UILTJE
Ons Kort Verhaal
De centrale luchthaven
bij Leiden
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Zaterdag 18 Juni 1938
F inancieel-Economisch
Weekoverzicht
De fout van Roosevelt
15
Weinig opgewektheid in Nederland en Indië
After-Dinner
(Van onzen financieelen medewerker).
Toen in 1933 Roosevelt zijn breede schou
ders onder den zwaren last der Amerikaan-
sche Administratie zette, deed hij dit vast
beraden-glimlachend onder de leuze: „re-
lief-reform-recovery", hetgeen wil zeggen:
ondersteuning en werkverschaffing, oprui
ming van sociale, financieels cn economi
sche misbruiken, financieel en economisch
herstel. Thans, ruim vijf jaren later, be
vindt Amerika (kurk waarop 's werelds
economisch leven grootendeels drijft) zich
in een depressie, die bijna even diep is als
ja, in sommige opzichten zelfs dieper, dan
die van het jaar, toen Roosevelt de teugels
in handen nam. In dien tusschentijd heeft
Amerika tennaastenbij 15 milliard dollar
in het Amerikaansch economisch leven ge
pompt en het staat op het punt, het pomp
werk met kracht te hervatten. Het is dui
delijk, dat hier ergens een hoogst ernstige
fout moet zijn gemaakt. Die fout ligt in
het tweede deel der leuze „reform". Zon
der over het hoofd te zien, dat Roosevelt
principieel gelijk had, toen hij het mes
zette in vele sociale euvelen, die Amerika's
groote ondernemingen op onverantwoor
delijke en vaak gewetenlooze wijze hadden
laten voortwoekeren, moeten wij hem er
toch van beschuldigen, dat hij door zijn
te uitgebreide, te doortastende en te snelle
hervormingsmaatregelen, die 't geheele za
kenleven plotseling ondermijnden, juist de
krachten die het herstel moesten teweeg
brengen, heeft gesteriliseerd. Zijn hervor
mingen, die meer begonnen te lijken op
een sociale revolutie, hebben het herstel in
de kiem gesmoord. Zoolang deze strijd
tusschen hen, die aan hervorming grooter
gewicht toekennen dan aan herstel, niet
is uitgestreden, zoolang zal een permanen
te verbetering van Amerika's economisch
leven moeten uitblijven.
Alle optimisme verdwenen.
Amerika zelf schijnt deze schrijnende
waarheid thans te hebben erkend, althans
diegenen, die zich niet langer laten ver
blinden door het valsche licht van con-
junctuurbeheerschlng. Van optimisme, een.s
Amerika's groote eigenschap, is haast ner
gens meer sprake. Men ziet nauwelijks
eenig lichtpunt. Zeker, er zijn weer eco
nomen, die een opleving tegen den herfst
tegemoet zien. Het zijn dezelfden, welke
ook die „opleving in het voorjaar" hebben
voorspeld, die nooit werkelijkheid is ge
worden. Hun voorspelling is op zich zelf
niet moeilijk verklaarbaar en men kan ver
zachtende omstandigheden voor deze eco
nomen aanvoeren. Het is immers thans
we! een uitgemaakte zaak, dat niemand
redelijkerwijze het conjunctuurverloop
vetder dan voor een periode van hoogstens
drie maanden kan voorspellen. Welnu,
waar het nagenoeg zeker Is. dat vóór Sep
tember in elk geval geen herstel uit de
depressie kan intreden, daar is het al
thans verklaarbaar, dat men een opleving
gaat verwachten tegen den tijd, dat deze
zich steeds op grond van seizoensinvloeden
baan breekt. Men beseffe echter wel, dat
deze voorspelling geen enkelen op feiten
gebaseerden grondslag heeft en louter een
voorspelling is ..pour besoin de la cause".
Zij, die met beide beenen in het zakenle
ven staan, zij hebben te concludeeren uit
het prijsverloop. de Intensiviteit der bin
nenkomende orders, de mate der verkoo-
pen in den kleinhandel, de ontwikkeling
der voorraden, en al deze factoren te za-
men geven blijkbaar geen enkele aanlei
ding tot een hoopvolle stemming.
