Aankomst deputatie Soesoehoenan van Soerakarta - Pasar Gambir SI MARGAGA 79ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON ■■■■■■■M—j— HET REGEERJNGSJUBILEUM VAN H.M. DE KONINGIN. De deputatie van den Soesoehoenan van EEN GEDEELTE VAN DE PASAR GAMBIR TE BATAVIA IS UITGEVOERD ALS EEN STUK Soerakarta is in de residentie aangekomen. Zij bestaat uit den oudsten zoon van Z.V.H. Palkoe Boewono X, mm d amm oodot a a t urm or./-, or. or. tttootato at at oom t.r.or.r.r.ta,or, Pangeram Hangabehi luit.kol. bij den Generalen staf 4 la suite, vergezeld van zijn edhtgenoote "0UD BATAVIA SPECIAAL MET HET OOG OP DE VIERING VAN HET REGEERINGS- en twee kinderen. JUBILEUM VAN H. M. DE KONINGIN. Een avontuurlijk verhaal uit de binnenlanden van Sumatra's Oostkust door GERT HARTENAU—'i'HlEL. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). 23) ■.Behoor jij daartoe?" vroeg ik nieuws gierig. maar deze onbescheidenheid ging htm blijkbaar te ver. ,,Dat gaat je niets aan! Laat het je genoeg zijn, dat ik er niets 'an geloof, dat die soldaten van plan zijn "m te vertrekken!" Ik haalde mijn schouders op. „Misschjen neb jij gelijk en Ik ongelijk", antwoordde 'k, opnieuw toegevend. „Maar ik ken naar een oppas, een geloovige. Dien heb zooeven gesproken en hij dacht het zoo. Vanavond nog, óver een uur of twee, wil w nog et s heen gaan en dan zal hij, ®t misschien meer kunnen vertellen". wederom keek de Maleier mij twijfelend aan. „Hoe komt het, dat je nu zoo weinig weten bent gekomen?" .Omdat de officieren er zijn en de sol daten onder streng toezicht staan. Zij mo- »en zich niet met Maleiers en Chineezen «emoeien. Dat is te gevaarlijk! Maar torn over twee uur hier op dezelfde plaats, °an zal jk wel wat belangrijkers weten". 'Bajik, Soditeromo, ik zal er zijn en op le wachten. Man", voegde hij er dreigend I |,lIJ toe „vergeet niet te komen, anders zal le weten te vinden en c'.an kan je er van faan, dat Je bij den moefti Si Pati, of ergens anders terecht komt! En waag het niet me te achtervolgen!" „En hoe heet jij?" „Ik heet Tarimo". Hi! maakte aanstal ten om heen te gaan, maar keerde zich nog eenmaal om. „Vergeet het niet! Ik wacht op je", herhaalde hij dreigend. „Tabé, Tarimo!" „Tabé, Soditeromo!" Ik maakte, dat ik weg kwam en was blij den kerel eindelijk kwijt te zijn. Wacht niaar, dacht ik grimmig, dat weerzien zal je slecht bekomen. De sterkste en zwaarste handboeien zal ik voor je laten opzoeken. In £e andere straten, welke ik nu pas seerde, was het minder druk, zoodat ik vrij snel vooruit kwam. Spoedig bereikte ik dan ook de afgesproken plaats, waar het Ma- leische meisje op me zou wachten. Het was een geluk, dat de volle maan voor voldoen de zicht zorgde, want in het donker zou Ik het stellig niet hebben gevonden. Een zaam stond ik tegen een palm geleund en keek om mij heen. Eenige vrouwen en kwebbelende kinderen kwamen voorbij, daarna twee mannen, maar verder zag ik niemand. Het was bijna angstwekkend stil en ik vreesde reeds te laat te zijn gekomen, toen plotseling van achter een groote waaierpalm een tengere gestalte opdook en voorzichtig op mij toesloop. Ik herkende de kleine Batta onmiddellijk en liep op haar toe, maar zij ging mij wan trouwend met een boog uit. den weg en scheen aanstalten te maken een andere richting uit te gaan. „Ini Batta!" riep ik zacht. Toen bleef zij staan, mij aanstarend als een schuwen hond, maar ten slotte kwam zij toch aarzelend op mij toe. „Batta", herhaalde ik nog eens en toen ik haar naam liet volgen door het overeen gekomen woord, overwon ze haar aarzeling en was ze In een paar sprongen bij me. „Toean besar?" juichte ze. ,1k zou u werkelijk niet herkend hebben. Allah is groot! De toean commandant ziet er uit ais een fakir of als een echte moefti. Ik was bang, dat ik een verkeerde voor had. O, ik heb al zoo'n tijd hier gewacht." „Kom snel!" onderbrak Ik haar woorden stroom, „wij moeten ons haasten. Kariromo zal op ons wachten." „Saja, toean besar!" Kwiek en vlug liep zij vooruit, zoodat ik haar nauwelijks kon bijhouden. Zij leidde mij om het bedehuis heen en door een kleinen voortuin naar een miniatuur houten huisje, waarvan de ra men met luiken gesloten waren. Vervolgens klopte zij driemaal op de eveneens gesloten huisdeur, hetgeen tot gevolg had, dat er ergens in de woning lioht werd ontstoken, waarna een mompe lende stem hoorbaar werd. Het meisje ant woordde fluisterend en noemde haar nham. Op hetzelfde oogenblik werd de deur ge opend en trajd Kariromo naar bulten. „O, toean besar?" fluisterde hij ver heugd. toen hij mij herkende. „O, de toean besar komt bij Kariromo „Die hem helpen wil", vulde ik aan. Ka ja, saja," antwoordde