VANGE
Ons Kort Verhaal
Gematigd optimisme
in Tsj echo-Slowakij e
Tram over viaduct te Sassenheim
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 Mei 1938
Vierde Blad
No. 23978
79ste Jaargang
lederen dag echter
andere facetten
rivoniuur aan net Strana gezien, daar ze zich een beetje achteraf
GRIJP DIE RHEUMATIEK VAN
TWEE KANTEN AAN DOOR
„DUBBELE WERKING"
en het' puikje van de nieuwe Sumatra-
Oogst is weer voor de Riimeester-Rookers
LUCHTVAART
VRAGENRUBRIEK
Nieuwe schakel in het moderne verkeer
GEVEILDE PERCEELEN
(Van onzen specialen verslaggever).
PRAAG, Donderdag.
De beoordeeling van den toestand hier
13 op het oogenbllk vaak een kwestie van
humeur. Nu eens valt het accent op die
verschijnselen, die de onmiskenbare ont
spanning, waarmee de week begon onder
strepen, dan weer ziet de toeschouwer aan
den horizon nieuwe onweerswolken op
tomen. Zoolang de raadsverkiezingen, die
over drie weken verdeeld zijn, haar einde
rog niet hebben gevonden en de kans op
incidenten óók daardoor vrij groot blijft,
sal het avontuurlijk zijn om zich aan voor
spellingen te wagen. Ik ben niet voorne
mens dat te doen. Maar ik wil toch niet
nalaten te naal-sociallstischen^zin onderwezen wordt,
schijnselen, die recht geven tot een gema- wij dan siechts in zooverre kunnen
sche gebieden ten goede doen komen. Als
wij een rivier gaan bevaarbaar maken die
op Tsjechisch gebied loopt dan kunnen wij
onmogelijk anders doen dan alle daarvoor
gevoteerde gelden op dat gebied besteden.
Het omgekeerde is precies evengoed denk
baar. Maar wij zullen in de richting van
decentralisatie en zelfbestuur belangrijke
stappen doen al ware het natuurlijk niet
mogelijk een volstrekte politieke autono
mie. in den zin van een nationaal-socialis-
tischen staat in den democratischen
toe te kennen. Wel zullen de Duitschers
als vanzelf ook in de richting van hun
..weltanschauliche" verlangens voor een
deel bevredigend worden. De schoolraden
bijvoorbeeld nog een erfstuk uit den
Oostenrijkschen tijd die uit een Duit-
sche en een Tsjechische sectie bestaan,
zullen wij verder uitbouwen in dien zin
dat de Duitschers niét alleen ten aanzien
van de leerkrachten maar ook ten aanzien
van het schoolopzicht bevredigd worden.
Verhinderen dat op die scholen in natio-
tigd optimisme. Het zijn veelal kleinig
heden, maar men kan in deze dagen van
spanning niets over het hoofd zien Zoo
maakt, het een gunstigen indruk, dat zoo
wel Hodza als Henlein in volkomen den-
jelfden zin spreken alleen met hun
allernaaste medewerkers natuurlijk
over het gesprek, dat zij ter inleiding van
hun onderhandelingen hebben gevoerd.
Hoe ik het weet mag ik niet mededeelen,
maar voor de juistheid van deze opmer
king kan ik instaan. Het had licht anders
kunnen zijn! Het gesprek had Maandag
plaats, en Henlein was onder den verschen
indruk van het Eger-incident, waarbij he-
feas twee Tsjechoslowaaksche staatsbur
gers van Dultscthen bloede het leven ver
loren. Zoo juist had Henlein in het ,.Ar-
beitsamt" met zijn medewerkers de rege
ling der plechtige begrafenis zijner geest
verwanten getroffen. Nog geen etmaal
later vertrok hij naar Asch om Woensdag
bij de plechtigheid zelf aanwezig te zijn.
