Waar de Vrouw belang in stelt Witte jasjes! DE GROOT LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 30 Juni 1938 Derde Blad No. 24005 originee Voor handige vingers. 79ste Jaargang Vreugde van den zonnigen zomertijd. Uitkomst voor den fietstocht Pas op voor de zon! De mode „van binnen uit' Appligué-werk op tule voor baby Mèt de warme, zonnige dagen komen de witte Jasjes, vesten en manteltjes te voorschijn. Zij zijn het, die ons eerst het écht. zomersche gevoel geven! Ongetwijfeld brengt onze mode-teeke- ning u deze week op een idee voor uw eigen garderobe. Kijkt maar eens goed: Voorgrond: Links een manteltje van wit linnen met naad in het midden van den rug en klein split)e van achteren. Heel chique zijn de rond ingezette panden en de forsche knoopen. Rechts een aardig vestmodel. De twee rugpanden loopen over de schouders door en vormen het schou derstuk. Achtergrond: Recht Jasje van wit alpa- c.a. Groote motieven van soutache versie ren de voorzijde Daarnaast een jacquette- model van gespikkelde shantung. De stip jes worden gekozen in de kleur van den rok. Geheel rechts een bolero van wit linnen, versierd met borduurwerk. Lange mouwen. Al deze jasjes worden bij voorkeur op donkere rokken gedragen, liefst effen. Enkele eenvoudige middeltjes tegen zomersproeten. Tja, die zomersproeten, ze zijn de plaag van den zomen! Misschien hadden we er heelemaal niet aan gedacht en zijn we doodonschuldig een fiets- of wandeltocht gaan maken in de felle zon en ziet ze zijn er! Het zijn verraderlijke dingen, die zo mersproeten; vervelende kleine vlekjes in het gezicht en op handen en armen, die van bleekbruin tot heel donkerbruin kun nen verkleuren. Vooral de jongeren on der ons hebben er het meeste last van. Het schrijven over middeltjes tegen zo mersproeten ls eigenlijk een hachelijke taak, ten eerste, omdat er zoo talrijke praeparaatjes in den handel zijn, die wei nig helpen en ten tweede omdat het mee- rendeel van ons den strijd tegen de sproe ten in arrenmoede al heeft opgegeven, omdat men er eenvoudig het offer van de huid te blijven beschermen niet voor over heeft. Nu, het moet gezegd, dat wat sproetjes op een sportief, gebruind gezicht heele maal niet misstaan vooral niet als het een jong, levendig gezicht is. blakend van ge zondheid! Maar tóchwe kunnen ons nu een maal niet allen permitteeren, naar harte lust sproeten te hebben en er toch aan trekkelijk blijven uitzien, In de meeste ge vallen zal een eenvoudige, verstandige anti-sproeten behandeling onze schoonheid zeer ten goede komen. Laat ons dus eens overwegen, wat we kunnen doen. We gaan natuurlijk uit van het stand punt dat voorkomen beter is dan gene zen. Om de vorming van sproeten te voor komen. moeten we een paar eenvoudige voorschriften in acht nemen: le. Wasch u nooit met warm water. 2e. Gebruik, als uw huid droog is. wat zemelen in het waschwater leen handvol in een klein katoenen zakje op een kom lauw water is voldoende i. 3e. Gebruik, als uw huid droog is. lauw water, waarin enkele druppels benzoë- thictuur. 4e Bescherm uw huid steeds als u uit gaat door een crème van uitstekende kwa liteit en gebruik heelemaal buiten b.v. aan zee of overal elders, waar de zon fel schijnt, een zonnebrand-crème of olie. Deze producten zijn te kust en te keur in den handel. Als u gewend bent. poeder en op maak te gebruiken, doe dit dan in den zomer heel bescheiden en 'ja, dit ls mis schien een offer, maar het is beslist nood zakelijk! i ga nooit in de zon wandelen zonder hoed! Zijn ze er al? Als u deze voorzorgen niet in acht hebt genomen, kan het gebeuren, dat de zomer sproeten tóch verschijnen. We moeten dan zoo snel mogelijk beginnen met ae te be strijden; in de meeste gevallen kunnen ze zoo ze al niet heelemaal verdwijnen, toch aanmerkelijk worden verzacht. De volgende huismiddeltjes (waarvan u zelf maar het meest geschikte voor uw speciaal geval moet uitzoeken) zijn zeer aan te bevelen, omdat ze de huid hoege naamd niet aantasten: le. Neem 225 gr. rozewater, 50 gr. water- stofsuperoxyd, 5 gr. benzoëtinctuur. Dit sa men in een fleschje doen, goed schudden, het 's morgens op de huid brengen met een pluk watten, en laten indrogen. 