hij zacht. „Kariromo wil den toean commandant helpen. Kom zachtjes binnen, toean besar! Kom in mijn armelijke woning, maar wij moeten voorzichtig zijn, niet luid spreken, de atapmuren zijn dun.... Een spion zou ons gemakkelijk kunnen hooren. Zachtjes! Zachtjes!" Op zijn teenen ging hij voor uit en wij volgden zwijgend. Achter ons schoof Batta een paar zware grendels op de deur. Wij betraden een klein en spaarzaam verlicht vertrek, dat slechts van eenig primitief meubilair was voorzien. In het midden van de kamer was de vloer bedekt met een vrij zindelijke cocosmat, waarop de merkwaardigste dingen verspreid lagen: de onvermijdelijke beteldoos, rookgerei, een paar meloenen, wapens en fijne vischnet- ten, kussens en dekens, alles door elkaar. Het was een typisch Oostersch stilleven, dat voor een Europeaan echter weinig be koorlijks had. reeds daarom niet omdat het het zijne bijdroeg tot de ondraaglijke atmosfeer, welke in deze inlandsche wo ningen pleegt te heerschen. Maar ik was nu zelf Maleier, luisterend naar den naam Soditeromo, even bruin als de anderen en ik moest dus alle geuren van den aequator ais iets vanzelfsprekends accepteeren. Nadat wij met gekruiste beenen op de mat hadden plaats genomen, stak ik een sigaret op en begon: „Wel, Kariromo, wat heb je me voor belangrijks mee te deelen. Vertel me maar alles, wat je gehoord hebt, dan zal ik zien wat ik er van kan gebruiken om een opstand te vermijden en den ge- loovigen hier weer rust en orde te bren gen." Kariromo boog onderdanig het hoofd. „Zooals de toean besar beveelt. Maar misschien is het beter, dat eerst mijn zuster Batta spreekt en u van een ontmoeting vertelt." Ik knikte het meisje, dat zich geheel in de schaduw had teruggetrokken, vrien delijk toe. „Zoo Batta. vertel dan maar eens, wat dat voor een ontmoeting geweest is. Dat is dan zeker gebeurd, nadat we elkaar gezien hadden?" In tegenwoordigheid van haar broer ge droeg het meisje zich veel veriegener dan toen wij onder vier oogen waren. Terwijl ze sprak, keek ze hem voortdurend angstig aan, alsof ze voor elk woord, dat ze uitte, eerst zijn goedkeuring vroeg. .Heer", zei ze zacht, „toen ik u vanmor gen verliet en me naar huis spoedde, zag ik den Yogi, Si Margaga." „Si Margaga?" viel ik haar geïnteres seerd in de rede. ,Ken je dien dan?" Batta glimlachte. „Vraagt u maar, wien u wilt, heer; den heiligen man, den wreker van den profeet, kent iedereen." „En waar heb je hem gezien?" Ze schudde meewarig het hoofd. „Dat weet ik niet, heer. Plotseling, zoo, alsof hij uit de lucht was gevallen, stond de heilige voor mij. Ik schrok en wilde Vluch ten, maar hij hield mijn hand vast en zei: „Jij, kind van Mohammed, behoeft niet te vreezen. want ik, de dienaar van den pro feet, wil je zegenen." Toen wierp ik me voor hem op den grond en kuste den zoom van zijn kleed. Hij legde zijn hand op mijn hoofd en zei vriendelijk: „Mijn dochter, je bent op weg goed te doen en goede men- schen zegen niet alleen ik, maar ook de schepper dezer wereld: Allah! En let nu op, mijn kind! Onthoud de woorden, die ik je zeggen zal en breng ze over aan den man, dien je helpen wilt. Ik, de fakir Si Margaga. bevind me steeds in jullie om geving. ook al kunnen blikken mij niet om vatten. Ik, de wreker van den profeet, waak over jullie en achtervolg de „drie roode strepen". Ik mag zijn spoor niet ver laten." Bevend van opwinding herhaalde ik zijn woorden en ik kuste zijn zegenende hand, maar toen ik opstond en den mees ter wilde aanzien, was hij plotseling ver dwenen. Precies zoo geheimzinnig als hij gekomen was, had hij zich ook weer ver wijderd. Maar Allah en Mohammed weten, dat ik gehoorzaam was!" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). DE ENGELSCUE MINISTER TAN LUCHTVAART, bezichtigde enkele Londensche luchthavens. Sir Kingsley Wood bezichtigt in de werkplaats op het vliegveld Heston een Wasp Junior motor. HET JAARFJJKSCHE UITSTAPJE TAN' HET LEGER DES HEILS TE LONDEN. Op Howes Retreat te Boxmoor had ge neraal Evangeline Booth 2000 vrouwen en'kinderen uit de armste wijken van Londen te gast. Een ritje in den ponywagen. DE MISSIE-HART in Indië aangekomen voor bespreking van verschillende economische kwesties. Y.l.n.r. de heeren Langelaan, prof. dr H. A. Kaag, J. de Waard en mr. G. H. C. Hart ROOSEVELT, EERE-DOCTOR VAN DE UNIVER SITEIT VAN GEORGIA (CANADA). PRESIDENT ROOSEVELT TIJDENS ZIJN REDE. DE ZILVERVLOOT HERLEEFT. Te Rotterdam worden de sche pen van de yloot van Piet Hein nagebouwd, om gebruikt te worden bij de feels ten voor het Regeeri ngsjubileum. D'e Oranjeboom" met admiraalssloep.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5