„Is de luchtmacht beslissend LEfDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 September 1938 Derde Biad No. 24061 79ste Jaargang Een blijde boodschap voor de jeugd Sprookjes-lectuur van H. C. Andersen Een beschouwing door Winston S. Churchill Wijlen H. C. Andersen. Wij zijn zeer verheugd te kunnen medc- deelen, dat wij er in geslaagd zijn, onze jeugd een aangename verrassing te be reiden: Op 13 September a.s. zullen wij toch een aanvang kunnen maken met de publicatie van sprookjes-lectuur voor kinderen, naar de wereldberoemde sprookjes van H. C. Andersen. Zulks ter vervanging van de avonturen van Thijs IJs. Wij zullen beginnen met „De wilde zwa nen". Als proeve drukken wij hieronder af een portie zooals deze dagelijks zal wor den gegeven. Onze jeugd zal dus voortaan dagelijks van drie van deze prachtig geslaagde tee- keningcn van de Deensche teekenares Marie Hjulen, die Andersen's wondermooie sprookjes zoo raak typeerde, kunnen ge nieten. Het is ons een voorrecht dat wij voor het rayon Leiden het alleenrecht voor deze publicatie hebben kunnen venverven en wij hopen, dat dit door onze lezers en lezeressen mede op prijs zal worden ge steld. Ook voor ouderen ligt toch in deze sprookjes een kern van geestelijk genot. De kleine Elsje zat cp een krukje van spiegelglas en ze had een prentenboek dat zooveel gekost had als het halve Koninkrijk. Ja, jullie kunt gelooven dat de kinderen het goed hadden! Maar zoo zou het niet altijd blijven. Hun vader die Koning over het heele land was, trouwde met een erg booze Ko ningin. die heelemaal niet lief voor de kinderen was. Dat konden zij op den eersten dag al heel goed merken. In het paleis was alles even prachtig. De kinderen konden er heerlijk spelen en hier zie je hoe ze dan net deden alsof er iemand op bezoek kwam. Maar toen de booze Koningin gekomen was, kregen zij niet meer van die lekkere taartjes en die heerlijke gepofte appels van vroeger. De Koningin gaf ze zand in een theekopje en zei dat ze daarmee maar tevreden moes ten wezen. Het was nog heel vroeg in den morgen toen de zwanen langs het kamertje in de boerderij vlogen waar Elsje lag te slapen. Ze zweefden over het dak, draaiden met hun lange halzen en klapten met hun vleugels, maar niemand hoorde of zag hen. Ze moesten weer verder, hoog naar de wolken en heel ver de wereld in. Na een poosje kwa men zij aan een donker bosch. dat zich heelemaal tot aan het zeestrand uitstrekte. De voornaamste oorzaak van on zekerheid in de hedendaagsche wereld is de bedreiging uit de lucht. Niets heeft zoozeer vrees en wantrouwen onder de volkeren verwekt, niets ook heeft roofzuchtige ambities zoozeer aangemoedigd, als dit nieuwe middel van plotselingen aanval, niet slechts op de soldaten, doch ook op hun vrou wen en kinderen ver achter de linies. Het is daarom van het allergrootste belang om, indien zulks mogelijkk is. na te gaan, welke rol de luchtmacht in een modernen oorlog zou vervullen. Tegelijkertijd maakt de duisterheid van de kwesties iedere oordeelvelling tot weinig meer dan een gissing. Niettemin kan wel met eenige zekerheid morden gezegd, dat het geheele verloop van den oorlog in Spanje eerder de beperkt heid dan de kracht van het luchtwapen schijnt te hebben aangetoond. De buiten gewone pretenties van een zekere school van luchtvaart-experts zijn niet in ver vulling gegaan. Neem om te beginnen het geval van de oorlogsschepen. Een tijd ge leden verzekerde men ons, dat vloten ver ouderd waren, en dat groote slagschepen, die 7 of 8 millioen pond st. kostten, gemak kelijk zouden kunnen worden vernield