UILTJE Ons Kort Verhaal De centrale luchthaven bij Leiden LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Zaterdag 18 Juni 1938 F inancieel-Economisch Weekoverzicht De fout van Roosevelt 15 Weinig opgewektheid in Nederland en Indië After-Dinner (Van onzen financieelen medewerker). Toen in 1933 Roosevelt zijn breede schou ders onder den zwaren last der Amerikaan- sche Administratie zette, deed hij dit vast beraden-glimlachend onder de leuze: „re- lief-reform-recovery", hetgeen wil zeggen: ondersteuning en werkverschaffing, oprui ming van sociale, financieels cn economi sche misbruiken, financieel en economisch herstel. Thans, ruim vijf jaren later, be vindt Amerika (kurk waarop 's werelds economisch leven grootendeels drijft) zich in een depressie, die bijna even diep is als ja, in sommige opzichten zelfs dieper, dan die van het jaar, toen Roosevelt de teugels in handen nam. In dien tusschentijd heeft Amerika tennaastenbij 15 milliard dollar in het Amerikaansch economisch leven ge pompt en het staat op het punt, het pomp werk met kracht te hervatten. Het is dui delijk, dat hier ergens een hoogst ernstige fout moet zijn gemaakt. Die fout ligt in het tweede deel der leuze „reform". Zon der over het hoofd te zien, dat Roosevelt principieel gelijk had, toen hij het mes zette in vele sociale euvelen, die Amerika's groote ondernemingen op onverantwoor delijke en vaak gewetenlooze wijze hadden laten voortwoekeren, moeten wij hem er toch van beschuldigen, dat hij door zijn te uitgebreide, te doortastende en te snelle hervormingsmaatregelen, die 't geheele za kenleven plotseling ondermijnden, juist de krachten die het herstel moesten teweeg brengen, heeft gesteriliseerd. Zijn hervor mingen, die meer begonnen te lijken op een sociale revolutie, hebben het herstel in de kiem gesmoord. Zoolang deze strijd tusschen hen, die aan hervorming grooter gewicht toekennen dan aan herstel, niet is uitgestreden, zoolang zal een permanen te verbetering van Amerika's economisch leven moeten uitblijven. Alle optimisme verdwenen. Amerika zelf schijnt deze schrijnende waarheid thans te hebben erkend, althans diegenen, die zich niet langer laten ver blinden door het valsche licht van con- junctuurbeheerschlng. Van optimisme, een.s Amerika's groote eigenschap, is haast ner gens meer sprake. Men ziet nauwelijks eenig lichtpunt. Zeker, er zijn weer eco nomen, die een opleving tegen den herfst tegemoet zien. Het zijn dezelfden, welke ook die „opleving in het voorjaar" hebben voorspeld, die nooit werkelijkheid is ge worden. Hun voorspelling is op zich zelf niet moeilijk verklaarbaar en men kan ver zachtende omstandigheden voor deze eco nomen aanvoeren. Het is immers thans we! een uitgemaakte zaak, dat niemand redelijkerwijze het conjunctuurverloop vetder dan voor een periode van hoogstens drie maanden kan voorspellen. Welnu, waar het nagenoeg zeker Is. dat vóór Sep tember in elk geval geen herstel uit de depressie kan intreden, daar is het al thans verklaarbaar, dat men een opleving gaat verwachten tegen den tijd, dat deze zich steeds op grond van seizoensinvloeden baan breekt. Men beseffe echter wel, dat deze voorspelling geen enkelen op feiten gebaseerden grondslag heeft en louter een voorspelling is ..pour besoin de la cause". Zij, die met beide beenen in het zakenle ven staan, zij hebben te concludeeren uit het prijsverloop. de Intensiviteit der bin nenkomende orders, de mate der verkoo- pen in den kleinhandel, de ontwikkeling der voorraden, en al deze factoren te za- men geven blijkbaar geen enkele aanlei ding tot een hoopvolle stemming. Zoo is een man als Sloan, president van het machtige General Motor-be drijf. die kort geleden nog tot de ex- officio-optimisten behoorde, overgeloo- pen naar het kamp der zwartkijkers. Wat wij thans doorleven, zoo verklaar de hij, is niet langer een tijdelijke recessie, doch een op- en top-depres- sie. Volgens