De brug over de Noord Londen neemt veiligheidsmaatregelen
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
De noodlottige
terugkeer
FEUILLETON
79s;o Jaargan
IN EEN SPIRITIJSFABRIEK TE MODJOKERTO IN INDIc brak VISSCHEN ACHTER DEN AFSLUITDIJK IN HET IJSSEL-
brand uit, tengevolge van een ontploffing, welke door een koelie werd MEER. Hengelaars naar baars vinden hier een prachtige ge-
veroorzaakt, die met een lucifer wilde onderzoeken of een vat gevuld legenheid hun sport te beoefenen. De bootjesverhuurder bij
was. 400 vaten ontploften, waardoor groote schade werd aangericht. het monument heeft het daardoor druk gekregen.
KONING CHRISHAAN VAN DENEMARKEN VIERDE GISTEREN
ZIJN 68STEN VERJAARDAG. De Koning wordt op zijn. gebruikelij-
!ken morgenrit door de inwoners van Kopenhagen gehikgewenscht.
TRANSPORT VAN EEN BENZINETANK van 2000 kub. meter
inhoud en een gewicht van 70.000 k.g. van Hendrik: Ido Ambacht
naar Vlissingen. Het gevaarte wordt door bokken op de bakken gezet
DE VRAAG NAAR ZANDZAKKEN VOOR LUCHTBESCHER
MING IS GROOT. BIJ EEN ROTTERDAMSCHEN GROOT
HANDEL IN ZAKKEN IS DAN OOK VOLOP WERK.
EEN BELANGRIJKE VERBINDING IN DEN WEG G0RINCHEM—ROTTERDAM
wordt de brug over de Noord tusschen Alblasserdam en Hendrik Ido Ambacht,
waarvan de bouw al flink opschiet.
TSJECHISCHE SOLDATEN OP WEG NAAR
HET FRONT. Als de trein even stopt wordt
haastig voedsel uitgedeeld.
LONDEN NEEMT VOORZORGSMAATREGELEN om de bevolking
te beveiligen tegen luchtaanvallen. In de openbare parken graaft mea
met man en macht schuilloopgraven. Kijkje in Hampstead Heath.
Door LESLIE FORD,
Vertaald door PAULINE FELLINGA.
9)
„Tenzij ze die vanavond binnengebracht
hebben. Iedereen dacht dat het onweer
voor goed algeloopen was."
We zochten onzen weg langs de rots-
treden omlaag, geholpen door de bliksem
stralen. Niet dat we dit licht noodlg had
den. We hadden allebei ln het donker van
het eene eind van April Harbor naar het
andere kunnen gaan met onze oogen dicht.
Plotseling zat vlak voor ons Lucy Lee op
een trede. Ze zat daar zoo maar en bewoog
zich niet.
„Wat ls er, Lucy? Je enkel bezeerd?"
vroeg Rosemary snel.
Lucy Lee schudde haar hoofd.
„Ga maar door. Ik ben best ln orde."
Rosemary ging door. Ik bleef achter.
„Wat ls er, Lucy Lee?"
Ze achte een akelige, half-snikkende
lach.
„Ik ben een idioot. Let maar niet op my.
Ga maar door."
Ik ging naast haar zitten.
„Kijk eens, schat," zei ik. „Je bent ook
een idioot. Dat hindert niets, als Je het nu
eenmaal niet kunt helpen, maar laat het
in 's hemelsnaam niet aan iedereen mer
ken."
Ze zei niets, zat daar maar, een doods
bleek, beangst kind, terwijl een onweer
haar leven dreigde te verwoesten.
„Ik zal maar teruggaan," zei ze opeens.
„Moeder wil toch vroeg naar huis. Zeg
het aan Andy, wil Je? Niet dat hij er iets
om geeft, maar het houdt den schijn een
beetje op."
HOOFDSTUK IV.
Ik zag haar lange witte japon tegen de
helling van den heuvel verdwijnen en lk
ging naar de booten. Een regendroppel
kletste op mijn schouder daarna nog
een. Het was donker, maar ik onder
scheidde Andy met zijn lantaarn; hij pro
beerde een motorboot los te maken bij pier
no. 4 Rosemary of Jim zag lk niet. Niet
voor er weer een bliksemstraal kwam en
toen wenschte ik, dat. ik ze niet gezien had.
Ze stonden naast elkaar, star en roerloos
als steenen beelden, hun gezichten ver
trokken van smart nooit, zoolang ik
leefde, zou lk die uitdrukking kunnen ver
geten.
Ik holde naar het eind van de pier, naar
Andv Thorp. Hij had zijn poging om de
motorboot los te maken, opgegeven e;n
stond dof te staren naar het kleine lichtje
van Sandra en George Barrol, dat op en
neer danste,
Het heeft geen zin," mompelde hij. „Als
iemand het kan klnarsoelen. dan is zij het.
Ma^r toch had lk met haar mee moeten
-aan."
„Ze zal het niet mobeeren. Ze kin het
niet. Met zoo'n zee!"
„Ze zal zeker gaan," zei hij.
„Ze is gek!"