door vliegtuigen, die slechts een paar duizend kosten. Ik heb anderhalf jaar geleden in het Lagerhuis gevraagd, hoe het kwam dat in Spanje bij geen van beide partijen ooit fen oorlogsschip door de luchtmacht tot zinken is gebracht. De Spaansohe vloten zijn onvoldoende gapend met luchtdoel-artillerie: haar knepen hebben géén speciaal wapen tegen een aanval van boven af. En toch zien wij Ze langs de kust kruisen, vaak duidelijk Waarneembaar van het strand, naar het schijnt even onbedreigd als waren er nim mer vliegtuigen uitgevonden. Aldus zijn lwee jaren voorbijgegaan. Gedurende al dien tijd heeft men in den Spaanschen burgeroorlog aan beide zijden honderden vliegtuigen bezeten van een tamelijk modern type, bemand niet slechts eenige vurige Spanjaarden, doch voor jet meerendeel met piloten uit Italië, jjuitschland en Rusland. Zeer vaak be weide men van zijn luchtbasis uit slechts een kwartier te vliegen om deze schepen te bereiken. Niet alleen zijn die niet ver nietigd, doch klaarblijkelijk heeft men het zelfs niet de moeite waard geacht, dit te beproeven. Het doen zinken van den Na- tionalen kruiser „Canarias" zou voor de Spaansche republikeinen van de aller grootste beteekenis zijn. Waarom zijn zij daartoe niet in staat? Insgelijks zouden de Republikeinsche destroyers een gemakke lijk doelwit kunnen zijn voor de Italiaan- sche en Duitsche piloten, doch er ge schiedt niets van dien aard. In de dagen van de Abessijnsche spanning in de Mid- dellandsehe Zee trachtte men ons te be dreigen met verhalen als bijvoorbeeld, hoe gemakkelijk het voor Mussolini"s lucht macht zou zijn de Britsche vloot het water uit te jagen. Sindsdien is er een ontzag gelijke verdedigingsmacht tegen lucht aanvallen op de schepen der Engelsche vloot aangebracht. Het ziet er thans uit, of men het oorspronkelijk gevaar zeer over dreven had. Hoe het ook drie jaar geleden was, het is tegenwoordig zeker verminderd, nu de Britsche schepen zoo geducht en ontzaggelijk zijn bewapend. Ik blijf derhalve de meening; toege daan. die ik ook vaak geuit heb. n.l. dat de luchtmacht geenszins een doo- delijk gevaar is voor een goed geoutil leerde vloot van moderne oorlogssche pen, hetzij op zee varend, hetzij in de haven liggend, onder de bescherming van hun allergeweldigst luchtafweer geschut en versterkt door de kust- balterijen. Een aanval op onverdedigde koopvaar dijschepen is dreigender gevaar, doch zelfs op dit terrein, waar de ..dappere" piloten geen gevaar loopen en ongestraft zoo laag kunnen neerstrijken als zij willen, ja zelfs de gevluchte schepelingen met machine geweren rustig onder schol kunnen nemen, zelfs hier ziin naar verluidt in vijfhonderd luchtaanvallen slechts tien schepen met terdaad tot zinken gebracht. De bewapening van alle koopvaardijschepen met luchtdoel- artillerie en de instelling van convooien onder degelijk-toegeruste escorte-vaartui gen zal waarschijnlijk dit nieuwe gevaar tot zeer bescheiden proporties terugbrengen. Men schijnt dus. de gevolgtrekk'ng te mogen maken dat een zeemacht eebaseerd op het bezit van een su nor'-ure reeks oor logsschepen haar waarde behoudt. Is dit zoo (en zoo beschouwen he« zoowel de Britsche als de Amerikaansche vloot-auto- riteiten) dan ziet het er naar uit. dat de heerschappij over de zee ongewijzigd blijft berusten bij de vloten van Engeland en de Vereenigde Staten. Zulks gevoegd bij het feit dat de duikboot onloochenbaar zijn beteekenis als beslissend oorlogswapen heeft verloren, zou den Westerschen mogendhe den een gevoel van veiligheid en vertrou wen kunnen geven, voorzoover