal belast is met
de sociale zorg voor de arbeiders aan de
Rijksautobanen. Deze ambtenaar moet o.m.
ook toezien op het betalen van de voorge
schreven loonen Voor elk kamp is een
dokter belast met het geneeskundig toe
zicht. De arts is dagelijks in het kamp aan
wezig voor eventueel onderzoek, dat ge
heel gratis geschiedt.
trekkingen met iedereen en in het bijzondeT
met de nabuurstaten want indien Tsjecho-
Slowakije ln vrede wil leven, moet het met
hen samenwerken. Zelfs op het beperkte
grondgebied is plaats voor allen, doch al
leen moet het land politiek gereorganiseerd
worden, alsook economisch en sociaal. Orde
en rust moeten verzekerd zijn.
Dc president van de Tsjecho-Slo-
waakscbe republiek, Benesj, is afge
treden.
Zonder twijfel zal het aftreden van dr.
Benesj den toestand opklaren, aangezien
de samenwerking met Duitschland voor
Tsjecho-Slowakije gemakkelijker wordt, ter
wijl het ook gemakkelijker zal worden tot
een oplossing te komen met de Slowaken.
Naar verluidt, hebben de Duitschers
een sterke pressie uitgeoefend. Uit de
rede, welke de Führer te Berlijn heeft
gehouden, bleek duidelijk, dat hij een
persoonlijken afkeer had van Benesj en
van betrouwbare zijde wordt medege
deeld dat Hitier heeft beloofd, edel
moediger te zijn in de onderhandelin
gen, wanneer Tsjecho-Slowakije een
ander staatshoofd zou hebben.
Verder wordt vernomen, dat generaal
Syrovy zal op treden als president der
republiek tot een opvolger van Benesj zal
zijn gekozen. Deze verkiezing moet geschie
den door Kamer en Senaat te zamen
In den brief, waarin hij zijn aftreden
mededeelt, schrijft Benesj o.a.. dat de drie
jaar. welke hij president is geweest rijk aan
gebeurtenissen zijn geweest, welke haar
hoogtepunt hebben gevonden in de droeve
feiten van de laatste dagen. Deze liggen
zwaar op geest en hart, doch zij hebben het
geloof in de idealen van het volk niet
gebroken.
De omstandigheden zijn dusdanig gewij
zigd, dat Benesj voelt, dat het handhaven
van ziin positie een hinderpaal zou kunnen
vormen voor den nieuwen toestand, waar
voor men thans staat, vooral in verband
met de internationale situatie en met het
oog op een snelle onwikkeling van de sa
menwerking met de buurstaten.
Er is een nieuwe regeering gevormd, welke
regeering zal pogen, kalm het land econo
misch en sociaal te hervormen en tevens
zal streven naar ontwikkeling van de inter
nationale vraagstukken.
Benesj is overtuigd, dat zij hierin zal
slagen.
Daarom heeft hij zijn ontslag gelegd in
de handen van den minister-president, op
dat deze de noodzakelijke stappen kan
nemen.
Hii dankt den minister-president en zijn
collega's voor de samenwerking en wenscht
hun allen succes.
Hii is overtuigd, dat thans een betere tijd
naakt, een tijd van succesvol werken voor
het welzijn van den nieuwen staat en het
geheele Tsjecho-Slowaaksche volk.
Voor de radio.
Voor de radio zeide Benesj nog:
„Ik was van plan, na de totstandkoming
van het accoord van München af te treden,
doch achtte het gewenscht te wachten,
totdat een sterke regeering was gevormd.
De vier groote mogendheden hebben be
sluiten genomen, zonder dat wii geraad
pleegd zijn. Ik zal geen woord van critiek
of blaam uiten. De geschiedenis zal oordee-
len, doch ik zal blijven zeggen, dat de
offers, die men van ons verlangd heeft,
onrechtvaardig waren.
Ik wil de belangen van mijn land
niet in den weg staan. Als overtuigd
democraat voel ik, dat mij niets over
blijft dan af te treden. De staat zal
zichzelf opnieuw moeten vinden.
Ik bedoel niet. dat wii onze oude bond
genootschappen moeten prijsgeven en
nieuwe aangaan doch dat wij onze politiek
moeten omvormen Er is thans geen reden
tot conflict met onze naburen Onze nieuwe
staat zal in de toekomst meer homogeen
zijn en grootere moreele kracht hebben.
