Nationale Gedachtenisviering te Amsterdam
H.M. de Koningin spreekt:
DINSDAG 6 SEPTEMBER 1938
No. 24063
Plechtige dienst in de Nieuwe Kerk
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
79sic Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DK nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD
Magistrale rede van dr. Colijn
Met opgeheven hoofde de
komende tijden tegemoet
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
3D ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bi) vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer* voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd ztjn:
per 3 maanden f. 2 35
per week f.0.18
Franco per post f. 2:35 per 3 maanden -f- portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 ntndj
BINNENLAND.
De feestelijke herdenking van het veertig-jarig regeeringsjubi-
leum van Hare Majesteit de Koningin culmineerde heden te
Amsterdam in de nationale gedachtenisviering in de Nieuwe
Kerk, waar de minister-president, dr. H. Colijn, in een groote en
met stille aandacht beluisterde rede (in het kort door Hare Maje
steit beantwoord), den vooruitgang van land en volk gedurende
deze veertig jaren in den breed e heeft geschetst en uiting heeft
gegeven aan de aanhankelijkheid en trouw van het gcmsche
Nederlandsche Volk aan het Huis van Oranje, waarmede het
zich door onverbreekbare banden verbonden weet.
Nationale Gedachtenisviering in de Nieuwe
Kerk te Amsterdam (le Blad).
De Koninklijke intocht te Amsterdam (3e
Blad).
De burgemeester van Rotterdam, mr. P.
Droogleever Fortuyn, plotseling overle
den in den ouderdom van 69 jaar (Laat
ste Berichten, le Blad).
Drie dooden op onbewaakten overweg te
Hengelo (Laatste Berichten, le Blad).
De Alg. Ver. voor Bloembollencultuur vraagt
om verruiming van uitvoer (Land- en
Tuinbouw, 2e Blad).
Inzet van den gedenkdag.
Een stralende zomerzon was de gulden
Inzet van den officieelen gedenkdag in de
hoofdstad. Reeds in den prillen ochtend
spoedden duizenden zich naar Amsterdam.
Aan de stations was het over en overdruk.
Ook de toegangswegen naar Amsterdam
gaven een geheel ander beeld dan op de
gewone dagen. Honderden auto's, bussen
cn wielrijders reden in een onafgebroken
stroom naar de hoofdstad en het was spoe
dig duidelijk, dat het in de stad drukker
zou worden dan ooit tevoren. Zoo mogelijk
was het aantal vlaggen nog grooter dan
gisteren. In de binnenstad was er vrijwel
geen huis of het was getooid met de natio
nale driekleur en oranje. Al vroeg mar
cheerde de eerewacht van studenten door
de stad om zicih bij het Koninklijk Paleis
op te stellen.
Op de oorlogsschepen in de haven was
de gedenkdag te 9 uur aangevangen met
een groote parade en het afgeven van 33
saluutschoten.
Op den Dam was het om tien uur reeds
tjokvol.
Auto's met de hoogsten uit den lande
reden reeds af en aan voor de beide ingan
gen van de kerk.
Tegenover het paleis had zich de eere
wacht van de studentenweerbaarheid uit
Amsterdam, Leiden en Utrecht opgesteld.
De eerewacht voor den ingang van de
kerk werd betrokken door 42 oud-adel
borsten en -cadetten, die op 6 Septem
ber 1898 deel hebben uitgemaakt van
de eerewacht voor het Koninklijk Pa
leis bij de inhuldiging van de Koningin.
Een deel van deze oudgedienden was
gekleed in de schitterende gala uni
formen van den hoogen rang waarop
ze den dienst hadden verlaten. Het was
een indrukwekkend gezicht, deze eere
wacht van oud-militairen van land- en
zeemacht, die tijdens de regeerings-
periode van onze Koningin iti Haar
dienst carrière hebben gemaakt, en die
nu na veertig jaar weer op .diezelfde
plaats staan in hun goudgestikte uni
formen met de vele decoraties, flonke
rende in de zon.
