De Chineesche draak... Q. BLEUS ZONEN LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 Mei 1938 Derde Blad No. 23978 i buitenl. weekoverzicht 79ste Jaargang I ®hfeland vermeed zoodoende een fout, I,? "et in 1914 ernstig is aangewreven, 1bat niet definitief bekend was geweest, I «ke houding het zou aannemen. Zoo- of hoe meer koppen er vallen, hoe meer er aangroeien. INGEZONDEN /TUKKEN ZUIVERAARS Noordeinde 17 - Leiden Telefoon 1078 EUROPA VOOR DE VRAAG: OORLOG OF VREDE? Herhaaldelijk hebben wij er op gewezen, hoe het vraagstuk van Tsjecho-Sllowakije e. een bleef, waaraan de grootste gevaren ,^or den vrede in Europa verbonden wa ren- zelfs wel een, wanneer er, om het [amiliair te zeggen, geen kou aan de lucht scheen te zijn! Dat dit echter niet overdreven mocht heeten, heeft wel onom stotelijk aangeduid, hetgeen zich In een ireek tijds heeft afgspeeld. Allen Duitschen ontkenningen ten spijt, inae men toch gerust aannemen, dat de vrede weer eens aan een zijden draadje heeft gehangen en dat waarschijnlijk het eeva3r nog altijd niet definitief is gekeerd. Hoezeer del ucht daar vervuld was met oorlogsgevaar, het kwam, helaas, duidelijk naar voren toen een noodlottig incident zich voordeed, waaraan tn nor male omstandigheden slechts betrekkelijk «einig beteekenis zou zijn toegekend. Een Tsjechische grenswacht doodde, toen twee Sudeten-Dudtschers op een motorfiets de Duitsche grens wilden passeeren, zonder op een sommatie tot stoppen te letten volgens Duitsche lezing zou geen sommatie hebben plaats gehad, doch dit is door niets bewezen en dus zonder meer niet aan te nemen beiden met één noodlottig schot! En dat schot weerklonk door gansch Europa. Het werd een sein voor een actie als wtj sinds 1914 in ons werelddeel niet meer beleefden en die nog steeds niet is ge ëindigd. Plotseling is het gansohe vraagstuk van Midden-Europa in optima forma ter tafel gekomen, beheerscht de vraag oorlog of T.'ede opnieuw de beschaafde wereld. Met 1914 is er echter één groot verschil: over de vraag, welke houding Engeland zal aannemen, behoeft thans geen ver schil van meening meer te bestaan. Groot- Brittannie heeft zich zoodanig geuit, dat misverstand is uitgesloten en dat is een voornaam iets, misschien wel de winner in den strijd tusschen oorlog en vrede! Nauwelijks was het bercht van het in cident de wereld rond geseind, of de pop pen gingen aan het dansen. Uiterst fel ging direct de Duitsche pers te keer tegen <ie regeering te Praag, die antwoordde door het onder de wapenen roepen van een paar lichtingen teneinde op alle ge beurlijkheden voorbereid te zijn. Zoowel tot handhaving der orde als tot bezetting van een soort eerste verdedigingslinie, daaraan valt moeilijk meer te twijfelen, nu de eerste schrik voorbij is. Voor Henlein tas dit zelfs een streep door de rekening, daar Praag zoodoende in het gebied der Sudeten-Duitschers grooten invloed oefen de en van die ziide wordt nog geregeld ge tracht die „mobilisatie" ongedaan te krij ten Praag heeft daarnaar echter begrij- jpdiik geen ooren. BLij*baar heeft Praag zelfs een oogenbllk Isedacht aan een algemeene mobilisatie, Icoch werd daarvan tenslotte nog afge- fcien om de scherpe kanten van het geval Tiiet meer te acceiltueeren dan hard noo- Ja;° was. In ieder geval bleek uit de hou- Iding van Praag reeds zonneklaar, dat het Itr niet aan dacht om ten aanzien van ISudeten-Duitschland een houding aan te Inemen als Oostenrijk bij den Anschluss. IPraa; zal met wapenen weerstand bie lden. zoo de Duitschers zich aan een her- I daling varn OostenrijkJs verovering zouden I rigen Het was in deze omstandigheden, nog I rerzwaard door berichten over troepen- I erpiaatsingen in Duitschland, waarom- I bent het juiste nog nimmer