ANEKDOTEN Leugenaar RAADSELS Wel visschen, maar niet vangen Oplossingen Goede oplossingen Jantje wil niet Ingezonden door Jannie Boom. „Fransje, geef de vlschjes eens versch water." „Maar Moeder", riep Fransje, veront waardigd, „de vlschjes hebben het water nog lang niet op!" Ingezonden door Annie Klos. Conducteur (tegen Jongetje, dat met Moeder ln de tram zit)„Hoe oud ben je, vent?" Jongetje: „Ik word gauw vier, conduc teur". „Gauw? Wanneer dan wel?" Jongetje: „Als we uitstappen!" Ingezonden door Riekje Leemans. „Anna, ruim mijn werkkamer eens op", zei de professor tegen het dienstmeisje. „Maar denk er om, dat Je nergens aan komt en dat Je alles zoo laat liggen, als het ligt." Ingezonden door Dirk Crama. Logica. Fritsje: ..Mama. is het waar, dat de menschen uit stof bestaan?" Mama: „Zeker, kind." Fritsje: „Dan zijn de negers zeker van kolengruis?" Ingezonden door Pieter Marttjn. (Jongetje, in een bakkerswinkel geko men, vraag: „Juffrouw, kunt u mij ook zeggen, of een poes hetzelfde is als een kat?" Juffrouw: „Ja, ventje, het poesje is het zelfde beest als een katje". Jongetje, lang nadenkende: „Nu, juf frouw, geeft u mij dan eens 5 tomkatten". Joopje zei een leugentje, 't Was een heel erg kleintje maar! Nu loopt Joopje door den tuin, Maarwat tikt zijn hartje raar! Leugenaar! Leugenaar! Joopje, kind, wat is dat naar! Joop gaat zitten op het gras 't Was eruit vóór hij het wist! Eig'iyk was 't niet eens een leugen, Eig'iyk heeft hij zichvergist! Maarwat sjilpt die vogel raar! Leugenaar! Leugenaar! Joopje, Joopje, is het waar? Joopje, valt op 't gras in slaap En hij zieto, 'k schrik ervan!.. In zijn droom een heel boos dwergje Woedend kijkt die Joopje an! O! wat zegt het ventje daar? Leugenaar! Leugenaar! Joopje, Joopje is 't tóch waar? Joop wordt wakker en hij barst Zoo pardoes in tranen uit. En dan loopt hij vlug naar Moeder Hè, ziezoo, dót is eruit! Moederlief, het was wèl waar: 'k Was een.... stoute leugenaar! Och toe Moes, vergeeft 't me maar! MARIE MJCHON. (In de raadsels wordt uitsluitend de nieuwe spelling gebruikt). voor allen om uit te kiezen: de groteren vier; de kleine ren drie goede oplossingen. I. Ingezonden door Annie Schipper. Een diertje in een glazen kool, Dat glimt en blinkt, als goud zo mooi, Maar 't eet geen zaad, en 't zingt geen lied, Een deurtje is voor 't huisje niet. n. Ingezonden door Leendert Ravensbergen. Maak uit de volgende letters de naam verkorte jongensnaam. 7, 11, 10, is Simon Suil m. Ingezonden door Elsje Boterenbrood. Welk spreekwoord kun je hieruit lezen? Las re nee pachsa vore ed adm si, lgvone re emer. IV. Ingezonden door Jopy Hofstra. Mijn geheel is een plaats in Zuid-Beve land, van 4 lettergrepen, 11 letters. 8, 8, 10 is iets, door mensen aangelegd, wat sterk en stevig moet zijn. 5, 6, 7 is een verkorte jongensnaam. 7, 11, 10, is een lichaamsdeel. 1, 2, 3, 4 is een klein zeediertje, 6, 5 een waterstand om een geregelde tijd. V. Ingezonden door Ans Nieuwenhuys. Op de kruisjeslijner. komt dë naam van een geliefd kind te staan. x X X X X X X X X X X X X 1. Een medeklinker. 2. Een gelukkige Grootmoeder. 3. Nog een gelukkige Grootmoeder. 4. De gevraagde naam. 5. en 6. Een gelukkig Ouderpaar. 7. Weer een medeklinker. VI. Ingezonden door Janny Swaak. Mijn geheel is een katachtig roofdier van 5 letters en 2 lettergrepen. 