hem is er geen enkele reden tot optimisme en. zich beper kend tot zijn eigen bedrijf, verzekerde hij met grooten nadruk, dat de auto mobielindustrie voorloopig zeker niet zou kunnen bijdragen tot de zoo nood zakelijke vermeerdering der werkge legenheid. Lawine van ongunstige berichten. En hier volgen eenige willekeurige gre pen uit den stroom van Amerikaansche berichten, die eiken ochtend onzen ontbijt- disch vergallen: de wagonladingen zijn deze week gedaald tot het laagste cijfer voor dit jaar; de afleveringen der U. S. Steel hebben het laagste cijfer bereikt sinds December 1934; de „business index" van de Annalist heeft den laagsten stand bereikt sedert April 1933; de verkoopen der groote warenhuizen bewegen zich om een peil, dat 16 pCt. onder dat van het gemiddelde van 1937 ligt; de omzet ter beurze van New York is tot een minimum ingekrompen en was Zaterdag J.l. de laag ste sindsAugustus 1918. Deze lawine van ongunstige conjunc- tuurberichten gaat logischerwijze gepaard met allerhande geruchten. Zoo duike haast eiken dag het gerucht op van een nieuwe devaluatie van den dollar, een gerucht, dat om den anderen dag weer officieel wordt gedementeerd. Nu is het ongetwijfeld juist dat deze dementi's (de ervaring heeft het geleerd) niet de minste waarde hebben, terwijl Roosevelt zeker principieel geen enkel gewetensbezwaar heeft tegen een verdere muntverzwakking. Toch gelooven wij nauwelijks, dat hij een opportuniteit zal aandurven. In de eerste plaats weet hij, dat de eerste devaluatie practisch slechts windeieren heeft gelegd en in de tweede plaats kan hij er van overtuigd zijn, dat een dollar-devaluatie vrijwel on middellijk zal worden gevolgd door een verdere depreciatie van pond, gulden en andere valuta's, waardoor het reeds zoo problematische voordeel al bij voorbaat wordt uitgewischt. Monetaire onrust. Toch heerscht er met het oog op 'een eventueele waardevermindering van den dollar weer eens monetaire onrust. Vlucht te enkele weken geleden het kapitaal, uit vrees voor een Europeeschen oorlog. West waarts over den Oceaan, thans is weer een hevige vlucht in omgekeerde richting merkbaar: men verkoopt dollars en vlucht in andere valuta's of liever nog in goud, dat weer in groote hoeveelheden in de safe en de kous wordt geborgen, tot een voor loopig verdwijnen der monetaire onrust het er weer uit te voorschijn zal tooveren. Tprecht schreef mr. Trip in zijn jaarver slag. dat de waarde van het monetaire Drielanden-Accoord slechts zeer betrekke lijk is, zoolang elk land om economische redenen vrij blijft zijn munt te verzwak ken en zoolang het accoord met een ter mijn van 24 uur kan worden opgezegd. Men mag zich dan ook niet er over ver wonderen, dat het vleugje opgewektheid, dat eind vorige week de harten van Am sterdam's effectenmannen sneller deed kloppen, weer voor een lustelooze stem ming heeft moeten plaats maken, zoo nu en dan door een tikje inflatie-stemming onderbroken, waarbij echter nimmer een verlevendiging van den handel merkbaar is. Nederland en Indlë. De ontwikkeling van het economisch le ven in Nederland en vooral in Ned.-Indië geeft evenmin eenig voedsel voor een stem ming van opgewektheid. Het jaarverslag der Javasche Bank, dat, als gewoonlijk, een uitnemend vogelvlucht-beeld van Indië's economische en financieele ontwikkeling laat zien, hinkt dan ook op twee gedach ten. Het wijst op de sterke verbetering, die in 1937 heeft plaats gevonden, doch stelt daarnaast de fenomenaal snelle daling der productenprjjzen, welke in enkele maan den tijds het zoo florissante beeld van toe nemende welvaart danig heeft vertroebeld. Het staat wel vast, dat de meeste cul tuurondernemingen (thee wellicht uitge zonderd) de over het boekjaar 1937 niet tot uitkeering gebrachte doch gereserveer de winsten reeds over het loopende boek jaar noodig zullen hebben, willen zij al thans niet terstond weer tot een