80e Verjaardag mr. D. Fock- Wielerkampioenschappen van Nederland 79sfe Jaargang LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad Het nichtje van kuiten FEUILLETON DE SOSTE VERJAARDAG VAN DEN OITD-G.G. VAN NED.- INDIc, MR. D. FOCK. Tijdens het diner in het Palace-hotel te 6cheveningenv.l.n.r.mr. D. Fock, min.-pres. dr. H. Colijn en de minister van Financiën, mr. J. A. de Wilde. EEN HENGELAAR te Zeven huizen wist dezen karper, zwaar 21 pond en 82 c.m. lang met een hen gel te verschalken. DE LONDENSCHE HAVENPOLI TIE hield haar jaarlijksche red- dingdemonstraties. Een politieman springt gekleed een drenkeling na. BOMMENWERPERS VOOR FINLAND. - Twee door de Bristol Blenhime fabrieken te Bristol (Eng.) voor Finland vervaardigde bommenwerpers, landden op reis naar hun plaats van bestemming op Schiphol om brandstof in te nemen DE KAMPIOENSCHAPPEN WIELRENNEN VAN NEDERLAND 1938 OP DEN WEG verreden bij Valkenburg. De renners in het prachtige Limburgsche landschap. Bij de mergelgroeve op den Geulemmerberg. LEDEN VAN DE KENT LAWN TENNIS ASSOCIATION toonen hoe men in 1873 voor het eerst in Engeland tennis speelde. Spelers en toeschouwers zijn gekleed in costuums uit dien tijdig TE DELFT wordt hard gewerkt aan de voorbereiding van het lustrumspel ,,Jan Klaassen". De bouw van de tribune voor de Nieuwe Kerk is in vollen gang. door LADY TROUBRIDGE. 14) „En vergeet vanavond op het bal, na de opera, ook niet den goeden raad, dien ik je gegeven heb. Als je dien jongen Vereker ziet, dans dan met hem, inplaats van in een hoekje met dien jongen Standish te zitten praten." En met deze laatste scherpe opmerking schreed Tante Beatrice, kaarsrecht en haar schouders naar achteren, de kamer uit, waar zij een verslagen en een verwarde Linet achter liet. Het was een opluchting, toen Tanis eenlge oogenbllkken later binnenkwam en het vertrek rondkeek naar haar moeder, „Moeder uit?" vroeg zij. „Ja, net." „Mooi, dan ga ik ook weer." Doch Tanis scheen geen haast te hebben. Zij stak een sigaret op uit een van de groote zilveren aoozen en wierp nu en dan een blik op Linet. „Wat scheelt er aan? Standje gehad van moeder?" Na den dag van den polowedstrijd, waar zij haar nichtje gevraagd had een leu gentje voor haar te lanceeren, waar deze, tegen haar zin, gehoor aan had gegeven, was Tanis tamelijk vriendschappelijk ge weest en had dikwijls op het punt gestaan vertrouwelijk te worden. Dat leek ook nu weer het geval. Het was duidelijk, dat zij zich niet langer tegen de aanwezigheid van het meisje in haar ouderlijk huis verzette en zl) scheen er zelfs een genoegen in te scheppen met Linet uit te gaan. Naast de eenvoudige Li net kwam Tanis nog brillanter uit. Met eenigen tegenzin herhaalde Linet ongeveer het gesprek met Mrs. Winsley en Tanis lachte spottend. „Net iets voor haar", merkte zij op. „Maar stoor je daar niet aan hoor, tenzij je er natuurlijk net zoo over denkt. Ik heb een nieuwtje voor haar, dat haar wel in een goed humeur zal brengen." Zij zweeg een oogenblik en zei toen: „Torquil Rowant komt vanavond in onze loge. Hij heeft zoo juist opgebeld. En dat sluit in, dat hij met ons naar het bal van de St. Keyne's gaat. Moeder zal dus wel ln den zevenden hemel zijn." Linet keek haar verbaasd aan. Zij be greep nooit waarom Tanis op dien toon over Lord Rowant sprak. Het was een min achtende, uiterst cynische toon, alsof het alleen maar de schuld van haar moeder was, dat hij zoo dikwijls werd ultgenoodigd. En toch was het Linet in het geheel niet ontgaan, dat als hij aanwezig was, Tanis alles in het werk stelde, om zijn aandacht te boeien en hem aan haar zijde te houden. „Geef je echt niet om Lord Rowant?" vroeg zij plotseling in een opwelling om dit raadsel op te lossen. Zij, Linet, mocht dien man nu eenmaal niet, maar zij kon zich heel goed voorstellen, dat een ander meisje zich tot hem gevoelde aangetrokken. Het leek haar alleen niet heelemaal fair om achter zijn rug op zoo'n minachtenden toon over hem te spreken en in zijn gezicht zoo vriendelijk te zijn. Tanis ried haar gedachten. Zij nam haar sigaret uit haar mond en keek Linet strak aan. „Ik ben een echte dochter van mijn moeder", merkte zij cynisch op. „Waarmede ik bedoel, mijn landelijke onschuld, dat lk niet zoo onverstandig