Zoo is een man als Sloan, president
van het machtige General Motor-be
drijf. die kort geleden nog tot de ex-
officio-optimisten behoorde, overgeloo-
pen naar het kamp der zwartkijkers.
Wat wij thans doorleven, zoo verklaar
de hij, is niet langer een tijdelijke
recessie, doch een op- en top-depres-
sie. Volgens hem is er geen enkele
reden tot optimisme en. zich beper
kend tot zijn eigen bedrijf, verzekerde
hij met grooten nadruk, dat de auto
mobielindustrie voorloopig zeker niet
zou kunnen bijdragen tot de zoo nood
zakelijke vermeerdering der werkge
legenheid.
Lawine van ongunstige berichten.
En hier volgen eenige willekeurige gre
pen uit den stroom van Amerikaansche
berichten, die eiken ochtend onzen ontbijt-
disch vergallen: de wagonladingen zijn
deze week gedaald tot het laagste cijfer
voor dit jaar; de afleveringen der U. S.
Steel hebben het laagste cijfer bereikt
sinds December 1934; de „business index"
van de Annalist heeft den laagsten stand
bereikt sedert April 1933; de verkoopen
der groote warenhuizen bewegen zich om
een peil, dat 16 pCt. onder dat van het
gemiddelde van 1937 ligt; de omzet ter
beurze van New York is tot een minimum
ingekrompen en was Zaterdag J.l. de laag
ste sindsAugustus 1918.
Deze lawine van ongunstige conjunc-
tuurberichten gaat logischerwijze gepaard
met allerhande geruchten. Zoo duike haast
eiken dag het gerucht op van een nieuwe
devaluatie van den dollar, een gerucht, dat
om den anderen dag weer officieel wordt
gedementeerd. Nu is het ongetwijfeld juist
dat deze dementi's (de ervaring heeft het
geleerd) niet de minste waarde hebben,
terwijl Roosevelt zeker principieel geen
enkel gewetensbezwaar heeft tegen een
verdere muntverzwakking. Toch gelooven
wij nauwelijks, dat hij een opportuniteit
zal aandurven. In de eerste plaats weet
hij, dat de eerste devaluatie practisch
slechts windeieren heeft gelegd en in de
tweede plaats kan hij er van overtuigd
zijn, dat een dollar-devaluatie vrijwel on
middellijk zal worden gevolgd door een
verdere depreciatie van pond, gulden en
andere valuta's, waardoor het reeds zoo
problematische voordeel al bij voorbaat
wordt uitgewischt.
Monetaire onrust.
Toch heerscht er met het oog op 'een
eventueele waardevermindering van den
dollar weer eens monetaire onrust. Vlucht
te enkele weken geleden het kapitaal, uit
vrees voor een Europeeschen oorlog. West
waarts over den Oceaan, thans is weer een
hevige vlucht in omgekeerde richting
merkbaar: men verkoopt dollars en vlucht
in andere valuta's of liever nog in goud,
dat weer in groote hoeveelheden in de safe
en de kous wordt geborgen, tot een voor
loopig verdwijnen der monetaire onrust
het er weer uit te voorschijn zal tooveren.
Tprecht schreef mr. Trip in zijn jaarver
slag. dat de waarde van het monetaire
Drielanden-Accoord slechts zeer betrekke
lijk is, zoolang elk land om economische
redenen vrij blijft zijn munt te verzwak
ken en zoolang het accoord met een ter
mijn van 24 uur kan worden opgezegd.
Men mag zich dan ook niet er over ver
wonderen, dat het vleugje opgewektheid,
dat eind vorige week de harten van Am
sterdam's effectenmannen sneller deed
kloppen, weer voor een lustelooze stem
ming heeft moeten plaats maken, zoo nu
en dan door een tikje inflatie-stemming
onderbroken, waarbij echter nimmer een
verlevendiging van den handel merkbaar is.
Nederland en Indlë.