Voor de breede kerkdeuren reed auto na
auto voor Ministers, ministers van staat,
commissarissen der Koningin, kamerleden,
leden van Raad van State en Hoogen
Raad, kortom alle rijksgrooten van ons
land kwamen in hun met goud en zilver
bestikte uniformen en hun dames in fraaie
toiletten. Prachtig waren de uniformen
van de Indische vorsten en de kleeding
van de Indische rijksgrooten. schilderach
tig en kostbaar de kleurige kleeding van
him dames. Het geheel was een schitterend
schouwspel, zooals wij het zelden binnen
de stad hebben gezien.
Meer en meer naderde het groote oogen-
blik, waarop de Vorstin. Prinses Juliana en
Prins Bernhard met het gevolg het paleis
De Koninklijke Familie op weg naar de Kerk.
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
BUITENLAND.
Praag doet defenitieve voorstellen aan de
Sudeten-Duitschers, waarin vérgaande
concessies zijn neergelegd, die aan het
program van Karlsbad heeten te vol
doen (3e Blad en Laatste Berichten, le
Blad).
Opstandige beweging in Chili onderdrukt
(Buitenland, 2e Blad).
Steeds nauwer wordt de ring om Hankau
toegehaald (2e Blad).
Overzicht van de plechtigheid in de Kerk.
zouden verlaten om zich naar de kerk te
begeven. Om vijf minuten voor elf gingen
de paleisdeuren open. de parademarsch
weerklonk, de militaire kapel zette
Wilhelmus in.
Het groote oogenblik was daar. Hare
mengeling van dames in fleurige wandel
toiletten en de heeren in plechtstatig zwart
en in kleurige uniformen. Want behalve de
hetaanwezige hooge officieren van land- en
zeemacht en de leden van het diplomatieke
corps, hadden ook de meeste burgerlijke
autoriteiten, die daartoe door hun ambt
gerechtigd zijn, zich in den staatsie-uni
form, welke zij uit hoofde van hun functie
mogen dragen, gestoken.
Terwijl het kerkgebouw zich vulde, werd
liet groote orgel van tien uur tot half elf be
speeld door den organist Henk Loohuys,
waarna hij werd afgelost door den orga
nist, Piet van Egmond, die door hem zelf
gecomponeerde variaties van het Wilhel
mus liet hooren.
Majesteit de Koningin schreed naar buiten,
voorafgegaan door Hare kamerheeren mr.
W. F. Röell en jhr. F. J. van Lennep. Ach
ter Haar volgden Prinses Juliana en Prins
Bernhard. Een daverend gejuich ging uit
de menigte op en vergezelde Haar op den
korten weg naar den ingang van het kerk
gebouw
Hare Majesteit was gekleed in een blau
we damasten japon met zilver- Zij droeg
een blauwen hoed met veeren Prinses Juli
ana was gekleed in een prachtig room
kleurig goudlamé toilet. Een gouden hoofd
band met reigerveeren sierde haar kapsel;
de Prins droeg het gala-uniform van rit
meester der rijdende artillerie.
Het kleine gevolg bestond uit admiraal
Bauduin, chef van het militaire huis van
HM. de Koningin, den adjudant iuit. ter
zee le klas jhr. E. j. van Holthe en den ord-
officier kapt. jhr. mr. G. H. A. van Kin
schot.
De Koningin, de Prinses. Prins Bemnard
en het gevolg, begeleid door den burge
meester dr. W. de Vlugt. en den hoofd
commissaris, den heer J. Versteeg, schre
den langs de en haie opgestelde eerewacht
van oud-cadetten en -adelborsten.
Enkele minuten later sloten zich de
kerkdeuren achter het koninklijke gezel
schap,
In de Nieuwe Kerk.
Het interieur van het met palmen, varens
en bloemen versierde kerkgebouw had een
grondige verandering ondergaan. Alle ban
ken en gewone zetels waren verwijderd en
in plaats daarvan waren stoelen in de kerk
gebracht, welke ook in andere opstelling
stonden dan gewoonlijk de banken.