„Ik geloof dat ze denkt dat Rosemary
probeert, hem terug te krijgen," zei hij.
„Hf) verdient zoo'n vrouw niet."
Ik staarde hem aan.
„Misschien kan van jou gezegd worden,
dat je een vrouw als de jouwe niet ver
dient."
„Ik zeg niets van Lucy Lee. Het zal haar
schuld wel niet zijn dat ze den laatsten
tijd zoo ongenietbaar is."
Het was geen bijzonder geschikte tijd om
in te gaan op Andy's huiselijke moeilijk
heden. Terwijl Jim met zware stappen
naar ons toe kwam en Sandra en George
buiten op de woelige zee waren en het
bliksemde en de regen bij stroomen begon
te vallen.
„Hier je moest deze maar aantrek
ken." Andy haalde een oliejas uit de mo
torboot en hing ze over mijn schouders.
Jim kwam bij ons. Hij was alleen.
Zelfs toen geloof ik niet dat we een
oogenblik dachten dat Sandra werkelijk ln
gevaar was.
„Ga Je er naar toe, Jim?" schreeuwde
Andy door den regen.
„Neen." Het klonk kortaf, bijna onbe
leefd. „Ik zal hier blijven tot ze hulp noo-
dig heeft. Rosemary is weggegaan om de
iichten te laten aansteken. Sandra kan
beter met een boot overweg dan wij."
„Ik vind je nogal onverschillig", zei An
dy Hij probeerde zijn opkomende woede te
bcheerschen. „Als het om mijn vrouw
ging".
Dan zor n t n= Mor "tin i J
woedend. Dat was de eerste keer dat lk
merkte dat hij er zich rekenschap van gaf,
hoe er den laatsten tijd iets haperde tus
schen Lucy en Andy.
„Zóó? En jij dan? Ik geloof dat ieder
een hier weet hoe je het vinden zou als ze
nooit meer terugkwam!"
„AndyJim!" riep ik. „Stil toch, al
lebei!"
Ik legde mijn hand op Andy's arm. Hij
schudde hem boos af. „Hou jij je er bui
ten, Grace!" beet hij me toe. Ze stonden
daar tegenover elkander, elkaar strak en
vijandig aanstarend in het noodweer.
Toen flitsten van boven de twee stralen
van de groote zoeklichten over de baai. Ik
keek toen niet uit naar Sandra. Ik keek
naar Jim. Zijn vertrokken gezicht was
naar het water gekeerd.
„Dan zou je vrij zijn," zei Andy koel
bloedig.
Jim keerde zich om.
„Kalm aan," zei lk. „Andy weet niet
wat hij
„Weet ik dat niet, voor den donder?
Denk je dat ik te stom ben om te weten
wat hier gaande is? Waarvoor denk je dat
ze dien fatterigen halfbloed hier naar toe
heeft gesleept?"
Ik had het niet kunnen beletten, al had
ik gewild, Jim deed een snellen stap. Zijn
vuist schoot naar voren. Andy's knieën
vouwden zich dubbel als een harmonica en
daar lag hij. Even bleef hij zoo, meer ver
baasd dan bezeerd, toen sprong hij op. Jim
Gould stond klaar voor hem
Toen kwam plotseling een schelle angst
kreet over het water en een mannenstem
riep: „Help, Help!"
We keken. Een half losgeraakt zeil flapte
en sloeg als dol in wind en regen. De klui
ver scheurde los. Ik zag Sandra's slanke
figuur, armen omhoog, plotseling getroffen
door den vallenden mast, wankelen en ver
dwijnen.
Even stonden we te staren. Toen gooide
Jim zijn jas uit en dook. Je kunt misschien
niet zeggen dat een duik onpersoonlijk kan
zijn, maar lk had heel sterk het gevoel dat
hij er in ging zooals hij gedaan zou hebben
als wie ook dreigde te verdrinken een
zelfmoordenaar van Brooklyn Bridge, een
koelie van een sampan in de Yang Tze, of
een overboord gevallen hondomdat hij
nu eenmaal zoo is. Hij sloeg uit in een
krachtige crawl, zijn aan .zijn armen ge
plakte hemdsmouwen beschreven snelle
witte bogen boven het donkere water.
Toen was Andy achter hem. Het leek
me of hij vocht om Sandra het eerst te
bereiken. Het zou me niets verbaasd heb
ben als hij Jim had gegrepen en hem uit
den weg had geduwd.
Maar dat deed hij niet. Hij haalde hem
zelfs niet in. Ik zag hem voortzwemmen,
deeds een paar meter achter Jim. besche
nen door de zoeklichten, die een oranje
cad over het water teekenden. Achter me
boorde lk schreeuwen en mannen bonkten
de steenen treden af. Toen hoorde ik San
dra weer gillen en al mijn hijgende opwin
ding leek plotseling dood en koud.
Iemand rieD van boven: „Ze houden zich
vast aan de boot!"
Ik keerde me om. vreemd onbewogen.
Joe Bates, onze badman, kwam aanstaro-
nen. „Als ze zich vast kan houden en brul
len." schreeuwde hij ademloos, „waarom
voor den drommel zwemt ze dan niet?"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).