De ontwikkeling van het economisch le
ven in Nederland en vooral in Ned.-Indië
geeft evenmin eenig voedsel voor een stem
ming van opgewektheid. Het jaarverslag
der Javasche Bank, dat, als gewoonlijk, een
uitnemend vogelvlucht-beeld van Indië's
economische en financieele ontwikkeling
laat zien, hinkt dan ook op twee gedach
ten. Het wijst op de sterke verbetering, die
in 1937 heeft plaats gevonden, doch stelt
daarnaast de fenomenaal snelle daling der
productenprjjzen, welke in enkele maan
den tijds het zoo florissante beeld van toe
nemende welvaart danig heeft vertroebeld.
Het staat wel vast, dat de meeste cul
tuurondernemingen (thee wellicht uitge
zonderd) de over het boekjaar 1937 niet
tot uitkeering gebrachte doch gereserveer
de winsten reeds over het loopende boek
jaar noodig zullen hebben, willen zij al
thans niet terstond weer tot een passee
ring van het dividend overgaan: een dui
delijk bewijs voor de onjuistheid der nieuw
bakken en van sommige zijden sterk ge
propageerde theorie, dat groote reservee
ringen thans uit den booze zijn en de
winsten zooveel mogelijk in het maat
schappelijk leven moeten worden gepompt.
SITUATIE VLIEGVELDEN
IN HET V/ESTEN DES LANDS
Het voorstel van de Regeering om over
te gaan tot den aanleg van een centraal
vliegveld nabij Leiderdorp heeft zeer veel
stof doen opwaaien, schrijft ons de K. N
A. C. Zeer groot was het aantal aanvragen
om inlichtingen, die haar bereikten inzake
de bestaande en toekomstige wegen, welke
het nieuwe vliegveld verbinding zouden
moeten geven met de verschillende ge
meenten.
Ter informatie kan omtrent het wegen-
vraagstuk het volgende worden mede
gedeeld:
Het vliegveld „Leiderdorp" is geprojec
teerd nabij het kruispunt van den nog aan
te leggen Rijksweg no. 4a (Ypenburg-
Burgerveen) met den ouden rijksweg Lei
denUtrecht en zou dus in de onmiddel
lijke nabijheid van Leiden komen te liggen
op ongeveer 25 kun. van Schiphol en 34
k.m. van den Dam te Amsterdam. De af
stand tot het Buitenhof te Den Haag zou
dan ongeveer 20 k.m. bedragen en die tot
de Coolsingel te Rotterdam zou ongeveer
35 k.m. worden. Voor andere plaatsen zou
den de afstanden, alle gerekend tot het
centrum der gemeente ongeveer de vol
gende zijn:
Utrecht over Bodegraven 51 k.m.; Gouda
39 k.m.; Dordrecht 54 k.m.; Naaldwijk 43
k.m.; Lelden 4 k.m.; Aalsmeer 22 k.m.;
Haarlem 33 k.m.; Hilversum over Aals
meer 54 k.m.
Verschillende wegen, waarmede bij de
afstandsbepaling is rekening gehouden, be
staan momenteel nog niet, doch zijn
slechts geprojecteerd of gedeeltelijk in uit
voering.
De belangrijkste daarvan is natuurlijk de
Rijksweg no. 4a. die als hoofdtoegangsweg
naar het nieuwe vliegveld ls gedacht.
Deze rijksweg is voor het eerst op het
Rijkswegenplan 1938 verschenen; op de
oudere wegenplannen komt hij niet. voor.