passee ring van het dividend overgaan: een dui delijk bewijs voor de onjuistheid der nieuw bakken en van sommige zijden sterk ge propageerde theorie, dat groote reservee ringen thans uit den booze zijn en de winsten zooveel mogelijk in het maat schappelijk leven moeten worden gepompt. SITUATIE VLIEGVELDEN IN HET V/ESTEN DES LANDS Het voorstel van de Regeering om over te gaan tot den aanleg van een centraal vliegveld nabij Leiderdorp heeft zeer veel stof doen opwaaien, schrijft ons de K. N A. C. Zeer groot was het aantal aanvragen om inlichtingen, die haar bereikten inzake de bestaande en toekomstige wegen, welke het nieuwe vliegveld verbinding zouden moeten geven met de verschillende ge meenten. Ter informatie kan omtrent het wegen- vraagstuk het volgende worden mede gedeeld: Het vliegveld „Leiderdorp" is geprojec teerd nabij het kruispunt van den nog aan te leggen Rijksweg no. 4a (Ypenburg- Burgerveen) met den ouden rijksweg Lei denUtrecht en zou dus in de onmiddel lijke nabijheid van Leiden komen te liggen op ongeveer 25 kun. van Schiphol en 34 k.m. van den Dam te Amsterdam. De af stand tot het Buitenhof te Den Haag zou dan ongeveer 20 k.m. bedragen en die tot de Coolsingel te Rotterdam zou ongeveer 35 k.m. worden. Voor andere plaatsen zou den de afstanden, alle gerekend tot het centrum der gemeente ongeveer de vol gende zijn: Utrecht over Bodegraven 51 k.m.; Gouda 39 k.m.; Dordrecht 54 k.m.; Naaldwijk 43 k.m.; Lelden 4 k.m.; Aalsmeer 22 k.m.; Haarlem 33 k.m.; Hilversum over Aals meer 54 k.m. Verschillende wegen, waarmede bij de afstandsbepaling is rekening gehouden, be staan momenteel nog niet, doch zijn slechts geprojecteerd of gedeeltelijk in uit voering. De belangrijkste daarvan is natuurlijk de Rijksweg no. 4a. die als hoofdtoegangsweg naar het nieuwe vliegveld ls gedacht. Deze rijksweg is voor het eerst op het Rijkswegenplan 1938 verschenen; op de oudere wegenplannen komt hij niet. voor. Hij begint aan den asfaltweg van 's-Gra- venhage naar Rotterdam even ten Noor den van het vliegveld Ypenburg (dat later ook zijn hoofdingang op dezen nieuwen weg zal krijgen), kruist ten Oosten van Voorburg den nieuwen Rijksweg van 's-Gravenhage naar Utrecht, waarmede ter plaatse tevens verbinding verkregen zal worden en loopt dan vrijwel parallel aan de Vliet en het Rijn-Schiekanaal over Lel- dcvö.ip (kruising met den weg Leiden- Utrecht) ten oosten van Lelden langs, rechtuit naar deu nieuwen Rijksweg Am- sterdam-Sassenheim in den Haarlemmer meerpolder. Op de begrooting voor 1938 is voor grondaankoop en begin van uitvoe ring der werken voor het zuidelijk gedeelte van weg no. 4a, van Ypenburg tot Voor schoten, een bedrag uitgetrokken van f. 250.000. terwijl de totaalkosten van dit wegvak zijn geraamd op f3.450.000. Voor het noordelijke vak van Voorschoten tot Burgerveen, waaraan dan het nieuwe vliegveld zou komen te liggen, is een be drag geraamd van f. 6.000.000. In 1938 is voor dit vak echter nog geen geld op de begrooting geplaatst. Het ligt n.l. op het oogenblik in het voornemen eerst een ver bindingsweg te maken van Voorschoten naar den Rijksweg bij Oegstgeest (de zgn. Rijksweg no. 4b). zoodat het verkeer van Rotterdam naar Amsterdam voorloopig zou rijden via Ypenburg, Voorschoten, Oegstgeest en Sassenheim. Voor Rijksweg no 4b die in totaal f. 2 500.000 zal gaan kosten is «oor 1938 een bedrag van f. 100.000 gereserveerd voor grondaankoop. Omtrent den voor het nieuwe vliegveld zoo belangrijken schakel Voorschoten- Burgerveen deelde dr. ir. L. R. Wentholt. hoofdingenieur-directeur van den Rijks waterstaat en hoofd van den Centralen Dienst van de Wegen en de Bruggen op den Derden Wegverkeersdag van de K. N. A. C. in November 1.1. mede: „Door aanleg hiervan wordt bereikt, dat: a. De verbinding tusschen Rotterdam en Amsterdam 4.3 k.m. korter wordt. b. Een verbinding tusschen Den Haag en Amsterdam wordt verkregen, welke, daar