bekend is I eeworden. dat plotseling Engeland al zijn I tewicht in de schaal wierp ten gunste van I den vrede. Men was langzamerhand er I an gewoon geraakt, dat de Britsche leeuw Irehecn te slapen of geneigd om slagen lielaten te incasseeren nu opeens ver- 1 hef Albion zich in volle krachft voor de I rereld en deed waarschuwend zijn geluid I moren. Nog denzelfden dag van het in- I, int bi' E"er deed de Engelsche gezant I 4 Berlijn, dien men niet kan verdenken I an besliste anti-Duitsche gezindheid, in- I ^en(1fel op last van zijn regeering bij 1 - ;0^enwOD diverse starrpen. die niet I S'™er dan de besliste waarschuwing in- meiden, dak. Engeland zich bii een gewa- I lend ingrijpen tegen Tsjecho-Slowakije I net afzijdig zou kunnen houden doch 1™ besloten naast Frankrijk zou staan, I f.11, land aun bondgenootschappelijke I ''inlichtingen nakwam. wende is Engeland ernstig het verwijt I Wnaakt mede schuldig te staan aan de r»mp, die de wereld toen teisterde I Momenteel kan Engeland niet wederom isn dergelijk verwrijt worden gemaakt het 1 °"'t te Berlijn volkomen duidelijk zijn landpunt uiteengezet. Het is zelfs zoover I staan om Frankrijk geheel in de actie I Berlijn .uit te schakelen: blijkbaar heeft I ff/arUs gevraagd alle verantwoordelijk- I aaa te mogen dragen, terwijl Parijs al invloed aanwendde om Praag te be- l'ten tot de meest verzoenlijke houding 1 'i'nover de eischen der Sudeten-Duit- I 'rs, die Engeland zooveel mogelijk on- I nde I «Berlijn is thans volkomen op de hoogte: If'inkrijk en ook sovjet-Rusland zullen I?, verplichtingen volgens het bondge- IJwchap met Tsjecho-Slowakije terstond IOer aarzelen nakomen en Engeland zal l'^st Frankrijk staan ljoor von Ribbenstrop is deze Engelsche Idling wel een geduchte tegenvaller. I fbop hij allerminst heeft gerekend. Ijkoaar is hij in de verwachting geweest, IEngeland niet terwille van midden- l,b°pa zich zou willen binden. Het is an- I .b uitgepakt, zooals Chamberlain's ver- Irbuig van 24 Maart jJ. trouwens al deed 1 'hoeden 1 typeerend voor de beslistheid van En- 1 i^bd is bovendien de in één week tot l.'bmaal toe herhaalde verklaring in het Bjrhuis, eens bij de kwestie van voor- van het land met voorraden en I bij het debat over de luchtmacht, jBrittannië geheel voorbereid is en zijn •ketje kan staan; het is een taal, die langen tijd niet deed hooren En al stelt Berlijn het thans voor, dat Engeland zich slechts schuldig maakt aan „bluf", daar er geen gevaar voor den vrede dreigde van de zijde van Duitschland, toch mag men vastleggen, dat Engeland zijn portie heeft bijgedragen om den vrede te redden. Want als er dan geen gevaar dreigde, waarom is dan zelfs nu nog niet al het gevaar als afgewend te beschou wen? Hoezeer dit nog aanwezig is, blijkt wel licht het scherpst door het interview van tien bekenden Engelschen journalist Ward Price met Henlein, dat algemeen verras sing heeft gebaard al bevatte het op zich zelf niets, dat men niet veronderstelde. Dit interview kwam bovendien al zeer on gelegen. want een dergelijke taal is niet bepaald stimuleerend, wanneer juist offi cieel onderhandelingen zijn geopend, zoo als het geval is met Henlein en den mi nister-president Hodza. Wij zeiden reeds, dat de regeering te Praag zich bereid verklaarde zoover te gaan als maar eenigszins mogelijk zou zijn voor een staat, die echter in ieder geval zijn souvereiniteit wil handhaven, over alle minderhedenkwesties heen. In dit kader had feeds een eerste ontmoeting tusschen Hodza en Henlein plaats gevon den, die spoedig zou worden vervolgd en te midden van deze besprekineen dreigt nu één partij dat bij niet-inwilliging van de eischen inzake het toekennen van een volslagen autonomie, een volksstemming over