De „Mauretania van stapel - Engelsche koninklijke familie met vacantie SI MARGAGA 79iie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Twsede Blad FEUILLETON IN DE BEROEMDE KLOKKENGIETERIJ TE 11E1LI- GERLEE worden de kloklken voor het carillon van het Leidsche stadhuis gegoten. HET JACHT „VICTORIA AND ALBERT'* verlaat de haven van Portsmouth met aan boord de koningin van Engeland en de prinsesjes Elizabeth en Margaret Rose, voor Het maken van een vacantiereis. De koning zal te Spithead aan boord komen. HET NIEUWE ENGELSCHE MAILSCHIP „MAURETANIA" WORDT TE BIRKENHEAD TE WATER GELATEN. - Een menigte van meer dan 100.000 personen sloeg dit imposante schouwspel gade. Een avontuurlijk verhaal uit de binnenlanden van Sumatra's Oostkust door GERT HARTENAU—THIEL. 4) .Si Margaga!" schreeuwde lk, „waar ls de toewan? Zooeven stond hij hier 'k sprak met hem •food, heer!" mompelde de Indiër. „Ik Ml het u immers al eerder: de dood rijdt door bosch en nacht". „Onmogelijk, Margaga! Dat is abso luut onmogelijk! Hij stond immers hier voor me!" De fakir richtte zich op en schudde ern- ™8 het hoofd. „U zag slechts zijn wil. *'Jti gedachten zijn geest. Afscheid nemend is hij voor u verschenen. Ik heb den profeet gebeden hem te bescher men, maar mijn gebed werd neergeslagen dflor de wraakgierigheid en de hebzucht van misdadige lieden. Op. heer! Aan u is de vervolging, de straf! Uw ambt Mengt dat mee. Ik zal u en uw sol- oaten leiden en u de schuilplaatsen van oe moordenaars toonen, zoodat u macht °vcr hen krijgt en hen kunt vernietigen. Op, heer!" jfjj haastte zich de hou wt trap af en ik volgde hem, door zijn gedreven, Buiten aan den hoofdweg, voor den tuin van mijn woning, stonden de soldaten met rookende fakkels en steigerende, onrustige paarden. De fakir trok een der soldaten diens fakkel uit de hand, slingerde zich zeldzaam gemakkelijk in het zadel van een der dieren en galoppeerde ver voor ons uit het donkere bosch in, langs smalle, glibberige paden dwars door het oerwoud Na een rit van nog geen half uur spron gen we, op een teeken van den fakir, van onze paarden en worstelden ons verder te voet door het struikgewas, lianen en woe kerplanten, langs nauwelijks begaanbare paden naar een moerassig, laag gelegen terrein, waar we de vervallen hut van een of anderen inlander omsingelden. Daarna rukten we langzaam vooruit, de geweren In den aanslag. Maar de laffe kerels daarbinnen, die misschien nog kort te voren, bij de ver- dceling der waardevolle voorwerpen van hun, op zoo verraderlijke wijze vermoord slachtoffer, elkaar in de haren waren ge vlogen, kropen nu al spoedig bevend van angst en om hun leven bedelend, vanzelf uit de hut te voorschijn. Zonder eenigen legenstand te bieden, lieten zij zich ge vangen nemen en boeien, terwijl de fakir hen als een hevig vertoornde rechter met vlammende blikken opnam. Trillend van woede balde hij zijn vuisten, hen vervloe kend in naam van Allah, in naam van den profeet, In naam van het Indische volk! Woede en wraak, maar ook edele veront waardiging en schaamte klonken in zijn woorden en hij, Si Margaga, die voor elk ■schepsel slechts liefde en vergiffenis ken de, hunkerde nu naar vergelding ea naar een gruwelijken marteldood van de boos doeners. Huiveringwekkend, zeldzaam sinister was dat alles en het afschuwelijke tafereel: de donkere nacht, de wildernis, de laaiende fakkels, de soldaten, de geboeide misda digers en, dit alles nog overtreffend, de fanatieke dienaar van den rechtvaardigen Allah zuilen mij ten eeuwigen dage bij blijven. Onwillekeurig drong zich de vraag aan mij op: Wie ben Je, Si Margaga? Ben je slechts een mensch, verklaar me dan hoe het mogelijk is uit de verte misdaden te zien en te vervolgen? Zeg me hoe het mogelijk is, dat je hier, in een ook jou volkomen vreemde omgeving, doelbewust, langs den kortsten weg de moordenaars vindt en dat deze zich zonder eenigen strijd, zonder een poging tot ontvluchten aan je overgeven? Maar de fakir, die mij deze gedachte van het voorhoofd scheen te lezen en voor wien, naar het mij voorkwam, trouwens niets verborgen bleef, schudde slechts be droefd het hoofd en zei zacht: „Allah heeft mij de macht gegeven, maar desondanks ben ik een mensch, gelijk allen. Want ziet, heer, die daar. die geboeid op den grond liggen, zijn slechts de helpers van een dui vel. Zoolang ik dat beestmensch