4, 2, 3 en 1, 5 zijn leden van het gezin. VU. Ingezonden door Piet de Best. Wat is het verschil tusschen een kana rie en een ei? vni. Ingezonden door Leuntje Koekebakker. Mijn geheel is een bloem van 11 letters. 1, 2, 3, 4, 5 is een dier, dat den boer grote diensten bewijst. 10. 8 is een maat. 8, 9, 11, 1 is een tegenstelling van be leefd en welgemanierd. 7, 6, 8 vindt men aan een huis. 2, 5, 3 is een meisjesnaam. Van den grooten Engelschen schrijver Charles Dickens is bekend, dat hij, om zijn zenuwen te kalmeeren, dikwijls ging hen gelen. Hij was gewoon aan een riviertje vlak bij zijn huis den angel uit te weipen om zich intusschen stilletjes in zijn eigen gedachtenwereld te verdiepen. Eens op een morgen, toen hij weer zoo stond te visschen, kwam een boer voorbij. „Mijnheer Dickens", zei deze. „U moet een beetje hoogerop gaan. Daar vlak bij den molen wemelt het van forellen. U haalt ze er bij dozijnen uit!" „Dank Je wel, brave man" sprak Dickens „ik weet dat allemaal wel, maar zie je, het zou me te veel storen!" der raadsels uit het vorige nummer. 1. Beverwijk, Emden, Kleef, Lemmer, Den Helder. (Assen). 2. De morgenstond heeft goud in de mond. 3. Marianne, Christien, Helena. 4. Geen van belden; hij roept „koe koek". 5. Men moet roeien met de riemen die men heeft. Mien, roeien, de, riem, mier, rood, hond, teen, meter, fee, meer, mooi, thee. 6. Vlinder, zwaluw, krokodil, olifant, giraffe, kameel, zebra. 7. Scheveningen; nee, Sien, negen, hees, vin, c. ontvangen van: Anny Bekooy. Truusje van Weizen, Ida Maria de Graaf, Pieter W. Martijn, Miep Vermeulen, Leny Moraal, Rika de Graaf, Rla Smits, Bram Smits, Johan Spijker, Jan Spijker, Emma de Groot, Geertrui de Groot, Mientje de Water, Ans Nieuwen huys, Lydia Botermans Annie Schneider, Annie Schipper, Adn Schipper, Nelly Stafleu, Marietje de Mooy, Anine Schou ten, Joop Schouten, Toos de Vos, Joke de Vos, Lucie Paats, Beppie Paats. Janny Swaak, Annie Olivier, Jo Drabbe, Jannetje van Kampenhout, Aukje van der Walle, Rite Mizée, Henny van Vliet, Frans Pison, Coba Sleyser, Nel van der Bijl, Leuntje Koekebakker. Piet de Best, Truus Sluy- mer, Liesje van Driel, Ankie van Driel, Henny van Driel, Jack de Geus, Suze de Geus, Toni Neuteboom, Afke Neuteboom, Ineke Boterenbrood, Elsje Boterenbrood, Truida Overduyn, Tini Overduyn. Coba Verllnd, Dirk Crama, Bep Crama, Jantje Crama, Jettie Heyloo, Adriaan Bijland (hartelijk welkom), Marietje van Vliet, Bernard van Vliet, Jannie Werk. Corrie van Weizen, Carla Optendrees, Lydia Op- tendrees, Beppie Optendrees, Jannie van Biezen, Prljna Hartevelt, Janny Hartevelt, Cootje Hartevelt, Rietje Brandt, Annie van der Vos, Jan Bronsgeest, Alida Stikkelo- rum. Koosje Stikkelorum, Jannie van Groeningen, Hennie Legeer, Trijntje van Schalk, Willy van Rijn, Abram Fakkel, Mien Verstraaten, Rie Develing. Riek de Vos, Jaap Kruit, Loekle de la Bije. Ella Meinema, Nellie Meinema. Moeder zei: vooruit, naar scnool! Treesje, vlug, neem Jantje mee! Maar om 't broertje voort te krijgen Oef! dat valt niet mee! Treesje zegt: schiet op nu Jan! Aanstonds komen we te laat! Maar het ventje blijft maar talmen, Treuz'len langs de straat. Jantje mokt: ik wil niet Trees! Op de school is het zoo saai! Stil te zijn is niets voor mij hoor, 'k Maak zoo graag lawaai! Treesje zegt: je moet naar school, Anders blijf je altijd dom! En dat zou je toch niet willen? Toe nu Jantje, kom! MARIE MIC HON

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 19