aansluiting bij Duitschland zal wor den geëischt of desnoods een beroep op Duitschland tot hulp zal worden gedaan1 Dat heeft er veel van, of men de andere partij onder pressie wil doen onderhan delen Bevorderlijk voor een regeling pleegt een dergelijke houding niet te zijn! Het is een leelijke tegenvaller, terwijl men reeds zwak durfde spreken van ontspan ning. Doch laat ons hopen, dat ook hier weer zal gelden het bekende spreekwoord: de soep wordt niet zoo heet gegeten, als zij wordt opgediend Over het vraagstuk der Sudeten-Duit- schers zelve hebben wij gezwegen na de zeer uitvoerige uiteenzettingen van onzen speciolen medewerker, die alle geledingen ervan heeft belicht. Nog is het vrede moge de inspanning dezen te bewaren, niet tevergeefsch zijn! De grootste Amerikaan- sche tijdschriften winnen lezers met dagblad reclame. De Curtis Publishing Cy„ die uitslui tend tijdschriften uitgeeft en wel de bekende bladen met de millioenen- oplagen „Saturday Evening Post", en „Ladies Home Journal", zijn de laat ste jaren steeds meer in dagbladen gaan adverteeren. 1916 In 1936 plaatsten zij ruim 231.500 regels in dagbladen: het jaar daarop werd dit aantal meer dan verdub beld, n.l. tot 639.000 regels. Zooveel resultaat schijnt deze recla me-politiek op te leveren, dat Curtis vorig jaar haar budget voor dagblad reclame, t. o. v. het voorafgaande jaar, ongeveer verdriedubbelde en t. o. v. 1936 ruim verachtvoudigde. Met zijn 1.870.321 regels rangschikt deze uitgever zich thans onder de veertig grootste Amerikaansche ad verteerders in dagbladen. CIngez. Med.) «Builen verantwoordelijkheid dei Redactie" Cople van de al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. Veel zal daarbij afhangen, of pijnlijke incidenten voortaan kunnen worden ver meden. Den eersten verkiezingsdag is het gelukt, zal het morgen ook zoo zijn? En zal er ook een einde komen aan de be schuldigingen over en weer van kleine grensoverschrijdingen in de lucht als an derszins? Er dreigt gevaar, maar blijven de hoofden koel, dan is het af te wenden. Als men wil ANTWOORD VAN DE ORGANISATIES DER GROENTEHANDELAREN AAN WETHOUDER VAN STRALEN. Aan de Verdedigers van der Middenstand in den Leidschen Raad. Het antwoord van Wethouder van Stralen op den door de Organisaties der Groentenhande- laren terzake der indertijd voor genomen groen- tendistributie gepubliceerden Open Brief, noopt de organisaties tot een eveneens min of meer uitvoerig verweer. De Open Brief is geschreven uit oorzaak van een rechtmatige verontwaardiging van de organisaties, omdat haar verzet tegen een ern stige benadeeling van het bedrijf van verschil lende harer leden, en dit door een onnoodige. onsociale en den handel desorganiseerenden maatregel, als „halsstarrigheid'' werd betiteld. Zulks griefde temeer, omdat de organisaties zich steeds bereid hebben betoond om mede te werken aan de uitvoering van een doeltreffen de groentendistributie. ondanks dat ook deze haar leden schade zou berokkenen. De Wethouder toont zich thans zeer veront waardigd en zijn verontwaardiging is echt, maar hij moge bedenken, dat hij, vooral als officieel bestuurder der stad Leiden, niet het recht heeft een groote groep nijvere burgers te grieven, als zij op correcte wijze voor hun zeer rechtmaitge belangen opkomen en hun eigen kijk op de feiten mededeelen. Overigens willen de organisaties gaarne verklaren, dat het niet haar bedoeling was den Wethouder te krenken, maar om tegen deonjuiste voorstelling van zaken van den Wethouder op te komen. Zoo is b.v. in geenen deele beweerd, of ge- insinueerd. zooals door den Wethouder volko men ten onrechte werd gezegd, dat hij den Raad en het College zou hebben misleid, omdat de cijfers van het eerste jaar der distributie