Nederlandsch-Indië tijdens de regeering van H.M. de Koningin LEIDSCH DAGBLAD - Zesde Blad Zaterdag 3 September 1938 Zeer belangrijke jaren poor mr. dr. D. Fock, Minister van Staat, oud Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië. De veertig jaren van H. M.'s regeering zijn voor Ned.-Indië zeer belangrijke Jaren geweest. Immers in die jaren zijn hervormingen van groote beteekenis voor ons Indië tot stand gekomen en is er vooruitgang op ieder gebied geweest, al hebben de crisisjaren van af 1930 na tuurlijk ook voor Indië hun minder ge lukkigen Invloed gehad. In de proclamatie, welke H M. bij de aanvang der Regeering tot Haar volk richt te, verklaarde Zij dat bij het opperbestuur over Ned.-Indië rechtvaardigheid zou wor den betracht. In 1923 bij de viering van de 25-jarige Regeering van H. M. mocht ik als Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië te Batavia in het openbaar onze erkentelijk heid betuigen dat H. M. steeds krachtig had gestreefd naar een goede en rechtvaardige ontwikkeling van land en volk in Indië. En thans, nu weder vijftien Jaren zijn verloo- pen, mogen wij dankbaar erkennen dat in die vljitien jaren op dezelfde wijze is voort- gewerkt. Decentralisatie. In 1898, toen H. M. de Regeering aan vaardde, was er een sterk gecentraliseerd bestuur, maar de decentrallsatlewet van 1903 heeft de mogelijkheid geopend om ge meenten in het leven te roepen, die met eigen geldmiddelen de eigen belangen be hartigen en verzorgen. Eerst voor de groote plaatsen en later ook voor vele kleinere plaatsen is van die mogelijkheid gebruik ge maakt, en voor de gemeenten zijn raden in gesteld. waarvan de leden eerst benoemd werden, terwijl later verkiezingen voor de raden werden voorgeschreven. Aanvankelijk namen de bestuursambtenaren ter plaatse het voorzitterschap der raden waar. maar spoedig zag men in dat er burgemeester moesten worden aangesteld, die de raden konden voorzitten en zich geheel aan de be langen der gemeenten konden wijden. Ook dat is geleidelijk geschied, men begon met de grootere plaatsen en later kwamen ook kleinere gemeenten daarvoor in aanmer king. De decentralisatie heeft, zooals wel van zelf spreekt, er toe geleid, dat de plaat selijke belangen beter tot hun recht komen. De begrooting voor geheel Indië werd in in Nederland opgemaakt en werd ver- I dei door de wetgevende macht in Nederland I - [gehandeld en beslist, zonder dat Indle I daarop invloed kon uitoefenen. Vaak ver- I namen de autoriteiten in Indië niet eens, waarom aan voorstellen en adviezen door hen ingezonden, geen gevolg werd gegeven. Dat mocht niet zoo voortduren. De begroo ting voor een land moet worden ontworpen ln het land zelf, en men moet ook in het land zelf zich daarover kunnen uitspreken. Men is dus begonnen in Indië een ontwerp begroting te laten opmaken; in een ver- I gadering van den Raad van Indië onder voorzitterschap van den Gouverneur-Gene raal. waarin de commandanten van leger en vloot, cn de chefs der departementen tegen woordig waren, werd de begrooting ontwor pen, en dit ontwerp werd dan met toelich ting aan den Minister van Koloniën gezon den. die het dan verder behandelde. Daarbij kon het echter niet blijven Aan den drang r.aar een openbare behandeling der begroo ting in Indië moest worden voldaan. Er was een ontwerp van wet inge diend tot behandeling der begroo ting in het openbaar in een uitgebreiden Raad van Indië, maar dit ontwerp is niet In behandeling gekomen, en tenslotte is het ln 1916 gekomen tot een wet, waarbij de Volksraad te Batavia werd ingesteld, en een openbare behandeling der Indische begroo ting in den Volksraad werd voorgeschre ven. Aanvankelijk was de bevoegdheid van dit College slechts adviseerend, maar bij de wet van 1925 is daarin verandering gekomen en bepaald, dat de Gouverneur Generaal de begrooting vaststelt, voorzoover hij zich met het gevoelen van den Volksraad vereenigt, terwijl dan nog de goedkeuring bij de wet noodig is. En is er geen overeenstemming tusschen Gouverneur Generaal en Volks raad dan geschiedt de vaststelling der be- grooMng bij de wet. Het behoeft wel geen betoog, dat al dus een zeer Ingrijpende wijziging is tot stand gekomen. Terwijl vroeger in Indië zich alles binnenskamers