De wereldvlucht van Hughes - Minister Steenherghe te Groningen LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Het nichtje van kuiten 79sfe Jaargang FEUILLETON door LADY TROUBRIDGE. 33) Linet deed een stap achteruit en stond nu te midden van de opgewonden en uit gelaten menigte, die hier voor het grootste gedeelte uit een vrij ruw slag bestond. Aan alle kanten werd zij gestompt en geduwd door de menschen, die zich een plaatsje langs het hek wilden verzekeren. Een oude zigeunerin beschouwde haar blijkbaar als een goede prooi en sprak haar aan, terwijl zij een magere bruine hand op Linets arm legde. ■Lady, lady. laat de oude zigeunerin u uw toekomst voorspellen". „Neen, dank u". Linet trachtte haar arm los te maken. „Je hebt een fortuinlijk gezichtje, liefje. Geef de oude zigeunerin 'een kleinigheid en dan zal ze je de toekomst voorspellen". Het was Linet onmogelijk zich te bevrij den en daar zij bang was voor den stroom van verwijten en scheldwoorden, die zouden volgen, als zij bleef weigeren, liet Linet een gulden in die bruine hand glijden en nam als dank een glimlach in ontvangst. Eerst begon de oude zigeunerin het ge bruikelijke babbeltaaltje uit te stooten over geluk en een blonden man en een brief, die van over zee kwam. Toen veranderde de uitdrukking van haar gezicht. Van Linets handje keek zij naar het gezicht van het meisje en de eeuwenoude magie van den zigeunerstam scheen in haar te ontwaken. „Pas op, lieveling", mompelde zij. „Er schuilt gevaar, heel dicht bij. Kijk, er loopt een streep recht over je noodlotslijn. Zij werken je allemaal tegen, lieveling, geloof de zigeunerin maar. Allemaal, op één na. Pas op, lieverd, pas op". „Miss Seton, wat voert u hier uit?" Haar hand nog steeds in die van de zigeunerin, keerde Linet zich om en zag Torquil Rowant naast zich staan met een uitdrukking van afkeuring op zijn gelaat. .Maak dat je wegkomt", zei hij streng tegen de oude vrouw. „De dame wenscht niets meer te hooren". En tot Linet: „Het is niet verstandig zulke menschen aan te moedigen". En zijn blik gaf duidelijk ge noeg te kennen, dat hij het verschrikkelijk dwaas van haar vond. De zigeunerin had Linets hand losgela ten en stond op het punt om weg te gaan, doch voor zij ging zei zij nog: ,.Er is een man. die een valsch spel met u speelt en een die het trouw en eerlijk met u meent, doch uw wensch zal niet vervuld worden, tenzij Linet hoorde de laatste woorden mei, meer, want Torquil leidde haar weg. De race was begonnen. Zwijgend stond hij naast haar, toen de paarden voorbij ren den en de winnende nummers op het bord zichtbaar werden. Toen liepen ze samen het veld over en Torquil scheen niets meer te zeggen te hebben. Linet begreep er niets van. Er was weer een gereserveerdheid, die onprettig aan deed. Zij was zich den afstand, dien Tor quil tusschen hen beiden bewaarde, akelig bewust en zocht naar iets, dat zij zou kun nen zeggen. De eenige opmerking, die haar te binnen scheen te schieten was, hoe ver langend ze naar de taptoe uitzag, die 's Zaterdags na de races gehouden zou worden. „Tante Beatrice heeft me verteld, dat u gevraagd hebt of wij in uw loge willen ko men kijken". Doch haar stem was onzeker en zij stotterde. Zij vermeed het hem aan te zien. Doch toen hij antwoordde, zocht hij met opzet haar blik en zei: „Ik ben blij. dat u allemaal komt. Na tuurlijk heb ik Marcus Standish ook ge vraagd". „Waarom .natuurlijk"," stamelde zij, ter wijl het bloed haar naar de wangen steeg. Hij lachte kort. „Dat zult u wel het beste weten Miss Seton". Hij dacht dus al net als al de anderen. De oude zigeunern had dus wel gelijk ge had. Zelfs Torquil. „Oh wat moet ik toch doen?" klaagde Linet in zichzelf en zij rilde ondanks de warme zon. „Wat moet ik toch beginnen?" De taptoe was afgeloopen. De donkere wolken aan den horizon wezen er op, dat er spoedig een zwaai' onweer zou los barsten. De voorbijtrekkende militairen deden met hun verlichte fakkels aan een kronkelende slang denken. Plotseling zette de militaire kapel het slotlied in en deed de lucht trillen met de klanken van deze oude melodie. Toen stonden allen, als' door eenzelfden impuls gedreven op, voor het volkslied en daarna begon zich de menigte, zoo snel zij kon, te verspreiden, om nog voor het los breken van het onweer thuis te zijn. Linet