2e. In 450 gr. rozewater en 50 gr. ge wone glycerine, 5 gr. poederborax laten oplossen en dit tweemaal daags op de huid brengen. 3e. In een liter water twee handenvol versche paardebloemen laten koken, tot de vloeistof tot de helft is verminderd. Als u geen bloeiende paardebloemen meer vindt, kunnen de wortels van deze plant ook dienst doen. Bewaar het aftreksel in een fleschje en laat het tweemaal daags op de huid indrogen. 4e. Voor lichte zomersproeten is het vol gende aan te bevelen: neem het sap van een halve citroen en voeg hier drie drop pels zuivere alcohol bij. Doop een watje in deze vloeistof en houdt dit enkele mi nuten tegen de sproetige plekken. Wasch het gezicht een uur later met zuiver water en wrijf er daarna een witte crème in. Nabehandeling. Natuurlijk zijn er nog heel wat andere middeltjes op te^poemen, maar deze zijn zeer zeker de veiligste. U kunt het hier dus gerust eens mee probeeren. Denkt u er eenter aan, dat alle middeltjes, die er op uit zijn de huid op te bleeken, deze ook eenigszins droog maken. Het is dus steeds aan te bevelen een of twee uur na de behandeling de huid in te vetten met gewone cacaoboter en dit, indien eenigszins mogelijk, een uurtje te laten zitten. Een hardnekkig probleem en een vlotte oplossing! Wonderlijk toch! Wij Hollandsche vrou wen zijn in alle opzichten bij de pinken ge noeg.en voor het kleedingprobleem op de fietstocht hebben we nog altijd geen oplossing gevonden. En toch is er geen volk ter wereld, in welks leven de fiets zulk een enorme plaata inneemt als bij ons! Misschien.... ja stellig ls juist dat de oorzaak. We vinden de fiets zoo'n doodge woon ding, bijna een deel van onszelf, we zijn zóó gewend er voor het geringste bood schapje gebruik van te maken, dat we er zelfs niet eens aan denken, dat je gemak kelijk öf lastig, ja zelfs èrg lastig en ver moeiend fietsen kunt. Daar staan we vaak pas bij stil als onze fiets heelemaal stil staat, omdat onze hoed is afgewaaid, ons haar in woeste wanorde verkeert of de strijd tegen de voortdurend opwaaiende rokken ons al te zeer heeft uitgeput. Wist u, I dat Nederland tot voor korten tijd het eeni- I ge land was, waar de vrouw er geen spe ciale fletskleeding op nahield? In Frankrijk, waar de vrouw nu eenmaal haar kleedingproblemen geweldig ernstig opvat en niet rust, voor ze deze radicaal heeft opgelost, zou zooiets een troep meisjes met vuurroode gezichten tegen den wind intrappend, terwijl ze aan één stuk door met een waar engelengeduld naar haar rokken grijpen öf hulpvaardige jonge lui, die achter hoeden aandraven een voudig niet voorkomen! Tot onze verontschuldiging dient gezega, dat we nu eenmaal niet bij elke gelegenheid waarbij we van de fiets gebruik maken, een rationeele kleeding kunnen aantrekken om de eenvoudige reden, dat ons fietsen meest geen sport maar noodzaak is. Onmogelijk om voor ieder boodschapje onze kleeding te verwisselen! Goed. maar op de dagen, dat we voor ons plezier fietsen, moeten we toch heusch eens wat meer aandacht aan ons costuum gaan besteden. Wie dikwijls op mooi zomersche Zondagen bijv. van Utrecht naar Amster dam of langs andere drukke wegen heeft gefietst, weet, dat de onrationeele flets kleeding bij ons hoogtij viert. De hoofden beginnen er beter uit te zien: tot afwaaien geneigde hoeden zijn bijna over de heele linie vervangen door hoofd doeken, banden of mutsjes. Het boven lichaam gaat ook nog wel, maar de bee- nen Opwaaiende rokken zijn nog aan de orde van den dag en slechts hier