afspeelde, en men niets vernam van de gronden en motieven, welke de Regeering tot Hare bestuursdaden leidden, wordt nu in het openbaar telken jare het Regeeringsbe- leid besproken, en worden bovendien alle verordeningen met toelichtingen uitvoerig behandeld, daar ook de veror deningen aan den Volksraad worden in gediend, en daarover overeenstemming van Gouverneur Generaal en Volksraad moet worden verkregen. De comman danten van leger en vloot en de chefs der departementen treden in den Volks raad op, om de voorstellen en de hou ding der Regeering te verdedigen. Van verantwoordelijkheid van die auto riteiten aan den Volksraad is geen sprake zij zijn alleen verantwoordelijk aan den Gouverneur Generaal. Wanneer er conflic ten rijzen tusschen Gouverneur Generaal en Volksraad, moet ten slotte het opperbestuur ln Nederland beslissen. Maar uit den aard der zaak moet er gemeen overleg zijn en moet daarbij zoowel van de zijde van den Gouverneur Generaal als van de zijde van den Volksraad zooveel mogelijk naar over eenstemming worden gestreefd. Van de zes tig leden van den Volksraad moeten er 30 tot de lnlandsche bevolking behooren. ter wijl de voorzitter wordt benoemd door H. M. de Koningin. De leden worden deels ge kozen bij getrapte verkiezing, deels door den Gouverneur Generaal benoemd. Het doel, dat met de benoeming van een deel der leden door den Gouverneur Generaal beoogd wordt, is te zorgen dat de groepen en deelen van Indië, die door de verkiezin gen geen vertegenwoordigers hebben gekre gen alsnog in den Volksraad kunnen wor den vertegenwoordigd. De Volksraad doet goed werk; de leden toonen de onderwerpen, die aan de orde komen, goed te bestudeeren, en hoewel er wel eens bezwaren worden geopperd, zou men den Volksraad niet meer willen, niet meer kunnen missen. De vereeniging Neder landIndië sprak zich kort geleden nog in dien geest uit. Onderwijshervormingen. Naast deze belangrijke staatkundige her vormingen valt ook op het gebied van het onderwijs voor de iniandsche bevolking groote vooruitgang te boeken. In 1907 is een uitbreiding en reorganisatie van dat onder wijs tot stand gekomen, waarop reeds is voortgebouwd en die goede resultaten heeft gehad. In de eerste plaats zijn de zooge naamde dessascholen in liet leven geroepen, in welke scholen het meest eenvoudige on derwijs wordt gegeven om het analfabetisme te bestrijden De schooltjes worden ten deele door de bevolking zelf betaald, terwijl het Gouvernement eenigen steun geeft, en zij zouden alleen daar worden opgericht, waar de bevolking blijk gaf dit onderwijs te wen- schen. De proef, daarmede genomen, slaag de volkomen en er zijn nu duizend van die scholen. Bovendien zijn de gewone lagere scholen verbeterd en vermeerderd, en zijn de scholen voor verder gaand onderwijs her vormd, zoodat het onderwijs in de Neder- landsche Taal meer op den voorgrond kwam Later werden ook algemeen middelbare scholen opgericht, als voorbereiding voor het hooger onderwijs, waar ook Latijn wordt onderwezen En ten slotte is door particu lier Initiatief een technische hoogeschool tot stand gekomen, die daarna door de Re geering is overgenomen, terwijl vervolgens ook een rechthoogeschool en een medische hoogeschool door de Regeering zijn inge richt. Men gevoelt dat zoodoende werd vol daan aan Nederland's plicht om te streven naar verhooging van het geestelijk en ze delijk peil der bevolking. Een maatregel, die noodig werd door de enorme toeneming der bevolking op Java, namelijk een emigratie van Javanen uit de sterkst bevolkte streken naar weinig be volkte deelen van de andere eilanden, is beproefd en met succes bekroond. In den aanvang werd geldelijke steun voor die emi granten naar de Lampongsche districten in het Zuiden van Sumatra gegeven, en er is nu een welvarende Javaansche kolonie daar, en aan geldelijken steun bestaat geen be hoefte meer. De Regeering is nu doende om andere streken in Sumatra en in an dere eilanden te zoeken, waarheen een ge lijke emigratie van Javanen kan plaats hebben. Huldiging van H. M. de Koningin-Moeder, Amsterdam, Juni 1929. Achteraan links wijlen Koningin Emma, daarnaast H. M. Koningin Wilhelmina. Tegenover de Koningin-Moeder zit H. K. H. Prinses Juliana. P&aM Tijdens het