het de zeeën en de oceanen betreft. Te land schijnt het, dat de operaties der Spaansche legers niet noemenswaard zijn beslist door het luchtwapen. De Republikeinen, die op het gebied van de luchtmacht verreweg in de minderheid ziin, hebben dikwijls zeer eenzijdig te lijden gehad onder zware luchtaanvallen zonder dat zij zich hierover voldoende konden wreken. Toch heeft die ongelijkheid in het lot den geest in hun gelederen geen af breuk gedaan integendeel, in alle be richten leest men dat zii heviger en meer verwoed strijden dan in het begin van den oorlog. Doch het meest frappante voorbeeld van de beperkte werking der luchtmacht in den Spaanschen krijg leveren ons de operaties over den Ebro. Ruim vijf weken geleden hebben hier vijftigduizend man Republi keinsche troepen aanhoudend gestreden op den Zuidelijken oever van de rivier, dage lijks versterkingen ontvangend via een aan tal bruggen die altemaal duidelijk zicht baar uit de lucht en slechts verdedigd door een gering aantal luchtafweerkanonnen. Welnu, zoo vragen wij ons af. waarom zijn deze bruggen niet verwoest door een lucht bombardement? Ware dit geschied, zoo zou daarop voorzeker de nederlaag en de ver menging van het Republikeinsche leger zijn gevolgd. Het was daarom van het hoogste belang voor generaal Franco en zijn Duit sche en Italiaansche piloten, deze bruggen te vernietigen. Hij bezat toch zeker hondertallen ge vechtsvliegtuigen van modern type, die van vlakbij gelegen bases konden opereeren en stellig elk half uur een nieuwen bommen- voorraad konden laden. In dit geval heb ben zij het getracht, doch wij moeten ons alweer afvragen, waarom zij hierin niet geslaagd zijn. Onvermogen om juist te mik ken, onwilligheid van vreemde piloten, laag I te vliegen, en dat terwijl het vuren van den i vijand onbeteekenend was deze factoren I schijnen de eenige verklaring hiervoor te j zijn Wij komen nu tot de uitwerking van luchtbombardementen en aanvallen met machinegeweren vanuit de lucht op troepen in de loopgraven. De mo- »eele uitwerking is ongetwijfeld zeer groot, vooral waar de luchtoorlog zoo eenzijdig in het nadeel van één der partijen wordt gevoerd. Doch uit alles blijkt dat een luchtaanval op loopgra ven en versterkte punten veel minder uitwerking heeft dan een artillerie- bombardement. Inderdaad heb ik vaak van sol daten, die uit ervaring konden spre ken vernomen, dat een geconcentreerd bombardement door twee of drie bat terijen veldgegeschut veel zwaarder te doorstaan is dan dat van honderd vliegtuigen. Voorzeker, in het offensief tegen de Basken zijn het niet de vlieg tuigen geweest, doch de machtige bui- tenlandsche batterijen, die den weg voor generaal Franco's opmarsch heb ben geëffend. Het l(jkt dus. dat in den strijd tegen le gers het luchtwapen eerder een comple teering beteekent dan een beslissend oor logsmiddel. Men houdt het ervoor dat ook de leger leidingen in Frankrijk en Duitschland deze meening zijn toegedaan. Zoo zii gelijk heb ben, zullen de voornaamste omstandighe den waaronder de legers zullen strijden, evenals in het geval van de vloot geen ver anderingen ondergaan, die een strategi sche revolutie be teekenen. Evenwel de Spaansche burgeroorlog is wellicht een bij zonder geval, en wat daar voorvalt geeft misschien geen zuiver beeld van toekom stige eventualiteiten. Rest ons nog de luchtaanvallen op de burgerbevolking op munitiefabrieken en op de economische hartaderen van het land te beschouwen. Hier moet men zich wederom wachten voor de groote vergissing, de les van Spanje iaat ons zeggen op Engeland toe te