zij van Vcorburg tot Amsterdam autosnel weg zal zijn. het voordeel biedt, dat de ge vaarlijke Leidscheweg kan worden ge meden. c. Een kortere verbinding tusschen Lei den en Amsterdam wordt tot stand ge bracht. Hoewel het groote nut van dit wegvak bezwaarlijk kan worden ontkend, staat aan de andere zijde toch wel vast. dat daaraan in mindere mate behoefte be staat dan aan de verbindingen Amster dam-Utrecht en Ypenburg-Oegstgeest. In verband hiermede en omdat dit wegvak bijzonder duur is, zal nader moeten worden overwogen, wanneer dit zal worden uitge voerd. Daarbij zal aandacht zijn te schen ken aan de onderlinge verhouding tusschen de kosten van verschillende alsdan nog uit te voeren werken en het daardoor te stichten nut". Uit deze woorden blijkt dus, dat nog geen beslissing genomen is omtrent het tijdvak, waarin de weg Voorschoten - Burgerveen tot stand zal worden gebracht, al spreekt het vanzelf, dat, wanneer tot den aanleg van het vliegveld .Leiderdorp" wordt besloten, ook terstond met den aan leg van dit weggedeelte moet worden be gonnen. Daardoor zou weg 4b, Voorschoten- Oegstgeest direct aan belangrijkheid in boeten en mag men zich afvragen, of daar nu wel 2'/; millioen aan dient te worden besteed. De overige bij de afstandsberekening gebruikte routes, die thans nog niet geheel zijn voltooid, zullen in ieder geval eerder in gebruik genomen kunnen worden dan het belangrijkste vak Voorschoten-Burgerveen. Ook aan de kortstondige welvaart der inlandsche bevolking is een geduchte knauw toegebracht. Wanneer men slechts bedenkt, dat de 300.000 inlandsche gezins hoofden, welke, grootendeels op instigatie der regeering. hun lapjes grond destijds In rubbertuinen hadden omgezet, thans plotseling hun productie met bijna 50"/i> tegenover het vorig jaar moeten inkrim pen en de opbrengst tegelijkertijd met ca. 40°/® tegenover een jaar geleden zien da len, dan begrijpt men, dat alle weelde, waartoe zij zich het vorig jaar in den vorm van allerhande katoentjes, rijwielen, klok ken, ja zelfs auto's hebben laten verlei den, weer een ..thing of the past" is. Het gevolg is. dat de invoerhandel een sterk dalende richting heeft ingeslagen, dat de gouvernementsinkomsten aanzienlijk bij die van het vorig jaar en bij de raming achterblijven en dat de begrooting. na heel kort in evenwicht te zijn geweest, weer een groot gat vertoont, dat zelfs door de aangekondigde hernieuwde verhooging van belastingopcenten en loonbelasting niet kan worden gestopt. Ned.-Indië als grondstoffen-produceerend land moet helaas steeds den eersten stoot van een wereld depressie opvangen. Toch gelooven wij, dat het land thans nog beter dan in 1930 in staat is, den terugslag te dragen. Eenerzijds heeft men in de meeste bedrijven, vooral in rubber, thee, palm olie, slsal. suiker, tabak en tin een stren ge rationalisatie doorgevoerd en daarmede den kostprijs per eenheid belangrijk we ten omlaag te drukken en heeft ook het gouvernement in 1937 weerstand kunnen bieden aan de verleiding, weer met het geld te gaan smijten, anderzijds neemt de industrialisatie van het land gestadig in omvang toe. Er zijn ook nog speciale gun stige factoren. Zoo neemt de afzet van suiker een bevredigender verloop dan men in verband met de situatie op de wereld suikermarkt en den toestand in het Verre Oosten had verwacht. De N.I.V.A.S. heeft zelfs het besluit kunnen nemen, alle ver schepingen ten Westen van het Suezka- naal, d.w.z. inclusief den Levant, stop te zetten en heeft tegelijkertijd de limites voor verschepingen naar andere destina- ties met 10 cent per quintaal kunnen ver- hoogen. De acht staten (waaronder ook Neder land), welke de Volkenbondsleeningen van de „Oslmark" hebben gegarandeerd, heb ben een zeer scherpe nota naar Berlijn gezonden, waarin wordt geprotesteerd te gen de feitelijke repudiatie van de Oosten- rijksche schuld, waartoe het Duitsche Rijk is