Waar de Vrouw belang in stelt
Weer in het gareel
Voor onze jonge meisjes
DE GROOT
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 18 Augustus 1938
Derde Blad No. 24047
/9ste laargang
Een vraag onder
vier oogen:
Vier gezellige, practische herfstjurken
De oude gramofoonplaat
Was Uw vacantie waarlijk een ontspanning?
Kleine wenken voor de
huisvrouw
Bent u ook zoo „gecompliceerd?"
Een van de vervelendste, naarste kwaal
tjes, waaraan vrouwen Ja, vooral vrou
wen zijn hiermede behept! kunnen lij
den ls ..gecompliceerdheid".
Het is erg moeilijk, om met zulke vrou
wen om te gaan. want o! wat maken ze de
gewoonste dingen ingewikkeld! Laten we
onszelf eens onder de loupe nemen of wij
niet behooren tot dat vermoeiende vrou
wensoort.
Ik heb een vriendin, die „gecompliceerd"
Is. Let u op, wat ze allemaal doet en in
haar hoofd haalt en volg haar voorbeeld
niet na: Als een heer in de tram voor haar
opstaat, aarzelt ze. zou het geen voor
wendsel voor hem zijn om een gesprek te
beginnen? En.wat zullen de andere pas
sagiers dan wel denken? Toch neemt ze
de plaats aan, doch met een zóó zuren
gereserveerden glimlach, dat de goede man
denkt: ,,dat ls eens, maar nooit weer!"
Als ze voor een dlnertje is uitgenoodigd,
vraagt ze zich eerst veertien dagen lang
af, wat ze zal aandoen. De nieuwe Jurk is
te licht en de oude een tikje achter de
mode. En danmoet ze het aan haar
beste vriendin vertellen? Als die niet uitge
noodigd is. ls het zoo sneu. doch verbeeld
Je eens, dat ze er over zwijgt en dan haar
vriendin opeens op het dinertje ontmoet?
Als ze haar taschje laat vallen, zoodat
de heele inhoud eruit rolt, geeft ze een
reeks aanstellerige gilletjes en bedankt den
lieer, die het voor haar bij elkaar zoekt,
alsof hij haar leven heeft gered, Maar den
heelen verderen avond loopt ze erover te
lobben, of de menschen ook gezien zou-
den hebben, dat de voering gescheurd was?
Als ze het meisje moet ontslaan, slaapt
I re drie nachten lang niet. Want wat moet
t> beginnen, als het ktnd brutaal wordt
of probeert op haar gevoel te werken? En
boe zal ze er zoo gauw achter komen dat
re niets meeneemt, niets stilletjes gebroken
leeft en geen schulden heeft gemaakt bij
de leveranciers?
Ze krijgt plotseling een uitnoodiglng voor
I ien schouwburg. Ze begint met te bedanken
1 re kan nooit zoo gauw klaar zijn, ze had
I ist heur haar willen wasschen, ze heeft
I «n massa brieven te schrijven, enz., enz.
1 Toch neemt ze aan, maar haar plezier is
l idorven, want ze zit zich den heelen
ljond af te vragen, of ze niet beter had
linnen weigeren.
Haar man heeft eens tegen haar gezegd
-waarschijnlijk zonder erbij te denken
J.rat doe Je toch weer mal!" Dit zinnetje
I voldoende voor uren en uren van zelf-
I kwelling. Vindt haar man haar belache-
I l|k? Houdt hij niet meer van haar? Zal ze
ft hem ronduit vragen? Neer., dat zou
I nn al te eenvoudige oplossing zijn. Ze pro-
I 'tiert hem voorzichtig te peilen en stelt
I l.em zulke dwaze vragen, dat hij tenslotte
hfgl: „Ik geloof heusch. dat Jij een beetje
getikt bent!" of kwaad wegloopt.
Wilt u een goede vriendin zijn en pret-
I lig met de menschen omgaan? Wees dan
I open, eerlijk en eenvoudig, maak het le-
I en vooral niet gecompliceerder dan het
il Is!
FELICITAS.
Onverstandige daad in de vacantie.