zal zijn den rijksten bult van het seizoen door mijn vingers te laten slippen, als ik de kans krijg." „Oh Tanis, dat meen je toch niet echt?" Linet's toon deed Tanis in lachen uit barsten. „Natuurlijk meen ik dat", zei zij met na druk. „Ik veronderstel, dat het niet geheel en al tot je is doorgedrongen, dat moeder met angstwekkende snelheid bezig is, zich door haar kapitaaltje heen te werken, om dat succes te verzekeren en dat wij leelijk aan den grond zullen zitten, als ik mijn kaarten verkeerd zou spelen. Dan zou ik ergens mannequin kunnen worden of een ellendig baantje als winkeljuffrouw moeten zoeken. En daar bedank lk voor. En dat heb ik Elfred ook gezegd", mompelde zij. „Watbegon Linet. Linet gevoelde, dat zij iets voorzichtig moest vragen, doch Tanis was ln een roekelooze bui en het kon haar niet sche len, wat zij zei. „Grootendeels bestaat het heele geval alleen maar in moeders verbeelding", gaf zi.i eenlgszins aarzelend toe. „Maar hij schijnt me wel te bewonderen en hij komt hier vrij veel en dat zou hij niet doen, als hij er geen bedoeling mee had. Bovendien is er niemand anders. Dat weet ik absoluut zeker, hoewel alle meisjes jacht op hem maken." Linet glimlachte bij deze opmerking, hoewel zij leelijk geschrokken was van de openhartige verklaring van haar nichtje. „Daar is hij toch eigenlijk te goed voor", dacht zij onwillekeurig. Om getrouwd te worden, alleen maar ter wille van zijn hulzen, zijn jacht, zijn rijkdom, en zijn titelal die dingen, die tante Beatrice en Tanis zoo aanlokten en oorzaak waren, dat zij zooveel werk van hem maakten. Hij zag er echter niet naar uit, alsof hij in een dergelijke val zou kunnen loopen. Die resolute mond en die rustige, doordrin gende oogen wezen toch wel op een ster ken wil en het leek haar niet waarschijn lijk, dat hij ooit Iets tegen zijn zin zou doen. Maar Tanis was nu eenmaal een schoon heid en had haar zinnen er op gezet met hem te trouwen. Het was dus niet geheel en al uitgesloten, dat zij haar zin zou weten door te zetten. Hardop zei Linet: „Maar als die andere meisjes dan ook jacht op hem maken, wat dan?" En zij dacht aan de schattige tweelingen Baba en Fenella Blake, met wie zij laatst geluncht had. Een van haar had Linet toen in vertrouwen meegedeeld, dat zij dol was op Torquil Rowant en hem den knapsten man vond van heel Londen. Bij deze vraag trok Tanis de wenkbrau wen op; een beweging, die haar sterk op haar moeder deed gelijken. „Dan zullen ze merken, dat ze rekening met mij moeten houden", antwoordde zij ernstig. „Er zijn genoeg manieren om een man van een meisje af te houden en die ken ik allemaal. En die zal ik gebruiken ook als ik ooit mocht merken, dat een ander me den loef tracht af te steken." Als Tanis zoo sprak, leek zij op een schoone Medusa en was de uitdrukking van haar knappe gezichtje onheilspellend en wreed. Ondanks zichzelf huiverde Linet, want nu herinnerde zij zich weer de andere woorden, die Tanis eens gesproken had: „En wat als zij tracht Torquil Rowant ln haar netten te verstrikken?" En toen was het over haar, Linet, dat zij gesproken hadden. Zij keek haar nichtje eens aan en be dacht, dat dat ln ieder geval het laatste was wat ooit zou kunnen gebeuren. Toch bleef een vaag gevoel van angst haar bij en dat werd zelfs niet weggenomen, toen Tanis, weer geheel de oude, haar verder meedeelde, wie er nog meer ln de loge zou den zijn. „Voor jou is je vriendje Marcus er", plaagde zij. ,Daar heb ik voor gezorgd, net zoo goed als lk er voor gezorgd heb, dat Eldred Byrne vanavond niet zal komen. Dan hebben we Colonel Braton voor moe der, en misschien komt Carrie Carstairs met een Amerikaansch meisje, dat op het oogenblik bij haar logeert. Ik had die twee niet willen vragen, maar moeder stond er op; natuurlijk alleen omdat Carrie op zoo'n goeden voet staat met de St. Keyne's. Door haar bemiddeling hebben we trouwens laatst ook die uitnoodlglng voor het bal gekregen", eindigde zij openhartig. Dat was een goede eigenschap van Tanis. Zij was volkomen eerlijk en stak ook de slechte dingen niet onder stoelen of ban ken Toen zij Linet dus een complimentje maakte, wist Linet, dat dat eerlijk gemeend was en deed het haar genoegen. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5