en daar zien we iets beters. Heel veel vrouwen en na tuurlijk vooral jonge meisjes hebben een oplossing gezocht in de lange donkerblauwe wijde stranbroek. We kunnen dit tenue voor de fiets niet bewonderen. Ten eerste, omdat de rand van de broek steeds weer ergens vastraakt en dan deerlijk gehavend wordt, ten tweede, omdat het geheel er niet zeer fijn en tamelijk onvrouwelijk uitziet Boven dien zijn, als de pantalon wat nauw en van niet al te beste kwaliteit is, vaak de ribbels van de onderkleeding er doorheen zicht baar, wat zeker wel het toppunt van leelijk- heid is. Neen we moeten onverwijld iets anders bedenken. Weg met lange strandbroeken en opfladderende rokken! De oplossing is de rokpantalon van goede kwaliteit en u moogt dit kleedingstuk ook gerust pantalonrok noemen. Het is een ding, dat als rok èn als fiets- broek dienst kan doen: ideaal voor een eenigszins langeren fietstocht Het laat veel bewegingsvrijheid, treedt bij het fietsen als broek op en vertoont zich keurig netjes als rok, zoodra men een eindje gaat wandelen of ergens „pleistert". Het is dus van belang, dat de plooien diep genoeg worden inge legd, dat het kleedingstuk op een rok lijkt. Ook moet men erop letten, dat het uit niet te lichte stof wordt gemaakt, wanneer het voor rok moet dienen, 't Moet een flink eind over de knie reiken, bijv. tot halverwege de kuit en wil men het heelemaal correct heb ben, dan kan een trekslulting worden aan gebracht, die met één beweging van de broek een rok maakt Deze „rok-pantalon" zou eigenlijk fietsuniform moeten worden voor de Hollandsche vrouw! De groote charme van onze zomersche wegen zou er zeker nog bij winnen! dat is het, wat U bereikt met garncering van De Groot! Onze knoopen, ceintures, cor sages, enz. komen regel recht uit Parijs, Wee- nen, Praag en andere mode-centra. Daarom slaagt U bij ons zoo góéd, als U iets origi neels en zeer aparts zoekt. DONKERSTEEG 1 Telef. 706. 3^77 (Ingez. Med.) Bloemetjes zijn heel erg in de mode dit seizoen. En niet alleen de aardige bonte bloemetjes, in borduurwerk uitgevoerd op wit, maar ook het appliqué-werk. Onze teekening toont u een heel gemak kelijk bloemmotielje, aangebracht op witte of gekleurde tule. De bloemetjes en blaad jes worden uit stevig linnen in dezelfde tint als de tule geknipt en hierop beves tigd met een festonsteek in iets donkerder kleur. De hartjes worden eveneens in de tint van dit randje uitgevoerd. Wiegerand, kraagje en jurkje worden, om ze steviger te maken met een afstekende kleur zij of satinet gevoerd. Een aardig idee, vindt u niet? Geen zinneloos regeerend despote, maar uitdrukking van den tijdgeest. Wat is mode eigenlijk? Wonderlijke vraag, waarop welhaast niemand een bevredigend antwoord weet. Eén ding kunnen we ervan zeggen en dat is. wat de mode niet is. Ze is geen zinneloos, klakkeloos regeerende des pote, ze heeft een zekeren achtergrond, die wortelt in den geest van den tijd De mode heeft dus zin, al wordt zij ook duizendmaal voor „onzin" verklaard. Ze is de openbaring van een bepaald aspect van den mensch van een levenshouding in zijn ontwikke lingsgang. Het is wonderlijk om te zien, hoe de por tretten en vooral de vrouwen-portretten uit bepaalde kunstperioden allemaal eenigszins op elkaar lijken, als het ware familietrekken vertoonen. Hoe komt dit toch? Hebben al die schilders elkaar zoozeer beinvloed, dat ze alle vrouwen op dezelfde manier zagen? Heeft de natuur zich zoozeer door een al gemeen schoonheidsideaal, dat toen heersch te. laten beïnvloeden, dat gezicht en figuur der vrouw naar dit ideaal werden gevormd? Of heeft de mensch om modieus te zijn, al die vrouwen zóó geregeerd, dat ze hieraan vrijwillig, haar persoonlijkheid offerden? Al deze drie factoren hebben natuurlijk meegewerkt. Duidelijker wordt echter de zaak, wanneer we voorop stellen, dat de