Radio-rede van minister-president
Dr. H. Colijn
Een Economische
Defensieraad ingesteld
Regeering kondigt eenige
uitvoerverboden af
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 29 September 1938
Derde Blad
No. 24083
Handhaving onzer onzijdigheid onder alle
omstandigheden
79 ste Jaargang
Bij
K. 6. de toestand in „oorlogs
gevaar" geproclameerd
TIN/T IN IITTIRCN
Voorbereiding van maatregelen noodig
in verband met den nieuwen toestand
Reeks wetsontwerpen
te wachten
Een preventief karakter
De Minister van Alge-
meene Zaken, voorzitter
van den ministerraad, dr.
H. Colijn, heeft gister
avond voor de Nederland -
sche radiozenders de vol
gende rede uitgesproken:
Wat tot voor kort door
velen in den lande en
daarbuiten in de wereld
niet meer denkbaar werd
geacht, hangt ons thans dreigend boven het hoofd.
Weer pakken de oorlogswolken in Europa zich saam,
weer moet de vrees worden gekoesterd, dat de bloem van
Europa's jeugd en van mannen van middelbaren leeftijd
op groote schaal aan vernietiging zal worden prijs ge
geven, om maar niet te gewagen van het gevaar, dat ook
vrouwen en kinderen uit de lucht bedreigen kan.
Aangezien wij buiten het geschil staan, dat tot dezen
toestand aanleiding heeft gegeven en wij er ook buiten
willen b 1 ij v e n, ligt het niet op mijn weg u bezig te
houden met beschouwingen over de vraag, op wien de
verantwoordelijkheid rust voor het ontstaan van den
gespannen toestand, waarin wij thans verkeeren. Dit
standpunt sluit tevens in, dat wij onzerzijds zoo bitter
weinig kunnen doen om invloed ten goede uit te oefenen.
Wel mag ook onzerzijds dit worden gezegd, dat het
haast ongelooflijk moet worden geacht, dat de nog be
staande verschillen gedurende de dagen, die ons nog van
den fatalen dag van 1 October scheiden, niet te over
bruggen zouden zijn.
Aan die hoop houd ik dan ook nog vast, tegen allen
schijn van het tegendeel in. Immers, de volken be-
geeren den oorlog
niet, zij willen
vrede. Dan kan
het niet vol
strekt onmoge
lijk zijn, dat de
leiders der vol
ken, zij het te elf
der ure, den uit
weg vinden, die
ons den vrede be
waart.
Infcusoohen eischt
het verstand
van het Neder-
landsohe volk en
de Nederlandsche
regeering beide,
dat er rekening
worde gehouden
met het tegen
deel dat we ons
indenken in den
toestand, dat er
in Centr. Europa
tot wapengeweld
zal worden over
gegaan en dat de
groote mogend
heden in het
Westen bij het
conflict betrok
ken zullen wor
den.
De toestand is dan niet dezelfde als in 1914. Toen
richtte het aanvallende leger zich naar het Westen en
ontstond er dus voor Nederland een direct gevaar
in den oorlog betrokken te worden en wel reeds in het
begin er van.
Thans is dat gevaar naar mijne meening niet aan
wezig; de gewapende actie, als men er toe overgaat,
richt zich thans in Oostelijke richting en dit vermindert
voor ons althans het onmiddellijke gevaar.
Dit verschil neemt echter de noodzaak van voorzorgs
maatregelen niet weg, ai dragen ze een ietwat ander
karakter dan in 1914. We behoeven, naar mijne vaste
overtuiging, thans ln eerste instantie geen schending van
ons grondgebied te duchten, maar wat wij wel hebben
te doen is een practische onderstreping te
geven van het standpunt der Nederlandsche regeering,
zooals dit oa. laatstelijk te Genève door minister Patijn
is uiteengezet. Dit komt in het kort hierop neer, dat we
het voornemen hebben onder alle omstandigheden onze
onzijdigheid te handhaven en dus ook aan geen enkel
leger doortocht door ons land zullen verleenen, terwijl,
gelijk vanzelf spreekt, elke aanval op ons grondgebied zal
worden geweerd.