overgegaan. De landen, welke nog geen clearing-overeenkomst met Duitschland bezitten, zooals Engeland, hebben tevens onderhands gedreigd met de invoering eener gedwongen clearing, waaruit men zich dan ten aanzien van den Oostenrtjk- schen leeningsdienst automatisch zou kun nen bevredigen en tevens aan den Duit- schen uitvoerhandel en Duitschland's de- viezenpositle een geduchten slag zou kun nen toebrengen. Al zou zulk een gedwon- ■■■■■li mt wmLwmmtm IK«»II l« tmmmm Him ALS de kogel door de kerk Is steek dan een Uiltje opl Dan valt er toch niets meer te veran deren en kunt U dus rustig genie ten van deze overheerlijke sigaar SIGAREN Subliem 5 et-, Florida 6 cL, Penaal 6 et, Bolknak 8 cl.. Lido 8 et, Casino 10 et. 3051 (Ingez. Mrri I gen muilkorving van den Duitschen bui- terJandschen handel, van wereld-econo misch standpunt gezien, vooral in het hui dig tijdsgewricht van handelsrestricties verre van toe te juichen zijn, men zal naar onze meening dit offer moeten brengen, teneinde Duitschland eindelijk eens een les in handels- en financieele moraal te geven en teneinde eens met kracht op te komen voor de rechten van die tallooze buitenlanders, wier geld Duitschland des tijds met zooveel graagte heeft aanvaard. Ditzelfde geldt voor de Duitsch-Neder- landsche transferbesprekingen, die thans in Den Haag worden gevoerd en ten aan zien waarvan de Nederlandsche regeering van een soortgelijk standpunt dient uit te gaan. Duitschland zal ongetwijfeld deze gelegenheid te baat trachten te nemen, om een algeheele herziening van den bui- tenlandschen schuldendienst te zijnen gunste af te dwingen. Het zal er nu maar van afhangen, wie het krachtigst met de vuist op tafel slaat. Tot dusver hebben de democratische crediteurstaten het steeds tegen den autoritairen debiteurstaat moe ten afleggen. Wij vreezen, helaas, dat ook nu weer de protesten der crediteurnaties krachtiger zullen zijn dan haar daden. (Nadruk verboden). DOOR HERMAN ANTONSEN. Het was druk in de groote eetzaal van het Restaurant Royal. De klok wees half zeven en zoo goed als alle tafeltjes waren bezet. Met een minzaam knikje tegen den por tier. die gedienstig de tochtdeur voor haar openhield als voor een bekende geregelde bezoekster, stapte Hermina Klaassenz naar binnen en keek speurend door haar dikke brilleglazen rond, op zoek naar een open plekje. Tot haar spijt bleek haar geliefde hoekje bij het raam bezet. Kellnev No. 5 zag haar binnenkomen. Ook hij keek voor alle zekerheid nog even naar het raam- hoekje, zag. dat het nog bezet was en schoot naar gewoonte gedienstig op juf frouw Klaassenz toe „Het spijt me, juffrouw, maak ik heb het vandaag niet voor u kunnen vrijhouden". Hermma Klaassenz, die reeds twintig jaren leerares aan het meisjeslyceum was en dus haar best jaren gewijd had aan de opvoeding van andermans kinderen, keek kellner No 5 glimlachend aan en zei: „Ja, dat is jammer. Meestal lukt het je zoo goed. Enfin dan zal ik maar hier gaan zitten." De kellner schoof gedienstig een stoel voor haar achteruit. Ze nam plaats en be stelde. „Toch jammer, dat zoo'n knappe man het niet verder dan kellner heeft gebracht," dacht ze bij zichzelf onder het wachten. „HU heeft zoo'n beschaafde spraak, zulk een net voorkomen en van die keurige manieren Hij Is zoo op en top een heer. Als zoo iemand nu eens een beter positie had en Ze werd in haar overpeinzingen gestoord door de komst van haar bord soep. „Wilt u bij uw biefstuk gekookte of ge bakken aardappelen. Juffrouw?" „Liefst gebakken, ober. Maar niet al te hard.... ja, en een half fleschje Apoli- naris." Na de soep luisterde ze al wachtend want het was erg druk rustig en met halfgesloten oogen naar het strijkje. Een zachte deinende, haar onbekende melodie Gelukkig niet zoo'n ultra-moderne jazz! Daar voelde ze niets voor. Hoe konden de jongelui van tegenwoordig daar toch iets moois aan vinden! Dat muziekstuk zou ze