mode, evenals de kunst, haar wetten heeft, waaraan ze ondergeschikt is. De mode is niet vrij, maar gebonden. Zij kan niet an ders uitdrukken dan den tijd, waarin wij leven. Alle vrouwen uit een bepaald tijdperk staan onder den geest van dien tijd en die geest drukt zich uit in de gestalte en 't gezicht en tenslotte in de met deze verschijning har- monieerende kleeding. Voor de mannen geldt deze wet ook, doch in geringere mate. Als we eens een paar portretten uit de gothiek of de barok bekijken, dan zullen we tenzij de kunstenaar er in geslaagd is aan de gezichten en gestalten de uitdruk king van het eeuwig-menschelijke. van dat gene, dat van alle tijden is, te verleenen menschen zien, die in dien bepaalden tijd thuisbehooren en die bijv. in onzen tijd be lachelijk zouden aandoen: de kapsels en kleedingstukken werkten hiertoe mee, maar zeer zeker ook de levensopvatting, zeden en gewoonten. Wij doen aan sport en blijven dus slank. Maar onze slankheid, die krach tig en soepel wil zijn, is een heel andere dan de slankheid der vroegere renaissance, die zacht en ethisch was. De tijd van de roman tiek gaf aan vrouwengezichten een droo- mende uitdrukking met weeke gelaatstrek ken en passieve houding. De uitdrukking van onze vrouwen, is zelfbewust haar hou ding vol ingehouden kracht. Meestal geschieden deze veranderingen in den tijdgeest en dus ook in kunst en mode geleidelijk, doch we hebben op dit gebied ook sprongen beleefd. Het ideale vrouwentype van 1910 is in sterke tegenstelling met dat van 1935 en toch liggen hier slechts 25 jaar tusschen. Iets dergelijks vinden we in den vrij plotse- lingen overgang van rococostijl naar direc toire. Beide keeren bewees de mode, dat zij niet „zoomaar" gebiedt, want zulk een tota le ommekeer in kleeding, houding en wezen hing ten nauwste samen met een ommekeer in de wereldbeschouwing. En nu is dit eigenlijk het merkwaardige, dat dezelfde vrouwen die er 25 jaar geleden vol enthousiasme naar streefden, het ide aaltype van haar tijd nabij te komen, zich nu weer even enthousiast in dezen tijd ont plooien. Het jonge meisje van 1912, dat met haar stijf corsetpantser en chignonkapsel de quadrille danste en zich ingetogen en schuch ter gedroeg, is nu een sportieve vrouw van in de veertig, onafhankelijk en zelfbewust, die haar lenig lichaam, geoefend door sport en spel. harmonisch beweegt enzich heelemaal niet bewust is van deze gedaan teverwisseling! En zoo zijn er jeugdportretten met poe derpruik anno 1785 van vrouwen die om streeks 1800 dus slechts 15 jaar later in Grieksche gewaden, op sandalen rond liepen en zich in dit nieuwe tijdsgewricht volkomen thuisvoelden. Het paradoxale woord: niet de natuur is het voorbeeld van de kunst maar de kunst Is het voorbeeld der natujjr. bevat een kern van waarheid. We zouden het zoo kunnen zeggen, dat de natuur zich onder de vor mende hand van den mensch zonder haar „natuurlijkheid" te verliezen, bij de men- schelijke Idealen aanpast. ZONDAG: Tomaten met gehakt, Kalfs- rollade. Doperwten. Aardappelen, Omelet met gestoofde kersen. MAANDAG; Koude kalfsrollade. Gestoof de sla. Aardappelen, Griesmeelpudding met bessensap. DINSDAG: Rijst. Gekookte eieren. Kerry- saus. Komkommersla. Broodschoteltje. WOENSDAG: Koude ham. Tuinboonen. Botersaus, Aardappelen. Rijstkoekjes. DONDERDAG: Runderlappen. Gestoofde tomaten. Aardappelen. Havermoutpap. VRIJDAG: Gestoofde aal. Kropsla. Aard. appelen. Flensjes. ZATERDAG: Dikke groentesoep. Wentel, teefjes. Vruchten. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Tomatensoep, Gestoofde paddenstoelen met rijst. Deensche vla. 2. Kaascroquetjes. Tomaten en komkom mersla. Aardappelen, Gort met pruimen. 3. Zomererwtensoep. Andijvie in vuurvas ten schotel met bruine boter. Aardappelen. Meloen. 