Eigenlijk moest een mensch zich nooit
verdiepen ln oujie brieven. En nooit oude
leramofoonplaten laten draaien. En nooit..
Ienfin, er is nog zooveel, wat men nooit
I moest doen en toch doet. Of hel wel ver-
lilandig was, dat Frits van Bronkhorst, toen
Ijili na vele Jaren weer eens in zijn geboor-
llfstadje terugkwam om een korte, welver-
I tnoe vacantie te genieten, het kleine.
Itonde Llesje ging opzoeken? En dan nog
I «ei gewapend met een beeldig, duur boe-
lat? Misschien was het héél onverstandig.
I aar het was te verontschuldigen, als u
I Mh indenkt, hoe een jong dokter met een
l;»er drukke praktijk, wiens leven van uur
I 'ui uur bezet is, zich voelen moet als hij
opeens uit dezen razenden sleurgang van
1 adedag wordt uitgetild en dan veertien da-
Iffti rust heeft.rust ln het romantische
I kader van een lief oud stadje, waar nog
I 'teveel oude dames wonen, die hem
.Frltsje" noemen!
Rust. temidden van liefelijke herlnne-
l'Wgen aan onbezorgde jeugdjaren, waar
in een zacht meisjesgezicht met een krans
I 'in blonde krulletjes, een groot* plaats
I teft ingenomen.
1 Neen het was niet verstandig, dat hij de
I"reine Liesje ging opzoeken, maar.... en-
|'"i. hij deed het.
Bij Liesje was alles nog net zooals vroe-
I terHet oude, echt provinciaalsche huisje.
I f.et kleine tuintje met de fuchsia's en de
■jtruidig geurende geraniums ervoor
■Licsje's moeder was gestorven en nu woon-
I ze hier alleen. Ja, een beetje stil was
l»tt wel. Maar och, het huisje was haar
I «gendom en dan had je geen reden om te
I '"huizen, hè?
-Nee. nee", zei Frits.
b Uesje zelf was ook nog precies als vroe-
I >er, zacht, hartelijk, met glanzende oogen
v»n blijdschap om zijn bezoek. Ofschoon,.
Ijeu tikje ouder geworden was ze wél. Ja.
Ij*' ging haar goed. Overdag werkte ze op
I 'Moor, 's avonds was ze alleen thuis.
I Het gesprek stokte Toen zag Frlts op-
I „fe oude gramofoon ln den hoek staan.
I"ep er naar toe, blij, een onderwerp
low.?esprek te hobt""1' En nu Praatte htj
wens weer aan een stuk door:
nr- t 'c no? Lies, die oude lachplaat. i
W'as er een me' een baard, nog uit de
frZet,?ren van de gramofoon, toen Je die
Ji'öteis had! De menschen wilden
bui. ,s' n°B niet. gelooven. dat er geen I
"•Preker in de buurt was!"
Voor onze meisjes is het beste d.w.z.
het vlotste, elegantste en fijnste nog
maar Juist goed genoeg!
Het kost soms een beetje moeite om van
de gewone confectie-modellen af te stap
pen en iets origineels te verzinnen, maar
het loont de moeite.
Misschien brengt onze teekening u op
een idee.
U ziet (v. 1. n. vA
1. Eenvoudig Jurkje van dunne wollen
stof met stikselversiering.
2. Bolerojurkje, dat zeer praotisch is om
dat het een afneembaar garneering heeft.
Eveneens van wollen stof.
3. Eenvoudig namiddagjaponnetje, karak
teristiek door den origineelen klokkenden
rok waarbij de klokken op een heel nieuwe
manier vallen.
4. Japonnetje uit één stuk van waschbare
wollen stof, versierd met strikjes.
ZONDAjG Tomatensoep, Kalfsoesters,
Gestoofde sla, Aardappelen, Ananaspud
ding.
MAANDAG: Runderlappen, Worteltjes,
Aardappelen. Rljstschoteltje.
DINSDAG: Macaroni met kaas, Tomaten-
sla. Trommelkoek met stroopsaus.