Hij begint aan den asfaltweg van 's-Gra-
venhage naar Rotterdam even ten Noor
den van het vliegveld Ypenburg (dat later
ook zijn hoofdingang op dezen nieuwen
weg zal krijgen), kruist ten Oosten van
Voorburg den nieuwen Rijksweg van
's-Gravenhage naar Utrecht, waarmede ter
plaatse tevens verbinding verkregen zal
worden en loopt dan vrijwel parallel aan
de Vliet en het Rijn-Schiekanaal over Lel-
dcvö.ip (kruising met den weg Leiden-
Utrecht) ten oosten van Lelden langs,
rechtuit naar deu nieuwen Rijksweg Am-
sterdam-Sassenheim in den Haarlemmer
meerpolder. Op de begrooting voor 1938 is
voor grondaankoop en begin van uitvoe
ring der werken voor het zuidelijk gedeelte
van weg no. 4a, van Ypenburg tot Voor
schoten, een bedrag uitgetrokken van
f. 250.000. terwijl de totaalkosten van dit
wegvak zijn geraamd op f3.450.000. Voor
het noordelijke vak van Voorschoten tot
Burgerveen, waaraan dan het nieuwe
vliegveld zou komen te liggen, is een be
drag geraamd van f. 6.000.000. In 1938 is
voor dit vak echter nog geen geld op de
begrooting geplaatst. Het ligt n.l. op het
oogenblik in het voornemen eerst een ver
bindingsweg te maken van Voorschoten
naar den Rijksweg bij Oegstgeest (de zgn.
Rijksweg no. 4b). zoodat het verkeer van
Rotterdam naar Amsterdam voorloopig
zou rijden via Ypenburg, Voorschoten,
Oegstgeest en Sassenheim. Voor Rijksweg
no 4b die in totaal f. 2 500.000 zal gaan
kosten is «oor 1938 een bedrag van f. 100.000
gereserveerd voor grondaankoop.
Omtrent den voor het nieuwe vliegveld
zoo belangrijken schakel Voorschoten-
Burgerveen deelde dr. ir. L. R. Wentholt.
hoofdingenieur-directeur van den Rijks
waterstaat en hoofd van den Centralen
Dienst van de Wegen en de Bruggen op
den Derden Wegverkeersdag van de K. N.
A. C. in November 1.1. mede:
„Door aanleg hiervan wordt bereikt, dat:
a. De verbinding tusschen Rotterdam en
Amsterdam 4.3 k.m. korter wordt.
b. Een verbinding tusschen Den Haag en
Amsterdam wordt verkregen, welke, daar
zij van Vcorburg tot Amsterdam autosnel
weg zal zijn. het voordeel biedt, dat de ge
vaarlijke Leidscheweg kan worden ge
meden.
c. Een kortere verbinding tusschen Lei
den en Amsterdam wordt tot stand ge
bracht.
Hoewel het groote nut van dit wegvak
bezwaarlijk kan worden ontkend, staat
aan de andere zijde toch wel vast. dat
daaraan in mindere mate behoefte be
staat dan aan de verbindingen Amster
dam-Utrecht en Ypenburg-Oegstgeest. In
verband hiermede en omdat dit wegvak
bijzonder duur is, zal nader moeten worden
overwogen, wanneer dit zal worden uitge
voerd. Daarbij zal aandacht zijn te schen
ken aan de onderlinge verhouding tusschen
de kosten van verschillende alsdan nog
uit te voeren werken en het daardoor te
stichten nut".
Uit deze woorden blijkt dus, dat nog
geen beslissing genomen is omtrent het
tijdvak, waarin de weg Voorschoten -
Burgerveen tot stand zal worden gebracht,
al spreekt het vanzelf, dat, wanneer tot
den aanleg van het vliegveld .Leiderdorp"
wordt besloten, ook terstond met den aan
leg van dit weggedeelte moet worden be
gonnen. Daardoor zou weg 4b, Voorschoten-
Oegstgeest direct aan belangrijkheid in
boeten en mag men zich afvragen, of daar
nu wel 2'/; millioen aan dient te worden
besteed.
De overige bij de afstandsberekening
gebruikte routes, die thans nog niet geheel
zijn voltooid, zullen in ieder geval eerder in
gebruik genomen kunnen worden dan het
belangrijkste vak Voorschoten-Burgerveen.
Ook aan de kortstondige welvaart der
inlandsche bevolking is een geduchte
knauw toegebracht. Wanneer men slechts
bedenkt, dat de 300.000 inlandsche gezins
hoofden, welke, grootendeels op instigatie
der regeering. hun lapjes grond destijds
In rubbertuinen hadden omgezet, thans
plotseling hun productie met bijna 50"/i>
tegenover het vorig jaar moeten inkrim
pen en de opbrengst tegelijkertijd met ca.