4. Komkommers met eiervulsel en toma tensaus Aardappelen. Kersenpannekoeken. RECEPTEN. Komkommers met eiervulsel. Benoodigdheden 14 personen): 2 flinke komkommers, 4 eieren, 4 lepels melk, peper, zout, '/i L. tomatensaus van: 1 pond to maten, 20 gr. boter. >/t L. water, sago, maggie-aroma Bereiding: De komkommers schillen, in de lengte doorsnijden, het zaad er uit ne men en ze 20 minuten koken in weinig water met zout. Een stukje boter in een. kleine pan laten smelten, de eimassa erin gieten en al roerende laten stollen, totdat men een niet te droge, klonterige massa heeft. Hierna de halve komkommers, die in een vuurvasten schotel gelegd zijn. vullen. De tomaten wasschen in stukken snijden en in de boter 10 minuten smoren Het water toevoegen en ze gaar laten kokee. 110 minuten) Ze zeven en deze massa binden met aangemengde soda. Op smaak afmaken met peper, zout en maggie-aroma. De saus over de komkommers heen gieten en den schotel plm. 10 minuten in een warmen oven zetten. Kersenpannekoeken. Benoodigdheden 14 personen l200 gr. bloem. 2 eieren. 4 d.L. melk. zout, ruim pond ontpitte kersen, poedersuiker, boter. Bereiding: De bloem met wat zout in een kom doen. de eieren en 1 d.L. melk toe voegen en roeren tot alle klontjes uit het deeg zijn. Dan de rest van de melk en de gewasschen. ontpitte kersen toevoegen. In een kleine koekepan een flinken theelepel boter laten smelten, goed heet laten worden en een flinken lepel beslag erin gieten en in de pan uit laten loopen. Er op letten dat in elke pannekoek 8 a 10 kersen komen. Ze lichtbruin bakken aan beide kanten en dadelijk na het uit de pan nemen met poedersuiker bestrooien Ze opstapelen en warm opdienen. Nieuwe aardappelen. Gekookte nieuwe aardappelen, die over gebleven zijn kan men den volgenden dag niet tot puree verwerken. Ze zijn daarvoor te glad, zoodat men nooit een mooie, luch tige puree krijgen kan. Men kan ze echter op verschillende ma nieren bereiden en dan als warm of koud gerecht geven aan de koffietafel of aan het middagmaal. De eenvoudigste manier is natuurlijk ze te bakken, in plakjes gesneden, in blokjes, of heel gelaten. Men gebruike dan slaolie of boter voor het bakken, dient ze vlug op, bestrooid met wat fijn zout en geeft er bijv. wat kropsla bij. Een tweede manier is de gekookte aardappelen in niet te dunne plakjes snijden en deze voorzichtig aan te maken met wat olie, azijn, peper en zout. Wat gehakte peterselie strooit men er over heen. als de olie en azijn wat in de aard appelen getrokken is, dus even voor het opdienen. Heeft men wat groente over. bijv. spercie. boontjes, worteltjes of doperwten, dan kan men die er in stukjes gesneden, voor zoover noodig is. door heen roeren, of men legt een rand in plakjes gesneden tomaat om de aardappelsla heen of wat blaadjes kropsla. Ten derde kan men de aardappelen op dienen in een sausje, bijv. in kaassaus of in tomatensaus. De aardappelen worden in plakjes gesneden, in een vuurvast schoteltje gedaan en bedekt met niet te dikke kaas saus of tomatensaus. Voor de kaassaus rekent men per d.L. melk lepel boter en 1 lepel bloem. Naar smaak roert men er kaas doorheen en strooit voor het schoteltje in den oven gaat. nog wat gerasDte kaas er over en schenke er wat gesmolten bo'er op. Voor de toma tensaus rekent men voor L. saus 1 pond tomaten en bereidt deze als in het recept: gevulde komkommers met tomatensaus. Ook kan men plakjes aardappel en plak jes tomaat laag om laag in een vuurvasten schotel doen. De tomaten bestrooit men met peper en zout. het laatst bedekt men alles met. paneermeel en een paar stukjes bofer en laat alle' in den oven goed warm worden (15 minuten). Tot slot kan men de aardappelen bakken met wat gesnipperde uien of als dc aard appelen gebakken ziin er wat blokjes kaas doorschudden.De kaas moet dan even gaan smelten voor men alles opdoet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9