De fijnste vacantie! Egyptehet land van de Duizend wonderen De grootste klok ter wereld wegea en zelfs een eind langs een Drachtig fietspad door het bosch. „Jongens, maakt je niet te moe met dat geóluk", zei vader één keer. Maar toen Bob antwoordde: „Och vader, het is voor Dineke en ze wil het zoo graag zei hij niets meer. Vader vond het wel fijn, dat de jongens zooveel van hun zusje hielden! Stevig zetten ze door over Driebergen, Doorn. Leersum, tot Amerongen en daar stapten ze af om brood te eten. „Vader zouden mijn bloemetjes wel blij ven leven?" „Ja. liefje, vast wel, want je houdt zoo veel van hen! Dat voelen de bloemen en daar zijn ze dankbaar voor'. „Geloof ik niks van", zei Bob. maar vader hield vol, dat bloemen, net als dieren en menschen, voelen kunnen, wie veel van ze hield en wie niet. „Ik heb weieens opge merkt, dat de bloemen bti den een veel langer goed blijven dan bil den ander", be sloot vader. „Ik zal een glas water voor je vragen om ze in te zetten", zei de practische wim en Dineke jubelde: .O. dat is fijn!" De juffrouw in de lunchroom, waar ze zaten, voldeed graag aan het verzoek en toen Dineke's bloemetjes een poosje heer lijk gedronken hadden, werden de stelen in een schoonen, na'ten zakdoek gewikkeld, met daaromheen een stuk papier. „Nu blij ven ze vast wel goed tot Renkuin", zei de vriendelijke juffrouw, toen ze alles verte.d hadden. En toen ze weer verder reden, zei Dineke tegen haar bloemen: „Wees nu maar ge lust, hoor. Jullie blijft allemaal leven tot tante Annie. Maar jii (tegen den rozeknop) bent nog altijd de mooiste!" Heerlijk reden ze nu over Rhenen en Wagen ingen langs den Rijn naar Renkum. De jongens genoten naar hartelust van het prachtige gezicht op de rivier en toen ze eindelijk bij tante achter een heerlijk glas limonade za'en, zei Wim tegen Bob ,Ik geloof, dat ik het laatste eind nog het fijnste vond. Wat hebben we toch een heer lijk landje, hè vader?" En tante Annie zei: „Wat een heerlijken Zondag heb ik toch! Zooveel onverwachte visite en een bos bloemen zóó mooi. als ik van mijn leven nog niet gehad heb!" En ze streelde Dineke over haar blonde haartjes. R. DE RUYTER-v. d. FEER. In 1821 wist een Franschman de hiëroglypen te ontcijferen. Egypte: een eigenaardig wonderlijk land; een naam, met een oerouden, geheimzin- nigen klank! Laat ik je eens in vogel vlucht natuurlijk! iets van dit prachtige land vertellen. Een oase tusschen twee onmetelijke woestijnen: dat is eigenlijk Egypte, het ge schenk van den Nijl. Zijn oppervlakte bedraagt 930.000 v.k. K.M. maar slechts 34.000 vierk. k.m. kunnen wor den bebouwd, dus een oppervlakte die on geveer zoo groot is als ons land. Nog geen tweederde van dit gebied is echter ontgon nen. Maar het land, dat bebouwd wordt, is dan ook van een sprookjesachtige weelde! Denk Je eens in: vanouds was Egypte de korenschuur van het Romeinsche rijk, een onmetelijke bron van inkomsten voor ko ningen, kaliefs en sultans en thans is het het land, dat de allerbeste katoen ter we reld levert. En ook nu nog heeft Egypte aan den Nijl al zijn rijkdommen te danken. Doch hierover later; eerst wil ik je iets vertellen over Egypte als „het- land van de duizend wonderen". Er bestaan heel wat volken op de wereld, die bij hoog en bij laag beweren, dat zij het oudste volk zijn en onmiddellijk van de goden afstammen, maar geen volk kan deze eer van het alleroudste te zijn met zooveel repen voor zich opeischen als het Egypti sche. Vanouds werd Egypte beschouwd als Vacantie op de boerderij! Zeg, kun je iets heerlijkers droomen? Daar leven we toch zoo vrij cn zoo blij, Daar klimmen we hoog in de boomen! En „vinden" we soms iets groens op ons pad Eet op maar! Wat buikpijn? Nu ja, wat zou dat? Een jongen kan daar wel tegen! Die is niet zoo heel gauw verlegen! Vacantie op de boerderij: Zeg, gaan jullie mee uit rijden? De wagen staat klaar, hij boldert wel raa Hou vast maar, dan kun je niet glijden Dan rollen we straks in het geurige lux O jongens, wat is er die lucht vandaa mooi! Je zou erhaast vangapen? En heerlijk een uurtje gaan slapen. Vacantie op de boerdery. 