Niettemin schijnt het eerste gesprek met
Hodza geenszins ontmoedigend te zijn ge
weest, Ik moet er overigens op wijzen, dat
de Regeering alles gedaan heeft om het
Incident van Eger in verzoenenden zin af
te doen, Wijl het hier een Tsjechoslowaak-
schen gendarme en twee dito staatsburgers
gold. terwijl het ongeluk op Tsjechoslo-
waaksch' gebied was gesohled, kon de Re
geering zich aan het afleggen van verant
woordelijkheid jegens Berlijn formeel ont
trekken. Er waren in die richting ook wel
(temmen opgegaan. Maar de Regeering be
sloot niettemin den gezant van Duitsch-
land, Eisenlohr, onmiddellijk van haar
senswljze mededeeling te doen en een
itreng onderzoek toe te zeggen. Zij kon
daarbij de pertinente verzekering geven,
dat er geen sprake van is geweest, dat op
de twee berijders van den motor geschoten
Is omdat zij Duitsohers waren. De gen
darme, die het schot loste kon dat niet
weten De twee hadden evengoed Tsjechen
kunnen zijn. Herkenningsteekenen hadden
rij niet. Alleen omdat zij weigerden gevolg
te geven aan een wettig gegeven ambtelijk
bevel, maakte de gendarme van zijn revol
ver gebruik De Regeering is echter stellig
voornemens alles te doen om verscherping
van de situatie te voorkomen. Het incident
bij de brug een paar soldaten zouden
volgens de Duitsche lezing een op Duitsch
gebied liggende brug hebben willen op
blazen! werd zelfs aanleiding tot een
uiteenzetting aan Eisenlohr nog vóór dat
hem van het incident iets bekend was!
Ook het verbod om binnen 5 kilometer
van de grens te vliegen wijst op den wil
der Regeering om voorzichtig te zijn tot
het uiterste.
Natuurlijk kan er ieder oogenblik iets
lebeuren, dat den toestand opnieuw ver-
icherpt. Maar voor het oogenblik moet ge
legd worden, dat geen van beide partijen,
ook niet de derde partij Berlijn!
Ungen doet, die wijzen op een verlangen
van dien aard. Terwijl Ik sinds Zaterdag
ta toenemende mate pessimistisch begon
te worden, zag ik ria twee gesprekken wat
beer licht aan den horizon. Het eene
werd gevoerd met den Minister van Bui-
tenlandsohe Zaken, den uiterst beminne
ten prof. dr. Kamil Krofta, het andere
bet Henledns onmiddellijken vertegenwoor-
higer dr. Sebekovsky. Beide vonden plaats
nadat Henlein met Hodza en vervolgens
bet dr. Sebekovsky gesproken had. Dat
baakte ze te interessanter.
Ofschoon de Minister en wie zou het
'■'■'Ier de gegeven omstandigheden niet
«grijpen? geen „interview" wilde, acht
tb mij vrij, onder eigen verantwoordelijk
heid voor de formuleering, de strekking
van ons gesprek mede te declen. Toen ik
b het prachtige, maar door zijn overvloed
van breede corridors en zijn gebrek aan
Werkruimte zeer onpractisohe Czernin-
Bleis bij den minister was binnengelaten,
het eerste wat ik te hooren kreeg:
Jw geloof, dat wij het ergste achter den
hebben". Ook hier hoorde ik hoe de
'ttantwoordelij'ke leden der Regeering en
bet minder de President van de Republiek
laatste week-end in groote spanning
teen doorgewerkt Later vernam ik, dat
Benesj van Vrijdag tot Maandag vrij-
jj'1 geen rust heeft genoten. Minister
hmlta verheelde zich overigens in het
■hst niet, dat nog groote moeilijkheden
overwinnen zouden zijn. Maar hij was
■jft zonder hoop. Hij meende, dat het
^(rminst ondenkbaar ware. dat de Duit-
khtrs meer oog zouden blijken te hebben
vat hen met de Tsjechen bindt. Na-
jjrajk, op het oogenblik zijn de gemoe
ten sterk bewogen, maar men mag zich
"wh afvragen of niet de ttijd goed werk
kunnen doen. Tenslotte hebben in Bo
eien Duitschers en Tsjechen zoolang
jjhengewoond. Maar de Minister erkende
w. dat de onderhandelingen over het
SjwiaUtelten-statuiut nog groote moei-
Jmcden zouden opleveren. ..Men kan"
'«zei hij, „de proportionaliteit, die de
tering voorstaat niet automatisch
bvoeren Het zou niet aangaan de Tsje-
tee ambtenaren ln het Duitsche ge-
c die er gekomen zijn omdat de Duit
ss negatief tegenover den Staat ston-
?cn de vrije beroepen verkozen, met één
door Duitsohers te vervangen,
te kan ook niet bij het besteden van
gelden altijd 22 procent aan de Duit
als aan de centrale overheid een algemeen
toezicht voorbehouden zal blijven. In het
universitaire leven is er al een zeer groote
mate van vrijheid. Hoogleeraren zijn onaf-
zetbaar. Prof. Pfitzner bijvoorbeeld, die tot
de Henleinpartij is overgegaan, heeft boe
ken van strikt nationaal-sociallstlsche
strekking doen verschijnen. Hij is daarin
vrij. En ten departemente van Minister
Krofta zelf bestaat al jaren lang de regel
dat van vijf nieuw aangestelde ambtena
ren er één Duitscher moet zijn. In het al
gemeen kan gezegd worden dat het statuut
onder voorbehoud van de Integriteit van
den Staat in zeer vérstrekkende mate aan
de eischen der Duitschers tegemoet komt.