te Dordrecht, waarover de organisaties beschikkeu, ook hem bekend waren. Naar de meening der organisaties staat ech ter onomstooteljjk vast. dat de kosten der distributie veel te laag waren geraamd, waaruit moeilijk anders kan worden geconcludeerd, dan dat de Wethouder was geleid door een onge motiveerd optimisme. Van doorslaggevende beteekenis ls hierbij, dat officieel werd medegedeeld, dat van de f. 500.voor de proef aangevraagd, f. 400. benoodigd was voor huur der te betrekken panden en f. 100.voor eerste inrichting. Ter conferentie met het College van B. en W werd daarop vanwege den handel betoogd, dat de kosten der distributie te Dordrecht, waar geen huur der panden in rekening was gebracht. 1 cent per K.G. hadden bedragen. Het nadeelig saldo der groentendistributie had aldaar meer dan f. 2.000.beloopen. De Wet houder had echter boven de huur slechts uit getrokken f. 100.voor eerste inrichting! Tegen dit betoog had de Wethouder geen verweer. Zelfs al zou hij overigens de cent per K.G. vergoeding aan den groentenhandel als tegemoetkoming in de schade en als ver goeding voor controle en andere medewerking, niet hebben uitbetaald, dan zou. volgens de rekening van Dordrecht over 1935. waarop de Wethouder zich heeft gebaseerd, nog een be drag van ongeveer f. 1.000.— en niet van f. 100 benoodigd zijn geweest, daar, zooals gezegd, de totale uiteindelijke kosten der distributie 1 cent per K.G. hadden béloopen. Dit alles was den groentenhandel al dien tijd bekend, maar deze is zoo correct geweest dit niet aan de groote klok te hangen. Als de Wet houder echter meent, dat deze welwillende houding van den handel hem daardoor de ge legenheid geeft om dezen te beschuldigen van halsstarrigheid, dan heeft hij het alleen aan zichzelf te wijten, dat de handel zich gaat ver weren. De bewering van den Wethouder, alsof het te doen was hem een hak te zetten, kan dan ook niet door den beugel. De organisaties, die zoo lang hadden gezwegen, achtten echter de welwillendheid tegenover den Wethouder toch wel wat al te ver gedreven, als zij daaren boven dergelijke aantijgingen zich lieten wel gevallen en de onjuiste voorstelling van feiten niet weerspraken. Ook kleine zelfstandigen heb ben het recht zich te verdedigen. Het is voorts begrijpelijk, dat de Wethouder, nu hij een zoo geheel andere reden opgaf dan het College had gepubliceerd, zijn verklaring niet namens het College heeft kunnen afleggen. De Wethouder toont zich ook verontwaardigd over het feit. dat destijds de organisaties er de voorkeur aan hadden gegeven met het ge- heele College van B. en W. te confereeren, boven een conferentie met hem alleen. Dit vond o.m. zijn oorzaak in het feit. dat de Wethouder bij de eerste besprekingen de keus stelde: U kunt medewerken en dan kunt U cent ver goeding per K.G. ontvangen, of als U niet wilt medewerken, ontvangt U niets, maar de distri butie gaat in elk geval door. Over de vraag of deze distributie in Leiden wel noodig was. of deze voor onze gemeente niet juist verkeerd zou werken, mocht niet eens worden gesproken. Uiteraard was dat laatste voor de organisaties het meest belangrijke punt en zij hoopten het College te kunnen overtuigen, dat de distribu tie voor Leiden niet noodig zou zijn. Bovendien had de Burgemeester zelf. namens B. en W. gezegd, dat zij nader zouden overwegen of het mogelijk zou zijn de groentenhandelaren in de distributie te betrekken. Ten aanzien van de bovengenoemde uitkee- ring van de Va ct. per K.G. aan den groenten handel moge nog worden medegedeeld, dat deze door den Wethouder aan den groentenhandel niet alleen was toegezegd. 