verblijt van Koning Christiaan X van Denemarken aan ons land, werd ook een bezoek aan Amsterdam gebracht. De foto toont H. M. Koningin Wilhelmina met Haar Hoogen Gast in de Koningssloep. Bevordering van den Landbouw Aan de bevordering van den landbouw der bevolking is en wordt veel zorg besteed. De oprichting van een departement van land bouw was al dadelijk een daad, die ln de goede richting ging, waardoor de maatrege len in het belang van den landbouw goed en deskundig werden onderzocht en over wogen. Demonstratievelden werden aange legd. landbouwleeraren en landbouwconsu- lenten 'werden aangesteld; gedaan wordt wat mogelijk is om de bevolking de juiste en meest vruchtdragende wijze voor het be planten hunner velden voor te houden. Een goed landbouwcrediet werd georganiseerd, zoodat de bevolking zooveel mogelijk uit de handen van woekeraars wordt gehouden. De landbouw moge nadien onder het departe ment van economische zaken zijn gebracht, maar de landbouw heeft ook aan dat de partement de volle aandacht. En van groot gewicht is een goede irriga tie. Zoowel kleine als groote irrigatiewer- ken werden aangelegd, en men heeft zich niet bepaald tot dadelijk rendeerende irri- gatiewerken, maar ook werken ontworpen en aangelegd, waarvan eerst na langeren tijd de voordeelen zichtbaar werden. Ook de groote Nederlandsche en in het algemeen de Europeesche landbouwonder nemers hebben zich voor de irrigatie offers getroost en zoodoende krachtig meegewerkt. En de verschillen, die vroeger wel rezen over het gebruik van het water tusschen de be volking en de ondernemers zijn nu opge lost en geven geen moeilijkheden meer. Gaarne wordt erkend dat de groote land bouwondernemers hunnerzijds alle krachten hebben ingespannen om de cultures der sta pelproducten, die voor uitvoer bestemd zijn, op de beste wijze te drijven. Uitnemende proefstations, waaraan wetenschappelijke krachten van den eersten rang werkzaam zijn. zijn opgericht en de wetenschappelijke mannen, die men op de groote ondernemin gen aantreft, waken er voor dat aan de groote cultures de beste zorg besteed wordt Het spreekt van zelf dat de suikerfabricage daardoor ook zeer wordt gebaat. Landbouw is voorloopig in Indië nog de hoofdzaak en zal dit vermoedelijk nog lang wel zoo blijven. Maar dit neemt niet weg dat reeds lang onder de bevolking een kleine iniandsche nijverheid wordt aangemoedigd en bevorderd. Huisvlijtscholen en later am bachtsscholen strekken om de bevolking voor de kleine nijverheid en voor de am bachten op te lelden, en zoodoende het werk te verbeteren: zij leveren goede resultaten op. In de laatste jaren wordt gestreefd naar een uitbreiding van de groote nijverheid en inderdaad zijn reeds verschillende fabrieken van niet onbelangrijken omvang en van on derscheiden artikelen opgericht en reeds aan het werk. Dat kan van veel belang worden en de Regeering tracht dan ook te recht voor ernstige industrieelen goede voorwaarden te scheppen, voorzoover haar dat mogelijk is. Op het gebied van publieke werken ls al evenzeer veel tot stand gebracht. De aan leg van wegen op Java., op Sumatra en ook op andere eilanden is flink ter hand geno men. zoodat het verkeer vergemakkelijkt is en zeer is uitgebreid. Indië en de crisis. Voor goed geoutilleerde havens is ge- irgd. en aan het bezit van goede openbare ebouwen is aandacht geschonken. Men oort dan ook van hen die Indië bezoeken iel anders dan grooten lof voor al wat door ie Nederlanders in Indie is verricht. De ■roolf uitgaven, die zijn besteed, hebben 1921 en volgende jaren wel tot bezuini ging verplicht, maar in 1925 was men weer 'ot een sluitende begrooting gekomen, lelaas volgde in 1930 en volgende jaren ie crisis, welke tot nog grootere bezuini- ;ing dan in 1921 heeft genoodzaakt. De da ling der prijzen van de uitvoerproducten, niet het minst de lage suikerprijzen, heb ben geleid tot stopzetting en beperking van verschillende ondernemingen; het is dui delijk dat dit zeer ongunstigen invloed had op de Rijksinkomsten en dat tevens velen, zoowel Europeanen als Inlanders, daardoor werkloos werden. Indië heeft zich prachtig door de groote moeilijkheden heen gesla gen, en de Regeering heeft het hare ge daan om alles nog zooveel mogelijk gere