Voor het nieuw vergulde koorhek, dat was
afgesloten met een gordijn van donker
blauw fluweel, was, rechts van den door
gang, die naar den ingang aan de Damzijde
voert, een verhooging van circa dertig cen
timeter opgeslagen, welke bedekt was met
tapijten en waarop drie zetels geplaatst
waren voor de Koninklijke familie, terwijl
achter deze zetels twee rijen stoelen voor
de leden der hofhouding stonden.
Aan den anderen kant van het schip der
kerk, recht tegenover het Koninklijk po
dium. dus voor het groote orgel, was een
muziekpodium opgeslagen voor koor en or
kest. De ingangen der kerk waren versierd
met palmen en laurieren.
Dank zij een practische nummering der
rijen konden de genoodigden gemakkelijk
hun plaats innemen. Het was een bonte
Terwijl de aanwezigen zich van hun
zetels verhieven heeft H. M. de Konin
gin heden in de Nieuwe Kerk te Am
sterdam, inantwoord op de rede van
dr. Colijn, de volgende woorden gespro
ken, die helder en duidelijk door het
kerkgebouw weerklonken:
Leden van de Eerste en Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
Ik wensch Mijne erkentelijkheid te
betuigen voor de gevoelvolle woorden,
die gij in Uwe adressen, als vertegen
woordigers van het Nederlandsche volk,
in deze plechtige ure tot Mij gericht
hebt.
Deze historische plaats van samen
komst alwaar Mijne vaderen en Ik den
eed aflegden op de Grondwet en door
de Staten-Generaal werden ingehuldigd
verhoogt nog hiervan de beteekenis.
Met voldoening en waardeering zie Ik
terug op de thans achter ons liggende
veertig jaren als een tijdperk van on
onderbroken goede en vruchtbare sa
menwerking tusschen volksvertegen
woordiging en Kroon, die een niet te
overschatten beteekenis heeft gehad
voor ons volksbestaan en allen, die
's rijks gebieden bewonen.
In alles één met Mijn volk, in den
ken en voelen, in liefde voor zijne vrij
heid en rechten en voor zijne onafhan
kelijkheid, behoud Ik van de afgeloo-
pen veertig jaren een blijde herinne
ring.
In zorgvolle en benarde omstandig
heden, in beproeving, maar ook in da
gen van vreugde zijn wij nog nauwer
saamgegroeid en heb Ik Mij gedragen
geweten door de liefde en het vertrou
wen van Mijn volk.
Dank zij zijn vlijt, taaiheid en uit
houdingsvermogen en zijn vasten wil
zijn bestaan en onafhankelijkheid te
allen tijde met Gods hulp te handha
ven. kunnen wij den druk der tijden ten
spijt op vooruitgang en ontwikkeling
bogen, hetgeen ons aanzien bij de an
dere volken ten goede is gekomen en
hun vertrouwen in ons nog heeft ver
sterkt.
U, mijnheer de voorzitter van den mi
nisterraad en minister van staat, breng
Ik Mijn dank voor uwe rede en voor de
beteekenisvolle woorden tot Mijn volk
en Mij gericht. Zij zullen, van u ko
mende, ongetwijfeld een diepen indruk
achter laten.
Dien dank betuig Ik ook voor uw uit
het hart komend adres, mijne heeren
commissarissen, waarin Ik moge zien de
vertegenwoordigers der elf provinciën,
die samen dit ondeelbaar land vormen,
mogen uw arbeid en streven steeds tot
heil van de u toevertrouwde gewesten
blijven strekken.
De zon schijnt niet zonder schadu
wen te werpen, die ook over ons heen
gaan.
Als wij arbeiden is het onze plicht de
werkelijkheid niet te verbloemen, maar
haar te zien. zooals zij is, en wat zij
mee brengt onvervaard en kloek aan te
durven en met groot en sterk vertrou
wen en opgeheven hoofde de komende
tijden tegemoet te gaan