Maar Minister Krofta had ook van de ge
neigdheid der Duitschers tot het vinden
van een bevredigende oplossing op het
oogenblik waarop ik hem sprak een be
moedigenden dunk. Men mag als zeker
aannemen dat de acht eischen van Hen
lein die eind April geformuleerd werden
sterk onder den druk stonden van de ge
beurtenissen in Oostenrijk. Die hebben
natuurlijk radicaliseerend gewerkt. Maar
wat toen minimum-program heette geldt
nu veeleer als „basis voor onderhandelin
gen" zooals van Regeeringszijde het ont-
werp-statuut niet als „a prendre ou a lais
ser" aan de nationaliteiten wordt voor
gelegd, doch eveneens als een grondslag
voor besprekingen wordt beschouwd. Te
vreden was Dr. Krofta over den indruk
dien de maatregelen der Regeering tot ver
zekering van orde en rust binnens- en
buitenslands hebben gemaakt. Ofschoon
zich van de nog zeer delicate situatie vol
komen bewust meende hij zijn indrukken
te kunnen samenvatten in een betuiging
van gematigd optimisme.
Later op den dag, nog vóór ik Dr. Sebe
kovsky ontmoette, bleek mij dat dit opti
misme ook bij andere verantwoordelijke
menschen heerschte. Een der hoogste amb
tenaren van Buitenlandsche Zaken ant
woordde toen ik hem naar zijn oordeel
over de ontspanning vroeg met een fijn
lachje: „Laat ik u alleen maar zeggen dat
ik vanmiddag een uur golf heb ge
speeld"Zelfs vond Praag weer waar
deering voor een glosse op de situatie. De
beste die ik hoorde was, dat men het gan-
sche Midden-Europeesche vraagstuk maar
moest oplossen door als algemeenen groet
„Ha Ha" in te voeren. Niet alleen wekt die
den lachlust op maar hij ware voor ieder
een aanvaardbaar. Kijk maar: Heil Hitier,
Heil Henlein, Heil Horthy, Heil Hlinka,
Heil Hodza
Ook bij mijn bezoek aan het Arbeitsamt
dienzelfden middag werden mijn gematigd
optimistische gevoelens niet teniet gedaan
maar veeleer versterkt. Ik moet zeggen dat
Dr Sebekovsky. die mij vertelde na het
onderhoud met zijn leider met Dr. Hodza
zélf met Henlein te hebben gesproken, op
mij een geheel anderen indruk maakte dan
daags tevoren. Natuurlijk, hij bleef zich
beklagen over de onderdrukking. Zelfs gaf
hij onomwonden te kennen dat bij een
volksstemming negentig procent der Duit
schers zich vóór aansluiting bij het Rijk
zouden verklaren. Maar: hij erkende dat
het zelfbestemmingsrecht in Midden-
Europa niet de eenige maatstaf kan zijn.
Hij vond dat ook zelf te „academisch". Hij
verzekerde dat hij en de zijnen hopen op
een oplossing binnen den Tsjechoslowaak-
schen Staat omdat zij te goed inzien dat
elke andere oplossing oorlog beteekent.