Wij moeten niet bii de pakken neerzitten.
Tenslotte wil ik uiting geven aan mijn
volledig vertrouwen in de toekomst van
mijn land. Ik verlaat geen schip in den
storm, doch het is noodig dat ik dit offer
breng".
Benesj uitte verder r.og zijn dank jegens
al'e Tstechische vertegenwoordigers, die
hun best voor het land hebben gedaan.
Benesj' leven.
Dr. Eduard Benesj is 28 Mei 1884 in het
dorp Kozlany geboren Zijn ouders waren
arme boeren, toch wisten zij hem een goede
opvoeding te geven. Hij studeerde aan de
universiteit van Praag aan de Sorbonne en
de Ecole des sciences politiques te Parijs
en te Dyon waar hii in 1908 promoveerde
in de rechtsgeleerdheid.
Toen de wereldoorlog uitbrak was hij
reeds een der leiders van de Tsjechische
nationalisten en korten tijd later werd hij
de rechterhand van Masaryk. In 1915 begaf
hij zich naar Parijs om als journalist en
diplomaat te werken voor de bevrijding van
de Tsjechen en den opstand voor te be
reiden.
Benesj.
Na eerst in eigen land de „Maffia" te
hebben georganiseerd, de revolutionnaire
organisatie, die binnensland de vrijmaking
van de Tsjechen moest voorbereiden, waar
aan Masaryk buitenslands werkte, begaf
Benesj zich eveneens naar het buitenland
om zich bij Masaryk te voegen. Toen te
Parijs de Tsjecho-Slowaaksche nationale
raad werd gesticht, werd Benesj zijn secre.
taris-generaal. Ais zoodanig nam hij ook
een ruim aandeel in de vorming van de
Tsjecho-Slowaaksche legioenen Het sprak
door zijn voorbereidend werk, door hem zelf
uitvoerig beschreven in zijn boek De We
reldoorlog en onze Revolutie, vanzelf, dat
Benesj bij de vorming van de Tsjecho-
Slowaaksche republiek haar eerste minister
van buitenlandsche zaken zou worden.
Bii de oprichting van den nieuwen staat
Tsjecho-Slowakije in 1918 werd dr Benesj
minister van buitenlandsche zaken, welke
functie hii tot 1935 bekleedde.
In 1935. bij het aftreden van Masaryk als
president van de republiek werd Benesj tot
zUn opvolger gekozen.
Het levensdoel van dr. Benesj is de poli
tieke en economische consolidatie van
Tsjecho-Slowakije geweest welke hu het
best gediend achtte door de regionale
methode n.i. een samenwerking met de
Kleine Entente en door een algemeene
stabilisatie van Europa.
Tegenover Sovjet-Rusland heeft Benesj
een zeer tegemoetkomende politiek gevoerd:
Tsjecho-Slowakije was het eerste land in
Europa, dat de handelsbetrekkingen met
Sovjet-Rusland hervatte.
Dr. Benesj heeft nimmer verheeld, dat
naar ziin meening en ook volgens ziin col
lega's in Joego-Slavie en Roemenie een
belangrijke functie van de Kleine Entente i
was. een vereen'ging van Oostenrijk en
Hongarije onder de Habsburgsche dynastie
te voorkomen
Syrovy voor de radio.
Minister-president generaal Syrovy heeft
gis'eravond te vijf uur een rede uitgespro
ken voor de radio, waarin hij oa heeft
gezegd, dat de eerste taak van de regeering
was den staat te reconstrueeren.
En nieuw Tsjecho-Slowakije zal worden
opgebouwd. De regeering wil eeriyk dc be
slissing van de vier mogendheden te Mün
chen uitvoeren.
De beginselen '-an de buitenlandsche po
litiek zijn duidelijk: vriendschappelüke be-
Vervolgens kondigde de minister-presi
dent een wijziging van het bestuur aan.
waardoor de regeering den steun zal ge
nieten van alle deelen der bevolking. Vooral
in Slowakije en Sub-Karpathisch Rusland
zal over worden gegaan tot een doeltref
fende decentralisatie en zal een autonoom
bestuur worden gevestigd.