40°/® tegenover een jaar geleden zien da
len, dan begrijpt men, dat alle weelde,
waartoe zij zich het vorig jaar in den vorm
van allerhande katoentjes, rijwielen, klok
ken, ja zelfs auto's hebben laten verlei
den, weer een ..thing of the past" is. Het
gevolg is. dat de invoerhandel een sterk
dalende richting heeft ingeslagen, dat de
gouvernementsinkomsten aanzienlijk bij
die van het vorig jaar en bij de raming
achterblijven en dat de begrooting. na
heel kort in evenwicht te zijn geweest,
weer een groot gat vertoont, dat zelfs door
de aangekondigde hernieuwde verhooging
van belastingopcenten en loonbelasting niet
kan worden gestopt.
Ned.-Indië als grondstoffen-produceerend
land moet helaas steeds den eersten stoot
van een wereld depressie opvangen. Toch
gelooven wij, dat het land thans nog beter
dan in 1930 in staat is, den terugslag te
dragen. Eenerzijds heeft men in de meeste
bedrijven, vooral in rubber, thee, palm
olie, slsal. suiker, tabak en tin een stren
ge rationalisatie doorgevoerd en daarmede
den kostprijs per eenheid belangrijk we
ten omlaag te drukken en heeft ook het
gouvernement in 1937 weerstand kunnen
bieden aan de verleiding, weer met het
geld te gaan smijten, anderzijds neemt de
industrialisatie van het land gestadig in
omvang toe. Er zijn ook nog speciale gun
stige factoren. Zoo neemt de afzet van
suiker een bevredigender verloop dan men
in verband met de situatie op de wereld
suikermarkt en den toestand in het Verre
Oosten had verwacht. De N.I.V.A.S. heeft
zelfs het besluit kunnen nemen, alle ver
schepingen ten Westen van het Suezka-
naal, d.w.z. inclusief den Levant, stop te
zetten en heeft tegelijkertijd de limites
voor verschepingen naar andere destina-
ties met 10 cent per quintaal kunnen ver-
hoogen.
De acht staten (waaronder ook Neder
land), welke de Volkenbondsleeningen van
de „Oslmark" hebben gegarandeerd, heb
ben een zeer scherpe nota naar Berlijn
gezonden, waarin wordt geprotesteerd te
gen de feitelijke repudiatie van de Oosten-
rijksche schuld, waartoe het Duitsche Rijk
is overgegaan. De landen, welke nog geen
clearing-overeenkomst met Duitschland
bezitten, zooals Engeland, hebben tevens
onderhands gedreigd met de invoering
eener gedwongen clearing, waaruit men
zich dan ten aanzien van den Oostenrtjk-
schen leeningsdienst automatisch zou kun
nen bevredigen en tevens aan den Duit-
schen uitvoerhandel en Duitschland's de-
viezenpositle een geduchten slag zou kun
nen toebrengen. Al zou zulk een gedwon-
■■■■■li
mt wmLwmmtm
IK«»II
l«
tmmmm
Him
ALS de kogel door de kerk Is
steek dan een Uiltje opl Dan
valt er toch niets meer te veran
deren en kunt U dus rustig genie
ten van deze overheerlijke sigaar
SIGAREN
Subliem 5 et-, Florida 6 cL, Penaal 6 et,
Bolknak 8 cl.. Lido 8 et, Casino 10 et.
3051
(Ingez. Mrri I
gen muilkorving van den Duitschen bui-
terJandschen handel, van wereld-econo
misch standpunt gezien, vooral in het hui
dig tijdsgewricht van handelsrestricties
verre van toe te juichen zijn, men zal naar
onze meening dit offer moeten brengen,
teneinde Duitschland eindelijk eens een
les in handels- en financieele moraal te
geven en teneinde eens met kracht op te
komen voor de rechten van die tallooze
buitenlanders, wier geld Duitschland des
tijds met zooveel graagte heeft aanvaard.