1>, maar dat deze. als dan onverhoopt en tegen haar advies in de distributie een feit zou zijn. ook door de orga nisaties was geaccepteerd. Als in verband met de toezegging van B. en W. de groertenhandel zou zjjn ingeschakeld, zou deze V* ct. vergoeding voor de te verleenen medewerking in elk geval uitgekeerd moeten zijn. In dit verband moeten de organisaties tot hun leedwezen betuigen, dat in haar Open Brief, vooral in het licht der geschiedenis op een bepaald punt geen goede en duidelijke voor stelling van zaken is gegeven. Doelend op bovengenoemde medewerking, werd ten onrech te de voorstelling gewekt, alsof deze medewer king gelijk te stellen zou zijn met de directe inschakeling door verkoop van de distributie- groente in den winkel van den groentenhande- laar. Dit nu is niet juist, en het spijt de orga nisaties dat op dit punt haar Open Brief tot misverstand aanleiding moest geven. Als overi gens o.a. in den Open Brief gezegd werd dat de Middenstand trouwens niet meer vroeg dan door den Minister redelijk werd geoordeeld, dan kon dit, juist omdat de Minister op de redelijkheid van die vergoeding van V* cent per K.G. had gewezen, moeilijk op iets anders slaan dan op deze vergoeding. Het was echter onjuist, dat in den Open Brief deze medewer king vereenzelvigd werd met directe inschake ling. zooals die toenmaals werd opgevat. Hoofdzaak van de organisaties bleef echter, dat de geheele gemeentelijke groentendistribu tie voor Leiden niet gewenscht was. a. Omdat te Leidbn voldoende groente tegefl lage prijzen beschikbaar was: b. omdat het uiteindelijk verbruik van groen ten door deze distributie slechts weinig zou worden vergroot, daar zeer vele gesteunden regelmatige afnemers van den groentenhandel zjjn: c. omdat de groentenhandel en des te meer naarmate de distributie opgang zou vinden, daardoor ernstige schade zou ondervinden en zou worden gedesorganiseerd. Ook de Coöperatieve Leidsche Groentenvei- ling was het met de afwfjzing der distributie I eens. o.m. omdat deze wel inzag, dat, als van gemeentewege gedistribueerd zou worden, de I handel weer minder op de veiling zou kunnen inkoopen. zoodat alsdan weer meer groente zou doordraaien en vernietigd moeten worden. Ondanks dit alles hebben de organisaties ook ten deze groote soepelheid betoond door in overweging te geven een individueele distribu tie in te voeren, derhalve alleen in die gezin nen. waar inderdaad gebrek aan groente was. Deze distributie zou mogelijk zijn geweest buiten de Nederlandschc Groente- en Frultcen- trale om. daar de Leidsche Groentenveiling daartoe hare medewerking had toegezegd. De organisaties spreken tenslotte de hoop uit. dat door het geoubheeerde is komen vast te staan, dat het. juist bij hun soepele houding, zeer grievend geacht moet worden officieel door ~en regeerder der stad Leiden als halsstarrigen te worden betiteld. Zij vestigen er bovendien nogmaals de aandacht op dat het niet in haar bedoeling lag den Wethouder te krenken en dat. als dit tegen hun wil uit een of andere uitdrukking mócht worden afgeleid, zij dit terugnemen. Echter: „Eer is teer", niet alleen als het arbeiders, of den Wethouder, maar ook als het kleine zelfstandigheden betreft. T «idsche Yer^ieing van Handelaren in -T-jpnr>«To« Pro?nten en Fruit: «Afd. Ncderl. Rond*: w.g Jics. Lam an. Voorzitter, w.g. W. F. v. d. Berg. Secretaris. Ver. van Groente- en Fruithand. „Dc Eendracht": w.g. L. de Vogel, wn. Voorzitter, w.g. A. Ciere. wn. Secretaris. R.K. Ver. v. AardaDDelen-, Groenten- en Fruithandelaren Afdeeling Leiden en Omstreken: w.g. A. ,T. Dofferhoff. Voorzitter, w.g Pr. p. Mank. Secretaris. Phr Leidsche Groenten- en Fruithande laren w.g. M. Heemskerk. Voorzitter, w.g. B. d. Mooi, Secretaris. 1* Zie o.a. nag. 34 Verslag Vergadering 19 Februari 1936.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9