WOENSDAGDuitsche biefstuk, Gebak
ken tomaten. Aardappelen, Maïzena pud
ding, Gestoofde kwetsen.
DONDERDAG: Kalfskarbonaden. Snuboo-
nen. Aardappelen, Hangop met beschuit en
suiker.
VRIJDAG: Garnalenragoüt, Aardappel
puree, Kropsla. Omelet.
ZATERDAG: Gebakken eieren met ham,
Kropsla met komkommersla. Aardappelen,
Grlesmeelpap.
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Groentesoep. Komkommer met kaas
saus. Aardappelen, Pruimenvlaai
2. Rijstcroquetten, Gesmoorde tomaten.
Snij'blet, Appelmoes met slagroom
3. Gebakken kaasplakken, Kropsla. Aard
appelen, Rijstparvnekoekjes.
4 Gepocheerde eieren, Saboonen. Toma
tensaus. Aardappelen, Gort met rozijnen.
RECEPTEN.
Spiegeleieren met ham (in den oven).
Benoodigdheden (4 personen): 4 eieren,
10 gr, boter, 100 gr ham, neper en zout
Bereiding: De boter in een platten vuur
vasten schotel laten smelten, maar niet
bruin worden. De bodem met de sneetjes
ham beleggen en in den over warm laten
worden.
De eieren breken en één voor één voor
zichtig naast elkaar in den schotel laten
vallen. Er voor zorgen dat de dooiers heel
blüven. De schotel in den oven zetten tot
het wit van de eieren gestold is. Er mogen
geen bruine randjes aan komen. Zout en
peper er bl! geven Gebruikt men dezen
schotel als middagmaal, zooals In het
weekmenu opgegeven is, dan verdubbelt
men de hoeveelheden.
Spiegeleieren met ham (op het vuur).
Benoodigdheden (4 personen): 4 eieren,
10 gr. boter, 100 gr. ham, peper en zout.
leggen en even meebakken. Op de ham de
Bereiding: De boter in de koekepan licht
bruin laten worden. De plakjes ham er in
eieren voorzichtig breken en deze laten
bakken tot het wit gestold ls. maar niet
bruin. Peper en zout er bil geven. Moet men
een groot* hoeveelheid tegelijk klaarmaken,
dan ls de eerste manier gemakkelijker, om
dat in de meeste koekepannen slechts 3 a
4 eieren tegelijk gebakken kunnen worden.
LImburgsche „vlaaien".
Benoodigdheden: 'It pond tarwebloem, ','t
ons boter, 30 gr. suiker, 20 gr. gist, 1 di.
lauwe melk, 1 ei, vruchten die gemakkelijk
gaar worden bijv. schijfjes appel, geweekte
of versche abrikozen, gehalveerde pruimen,
poedersuiker.
De bloem in een kom doen. middenin
een kuiltje maken en hierin de gist fijn-
brokkelen. Ze met lauwe melk vermengen
en zooveel van de omringende bloem mee-
roeren tot men een dik papje verkregen
heeft: het zetsel. De kom dichtgedekt ineen
teiltje met lauw water laten staan tot het
zetsel ls gerezen, bijv, 15 minuten. Daal her
el, de gesmolten boter, de suiker en het
zout toevoegen en het deeg doorkneden tot
het van de handen loslaat en elastisch is.
Er een bal van maken en deze onder een
doekje op een lauwe plaats 1 uur laten
rijzen. De bal uit rollen of uit slaan tot een
lapje van bijna 1 cM. dikte en leggen in
een met boter ingesmeerden „vlaaivorm"
die ook te vervangen ls door een deksel van
een groot biscuitbUk of een gewonen plat
ten zandtaartvorm. Het deeg ook tegen den
rand van den vorm aanduwen. In het deeg
op den bodem van den vorm met de punt
van een mes gaatjes prikken om te voor
komen dat het deeg te veel rijst. De vormen
met het deeg nog 'It uur laten rijzen, dan
vullen met de vruchten waartusschen sui
ker gestrooid wordt. De vlaaien in 20 a 30
minuten gaat bakken en voor het gebruik
dik met poedersuiker bestrooien, zoodat de
vruchten ervan doortrokken zijn.
