De Vierdaagsche is ten einde - Beëediging van den Sultan van Boeton
SI MARGAGA
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
79sie Jaargang
FEUILLETON
DE NIEUWE „WATERLOO BRIDGE" OVER DE THEEMS IN
LONDEN IN AANBOUW. LINKS DE HULPBRUG.
MINISTER COLIJN spreekt de manschappen van de Ko
loniale Reserve, die den Vierdaagsche volbracht hebben, na
pas 2 maanden, onder de wapenen te zijn geweest, toe. Geheel
links de commandant luit.-kolonel J. Slagter.
DE NIEUWE COMMANDANT VAN HET LEGER DES HEILS IN NEDERL.-INDIc
kolonel Beekhuis werd te Batavia verwelkomd. Zesde van links
de nieuwe commandant.
CAPTAIN D. C. T. BENNET de piloot
van het watervliegtuig „Mercury", dat een
retourvlucht maakte Engeland—New York,
wordt door zijn vrouw verwelkomd.
DE „LEPELAAR", EEN LOCKHEED SUPER ELECTRA TOESTEL,
WAARMEE DE K. L. M.-VLOOT WERD
VERRIJKT.
DE NIEUWE SULTAN VAN BOETON - Ka'i-
moeddin Mohammed Falik werd te Baoe Baoe
(Celebes en onderhoorigheden) beëedigd.
EEN NIEUWE VERSCHIJNING Op DE T.T.-RACE8 TE DE ONDERZEEËR „SALDIRAY", DE LUCHT- EN GASBESCHERMING IN
ASSEN is de Italiaan Serafrai op zijn Gilera-machine. De DIE OP EEN WERF TE KIEL VOOR DE TURKSCHE MARINE WERD GEBOUWD, ENGELAND STREKT ZICH UIT OVER
ItaliainscHe ooureur verkent het circuit. NA DE TEWATERLATING. MENSCH EN DIER.
Een avontuurlijk verhaal uit de
binnenlanden van Snmatra's Oostkust,
door GERT TT A RTF.N ATTTTTTRT
t>
De houten trap, welke toegang gaf tot de
voorgalerij kraakte en een oogenblik later
stond mijn adjudant in stram-militalre
houding voor me. Geërgerd haalde ik me
telf in een dichten wolk sigarenrook, want
deze onverwachte storing kwam me al zeer
ongelegen. Wanneer mijn adjudant zelf
verscheen, kon ik er van op aan, dat hij
Iets belangrijks had mede te deelen.
„Apoe loe maoe?" vroeg ik eindelijk.
„Toewan commandant", meldde hij, „de
moefti Si Timbo Is uit Negri Lama gekomen
Hij heeft een soerat (brief) bij zich, sama
toean commandant."
„Waarom geeft de moefti jou dien brief
niet?"
„De brief Ls van Radja Buso, toean com
mandant. Hij heeft opdracht den brief den
toean zelf te overhandigen. SI Tombo zegt,
net ls een belangrijke brief. Saja!"
„Zoo. zoo", zuchtte ik nadenkend, „een
belangrijke brief? Nu, laat hem dan maar
hier komen, Sodikromo. Ik zal eens met
den man praten."
,Saja, toean commandant!"
„Een oogenblik, Ik heb nog iets. Heb je
nog niets van den fakir gehoord?"
„Tida apa! (Niets)"
„Merkwaardig, Ik ook niet, Sodikromo."
De onderofficier haalde zijn schouders op
.Margaga is een toovenaar, heer. Hij komt
en gaat. is nergens en toch overal. Saja!
Maar zijn plannen zijn meestal goed!"
Ik knikte. „Ja. dat is zoo. Enfin, laat de
moefti maar hier komen. Sodikromo!"
De adjudant salueerde, maakte rechts
omkeert en haastte zich naar de kazerne.
Eenige minuten later stond de priester
voor mehij boog diep. Als vrijwel alle
Maleiers was hij van middelmatige lengte
en vrij tenger, al deed het bonte, in groote
plooien hangend priestergewaad hem wat
grooter schijnen. De man was me bepaald
onsympathiek en zijn loerende onrustige
blik, waarschuwde me op mijn hoede te
zijn. Zijn eenigszins opdringerig optreden
was al evenmin in staat wat minzamer ge
voelens bij mij op te wekken, maar aan
den anderen kant moest lk toegeven, dat
hij ongetwijfeld tot de belangrijkste Mo-
hammedaansche geestelijken behoorde en
zijn snel begrip en energie, om nog maar
te zwijgen van zijn fanatisme, hem ver
boven zijn rasgenooten deden uitsteken.
„Wel, Si Timbo". begon ik op zoo vrien
delijk mogelijken toon, „het moet wel iets
heel belangrijks zijn, als de vorst speciaal
Jou heeft uitgekozen. Heb je een brief
voor me?"
De moefti boog wederom diep en eerbie
dig. „Saja. toean commandant! De breng
een brief van Toenggoe Buso. De groote
Toenggoe zei: „De toean commandant is
mijn vriend, hij zal me raden en helpen!"
Met deze woorden overhandigde hij mij
het schrijven van den radja.
Ik opende het, met het vorstelijk zegel
gesloten couvert en las:
De Radja van Bila en Negri Lama aan
den commandant der gewapende politie
van Bila, toean besar Hartenau.