zei wel graag hebben, om op de piano te spelen. Wat zou de titel zijn? Of de eerste woorden? Ze bleef graag op de hoogte van de nieuwere muziek, al vond ze alles niet even mooi. Wat 'n aardig motief! Het kwam telkens terug ze neuriede het zachtjes mee.... sol-la-si-do-re-mi sol-ml.Juist!wat eenvoudigen toch zoo teer! Die viool zong het zoo sle pend Hoe kwam ze er achter? Aan dien dirigent vragen stond zoo aanstellerig. Neen. dat ging niet. Maar wacht.als de kellner aanstonds kwam Even later bracht hij haar kalfsbief- stukje met worteltjes en gebakken aard appel til, schonk een glas mineraalwater voor haar in, veegde een denkbeeldig kruimeltje van het tafellaken weg. alsof hij het niet druk had en vroeg rustig: „Zoo in orde. juffrouw? Of soms nog „Ja. ober, dank je.O ja, ober, zou je me een dienst willen bewijzen? Ja? Hoor je, wat ze daar spelen? Weet je soms, hoe dat stuk heet? Ik wou het graag voor me zelf koopen, zie je? Maar.... eh.... ik 'kan het toch moeilijk gaan vragenniet waar?in zoo'n volle zaal.... en nu dacht ik zoo als je er aanstonds eens langs komt.en je zou het voor me wil len vragen „O, met alle genoegen, juffrouw. Ik hoor het vandaag ook pas voor het eerst. Den naam weet ik niet. Maar ik zal het wel even voor u informeeeren". „Nou, heel graag! Als je zoo vriendelijk wilt zijn. Ja, gedienstig was hij bijzonder. En altijd meer dan beleefd en voorkomend. Dadelijk dat: „O, met alle genoegen, juffrouw!" Die man moest toch wel een behoorlijke op voeding hebben gehad. Enfin, dat zag je hem in alles aan En wat heeft hij slanke welverzorgde handen Onder het genot van haar kalfsbiefstukje sponnen haar gedachten halfonbewust ver der over kellner No. 5. Een onschuldige oude vrijsters-droom. Als iemand haar dat gezegd had, was ze woedend verontwaar digd tegen hem opgestoven. Als die ge dachte welomlijnd in haar geest was op gekomen. zou ze zichzelf minachtend heb ben uitgelachen Een harde paukenslag en een dissonant die haar een rilling over den rug joeg, bracht, haar tot de gewone werkelijkheid terug. Ze at verder. De kellner kwam het dessert brengen. „En. dat melodietje?" vroeg ze vrien delijk. Kellner No. 5 kreeg een kleur. „Neemt, u me niet kwalijk! Het was zoo druk. Het is me door het hoofd gegaan. Ik kom het u zoo dadelijk vertellen. „Ober, aannemen!" klonk het twee ta feltjes verderop. Iemand tikte ergens anders ongeduldig tegen zijn glas. De kell ner repte zich weg. Hermina Klaassenz lepelde in volkomen tevredenheid haar laatste hapje roomijs op. Uit haar taschje kwam een sigaretten- kokertje te voorschijn. Ze stak op. Dat was bij haar geen meedoen aan mode, geen gewild-modern doen. Ze hield er echt van. Ze rookte genietend, met langzame kleine trekjes, behagelijk in haar stoel achter overgeleund. Toch wel een gezellig restaurant! En het eten uitstekend De bediening keurig. Waarom zou ze dan zelf koken of „en pen sion" gaan? Nu kon ze immers bestellen wat ze wilde? Ruime keuze. Iets duurder? Ja maar ze had toch een behoorlijk salarisEen heel gezin kon er van rondkomenEen gezinEen gezin Ze zuchtte heel even Je moest het leven nu eenmaal aanvaarden, zooals het was. Niemand bereikte zijn idealen. Iedereen heeft zijn eigen moeilijkheden. Iedere stand brengt zijn eigen lasten mee. Daar had je nu To, haar zus. Die was ge trouwd had vier kinderen schatten om te zien, maar lastig en ongezeggelijk. En dan Karei, die indertijd „Ich kiisse ilire Hand, Madame!" hoorde ze opeens zachtjes aan haar oor zeggen in onberispelijk Dultsch. „Ich kiisse.. En dat tegen haar? Verbaasd, verontwaardigd en tegelijk benieuwd keek ze op wie zich een dergelijke onbeschaamdheid tegenover haar veroorloofde. Kellner No. 5 stond met een hoffelijk glimlachje naast haarU hebt naar dat liedje gevraagd, juffrouw Zóó be gint het!" (Nadruk verboden.) (Auteursrecht voorbehouden). a 3—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 15