Ditzelfde geldt voor de Duitsch-Neder-
landsche transferbesprekingen, die thans
in Den Haag worden gevoerd en ten aan
zien waarvan de Nederlandsche regeering
van een soortgelijk standpunt dient uit te
gaan. Duitschland zal ongetwijfeld deze
gelegenheid te baat trachten te nemen,
om een algeheele herziening van den bui-
tenlandschen schuldendienst te zijnen
gunste af te dwingen. Het zal er nu maar
van afhangen, wie het krachtigst met de
vuist op tafel slaat. Tot dusver hebben de
democratische crediteurstaten het steeds
tegen den autoritairen debiteurstaat moe
ten afleggen. Wij vreezen, helaas, dat ook
nu weer de protesten der crediteurnaties
krachtiger zullen zijn dan haar daden.
(Nadruk verboden).
DOOR HERMAN ANTONSEN.
Het was druk in de groote eetzaal van
het Restaurant Royal. De klok wees half
zeven en zoo goed als alle tafeltjes waren
bezet.
Met een minzaam knikje tegen den por
tier. die gedienstig de tochtdeur voor haar
openhield als voor een bekende geregelde
bezoekster, stapte Hermina Klaassenz naar
binnen en keek speurend door haar dikke
brilleglazen rond, op zoek naar een open
plekje. Tot haar spijt bleek haar geliefde
hoekje bij het raam bezet. Kellnev No. 5
zag haar binnenkomen. Ook hij keek voor
alle zekerheid nog even naar het raam-
hoekje, zag. dat het nog bezet was en
schoot naar gewoonte gedienstig op juf
frouw Klaassenz toe
„Het spijt me, juffrouw, maak ik heb het
vandaag niet voor u kunnen vrijhouden".
Hermma Klaassenz, die reeds twintig
jaren leerares aan het meisjeslyceum was
en dus haar best jaren gewijd had aan de
opvoeding van andermans kinderen, keek
kellner No 5 glimlachend aan en zei: „Ja,
dat is jammer. Meestal lukt het je zoo goed.
Enfin dan zal ik maar hier gaan zitten."
De kellner schoof gedienstig een stoel
voor haar achteruit. Ze nam plaats en be
stelde.
„Toch jammer, dat zoo'n knappe man
het niet verder dan kellner heeft gebracht,"
dacht ze bij zichzelf onder het wachten.
„HU heeft zoo'n beschaafde spraak, zulk
een net voorkomen en van die keurige
manieren Hij Is zoo op en top een heer.
Als zoo iemand nu eens een beter positie
had en
Ze werd in haar overpeinzingen gestoord
door de komst van haar bord soep.
„Wilt u bij uw biefstuk gekookte of ge
bakken aardappelen. Juffrouw?"
„Liefst gebakken, ober. Maar niet al te
hard.... ja, en een half fleschje Apoli-
naris."
Na de soep luisterde ze al wachtend
want het was erg druk rustig en met
halfgesloten oogen naar het strijkje. Een
zachte deinende, haar onbekende melodie
Gelukkig niet zoo'n ultra-moderne jazz!
Daar voelde ze niets voor. Hoe konden de
jongelui van tegenwoordig daar toch iets
moois aan vinden! Dat muziekstuk zou ze
zei wel graag hebben, om op de piano
te spelen. Wat zou de titel zijn? Of de
eerste woorden? Ze bleef graag op de
hoogte van de nieuwere muziek, al vond ze
alles niet even mooi. Wat 'n aardig motief!
Het kwam telkens terug ze neuriede
het zachtjes mee.... sol-la-si-do-re-mi
sol-ml.Juist!wat eenvoudigen
toch zoo teer! Die viool zong het zoo sle
pend Hoe kwam ze er achter? Aan dien
dirigent vragen stond zoo aanstellerig.