stond vlak bij Marcus en hij greep haar bij den arm. „Ik zal je wel met mijn wagen thuisbren gen". zei hij. „Die staat hier vlak bij". Zij wierp een snellen blik om zich heen, doch de anderen waren nergens te zien. Marcus voelde, hoe zij aarzelde en drong er op aan, dat zij zich zouden haasten. „Wij gaan allemaal in verschillende wa gens naar huis", legde hij haar uit. „Je be hoeft er niet aan te denken, dat je de anderen zult vinden". Linet volgde hem dus naar het parkeer terrein. waar zijn kleine twoseater gelukkig vlak vooraan stond en als gevolg daarvan waren zij vrij snel door de drukte heen. Eerst was Marcus tamelijk zwijgzaam en had hij al zijn aandacht noodig om be hoorlijk door de menschenmenigte heen te komen, doch toen zij een eindje langs den hoofdweg gereden hadden, kondigde hij aan, dat hij een veel korteren en beteren weg naar Londen wist en sloeg een zij weg in. „En wij zullen ons moeten haasten", voegde hij er aan toe, „willen we voor de bui thuis zijn. Bang voor onweer Linet?" En hij keek haar met zijn ouden, vertrou- welijken glimlach aan. „Ik vind het niet erg prettig", bekende zij en keek een beetje angstig naar een groote zwarte wolk, die dreigend boven haar hoofd hing. Zij had nauwelijks deze woorden ge uit of in de verte klonk een dof gerommel. „Ik geloof niet. dat je het haalt, Marcus", zei zij angstig. Doch Marcus twijfelde daar niet aan. Hij reed den wagen met roekelooze snelheid en scheerde behendig en zeker om de bochten van de verschillende buitenwegen. „Ik zal mijn uiterste best doen", beloofde hij haar. Plotseling maakte de auto een zijdeling- sche beweging, want Marcus was een oogenblik verblind door een kronkelenden bliksemstraal, die langs den hemel zigzagde en die gevolgd werd door een ontzettenden donderslag. Zij waren juist een klein dorpje genaderd, waarschijnlijk Selston, en toen begon de wagen merkbaar langzamer te rijden om tenslotte geheel tot staan te komen. „Ik zal de kap opzetten", zei Marcus, toen het begon te gieten, „en eens zien, wat er aan hapert". Doch toen hij zijn motor geïnspecteerd had, kwam hij bij Linet terug en stond zijn gezicht bezorgd. „Benzine is op", verklaarde hij met een kortheid, die zijn verwarring moest verber gen. „Het spijt me verschrikkelijk. Linet. Ik had den man van de garage nog zoo ge zegd, dat hij moest zorgen, dat alles in orde was". „Wat moeten we doen, Marcus?" vroeg zij zenuwachtig. „Hier blijven, vrees ik, tot de bui over is. Het is rijkelijk laat en ik veronderstel, dat er in dit gat wel geen garage zal zijn. die zoo laat open is. Ik wilde nu wel, dat ik den grooten weg gehouden had". Linet was het daar volkomen mee eens, want het bleef maar onweeren en de bliksem was niet van de lucht. Doch zij wilde Mar cus geen verwijt maken. Bij het licht van een lucifer was hij bezig een kaart te be- studeeren. Plotseling keerde hij zich met een zucht van verlichting tot Linet. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). TIJDENS DEN INTERNATIONALEN .11UTORZES- DA AG SCHE IN WALES. Zijlaard eoi van don Berg (beiden Holland) onderweg. MINISTER STEENRERGIIE bracht een bezoek aan de centrale paardenkcuring te Groningen. Rechts van den minister de heer Woldring, voorzitter van de regelings oommissie. DE „AANSLAG" OP ROOSEYELT. De man, die op Roosevelt's auto sprong en naar hij zcido, slechts de schoenen van den president had willen poetsen, door een agent overmeesterd. DE BEROEMDE AMERIKAANSCHE FILMKOMIEK EDDIE CANTOR is te Londen aangekomen. Eddie wordt niet door de politie meegenomen, maar beschermd tegen 't enthousiasme van de groote menschenmenigte, die hem opwachtte. LUCIITBESCHERMING.S DEMONSTRATIES TE SOERA- BAJA. Een met mosterdgas besmette straatweg wordt met een laag bleekpoeder ontsmet. TE MUIDEN is een nieuwe brug over de Amsterdamsche Vaart gelegd, hetgeen een belangrijke verkeersverbetering beteekent. DE WERELDVLUCHT VAN HUGHES. Het vertrek van het toestel van Hughes van Le Bourget, na de prachtig geslaagde Oceaanvluchl, voor de voortzetting van de wereldvlucht. INT. CONC0URS-H1PPIOLE TE AMSTERDAM. Belgische en Iersche paarden van buitenlandsdie deelnemers, arriveerden aan de de Ruyterkade,aldaar, vanwaar zij werden ondergebracht in de Cavalerie-kaze rne.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5