Het rooien van bloembollen Prins Bemhard te Utrecht LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Het nichtje van kuiten 79ste Jaargang FEUILLETON PRINS BERNHARD VERLAAT HET JAAR- BEURSGEBOUW TE UTRECHT - na een cau serie te hebben bijgewoond van dr. F. H. Fentener van Vlissingen over zijn reis door Indië. TRAINING VAN BEP VAN KLAVEREN. In verband met den wedstrijd om het kampioenschap van Europa tegen den Franschen kampioen Tenet in het Feijenoord-stadion op 17 Juli a.s. Van Klaveren in actie tegen zijn sparringpartner Jo de Groot. tRechts de manager TEeo Huizenaar). DE INSTALLATIE VAN DEN PRESIDENT VAN IER LAND. De 78 jaar oude president dr. Douglas Hyde in specteert de eerewacht na zijn installatie. DE DEELNEMERS AAN HET WEGENCON GRES maakten een excursie naar den Wierin- germeerpolder en den Afsluitdijk. Het gezelschap bij het monument op den Afsluitdijk. IN DE BLOEMBOLLENSTREEK heeft men een aanvang gemaakt met het rooien der bollen. Foto genomen te Hillegom, waar velen aan het werk zijn om de bollen uit den grond te halen. DE INAUGURATIE VAN PROFESSOR M. A. BOUDIJK BASTIAANSE - tot Koogleeraar in de medisdho faculteit aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. Tijdens de rede van den nieuwen hoogleeraar. Op de voorste rij links v.l.n.r.weth. Jac. Rustige, weth. G. Baas Kzn.* en de gemeente-secretaris mr. S. J. van Lier. MET DE „EFA" de motorraceboot van den heer Malg- huis uit Amsterdam, waarmede deze aan de int. wedstrij den in Engeland zal deelnemen, werd op den Amstel ge oefend. De ,,Efa" kan 90 k 100 k.m. snelheid bereiken. AUSTIN GEVALLEN maar niet geslagen. De Britsche tennisspeler in zijn wedstrijd tegen G. Mako (Amerika) te Wimbledon, yan wien hij won. door LADY TROUBRIDGE. I 20) Llnet verbaasde zich, want hij had afge sproken met hen te dineeren en daarna mee te gaan naar een uiterst modern bal, waar zij om tien uur uitgenoodlgd waren, als het groote diner voorbij was. Een oogenblik aarzelde Marcus en deed alsof hij druk bezig was zijn sigaret aan te steken. Toen nam hij Linet's handje en bestu- I deerde afwezig haar mooie, ovale, roze I nageltjes. „Heel erg", zei hij ontwijkend, „maar ze I hebben me gelijmd voor een diner bij die I Amerikaansehe vriendin van Carrie Je I hebt nu eenmaal vrouwen, die geen welge- I ring accepteeren en dus heb ik maar ge- I zegd, dat ik zou komen. Maar ik zal den I heelen avond verlangen naar het oogen- I blik, dat jij komt. Dat begrijp je toch wel, I is het niet?" En Llnet zei dat zij het volkomen be- I greep. Doch dat nare gevoel van onzeker- I heid en teleurstelling werd sterker en zij I was blij, toen zij Ladogan Terrace bereik- I ten en een" slaperig dienstmeisje de deur I voor haar opende. „Morgen", zei Marcus met een charman- ten glimlach, toen zij naar binnen ging. Linet beantwoordde dien glimlach, maar toen zij de trap opliep en de deur van haar slaapkamer achter zich sloot, begreep zij niet. hoe het kwam, dat zij zich zoo teleur gesteld gevoelde. Van al de opwinding van dien avond was niets meer over. Zij was moe en een beetje gedesillusio neerd. Maar het was toch een zalige avond geweest. Marcus had haar gekustMar cus. dien zij toch zoo vreeselijk graag mocht lijdenEn toch had zij den indruk, dat het voor hem iets anders geweest was. dan voor haar. En hij had zich toch werkelijk niet be hoeven te laten „lijmen", zooals hij zich uitdrukte, door Luella Clarke Davies. als hij van plan geweest was met Linet mee te komen. Toen begon zij zichzelf onder handen te nemen. „Waarschijnlijk ben ik de landelijke on schuld", besloot zij, „om te denken, dat een man niet van ie houdt, als hij je kust en je niet prompt daaron ten huwelijk vraagt. Natuurlijk houd* hii van me en als het "eschikto oogenblik zich voordoet, zal hij ook wel ernstig zijn. Morgen misschien wel." En' met de gedachte aan „morgen" viel Linet in een droomloozen slaap. Voet.", zei tante neatriee den voleen- rï«n rnfinpn ru»t, een stem. die uitemt, koel Honk. ladv movno is zoo "'-iendeliik ge weest, te vragen of ïii eeliik met- Tanis. bruidsmeisje wilt ziin bij het huwelijk van haar dochter Pamela." „Ik?" zei Linet opgetogen. „Wat eenig. Maar ik ken haar nauwelijks." „Dat", legde tante Beatrice een beetje scherp uit, „heeft niets met het geval te maken. Een van de bruidsmeisjes ls plotse