niet vinden en vernietigen kan, zijn al mijn daden stukwerk. Maar, heer, ik draag het bevel van den profeet in me, hij zal mij de noodige kracht en het verstand geven, roode strepen teekenen den weg, dien de voet van den moordenaar heeft betreden". „Wat?. Roode strepen?, Zoek, Mar gaga! Tracht dit ondier voor mij te vin den en ik zal je rijkelijk beloonen!" Weldra vonden wij nu ook mijn armen vriend, gruwelijk verminkt; een Maleische kris stak hom diep in het hart. Precies zooals de fakir mij het eenige uren te vo ren had geschilderd. Nadat wij het stoffelijk overschot naar de plantage Briton Turn hadden overge bracht, zocht ik in de woning van Friedrich Könlg tevergeefs naar nagelaten aanwij zingen; behalve eenige onbelangrijke pa pieren vond ik niets, dat op de een of an dere manier opheldering kon verschaffen omtrent hem zelf of zijn familiebetrekkin gen. Er bleef mij daarom niet veel anders over dan de, den gevangenen weer afge nomen voorwerpen van waarde ln zijn schrijfbureau te bergen, deuren en vensters met het gebruikelijke ambtelijke zegel te sluiten en de leiding van de plantage voor- loopig over te dragen aan den oudsten assistent. De vier bedienden van mijn, door moor denaarshand om het leven gebrachten vriend, verrieden hun opdrachtgever, den man met de drie roode strepen, niet en derhalve werden zij voorloopig alleen aan de justitie te Batavia overgeleverd. Nadat ik mij ook van deze taak had gekweten, keerde de fakir, die mij vergezeld had, mee terug naar Bila. Tijdens de reis was hij zeer zwijgzaam en in zichzelf gekeerd, maar nauwelijks waren we ln mijn woning aangekomen of hij verdween plotseling zonder afscheid te nemen en zonder eenig motief voor dit overhaaste vertrek aan te geven. Tenslotte was ik echter aan zijn herhaalde verdwijnen en op onverwachte oogenblikken weer opduiken zoo gewend geraakt dat ik me er nj£fe hiister ongerust over maakte, te minder, omdat ik reden had te vermoeden, dat hij bepaalde sporen van den hoofddader ontdekt had en deze thans vervolgde. HL Het was hari-bajaran, een rustdag, waar op in de ochtenduren aan de arbeiders der plantages, d.wz. aan de Chineesche koelies, Maleiers, Javanen enz,, loonen en voor schotten werden uitgekeerd. De hari-baja ran is derhalve een feestdag, waarop men zich tevens aan allerlei genoegens pleegt over te geven, voor zoover die althans op een eenzame plantage diep in het oerwoud en ver van de brandpunten der beschaving, kunnen worden geboden. De uitbetaling der loonen geschiedt niet, zooals in Europa, eiken Zaterdag, maar uitsluitend op den eersten en den vijftien den van elke maand. Op de andere dagen, ook 's Zondags, wordt gewerkt. Het spreekt dus vanzelf, dat een hari bajaran niet al leen in verband met de distributie van klinkende munt met verlangen tegemoet wordt gezien, maar ook vanwege zijn ar- beidsvrijheid. die elkeen, hetzij employé of arbeider dringend noodig heeft om zich te ontspannen en nieuwe krachten te verga ren. Ook lk lag dientengevolge reeds in den vroegen ochtend lang uitgestrekt in mijn geliefden ligstoel op de voorgalerij. De groote jalouzieën, welke de geheele galerij aan de straatzijde afsloten, had ik laten ophalen, waardoor ik een vrij uitzicht had op den vrij drukken hoofdweg de kazerne, de paarden- en olifantenstallen en de aardig aangelegde, kleine rivierhaven. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). T' s HET OUDE DUITSCHE OORLOGSSCHIP „GROSSER KUR- FüRST'* dat te Scapa Flow gelicht is, wordt naar Rosyth in Schotland gesleept, waar het zal worden gesloopt. DE TOREN VAN DE NIEUWE KERK TE DELFT in de steigers in verband met de restauratie. DE 25STE NAAMDAG VAN HET I6DE REG. INFANTERIE TE AMERSFOORT werd feestelijk herdacht. De inspectie der troepen: voorste rij v.l.n.r. luit.-kol. Sormaaii, waarn. brigade-comm, luit.-kol. J. Visser, comm. en de burg. v. Amersfoort, mr. graaf v. Randwijok. EEN HOORNBLAZER VAN HET INSTRUCTIE-BATALJON, blaast nog eens .verzamelen" E fHS EEN VOETBLOK VAN DE MIN.-PRES. DR. H. C0LIJN kreeg tijdens de reünie van het In- „LUTINE" waarmee de structie-bataljon te Kampen nog eens instructie geweerschieten. Z.Exc. kabels werdenj aangetrokken», maakte drie afzwaaiers, daarna een zeven en eindigde met een opgehaald door de ,,Karimata" prachtigen treffer van. acht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5