Neen. dat ging niet. Maar wacht.als
de kellner aanstonds kwam
Even later bracht hij haar kalfsbief-
stukje met worteltjes en gebakken aard
appel til, schonk een glas mineraalwater
voor haar in, veegde een denkbeeldig
kruimeltje van het tafellaken weg. alsof hij
het niet druk had en vroeg rustig: „Zoo
in orde. juffrouw? Of soms nog
„Ja. ober, dank je.O ja, ober, zou je
me een dienst willen bewijzen? Ja? Hoor
je, wat ze daar spelen? Weet je soms, hoe
dat stuk heet? Ik wou het graag voor me
zelf koopen, zie je? Maar.... eh.... ik
'kan het toch moeilijk gaan vragenniet
waar?in zoo'n volle zaal.... en nu
dacht ik zoo als je er aanstonds eens
langs komt.en je zou het voor me wil
len vragen
„O, met alle genoegen, juffrouw. Ik hoor
het vandaag ook pas voor het eerst. Den
naam weet ik niet. Maar ik zal het wel
even voor u informeeeren".
„Nou, heel graag! Als je zoo vriendelijk
wilt zijn.
Ja, gedienstig was hij bijzonder. En altijd
meer dan beleefd en voorkomend. Dadelijk
dat: „O, met alle genoegen, juffrouw!" Die
man moest toch wel een behoorlijke op
voeding hebben gehad. Enfin, dat zag je
hem in alles aan En wat heeft hij slanke
welverzorgde handen
Onder het genot van haar kalfsbiefstukje
sponnen haar gedachten halfonbewust ver
der over kellner No. 5. Een onschuldige
oude vrijsters-droom. Als iemand haar dat
gezegd had, was ze woedend verontwaar
digd tegen hem opgestoven. Als die ge
dachte welomlijnd in haar geest was op
gekomen. zou ze zichzelf minachtend heb
ben uitgelachen
Een harde paukenslag en een dissonant
die haar een rilling over den rug joeg,
bracht, haar tot de gewone werkelijkheid
terug. Ze at verder. De kellner kwam het
dessert brengen.
„En. dat melodietje?" vroeg ze vrien
delijk.
Kellner No. 5 kreeg een kleur.
„Neemt, u me niet kwalijk! Het was zoo
druk. Het is me door het hoofd gegaan. Ik
kom het u zoo dadelijk vertellen.
„Ober, aannemen!" klonk het twee ta
feltjes verderop. Iemand tikte ergens
anders ongeduldig tegen zijn glas. De kell
ner repte zich weg.
Hermina Klaassenz lepelde in volkomen
tevredenheid haar laatste hapje roomijs
op. Uit haar taschje kwam een sigaretten-
kokertje te voorschijn. Ze stak op. Dat was
bij haar geen meedoen aan mode, geen
gewild-modern doen. Ze hield er echt van.
Ze rookte genietend, met langzame kleine
trekjes, behagelijk in haar stoel achter
overgeleund.
Toch wel een gezellig restaurant! En het
eten uitstekend De bediening keurig.
Waarom zou ze dan zelf koken of „en pen
sion" gaan? Nu kon ze immers bestellen
wat ze wilde? Ruime keuze. Iets duurder?
Ja maar ze had toch een behoorlijk
salarisEen heel gezin kon er van
rondkomenEen gezinEen gezin
Ze zuchtte heel even Je moest het leven
nu eenmaal aanvaarden, zooals het was.
Niemand bereikte zijn idealen. Iedereen
heeft zijn eigen moeilijkheden. Iedere
stand brengt zijn eigen lasten mee. Daar
had je nu To, haar zus. Die was ge
trouwd had vier kinderen schatten
om te zien, maar lastig en ongezeggelijk.
En dan Karei, die indertijd
„Ich kiisse ilire Hand, Madame!" hoorde
ze opeens zachtjes aan haar oor zeggen in
onberispelijk Dultsch. „Ich kiisse.. En
dat tegen haar? Verbaasd, verontwaardigd
en tegelijk benieuwd keek ze op wie zich
een dergelijke onbeschaamdheid tegenover
haar veroorloofde.
Kellner No. 5 stond met een hoffelijk
glimlachje naast haarU hebt naar
dat liedje gevraagd, juffrouw Zóó be
gint het!"
(Nadruk verboden.)
(Auteursrecht voorbehouden).
a 3—4