Installatie Dan adelborsten in den Helder Vliegfeest op Ypenburg
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
SI MARGAGA
79sSe Jaargang
FEUILLETON
GEÏNSTALLEERD. OVERZICHT VAN DE PLECH
TIGHEID TIJDENS DE AANBIEDING
VAN HET VAANDEL.
OP ILET VLIEGVELD XPENBURG TE ItlJSWIJK werd het 40 jarig
Regeeringsjubileum van H.M. de Koningin gevierd met een groot vlieg
feest. Tijdens de demonstraties van de Vrijwillige Organisatie
van Sportvliegers.
TE DEN HELDER WERDEN 80 NIEUWE ADELBORSTEN
HET INSTRUCTIEVAARTUIG VOOR DE BINNENSCHEEPVAART
DE „KONINGIN WILHELMINA" werd door prof dr. J. R.
Slotemaker de Bruine, minister van Onderwijs, K. en W. te Amster
dam in dienst gesteld. De vlag wordt geiheschen.
DE FEESTVERLICHTING IN DE HOOFDSTAD BRANDT
PROEF. Het hoofdpostkantoor op de N.Z. Voorburgwal levert
bij avond een fantastischen aanblik op.
HET LAATSTE DEEL VAN DE SPOORBRUG OVER DE 00STER-
DOKSLUIS TE AMSTERDAM IS GEPLAATST.
Het gevaarte wordt door een kraan op zijn plaats gebracht.
Een avontnnrlijk verhaal uit de
binnenlanden van Sumatra's Oostkust
door GERT HARTENAU—THIEL.
35)
.Baja, saja", bevestigden zij bedrukt.
.•Want", ging ik voort, „evenals wij de
vetten van onze regeering dienen te
tespecteeren, hebben jullie te gehoorzamen
aan de wetten van den profeet en de ge-
loovigen op te wekken tot gebed, tot rust,
wde en vlijt. Jullie hebben je er echter
■oe laten verleiden tegen Mohammed's be
ialen te handelen door daadwerkelijk
?}ede te werken aan een verzet, dat tot een
Moedigen burgeroorlog aanleiding zou heb
ben kunnen geven. Daarmede hebben jul-
'<e den toorn van den profeet opgewekt en
deze heeft jullie door mij, den ongeloovlge,
Bestraft".
Wederom klonk het nauwelijks hoor
baar: „Saja, toean".
.Beloof me," vermaande ik en het was
®e of jk tot een paar ondeugende kinderen
peak, „beloof me tot jullie heillgsten plicht
eerug te keeren, slechts Allah, den profeet
en de kerk te dienen, dan zal ik jullie je
vrijheid teruggeven en alles wat gebeurd is
Bal vergeten zijn. Ik zal er van afzien den
bdntroleur van jullie wel zeer laakbaar ge-
JvaE in kennis te stellen, zoodat verder
bemand behoeft te weten, wat zich hier
In Negri Lama heeft afgespeeld. Wat Is
daarop je antwoord?"
Ook nu was het Si Timbo, die als woord
voerder optrad en met zichtbare instem
ming van de beide anderen zei hij op een
toon, waarin de fanatieke moefti nauwe
lijks te herkennen was:
„Heer, wij weten, dat u niet anders kon
handelen en wij danken u, dat u onzen haat
getemperd en ons voor onbezonnenheid
bewaard hebt! Wij willen slechts dienaren
van den profeet zijn en hem en Allah
loven!"
Ik knikte bevredigd en gaf den fakir
een wenk. „Het is goed en ten bewijze, dat
ook de belangen der Mohammedaansche
bevolking bij ons veilig zijn, overhandig ik
je thans door jullie broeder, den fakir en
moefti Si Margaga. mijn trouwen vriend,
het heiligste reliquie van de moskee: den
tulband van Mohammed!"
En toen daarop Margaga met het heilig
dom op de priesters toetrad en het hun,
fluisterend gebeden prevelend, voorhield,
sprongen de moefti's met een kreet van
vreugde overeind, beurtelings, alsof zij hun
oogen niet geloofden, naar den fakir en
den verfomfaaiden lap starend. Maar zon
der den verloren gewaanden tulband, de
oorzaak van alle narigheden, zelfs maar
aan te raken, wierpen zij zich, als op com
mando, weer op hun knieën en terwijl zij
hun voorhoofd langs de planken van den
houten vloer schuurden, stamelden zij eer
biedig: „Allah 11 Allah! Allah bescherme
den oppas en de profeet zegene hem!"
Eerst daarna namen zij den tulband in
ontvangst. Zij trokken de zijden sjerp van
hun heupen en wikkelden er het heilig
dom voorzichtig in, alsof het iets breek
baars gold. Daarbij bogen zij wederom
driemaal het hoofd, mompelden gebeden
en namen den verpakten schat elk aan
een punt.
Ook de fakir verzonk in gebed, boog
deemoedig, evenals de drie priesters en
besloot met mee te deelen, dat hij ook de
heilige schriftrollen zou weten te vinden,
want dat de profeet met hem was.