Van dit gezichtspunt uit moeten de maatregelen, door
de Nederlandsche Regeering reeds genomen of nog te
nemen, worden beoordeeld.
Reeds een paar weken geleden werden de eerste maat
regelen tot verhoogde werkzaamheid aan de landsgren
zen. zoowel Oost- als Zuidwaarts, getroffen. De verscher
ping van de politieke verhoudingen heeft er vervolgens
toe geleid, de grensbeveiliging te versterken, door in den
afgeloopen nacht de dienstplichtigen op te roepen, die
ingedeeld zijn bij de zestien afzonderlijke grensbataljons,
die een paar jaar geleden in het leven werden geroepen.
Verder is hedenmorgen aan de burgemeesters toege
zonden het telegram, dat de waarschuwing tot de
oproeping van die dienstplichtigen bevat, die bij voor
mobilisatie in werkelljken dienst moeten komen.
Tenzij tusschcn nu en morgen een ontspanning in den
politieken toestand zou intreden, ligt het in het voor
nemen, morgen het telegram voor de eigenlijke z.g. voor
mobilisatie te doen uitgaan. Die voormobilisatie heeft
betrekking op enkele tienduizenden dienstplichtigen, die
dan onder de wapens komen om in de mobilisatiecentra
Waarschuwingen tegen hamsteren
en geldopvraging.
de overige dienstplichti
gen wanneer die opge
roepen zouden moeten
worden te ontvangen,
ter uitreiking van de wa
pens en verdere uitrus
ting. Of en wanneer die
laatste oproeping, d.w.z.
de volledige mobilisatie,
zal plaats vinden, hangt
af van de verdere ontwik-
wikkeling van den poli
tieken toestand.
Dr. H. COLIJN.
De voor mobilisatie is evenwel noodig om de volle
dige mobilisatie, indien zij noodig wordt, ongeveer even
snel te kunnen doen verloopen als in 1914 het geval is
geweest.
In verband met al deze maatregelen is ook een an
dere voorziening noodig gebleken. Om n.l. in den bijzon
deren toestand, waarin wij verkeeren, de noodige wette
lijke maatregelen te kunnen toepassen, is bij K.B. „de
toestand van oorlogsgevaar" geproclameerd. Dit betee-
kent dus niet dat een werkelijk gevaar voor oorlog reeds
aanwezig is, maar bewerkt slechts, dat bijv. mogelijk
wordt gemaakt de Inkwartieringswet toe te passen,
zekere vorderingen mogelijk te maken en soortgelijke
andere handelingen te verrichten.
Dit voor zoover betreft de maatregelen van militairen
aard door de regeering genomen.
Echter zijn ook op ander terrein voorzieningen noodig
gebleken. Sommige in 1914 voorgekomen verschijnselen
bij de bevolking doen zich ook nu weer voor. Met name
heb ik het oog op het z.g. „hamsteren" van levensmid
delen en het opvragen van gelden bij spaarbanken. Ik
laat nu rusten de bezwaren van zedelijken aard tegen
deze handelingen, want ik heb een argument dat wel is
waar van zuiver
practise hen aard
is, maar tevens
veel sterker uit
werking kan
hebben.
Deze handelin
gen. waarop ik
het oog heb, zijn
volstrekt onnoo-
dig en boven
dien helpen ze
niet.
Naast eenige an
dere ontwerpen,
zal de Regeering
morgen bij de
Tweede Kamer
twee wetsontwer
pen indienen, die
betrekking heb
ben op de dist-
tributie van le
vensmiddelen en
de prijsregeling
er van.
De voorraad le
vensmiddelen in
het land is ruim
voldoende en dus
is „hamsteren"
onnoodig. Maar
het helpt ook
niet, want de Re
geering zal niet aarzelen de gehamstere vooiraden weer
in beslag te nemen.
Bovendien zal de Regeering aan de Staten-Generaal
bevoegdheden vragen om prijsopdrijving tegen te gaan.