geld te doen verloopen. Het valt natuurlijk niet te ontkennen, dat velen, ondernemers, geëmployeerden en werklieden daardoor zeer getroffen zijn. Maar in 1937 is er een Opleving geweest, die den toestand veel verbeterd heeft, en al mogen de prijzen der producten zich niet ten volle hebben gehandhaafd op het hooge niveau, waarop zij weder waren gekomen, toch is er reden voor een meer optimistischen kijk op de toekomst Moge dit optimisme werkelijk gegrond blijken! De hoogere uitgaven, welke voor leger en vloot noodig zijn, maken den finan- cRelen toestand moeilijk maar daaraan valt niet te ontkomen. De tegenwoordige tijdsomstandigheden leggen ons meer dan ooit de verplichting op om voor een be hoorlijke defensie van Ned.-Indië te zorgen. Een zeer belangrijke maatregel, die tot stand is gekomen, is de wettelijke erken ning van de rechtspersoonlijkheid van Nëd -Indië. Daardoor is het sluiten van leeningen op naam van Indië mogelijk ge worden. Weliswaar moest in de laatste cri sisjaren de Indische schuld door Neder land gegarandeerd worden, maar als weer „ormaie toestanden intreden, zal dit weer kunnen vervallen. Wij hebben het groote voorrecht, dat wij den gehouden, zooals men dit wel alge meen gevoelt en begrijpt. Onder de bevolking van Indië zijn In de veertig Jaren, welke nu, achter ons liggen, geostesstroomingen opgekomen, zooals men ze te voren niet had gekend. Het groote verkeer met bulten Indië gelegen landen, heeft er toe geleld, dat allerlei denkbeelden en wenschen naar Indië overwaaiden en bij de bevolking Ingang vonden. Politieke vereenigingen werden opgericht, politieke vergaderingen werden gehouden; men sprak van de „ontwaakte bevolking", er kwam een zoogenaamde lnlandsche bewe ging. Het was de taak der Regeering niet om die beweging te bestrijden of tegen te gaan, maar om haar In goede banen te leiden. Zooals onvermijdelijk was, er zijn excessen voorgekomen; slechte elementen trachtten de bevolking tegen het gezag op te zetten: communisten poogden invloed op de bevolking te krijgen, maar de Regeering heeft de excessen met goed gevolg bestre den en is steeds den toestand meester ge bleven Het ls voorgekomen dat in een be- stuursafdeeling het gelukt was onder een weinig ontwikkelde bevolking nagenoeg ge heel de bevolking lid van de communisti sche partij te maken, maar toen de as sistent-resident ter plaatse de bevolking had toegesproken, kwamen allen hun kaartjes van het lidmaatschap der commu nistische partij bij den assistent-resident Op het terrein der manoeuvres te Satory in Frankrijk. H. M. Koningin Wilhelmina op de Koninklijke Tribune. Links van Hare Majesteit de President van Frankrijk, Armand Fallières, daarnaast Dubost. Rechts van H. M. de Koningin staan Mille- rand, generaal Maunoury en Deschanel. Deze foto is eveneens op 3 Juni 1912 genomen. in Indië een goed corps ambtenaren heb ben; op elk gebied, ook op militair gebied, hebben wij flinke, ernstige en bekwame wer kers, die met volle toewijding zich geven aan de taak, welke op hunne schouders rust En ik moge er bij voegen, dat ook buiten de ambtelijke wereld door de on- oernemers. kooplieden en industrieelen blijk wordt gegeven van groote werkkracht en energie. De verhouding tusschen Nederland en Indië heeft wel eens aanleiding gegeven tot cenige wrijving; in Indië eischte men dan meer zelfstandigheid, minder afhankelijk heid van Nederland. Maar met tact en on derlinge waardeering kor. ook die moei lijkeheid worden terzijde gesteld. En de Rijkseenheid moet steeds in het oog wor- irJeveren en moesten ten slotte de com munisten tegen de bevolking worden be schermd. Hoe dat zij. de Regeering moet steeds waakzaam zijn, en op de hoogte blij ven van hetgeen er onder de bevolking leeft. Een goed en rechtvaardig bestuur heeft voor de bevolking groote waarde en zij wil bovendien dat er een sterk gezag zij, het welk aller rechten beschermt. Voldoening. Wij kunnen met voldoening terugzien op et veertigjarig opperbestuur van H. M. de Koningin over ons Indië en wij spreken dan den ernstigen wensch uit, dat H. M. nog verscheidene Jaren in goede gezond heid voor land en volk in Indië gespaard moge blijven. (Nadruk verboden) 36

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 23