Het regeeringsprogramma is het volgen
de: brood en werk voor allen Door het
s' ab: Usee ren van de munt zal het econo
misch leven op een hechten grondslag wor
den geschapen tusschen de landbouwpro
ductie en de industrie, nieuwe takken van
industrie zullen in het leven worden geroe
pen en het wegennet zal worden uitgebreid.
In het vervolg zal worden geleefd volgens
de drie beginselen: werk, orde. discipline.
Hierna zweeg de minister-president
eenige minuten en vervolgens zeide hij
„Met alle smart, welke een oudstryder, die
heeft medegewerkt aan het oprichten van
dezen staat, kan gevoelen, vervul ik hier
een zeer moeilijke taak en deel ik u mede.
dat de president der republiek, Eduard
Benesj. is afgetreden. Hierdoor heeft hy
een schitterend voorbeeld van zelfverloo-
I chening gegeven.
Dit besluit van den president is voor ons
zoo smartvol dat woorden slechts een
zwakke afschaduwing geven van onze ge
voelens".
Hierna las generaal Svrovy den brief
voor. waarin president Benesj zyn aftreden
heeft medegedeeld.
Waardeering en smaad voor
den heengaande.
De „Petit Parisien" schryft: „Het heen
gaan van Benesj, onzen trouwen vriend
van immer, is een gebeurtenis, die door
alle Franschen met groote droefheid ver
nomen zal worden. Zyn verdwijnen van
het politieke tooneel van Europa is min
stens zoo pynlijk als de smartelijke offers,
die zijn land heeft gebracht. Een groot
Europeaan gaat heen De tijd zal hem den
schoonsten titel geven door hem te plaat
sen bij de redders van den vrede'
In de „Epoque" schrijft de Kerillis: „Het
is niet alleen Benesj. die heengaat, maar
ook een verdediger van de vriendschap
met Frankrijk. Zoo zal morgen een nieuw
land in de invloedssfeer van het Duitsche
rijk vallen".
In de „Populaire" schryft Blum, dat
slechts aan Benesj en aan niemand anders
de Nobelprijs voor den vrede toekomt.
De „Times" zegt, dat Benesj te zeer ge
ïdentificeerd werd met het Tsjecho-Slo
wakije van Versailles, dan dat hij zich kon
veranderen in den echten leider van het
toekomstige Tsjecho-Slowakije. Benesj
heeft, hoewel hij het voorwerp was van
lage, gemeene scheldpartijen een voor
beeld van waardigheid en kracht gegeven.
Zyn heengaan zal vrywel zeker de rege
ling met de buurstaten en de Slowaken
vergemakkelijken.
De „Daily Telegraph" zegt: „Het is on
gelukkig genoeg waar, dat het Tsjecho-
Slowaaksche vraagstuk tot de geschiedenis
behoort en het aftreden van Benesj is een
droeve herinnering aan dat feit. Zyn stap
was onvermydelyk geworden: het is de
laatste dienst van een heldhaftigen geest,
een toegewyd patriot en een schitterend
voorbeeld van zelfopoffering. De groote
verandering in den Europeeschen toestand
maakt het noodig. dat wy vastbeslotener
dan nooit de wapening voortzetten. Wij
hebben Tsjecho-Slowakije niet kunnen
redden, doch indien wy onszelf kunnen
redden, kunnen wy Europa door ons voor
beeld redden".
In Roemenië en Zuid-Slavië beluistert
men dezelfde taal.
De Duitsche pers tracht daarentegen het
aftreden van Benesj voor te stellen als de
verdwijning van een hinderpaal voor het
vestigen van normale betrekkingen tus
schen Duitschland en Tsjecho-Slowakije.
De bladen hervatten hun in felle termen
gestelde aanvallen op den Tsjecho-Slo-
waaksehen staatsman. Zoo schryft het
Berliner Tageblatt: de verdwyning van
dezen man, die het had ondernomen enr
op leugen en bedrog een staat op te bou
wen. was een natuurlyke voorwaarde voor
een tevredenstellende regeling der kwes
ties, die binnenkort nog zullen moeten
worden geregeld tusschen Berlyn en Praag
Geen enkele nabuurschapsbetrekking was
denkbaar, zoolang Benesj hoofd van den
Tsjecho-Slowaakschen staat was.
De Lokal Anzeiger verklaart, dat de
speler Benesj, die zyn geheele leven met
valschc kaarten gespeeld heeft, sinds lang
de party verloren heeft en dat het spel
ten einde is.