Zichtbaar ontroerd, staken de moefti's
hem hun beide handen toe, welke hij lang
ln de zijne hield.
De oudste priester, Si Zecko, richtte zich
nog eenmaal in zijn volle lengte op en
terwijl hij zegenend zijn hand ophief, zei
hij plechtig: „Toean commandant, de ge-
loovigen danken u. Ik zal allen moefti's
en al onzen volgelingen opdracht geven
voor u te bidden!" Daarna schreden zij
statig, het pak in hun midden, naar
buiten.
Nauwelijks waren zij vertrokken, of het
kletteren van wapens, tromgeroffel en kor
te commando's kondigden aan. dat luite
nant Lefèbre en luitenant Karsten van
den patrouilledienst waren teruggekeerd.
Ook met hen was het weerzien allerharte
lijkst en ik vernam met groote voldoening,
dat overal weer orde en rust in de plaats
heerschten. Er was dus geen enkele reden
meer voor bijzondere bewakingsdiensten.
Allen waren verheugd eindelijk in een ver-
kwikkenden slaap weer nieuwe krachten te
kunnen vergaren, want de dagenlange
zware dienst in de tropische hitte had heel
wat van hun uithoudingsvermogen gevergd.
Eenige uren later werden de gevangenen
op transport gesteld. Onder bewaking van
een aantal manschappen werden zij op
een vrachtboot ingescheept, welke met den
stroom mee de Bila afdreef de straf te
gemoet. In Batavia werd het vonnis
over hen uitgesproken. De meesten hun
ner werden tot levenslange gevangenis
straf veroordeeld en ook de Chineesche
kooplieden, wier medeplichtigheid kwam
vast te staan, ontgingen hun gerechte
straf niet. In Negri Lama was de rust
voorloopig weergekeerd.
xrx.
Dien zelfden avond gaf de radja een
galamaaltijd, waarbij, behalve de officie
ren der aanwezige politietroepen. alle pro
minente figuren uit zijn rijk, aanzaten.
Er heerschte een zeer geanimeerde stem
ming en als bijzondere attentie werden ons
Europeesche gerechten, waaronder zelfs
een speenvarken, voorgezet. De Moham
medanen roerden dit vleesch natuurlijk
niet aan, want de Koran verbiedt hun
dergelijke lucullische geneugten. Ja, zelfs
de pan, waarin het varken was gebraden,
liet de radja later aan boord van ons bootje
orengen, omdat zijns inziens dit splinter
nieuwe keukengerei niet meer te gebrui
ken was. Nu. ons smaakte het „onreine
dier" voortreffelijk en wij deden het goed
toebereide maal dan ook alle eer aan.
Herhaaldelijk moest ik den radja en zijn
gasten de geschiedenis van mijn gevangen
neming en mijn redding vertellen, telkens
weer verlangde men nieuwe bijzonderhe
den te hooren en de namen Tarimo en Ba-
wuto. die daarbij natuurlijk nogal eens
werden genoemd, deden de toehoorders
huiveren van ontzetting.
„Allah en Mohammed!" riep de vorst,
die mijn avontuur geheel mee beleefde.
„Hebt u dan niet voortdurend in angst
geleefd, toean commandant? Hebt u
niet gesidderd voor uw leven? Bij den
baard van den profeet, ik geloof, dat ik al
leen al van ontzetting gestorven zou zijn!"
„Ik zou niet graag beweren, dat ik mij
bijzonder behaaglijk voelde, hoogheid, maar
aan den anderen kant heb ik toch ook
weer niet den indruk gehad, dat mijn leven
voortdurend gevaar liep. Pas toen Tarimo
verdwenen was, werd de situatie hache
lijk, want Bawuto leek me tot alles in staat,
maar daar stond tegenover, dat ik intus-
schen mijn wapens weer had gevonden,
zoodat ik me in ieder geval kon verdedi
gen. Maar of me dat bij die overmacht
veel zou hebben geholpen, ben lk zoo vrij
te betwijfelen. Nu", besloot ik mijn ver
slag, „wat dat betreft, was het hoog tijd,
dat er hulp kwam opdagen".
„Een menseh kan slechts eenmaal le
ven". knikte de radja, wijsgeerig. „Ik zou
niet graag sterven, ik houd van het leven!"
„O, o", secondeerden de ministers, ,.de
groote toenggoe houdt van het leven. Saja,
saja, het leven is beter dan de dood!"
Allen keken elkaar angstig aan en schud
den plechtig het hoofd.
„Wie beweert dan dat het leven met den
dood ophoudt?" vroeg Van Trassen. „Ik
bijvoorbeeld, geloof stellig aan een verder
leven na den dood!"
„Waarom gelooft u daaraan, toean mi-
tenant?" vroeg de radja, een en al aan
dacht voor dit nieuwe onderwerp. .Hebt u
daar bepaalde redenen voor?"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).