Laten nu allen, die neiging tot deze afkeurenswaardige,
onnoodig en nuttelooze maatregelen mochten hebben,
van mij eens een goeden raad aannemen. Maak u aan
dK volstrekt onnoodige hamsteren niet schuldig. Het zal
u aan het noodige in niets ontbreken en ge spaart uzelf
en de Regeering vele moeilijkheden, terwijl gij uw geld
ook rustig op dê spaarbank kunt laten.
De tucht ls een volk is van even groote waarde als de
voorzorgen, die de RegeerIng neemt. Herinnert u, zoo
vraag ik u, het Koninklijke woord, dat ook een klein
volk groot kan zijn, door zijn houding in moeilijke tijden,
en toont die grootheid door met de Regeering mee te
werken in stede van haar een stok tussehen de beenen
te steken.
Andere mededeelingen heb ik u thans niet te doen. Ik
zou u nog hebben kunnen aanraden vooral de noodige
kalmte niet te verliezen, die juist in spannende dagen
zoo noodig is. Maar ik laat dit na uit vrees, uw goeden
naam te na te komen. De toestand in de wereld is onge
twijfeld niet zonder ernstige gevaren, maar de pogingen
om tot een vreedzame oplossing te komen worden voort
gezet en de laatste uitnoodiging van president Roosevelt,
zoomede de laatste stap van Hitier, inhoudende de uit
noodiging aan Chamberlain, Daladier en Mussolini om
te München een onderhoud met hem te hebben, kan
stellig leiden tot opklaring van den toestand en behoud
van den vrede; daarom kan er, ook zonder aansporing
mijnerzijds, bij u een rustig vertrouwen aanwezig zijn.
En laat voorts ons gebed uitgaan tot den Koning der
Koningen, dat Hij de harten van de leidslieden der volken
neige tot het behoud van den vrede, die ons allen, de
Regeering en u zoo zeer ter harte gaat. De hoop daarop
is weer verlevendigd, waarvoor gij met mij den eersten
minister van Groot-Brittannië dank zult weten. Hij deed
den eersten stap, waarvan wij allen hopen, dat deze mor
gen zijn bekroning vinden zal. Dit doet mij dit korte
woord besluiten met dcnzelfden wcnsch. waarmede
Chamberlain gisteravond eindigde: „Goeden nacht".
NIEUWE UITGAVEN.
Van de Verkade-fabrieken N.V. te Zaandam
ontvingen wij haar nieuwste album, getiteld
„Dierenleven in Artis", door A. F. J. Portielje,
met medewerking van mevr. J. P. H. Portlelje-
Scholten, te illustreeren met Verkade's plaatjes
naar aquarellen van C. Rol. J. Voerman Jr. en
H. Rol.
Een nieuw album van Verkade is steeds een
groote aanwinst, niet alleen voor de jeugd, doch
ook voor ouderen! Wij allen kennen deze al
bum's en steeds zien wij vol verwachting uit
naar een nieuw exemplaar in deze zoo ge
slaagde serie. Nooit werden wij in onze ver
wachtingen teleurgesteld en ook dit 26ste album
ln de reeks blijkt weer even aantrekkelijk en
interessant te zijn als zijn voorgangers Het
onderwerp is. zooals de titel aangeeft, dieren
leven ln „Artis" en behoeven wij over den
naam Portielje ln dit verband nog iets te zeg
gen? Ook de schilders. C. en H, Rol en Voerman
Jr.. zijn ons overbekend en wij kunnen niet
anders dan de grootste bewondering uitspreken
voor de buitengewoon mooie plaatjes. Met welk
een geduld en toewijding heeft dit artisten-trio
in Artis moeten werken!
Zeker zal dit boekwerk, waarmede reeds een
aanvang was gemaakt voordat de Artis-moei-
lijkheden ter sprake kwamen en dat dus niet
ln eenig verband daarmede is opgezet, veel
bijdragen tot- warme belangstelling en entho^
siasme voor onzen mooien dierentuin.
Verschenen bij:
Zuid-Hollandsche Uitgevers-Mij.. Den Haag:
„Het Heden, de Toekomst en Wij", door P. W.
Scharroo.
„Het Motley Couranten-Concern", door H. v,
Gellecum.