ling ziek geworden en jij hebt ongeveer het zelfde figuur en kunt heel goed haar japon dragen. Dat is de reden, waarom zij jou wilde hebben, lieve kind. Nergens anders om." „Oh." Linet's stem klonk veel minder enthousiast. Tante Beatrice had een bijzondere ma nier om alles te kleineeren, waardoor zelfs de heerlijkste dingen hun glans schenen te verliezen. Zij scheen er tegenwoordig inder daad behagen in te scheppen Linet klein te houden en begon een betoog over de kos ten. die een nieuwe japon voor het bruids meisje zou meebrengen, „want ik zal na tuurlijk de moeder van het meisje schade loos stellen", en ging hier zoo lang op door tot Linet voorstelde, dat zij er vanaf zou zien om bruidsmeisje te zijn. Natuurlijk vond tante Beatrice dat Idee belachelijk en toen dat onderwerp afge handeld was had zij nog een appeltje met Linet te schillen over den vorigen avond. Linet was spoorloos verdwenen en toen tante Beatrice en Tanis naar huis wilden, was zij nergens te vinden geweest. Het was heelemaal niet In den haak ge weest, dat zij jia het souper weer naar boven gegaan was, zonder eerst haar cha- Deronne te vragen, hoe lang deze nog dacht te blijven. Linet bood zoo goed zij kon haar veront schuldigingen aan en gevoelde plotseling, dat de koele, blauwe oogen van haar tante haar scherp en onderzoekend aanzagen. „A propos", vroeg mrs. Winsley op luch- tigen toon, doch met een niet te misken nen bedoeling: „Hoe kwam het, dat jij met Lord Rowant soupeerde?" „Ik was er heelemaal niet op gesteld met hem te soupeeren", zei Linet openhartig. „Alleen zijn broer, die zieke jongen, stond er op en toen kon hij er niet van af". Als bij tooverslag helderde tante Bea trice's gezicht op. Haar glimlach kwam weer te voorschijn en zij zei vriendelijk: „Ik zie, dat je een brief hebt van je moe der. Is alles goed?" „Ja dank u, tante Beatrice." Doch Linet's oogen dwaalden weer af naar den brief, dien zij nog niet uitgelezen had en tante Beatrice, die dien wenk be greep, liet haar nichtje alleen. „Ik ga weg. Dan kun je hem rustig le zen," zei zij. „Doe haar mijn hartelijke groeten, als je haar schrijft en zeg, dat je je over het geheel goed gedraagt." „Over het geheel," peinsde Linet, toen zij zich weer in de dichtbeschreven velletjes verdiepte „Wat bedoelde tante Beatrice daar in vredesnaam mee?" Toen vergat zij het gesprek en genoot van haar brief, waaruit bleek, dat haar moeder haar schriftelijk even goed begreep, als wanneer zij samen praatten. „Ik geniet van je beschrijvingen van al de dingen, die je gedaan en gezien hebt en de menschen, waar je mee kennis hebt ge maakt". schreef haar moeder, „en hoewel ik er zelfs heimelijk niet aan denk je uit te huwelijken, interesseert het me toch heel erg. met wie mijn lieve kind zoo al in aan raking komt. Misschien heb je wel gelijk, dat ik niet zóó enthousiast zou zijn over dien charmanten Standish, maar ik ben nu eenmaal wat ouderwetsch en ik geloof niet, dat het goed is, dat jonge menschen zoo roekeloos met geld omspringen, dat hun niet toebehoort, doch zoolang mijn Li net haar hart niet te spoedig verliest en niet van den verkeerden man gaat houden, verheugt het mij, dat je met allerlei slag mannen in aanraking komt en op deze wijze eenige ervaring opdoet." Toen volgden er allerlei nieuwtjes uit het dorp. Dat de delphiniums reusachtig hoog geworden waren, en dat de geraniums ver regend waren en de stokrozen er heel slap bij hingen. „En nicht Kitty is een paar dagen bij me, waar ik erg blij om ben, want vooral de avonden waren wel eens een beetje een zaam. Zij spreekt er over een boottocht te gaan maken en eerlijk gezegd, benijd ik haar hartgrondig. Je weet dat het altijd een illusie van me geweest is om te reizen." Toen volgde er aan het slot van den brief nog een zinnetje, waarbij Linet haar wenk brauwen optrok. „Ik vraag me af, of je dien Lord Rowant ook ontmoet hebt. over wien wij destijds nog gesproken hebben. Weet je nog, dat je me eens een foto van hem hebt laten zien? Nicht Kitty kent die familie en zegt, dat hij op zijn buitenverblijf in het Noorden zeer bemind is." Dit schrijven bracht iets mee van de sfeer van haar geliefde tehuis. Zoolang haar moeder er nog was, kon de rest van de wereld haar niet al te zeer deeren. 'Nadruk verboden). (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5