't Is werken, en lachen, en plagen! Ocl», is 't al zes uur? Hoe kort is de duur, Van die heerlyke, zonnige dagen! Het fluitje weerklinkt: de pap staat weer klaar! Dat is voor het laatst: tot 't volgende jaar. Dan hopen we weer met ons zeven Zoo'n heerlijken tijd te beleven! MARIE MICHON. de bakermat van alle kennis en wüsheid en eeuwenlang heeft men geloofd, dat de Egyptische „raadselboeken" alles bevatten, wat nergens anders te vinden was: wiskun dige en chemische formules, uitvindingen op allerlei gebied, enz. enz. Als men eerst al die oude boeken maar kon vinden en ont cijferen, dan Het is dan ook geen wonder, dat deze dorst naar kennis vele geleerden naar Egypte dreef. Reeds met de expeditie van Napoleon in 1798 kwamen 120 geleerden mee, die goed werk hebben gedaan voor de onthulling van Egypte's -oudste geschiede nis. Tot dusver heeft weliswaar nog geen geleerde den oorsprong van dit oeroude volk kunnen vaststellen, doch men heeft een onuitputteiyke, rijke, oude beschaving ontdekt. De groote pyramiden, machtige •teenen bouwwerken, waarvan men zelfs tot op dezen dag nog rtiet kan begrijpen hoe ze werden opgericht, worden geopend en koningsgraven vol schatten aan goud en kostbaarheden aan het licht gebracht. Duizenden, tienduizenden en misschien wel honderdduizenden flaven moeten jaren aaneen aan die reusachtige steenklompen hebben gewerkt; tientallen kunstenaars be ijverden zich om den gang, de binnenka mers en de grafkamer te versieren met de voorstellingen van de heldendaden van den vorst, die hier eens begraven zou worden. Prachtige voorwerpen gaf men den overle den vorst mee in zijn graf en aan deze voorwerpen en wandschilderingen danken we een gropt deel van de kennis, die we o\er het oude Egypte bezitten. In het binnenste van de pyramide ligt de mummie van den overleden vorst in vele prachtig bewerkte en versierde kisten, die om elkander heen sluiten. Als de koning ge storven was, werden het hart en de ir.ge- wonden uit het lichaam genomen en het overblijvende werd gebalsemd zoodat het al- 'ijd goed bleef. Tenslotte werd het stoffeiyk overschot geheel in windsels gewikkeld en dan was de mummie gereed. Behalve de pyramiden hebben de oude Egyptenaren ook prachtige tempels ge bouwd, die aan hun goden Isis, Osiris, Amon, Ré e. a. waren gewijd en die rijk versierd waren met beeldhouwwerk. Zooals gezegd, zUn de Fransche geleer den de eersten geweest, die met de opgra vingen en onderzoekingen begonnen. Men 'oegon maar in het wilde weg in den grond te graven en vond men toevallig een oud stuk muur. een zuil of steen met opschrif ten, dan was men dolblij en vervoerde het ijlings naar Europa. Door dit wilde graven Is in het begin veel bedorven, waaraan ook de Egyptenaars zelf, de z g, fellah's boe ren die enthousiast meegroeven, schul dig zijn. De z.g. oblisken, heel hooge steenen ge denknaalden, volgeschreven met toen nog onbegrijpelijke letterteekens, waren in dien eersten tijd vooral zeer in trek. Eén ervan werd naar Rome gebracht, een tweede naar Parijs, een derde naar Londen. De 182 ton zware „naald van Cleopatra' een geschenk van den vice-koning va Egypte aan de Engelsche regeering, wer in 1877 van Alexandrië naar Londen vei voerd ln een grooten metalen cylinder, dl met kettingen aan twee raderbooten beves tigd was. Men had een ontzaggelijke nis chine noodig om de naald te Londen op t richten. Later begon men echter systematische te graven; Egypte is de groote leerschol #voor wetenschappelijk graven geweest. Een blijde dag voor de Egypte-vorschei brak aan, toe in 1821 Jean Franpois Cham pillion in de raadselachtige teekens de re gels van het Egyptische alfabet ontdekt cii men dus den sleutel gevonden had oe deze hiëroglphcn zoo werden de teeken genoemd te kunnen lezen. Volgens het geloof der Egyptenaren wa de uitvinder van het hlëroglphenschrift d godheid Toth. Hij sprak door deze teeken: die in de steenen werden Ingekrast, onniid dellijk tot het volk en deze heilige letter hadden een bijzondere macht over de zie len der doodenvandaar de opschriften o; de graven. Daarnaast werd door de gewon menschen een eenvoudiger schrift gebruikt Een geheimzinnig bouwwerk in Egypte i ook de sfinx van Gizeh, dat de menschel echter nog een beetje geheimzinniger heb ben gemaakt door het te verwisselen ir.c het Grieksche fabelwezen van dien naam dat volgens de sage aan koning Oedlpue een raadsel opgaf. Dit raadsel luidde: Wir loopt 's morgens op vier, 's middags op twe' en 's avonds op drie beenen? En de slimmi koning antwoordde onmiddellijk: de menscl (als baby kruipt hij op handen en voeten als volwassene loopt hij op twee beenen ci als grijsaard heeft hij bovendien een stol noodig). Maar deze raadselachtigheid van d< Grieksche sfinx heeft met de Egyptisch! niets to maken: dit is eenvoudig het biel' van een ouden koning. Ja toch, één raad sel geeft de Egyptische sfinx den geleerden op: nog niemand heeft tot dusver kur.nci ontdekken, wanneer het kolossale beeld ge bouwd werd! Op het vliegveld te Durban in Natal Zuid-Afrikabevindt zie heen reuzen klok die plat op den grond rust, omdat de vlie gers, die met hun toestellen boven het vele cirkelen, onmiddell k kunnen zien, hoe aat het is. De klok heeft een doorsnee van 70 m haar c fers zijn diepzwart en steken scherp af tegen den wijzerplaat van witten steen. 's Nachts zijn de cijfers verlicht. Deze reuzcnklok van Natal is de grootste ter wereld 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 26