,.De Man met het blauwe masker", door An
thony Morton, vertaald door Jan van Arckel.
„De Parvenu", door Marius Bohr.
J. Philip Kruseman. Den Haag:
„Weeldekind" door Ruby M. Ayres, vertaald
door Joanne Janzen.
„Tragisch Huwelijks voorspel", door Mignon
G. Eberhart, vertaald door H. C. Fellinga.
„Duivelsranch", door Frank C. Robertson,
vertaald door L. T. Franse.
..Droom, die Waarheid werd", door Faith
Baldwin, vertaald door C. Dumoulin-Goedkoop.
N.V. „De Arbeiderspers Amsterdam:
„Ic Sie des Meyen Schijn", door Fré Cohen,
met inleiding van Willem Pijper.
W. J Thieme Cie. Zutphen:
..Boekhouden I" «Het Midenstandsdiploma),
door R. Schans. 2e druk.
Bigot van Rossum, N.V., Amsterdam, in
de Uilenreeks:
„Twee Vierkante Meter", door Anton van
Duinkerken.
J. B. Wolters, Groningen:
„Recht voor de H.B.S. A.", door mr. J. v. d.
Scheer en W. Speerstra.
„Logarithmentafel voor de H.B.S. A", door E.
Smit en W. Speerstra.
In verband met de buitengewone ge
beurtenissen heeft de minister van
Economische Zaken besloten een eco-
nomischen Defensieraad in te stellen.
De taak vain dezen raad zal zijn de
economische maatregelen voor te be
reiden, die in verband met den nieu
wen toestand noodzakelijk zijn.
De Minister zal zelf als voorzitter van
dezen Raad optreden. Voorts zullen daarin
zitting hebben: als onder-voorzitter mr.
dr. A. A. van Rhijn, secretaris-generaal
van economische zaken, dr. H. M. Hirsch-
feld, directeur-generaal van Handel en
Nijverheid, ir. A. L. H. Roebroek, directeur-
generaal van den landbouw, ir. S. L. Lou-
wes, Regeeringscommissaris voor den Ak
kerbouw en de Veehouderij. F. V. Valstar,
Regeeringscommissaris voor de Groenten-,
Fruit- en Sierteelt, dr. W. L. Groeneveld
Meijer, chef van de afdeeling Middenstand
en G. J. Teppema, chef van de afdeeling
Nijverheid van het Departement van Eco
nomische Zaken.
Ten einde het noodige contact met an
dere Departementen te bevorderen, zullen
voorts in dezen Raad zitting hebbenals
vertegenwoordiger van het Departement
van Defensie, kapitein K. van Rijn, als
vertegenwoordiger van het Departement
van Financiën, dr. C. C. Hulst en als
vertegenwoordigen van het Departement
van Binnenlandsche Zaken, mr. D. G. W.
Spitzen.
Voorts vernemen wij, dat op het Depar
tement van Economische Zaken, gelijk ook
in de rede van dr. H. Colijn aangekondigd,
een aantal wetsontwerpen is gereed ge
maakt, welke ontwerpen heden bij de Sta-
ten-Generaal zullen worden ingediend.
Deze ontwerpen betreffen:
Wet, houdende regelen met betrekking
tot het vorderen van goederen ten behoeve
van volkshuishouding en landsverdediging
in tijden van oorlog, oorlogsgevaar en an
dere buitengewone omstandigheden (Vor-
deringswet).
Wet, houdende tijdelijke maatregelen tot
het tegengaan van prijsopdrijving «Prijs-
opdrijvingswet).
Wet, houdende maatregelen, die waar
borgen. dat Nederland in voldoende mate
de beschikking blijft behouden over sche
pen Schepenuitvoerwet).
Wet, tot vorderen van zeeschepen (Sche
pen vorderingswet)
Wet, houdende machtiging tot het aan
gaan van verzekeringsovereenkomsten op
het terrein van de scheepvaart en de
luchtvaart ingeval van oorlog, oorlogsge
vaar dan wel in tijden van buitengewone
spanning in het buitenland (Oorlogszee-
en Luchtverzekeringswet).