Allah zegene mijn vrienden en in het bij
zonder u, commandant, dien ik hoog acht.
De profeet moge u beschermen als een ge-
loovige! Si Timbo brengt u op mijn be
vel dezen brief met mijn groeten U
zoudt mij, uw vriend, een groote eer bewij
zen, als u. kapitein, den priester zoudt wil
len bevelen te spreken om u mijn wenschen
persoonlijk kenbaar te maken. Ik hoop, dat
Allah u de noodige wijsheid zal schenken
om den weg te vinden veel leed in vreugde
te doen verkeeren.
Beneh-Buso ten Mehar-Selar
Radja da Bila, Negri Lama.
Langzaam vouwde ik den brief samen
en keek den priester aan. „Welnu, Si Timbo
spreek! Vertel me, wat de radja je heeft
opgedragen om mij te berichten!
De afgezant boog toestemmend, maar
wees intusschen op mijn bedienden, die bij
de deur stonden en verzocht op fluisteren
den toon: „Wees dan zoo goed, toean com
mandant. uw bedienden te bevelen ons al
leen te laten. Wat ik u heb mee te dee
len is slechts voor uw oor bestemd.
Ik knikte en op mijn wenk verlieten de
djongos de galerij.
De moefti luisterde naar het wegster
vende geluid van hun voetstappen, daarna
richtte hij zich op en zijn stem klonk nu
plotseling als het rollen van den donder,
toen hij zei: „Toean commandant! Het
eigendom van den profeet is.gestolen!"
Verschrikt sprong ik op. „Wat. het hei
ligdom van jullie bedehuis?"
„Saja. Heer! Ons heiligdom met den
tuiband van den profeet is verdwenen!
De tulband van den profeet uit de groote
moskee Mesdschid al Haram in Mekka, dien
we honderd jaren gewijd hebben, is ons
door roovers ontnomen. Allah's toorn moge
hen treffen!"
„Waar werd de tulband bewaard?"
„In een groote kist heer, die door geloo-
vigen gesneden en met kostbare edelstee-
nen bezet is. En in deze kist lagen in zijde
gehuld geschriften en bevestigingen van
den kalif naast den groenen tulband van
den profeet. Alles was goed bewaard en
werd met zorg bewaakt."
„Een beroerde geschiedenis!" mompelde
ik. ontstemd de voorgalerij op en neer
ioopend. Tenslotte wendde ik me weer tot
den priester, dien ik streng in de van ver
ontwaardiging fonkelende oogen keek. „Si
Timbo", vroeg ik, „heb je verdenking tegen
iemand?"
Op het donkere gelaat van den priester
verscheen een leelijke van haat vervulde
grijns. „Verdenking? O toean comman
dant, geen geloovige zal deze wonderen Im
mers anders dan in het gebed beroeren. De
roover is een vreemdeling, een ongeloovige!
Hem hebben niet allen de kostbare
edelsteenen aangetrokken, maar ook grim
mige vijandschap tegen Mohammed heb
ben hem tot zijn daad gebracht."
„Dat begrijp ik niet. Hoe kom je op
dat vermoeden?'
„Heer ik vond op de plaats, waar de
heilige kist stond, een stuk papier, dat
door een gewone kris doorboord, vast aan
het hout was bevestigd. En op dat papier
stond het heilige teeken van de Hindoes,
drie roode strepen!"
„Wat?" riep ik verrast. „Drie verticale
roode strepen?"
Hij knikte. „Saja, toean commandant,
drie roode strepen, het strijdteeken van de
Hindoes!"
Een oogenblik duizelde het mij. Ik dacht
aan mijn vermoorden vriend, dien dit ver
vloekte teeken in den dood had gedreven,
aan den fakir Si Margaga, die fanatiek een
spoor vervolgde, aan al het onheil, dat deze
geheimzinnige onbekende nog zou kunnen
aanrichten en ik begreep, dat hier met de
grootste strengheid moest worden opge
treden.
„En jij denkt, dat die vermaledeide hin
doe ook de kostbare kist van den profeet
heeft gestolen?"
„Tida. toean commandant. Een Wisch-
noeiet zoekt geen edelgesteenten, doch
slechts bevrediging voor zijn haat. Hij
heeft zich met de Boeddhisten verbonden -
met Chineesche kooplieden, wier hebzucht
hij heeft weten op te wekken en wier lei
der hij geweest is."
„Het is mogelijk", knikte ik, „maar in
Negri Lama rijn helaas vele Chineezen en
zij zijn sluw en slim."
„Saja maar de groote toenggoe zegt:
„De kapitein van Bila ls slimmer en hij zal
ze vangen!"
De radja heeft gemakkelijk praten, dacht
ik, maar het leek me verstandiger dit voor
mij te houden en ik bepaalde me derhalve
tot een neutraal antwoord: „We zullen
zien!" Vervolgens ging lk naar de ba
lustrade om de wacht voor de kazerne te
roepen Een oogenblik later kwam mijn
adjudant aangeloopen
.Sodikromo", riep ik hem toe, „laat on
middellijk de boot onder stoom brengen,
ik moet naar Negri Lama!"
De onderofficier salueerde: .Saja toean
commandant!"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).