Inplaats van met versche vruchten kan
men ze vullen met appelmoes of vruchten-
compóte
Koningskoek.
Benoodigdheden: </j pond tarwebloem
l'/t ons boter, 1ons suiker. 3 eetlepels
Jam, zout
Bereiding: De boter met 2 mesjes in de
bloem in kleine stukjes snUden. de suiker
en het zout toevoegen en het deeg door
kneden tot een samenhangend geheel. Deze
in twe* gelijke stukken verdeelen en elk
deel uitrollen tot een evengrroote ronde lap
De beide koeken op een met wat boter in
gesmeerd bakblik leggen en ln een matig
warmen oven gaar en bruin bakken (plm.
V: uur midden in den oven zetten i. De om
trek van de koeken als het deeg nog warri
ls wat bijsnijden met behulp van een deksel
of bord, daar ze altijd onder het bakken
wat uitloopen. Ze op het bakblik laten be
koelen. dan on elkaar leggen, met de jam
er tusschen.
„Hoe kom aan die In
teressante knoopen zeg
en die geestige kraag.*
een vondst is het!"
Dat krijgt men, als men
bij De Groot zijn garnee
ringen koopt. Die vallen
uit den gewonen toon
die zijn boeiend en in
teressant.
DONKERSTEEG 1
Telef. 706.
5885 (Inzer. Med.)
Liesje haalde een stofdoak en veegde de
gramofoon en de lachplaat af. Ze liet ze
draalen en lachten erom. Of liever: Frits
lachte, omdat hij vroeger om zóó'n flau
witeit had kunnen lachen. Wat verandert
de smaak van heele geslachten toch snel!
En Liesje lachte werkelijk. Hij merkte het
met verwondering.
O ja, er moest ook nog een andere plaat
zijn, bedacht hij zich. Een prachtige, sen-
timenteele wals, Die zou hen over de pijn
lijke situatie heenhelpen. Deze wals had
den ze vroeger lederen avond, als hij op
bezoek kwam, laten draaien. Minstens
twaalf maal achter elkaar. En dan moes
ten ze ieder zes keer opstaan om de plaat
opnieuw op te zetten, dan hij weer, en dan
Liesje
„Zeg, heb je eigenlijk die oude wals
nogJe weet wel?"
Het meisje bloosde. Maar dan ging ze
naar een la en legde een plaat op de gra
mofoon Frits vond de wals érg afge
zaagd. Het knarste en krijschte zoo vree-
selijk!
„En dat heb ik eens mooi gevonden",
lachte hij.
„De plaat is nu afgespeeld", veront
schuldigde Liesje de oude wals, „Ik heb
zeze keek strak het venster uit
ik heb ze nog een heel jaar lang
lederen avond, dat ik alleen was. laten
draaien, nadat je was weggegaan en niet
terugkwam
Flits schoof verlegen heen en weer op
zijn stoel. „Ik zou zoo'n antiekje niet zoo
vaak kunnen hooren", zei hij eindelijk.
„Maar Jullie vrouwen zijn anders...."
„Ja", zei Liesje.
Frits nam heel gauw afscheid.