passen, tenzij onder het grootste voorbehoud. Het blijkt in elk geval niet. dat in Spanje de weinig nauwkeurig uitgevoerde bombarde menten veel uitwerking hebben gehad op de kleine bijzondere mikpunten, vooral wanneer deze zich in eenigen staat van verdediging bevonden. Wat betreft het psychologisch effect op de burgerbevolkingen van Madrid, Barcelona en Valencia, dat is juist dia metraal tegengesteld aan wat de uit- heemsche lucht-bombardeerders had den verwacht. Verre van paniek en de faitisme te kweeken, hebben zij een geest van verwoed en hartstochtelijk verzet onder alle klassen der bevolking gewekt. Allerlei groepen, die anders ge heel van elkaar gescheiden leefden, zijn door deze luchtbombardementen tot el kaar gebracht in een gemeenschappe lijke woede over zulke onwaardige en barbaarsche methoden Zoo blijft ik dus van meening. dat bij gelijkheid van luchtstrijdkrachten de ener gie die men besteedt aan het afslachten van de burgerbevolking vrij waarschijnlijk ver rassende teleurstellingen zal boeken, en dat aanvallen op militaire sterkten en troepen in de gevechtszone het eenig doel van de piloten zullen zijn. Al deze overwegingen kunnen echter tpt bedenkelijker conclusies leiden, wanneer de luchtmacht veel groo- ter is en veel grooter doelwitten onder schot neemt. Derhalve moet ik hier, ter voorkoming van misverstand aan toe voe gen, dat géén der gevolgtrekkingen die ik getracht heb uit den Spaanschen burger oorlog te maken ook maar in het minst iets afdoet aan de noodzaak voor Engeland, met zijn bijzondere gevaren en kwetsbare plekken, zoo spoedig mogelijk zich een luchtmacht te verwerven, die tenminste gelijk is aan die van eenige andere mo gendheid in de onmiddellijke nabijheid van de Britsche kusten. (Nadruk verboden) Overzicht onzer belangrijkste Veemarkten. Het is een kleurlooze toestand momenteel in den veehandel ea van kooplust is al heel weinig sprake meer. Inmet bijzonder de gebruiksvee- handel is als lam geslagen. Men biedt zeer wei nig vee aan en nog is er geen plaats voor. want koopers dagen bijna niet op. Alles staat onder den druk van het mond- en klauwzeer. De j.l. Donderdag alhier gehouden Vebo-tentoonstel- ling heeft daar een frappant staaltje van te zien gegeven Toch moet men alle respect heb ben in het bijzonder van de uit de Rijnstreek ingezonden collectie van de zwartblaarfokkers, die nog den moed hebben gehad hun fraaie fok-producten aan te voeren. Zij hadden meer belangstelling verdiend, dan zfj nu genoten. Vol gende week Donderdag zal te Utrecht de jaar- lfjksche veetentoonstelling en ve^beurs worden gehouden, doch ook daar zal de animo niet meevallen. In het Noorden des lands is de toestand al niet veel beter. Gisteren te Leeuwaren en Zwolle ook aanmerkelijk minder vee en zeer weinig handel, met lagere prijzen. Slachtvee werd hier ter plaatse door kleiner aanbod iets beter ver kocht. Vermelding verdient overigens dat de Dins- dagsche markt te Rotterdam door den Natio- nalen feestdag is uitgesteld en op Woensdag a.s. wordt gehouden. Voorts is de fokveedag te Rot terdam afgelast vanwege het mond- en klauw zeer. De kleinveehandel was op het einde dezer week ook heel flauw en alles was minder. We vernamen dat in verband met de ruime aan voeren van slachtvee de invoer van Deensch rundvleesch tijdelijk met enkele wagons per week zal worden vermindrrd. Beter zou een tijde lijke algeheele stopzetting zijn naar het ons wil voorkomen. Ten slofte den toestand op de var- kensmarkt. Deze is over de geheele linie ook uiterst flauw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9