Wet, ter verleening van bevoegdheden
met betrekking tot de bodemproductie in
tijden van oorlog, oorlogsgevaar en soort
gelijke omstandigheden (Bodemproductie-
wet).
Wet. houdende regelen met betrekking
tot de medewerking aan de voorbereiding
van de voorziening in tijden van oorlog,
oorlogsgevaar en andere buitengewone om
standigheden in de behoeften van de
volkshuishouding en de landsverdediging,
zoomede aan de voorbereiding van de fi
nanciering dier voorziening.
Wet. houdende tijdelijke voorziening in
een doelmatige distributie van levensmid
delen. grondstoffen van levensmiddelen,
brandstoffen, huishoudelijke artikelen en
andere goederen, welke in het algemeen
voor de volkshuishouding van belang wor
den geacht (Distributiewet).
Door deze maatregelen is een zoo nor
maal mogelijke gang van zaken in het
economische leven verzekerd. Met name
wordt hierdoor bereikt, dat de voedsel
voorziening regelmatig zal functionneeren
en dat hamsteren en prijsopdrijving wor
den voorkomen.
De verboden treden terstond
in werking.
In verband met de ontwikkeling van
den internationalen toestand heeft de
Nederlandsche regeering besloten op
grond van de gewijzigde wet van 3 Aug.
1914 eenigie uitvoerverboden af te kon
digen. Het doel van deze maatregelen
is te voorkomen, dat de voorziening
van de nationale behoefte in gevaar
komt. Zij dragen derhalve een preven
tief karakter.
Indien de hier te lande aanwezige
voorraden zulks toelaten, zullen dis
pensaties van deze uitvoerverboden
kunnen worden gegeven. Met de uit
voering van deze maatregelen is be
last het crisis-uitvoer-bureau te Den
Haag, bij welk bureau verzoeken om
dispensaties kunnen worden ingediend.
De uitvoerverboden treden terstond in
werking. Zij gelden voor de volgende
artikelen:
Wol, wollen garens, wollen en halfwollen
dekens, militair laken, sokken van wol.
Ongesponnen katoen, kanoenen garens,
dekens van katoen, afval van ongespon
nen katoen en linters.
Hennep, jute en vlas, al dan niet bewerkt,
de garens, kabels, touw en koord mede
hieronder begrepen alsmede nieuwe ledige
juten zakken en Juten doek.
Verbandwatten en verbandstoffen.
Kinabast, zwavelzure kinine en andere
zouten der kina-alcaloiden. kamfer en
chloroform.
Leder, huiden en vellen, uitgezonderd
van hazen, van konijnen, van reptielen,
pelterijen, lakleder en zeemleder, laarzn
en schoenen van leder.
Plantaardige looistoffen en looiextracten
Vliegmachines en onderdeden en toe-
'oehooren daarvan.
I Latex, al dan niet bewerkte rubber, rub
berbanden en rubberafval.
Cement van alle soorten, cementklin-
I ktr, gips en kalk.
Punt- of prikkeldraad, yertind bl k in
'oiaden. strippen en band.
Metalen en metaallegeeringen in:
a. koeken, blikken, schuitjes, gietelin-
gen, korrels of andere grondstofvorm.
b. in poedervorm.
c. in staven, bladen, draad, plaat, buis-
of kabelvorm, in balken of andere gepro
fileerde vormen.
Afval van metalen en metaallegeeringen.
Ijzererts, tinerts. zinkerts. mangaair-
erts. magnesiumerts en pyriet.
Benzolkoolwaterstoffen, phenol, naph-
'aline.
Teer. asphalt en asphaltbitumen, mede
daaronder begrepen in verdunden of ge-
cmulgeerden toestand.
Aether, aceton, chloorkalk, calciumcar-
oid, glycerine, chilisaloeter en salpeter
zuur. zwavel en zwavelzuur.
Ontplofbare stoffen.
Wapenen, mun tiën, optische glazen en
optische instrumenten, vuurleidings-in-
strumenten. zoeklichten, alsmede onderaee-
len en toebehooren daarvan.