De vacantles loopen ten einde en zoo
langzamerhand keert uitgaand Nederland
weer naar het eigen home terug. We komen
thuis, opgefrlscht en vol moed om weer aan
het werk te gaan en vergasten elkaar op
min of meer geflatteerde reisverhalen. Ver
geten zijn de elndelooze uren ln een
gloeiende coupé, waarvan mijn Indisch
neefje zou zeggen: „We lagen bijna op een
aap te gapen"; we denken niet meer aan
de kleine onaangenaamheden op reis, zoo
als een wespenplaag, of een hotelkamer
dicht bij de lift, waardoor we onbedwing
bare verlangens naar het eigen bed kregen
om het genoegen te smaken eens een ge-
heelen nacht te kunnen doorslapen. Dat
alles nemen we op den koop toe, want we
zijn eens even uit de sleur geweest en het
ls juist „het andere", waaraan de mensch
van dezen tijd zoo nu en dan behoefte
heeft. We vragen ons af: „Bestaat zelfs nog
de rustige mensch, die er mee tevreden is
zijn vrije dagen kalm thuis door te bren
gen?" Om maar niet eens te spreken van
het vrijwel uitgestorven menschentype, dat
rustig dag in, dag uit, jaar in, Jaar uit, zijn
dagelijkse!) werk verricht en zelfs niet kikt
van vrije dagen! Dat ls iets uit den ouden
tijd, al behoeven we hierbij niet te zeggen:
uit den „goeden" ouden tijd; want, niet
waar. hierover zullen we het wel allen
eens zijn: voor leder werkend mensch is op
zijn tUd ontspanning noodlg. Wat vaker en
wat langer ontspanning, naarmate zijn
dagelijksche arbeid Inspannender ls. Als
het maar niet overdreven wordt: de vacan
tie. of welke verstrooiing ook, moet niet de
hoofdschotel worden. Hoe aardig zegt een
Fransch schrijver het: „Ons werk is de
spijs des levens, de ontspanning mag niet
meer dan de toespijs zijn".
En, zonder iemand ook maar in het
minst zijn genoegens en zijn vrijen tijd te
misgunnen, wordt tegenwoordig niet vaak
wat veel van de „toespijs" gebruikt, ten
koste van den voedzamen hoofdschotel? Het
begint al met de schooljeugd, die met de
wonderlijkste excuses komt, waarom ze hun
werk niet af hebben: ze moesten naar
dansles, of naar een bioscoop of naar een
of ander fuifje. Klaarblijkelijk zijn vele
I ouders het met deze opvatting volkomen
eens. (Mocht u vroeger uit, als uw school
werk niet „èf" was?).
En hoeveel volwassenen vinden „arbeid"
en „plicht'' eigenlijk maar ouderwetsche
I woorden en leven van de eene vacantie op
de andere, goochelen soms heel vreemd
met hun financiën om in die vrije dagen
eens goed uit te kunnen gaan, om eens
laten we het maar zeggen boven hun
stand te kunnen leven? Zulke excessen zijn
natuurlijk een foutieve toepassing van den
gulden regel: „ieder mensch komt ontspan
ning toe". En even verkeerd is het, als die
ontspanning nog meer inspanning vraagt
dan ons dagelijksch werk. WIJ leven nu
eenmaal ln een tijd vol onrust en gejaag:
wat wonder, dat onze verstrooiingen ook
vaak het stempel van gejaagdheid dragen.
Zoo zijn er honderden vacantlegangers, wien
het nooit ver genoeg en nooit vlug genoeg
gaat; ze krijgen legio indrukken, die geen
normaal mensch behoorlijk kan verwerken
en het gevolg is: ze komen vermoeider
thuis dan ze weggingen. Is het doorjakke
ren van vele landen in recordtijd, het af
meten van het welslagen van een vacantie
naar het aantal afgelegde kilometers niet
eigenlijk een uiting van een ongezonden
sensatielust?
En hoewel niet iedere natuur behoefte
heeft aan dezelfde soort verstrooiing, zal
vooral na een drukken werktijd allereerst
een rustig contact met de natuur elk van
ons goed doen, al was het alleen maar, om
dat we nu eenmaal stuk voor stuk kinderen
van een nerveuzen tijd zijn. Menigeen zal in
het begin misschien heelemaal dien wel-
doenden invloed niet appreciëeren: het
gaat buiten allemaal zoo langzaam en pri
mitief, hél Maar na een paar dagen kan hij
niet dankbaar genoeg zijn, dat er nu eens
niet opzij gesprongen behoeft te worden
voor aansnellende auto's, dat hij zich niet
voortdurend behoeft te haasten, dat er
geen claxongeloel om hem heen is, noch
verkeersteekens en dito-agenten waaraan
hij zich te houden heeft En heeft hij het
geluk ln een klein, stil dorpje te belanden
en ook eens in contact te komen met de
bewoners, dan zal hij soms plotseling ont
warren, dat er werkelijk nog menschen be
staan, die niet bezeten zijn door de zucht
naar afleiding, die tevreden hun kleine le
ventjes leven op de enkele vierkante kilo
meters, waar zij, en misschien ook al hun
vader en grootvader, hun heele bestaan
hebben doorgebracht. Maar laten we ons
nu weer niet verbeelden, dat wij, groote
stadsmenschen, met zoo'n leven, al lijkt het
nog zoo evenwichtig, zouden willen ruilen:
we zouden het niet eens kunnen. Waarbij
nog komt, dat de meeste dingen op een af
stand mooier lijken dan dichterbij Maar.