Dien oorlog zouden zij om twee redenen
niet willen. Eerstens niet omdat hij Sude-
ten-Duitschland in een bloedig slagveld
zou herscheppen, tweedens niet omdat hij
niet tot de twee buurlanden beperkt zou
blijven maar in een algemeene catastrophe
zou ontaarden. En van het loslaten door
Tsjechoslowakije van het verdrag met de
Russen zeide hij met beslistheid dat zulks
niet een voorwaarde voor de verzoening
der partijen was. Een politiek van conces
sies is noodig. „De Tsjechen moeten ver
standig worden"Toen Dr. Sebekovsky
dat zeide bepaalde Ik mij ertoe hem aan te
kijken en daarop ging hij voort: .Ook de
Duitschers moeten verstandig zijn"
Kortom: hier sprak een man, die. op dat
oogenblik althans de lezer ziet hoe noo
dig ik het acht om mij met voorbehouden
te wapenen geneigd was tot een verzoe
nende oplossing: die niets gevoelde voor
een op de spits drijven van het conflict,
maar veeleer ook van eigen kant water in
den wijn wilde doen. Toen wij van elkan
der afscheid namen zei ik: „Gelooft u niet
dat democratie en dictatuur, als zij samen
onder één dak moeten leven, allebei con
cessies moeten deen?" en Dr. Sebekovsky
viel mij spontaan bij.
Zoo was er halverwege deze week reden
tot eenlg optimisme. En dat kan ook nog
gevoed worden door twee overwegingen,
een zakelijke en een persoonlijke. Minister
Krofta sprak de zakelijke uit toen hij er
mij op attent maakte dat de Sudeten-
Duitsche industriegebieden zeer véél ln
Tsjechoslowakije beteekenen terwijl zij in
Duitschland van betrekkelijk geringe be-
teekenis zouden zijn. En het was geloof
ik in Londen dat de persoonlijke overwe
ging werd uitgesproken maar de plaats
doet er ook niet veel toe. Zij luidde: het
kon weieens zijn dat Henlein liever een
gróót man in Tsjechoslowakije dan een
klein man in Groot-Duitschland zou willen
wezen....
(Nadruk verboden).
STrnnlini. U -.i „1de dansenden. Hij had haar niet dadelijk
rw.r r r> dat t* hield, en ze merkte, dat zijn blik telkens
badje. gretig naar de deuropening ging. terwijl
Zachtjes vloeiden de golfjes met een er een "upritje van ongerustheid en on-
wit schuim-ranaje uit over het vlakke ®edul<1 tusschen zijn wenkbrauwen stond
strand, een zoel windje deed het water
strand, nauwelijks rimpelen, vroolijke stem
men van baders en baadsters klonken tel
kens door de heldere, klare zomerlucht.
Van den Boulevard klonken de lichte to
nen van ae bands, wier muziek zoo nu en
dan over het strand vlaagde.
Lui lagen ze naast elkaar in het zand,
moe gezwommen en moe gestoeid. Hij be
keek haar met een critischen blik. Zóó
zag ze er nog aardiger uit, dan gister
avond op den dansvloer. Toen had hij haar
al direct opgemerkt, die pittige, slanke
blondine met het aardige gezichtje en de
wondermooie, blauwe oogen. Nu, ln het
snoezige badcostuum, met nog een lachje
van pret om het roode mondje, leek ze
hem nog bekoorlijker. Hij prees het toe
val, dat hem in het bad juist bij het
troepje had doen terechtkomen, dat druk
met een balspel bezig was, en waarbij zij
zich had aangesloten. Aan het strand, en
speciaal in het bad, is men gauw vrien
den, en met een enthousiasme, dat hem
den iaatsten tijd vreemd was geweest, had
hij zich aan het spel gewijd, steeds meer
weer had hij in jeugdigen overmoed den
bal bemachtigd, en er waren blikken van
verstandhouding tusschen hen gewisseld,
toen hij altijd weer haar den bal toe
wierp.
Moe van het zware geploeter, waren ze
toen „toevallig" tegelijk het water uitge
stapt, en nu lagen ze naast elkaar een
zonnebad te nemen. Er waren enkele trage
woorden gesproken. Loom had ze de oogen
gesloten, en coquet had ze gedaan, als
of ze zijn bewondering niet opmerkte.
„Is u vanavond weer in de „Hermitage"-
Öancing?" vroeg hij, en hoewel hij pro
beerde zijn stem onverschillig te doen
klinken, was er toch een zekere gretigheid
in zijn toon.
Een spits tongetje gleed speelsch even
langs de roode lipjes, die in een lachje
zich openden. Een snelle blik van haar
gleed opzij, hem vluchtig opnemend.