het geeft ons weer eens een kijk op de be
trekkelijkheid van alle dingen en het kan
ons ook wel eens wat meer tevreden ma
ken, als we vinden, dat we eigenlijk in onze
vacantie nog lang niet genoeg verstrooiing
hebben gehad. Waarmee we weer tot ons
punt van uitgang gekomen zijn: ontspan
ning moet ontspanning blijven en geen
hoofddoel van ons bestaan worden. Het zou
ons trouwens al heel gauw gaan vervelen:
weet u, dat niets zoo gauw tegenstaat als
Uw langharige bezem,
heeft het nadeel, dat hij gauw onooglijk
wordt. De borstels gaan n.l. naar alle kan
ten uitstaan. Om hem in zijn model te hou
den, moet u er een breeden band omheen
schuiven 20 c.M. zal voldoende zijn!
gemaakt van den boord van een ouden,
liefst dikken, sok van den heer gemaal.
De bezem blijft dan goed in zün model en
kan langer mee.
Wilt n wel,
dat oude zeep veel voordeeliger in het ge-
gebruik ls dan versche? Het is dus zaak
voor iedere huisvrouw om steeds een voor
raadje toiletzeep te hebben en deze zoo op
te stellen, dat de oudste stukken het eerst
aan de beurt komen. En vooral: bewaar
zeep nooit op een vochtige of warme plaatsl
Tomaten schillen.
Voor onze zomerslaapjes worden heel wat
tomaten gebruikt en de meeste huisvrou
wen dienen die heerlijke, gezonde vruchten
bij voorkeur geschild op Het schillen van
tomaten ls echter een tljdroovend werkje.
Niet evenwel, wanneer u ze één minuut of
nog een paar seconden korter ln kokend
water dompelt en daarna ln koud: het vel
letje gaat er dan vlug en gemakkelijk af.
Het ls maar een weet.
niets doen en voor ons plezier leven? Mis
schien is dit een troost al vindt u het
een schrale voor hen, die straks weer
aan den slag moeten en allicht een beetje
moeite zullen hebben om weer in het gareel
te komen Want dat is, wat nog een poosje
nawerkt van onze vrije dagen: het zich niet
behoeven storen aan de strenge regels, die
de plicht ons voorschrijft De plicht, het
woord met de onaangenamen bijsmaak voor
velen! En toch is deze „vriend met koel
gebiedend oog" volgens de Genestet, niet in
de eerste plaats een „vriend"? Wie nog de
vacantledagen of -weken voor den boeg
heeft, zal waarschijnlijk zeggen: „Och,
praat me niet van plicht: ik heb er zoo
schoon genoeg van De laatste loodjes we
gen het zwaarst: ik zal blij zijn, als ik den
boel voor een poosje kan neergooien". Goed,
dat zal wel zoo zijn maar laten we el
kaar over een paar weken nog eens weer
spreken. Dan zult u, hoop ik goed uitge
rust en niet doodmoe gereisd, zeggen: „Het
was een fijne vacantie, maar nu ik weer aan
den gang ga, is het toch ook weer goed;
een geregeld leven is toch eigenlijk het bes
te voor een mensch. Ik ben benieuwd, hoe
ze ln dien tijd mijn werk hebben waarge
nomen". En de belangstelling voor het
dagelijksch werk ls er weer.
Wie zoo, verstandig en ln de juiste ver
houding weet te nemen van de schotels, die
op den disch des levens voor ons klaar
staan, zal vanzelf niet teveel verlangen van
de toespijs, die „verstrooiing" heet.
CRITICA.