„Misschien!", beloofde ze. En dan: „Was
u dan gisteren ook daar?"
Even versomberde zijn gezicht en zijn
oogen verstrakten. Hij staarde naar de
zee. en misschien waren het de zonneflik-
keringen, die hem nu de oogen deden
neerslaan.
„Ik ben daar iederen avond", zei hij
bitter, „ik móét wel".
Het lachje verdween van haar mond.
..Beroepsdanseur?" vroeg ze in snel begrij
pen.
Hij knikte. Ze richtte zich half op de
elleboog op. Dan haalde ze onverschillig
de mooie schouders op. „Wat doet het er
toe", zei ze vergoelijkend, „ln dezen tijd.,
je bent al blij met wat!"
En zonder overgang, zei ze plotseling:
„Ik kom vanavond in de „Hermitage".
Ik hoop dan eens met u te dansen".
Toen stond ze snel op. „I moet nu weg",
zei ze, „au revoir".
Hij staarde haar na, en hij bewonderde
<ie wijze, waarop haar vlugge voeten het
lenige figuurtje naar de badcabine droe
gen, .waarin zij verdween. Toen stond hij
eveneens op. en het was, alsof hij iets
van zich afschudde.
„Tja", mompelde hij, „eigenlijk jammer.
Maar het moet".
En een mysterieus lachje deed een heel
anderen trek op zijn gezicht komen, een
trek, die minder sympathiek was en die
het aardige baadstertje daarop nog niet
had gezien....
Het was dien avond vol in THermitage.
Ze was met opzet wat laat gekomen, en
toen ze binnenstapte zag ze hem tusschen
Zoodra hij haar echter ontdekt had, ver
dween dat, en hij groette haar direct met
een glimlachje om zijn mond.
Vijf minuten later dansten zij samen.
En hij verstond zijn vak. Hoe vol het ook
was, hij wist haar met fabelachtige ze
kerheid tusschen de andere dansenden
door te leiden. De muziek speelde een
melancholieke Argentijnsche tango.
..Zonderling idee", peinsde ze hardop,
„dat u nu eigenlijk werkt, dat u alleen
maar uw plicht doet
„Met u te dansen is geen plicht meer!"
zei hij gevat en galant, „dat Is zuiver een
genoegen".
Er trok een blosje over haar gezicht.
„Charmeur!" bestrafte ze hem. „Tegen
hoeveel dames hebt u dat al wel niet ge
zegd?"
Dadelijk werden zijn oogen weer hard.
„U hebt gelijk!" zei hii bitter, „wij beroeps
dansers moeten dagelijks liegen, dagelijks
allerlei nonsens zeggen tegen allerlei
dwaze vrouwen. Totdat het ons gaat wal
gen! En wanneer er dan eens één is, bij
wie we het meenen. bij wie het ernst is,
wat we zeggen, dangelooft zij ons
niet."
„Het was niet mijn bedoeling je te kwet
sen", zei ze zacht, hem onwillekeurig tu-
toyeerend. En haar hand drukte iets vas
ter de zijne, terwijl haar oogen naar hem
opkeken en om vergiffenis schenen te
smeeken.
Hij antwoordde niet, maar ook zijn
greep om haar middel werd iets steviger,
en hij danste nu met volle overgave. En
telkens weer opnieuw danste hij met
haar.
„Het is warm", zei ze, tegen een uur of
elf, „heb je er bezwaar tegen, even op het
terras te gaan?"
„Integendeel".
Rustig liepen ze het terras op. waar
slechts weinig menschen waren. Zonder
te spreken gingen ze verder, den Boule
vard op. totdat ze de muziek van l'Her-
mltage nog flauwtjes uit de verte hoor
den. Er stond een bank, waarop ze plaats
namen.
Groot stond de maan in den helderen
nacht. Romantisch ruischte de zee ver
beneden hen. In het zilveren schijnsel van
de maan teekende zich het silhouet van
een groot stoomschip af. verder weg pink
ten de gele lichtjes van uitvarende traw
lers.
Dicht zaten ze tegen elkaar. Twee han
den, die elkaar aarzelend beroerden, twee
monden, die elkaar daarna gretig vonden.
Avontuurtje aan het strand....
Muziek, dans, maan, ruischende zee, ro
mantische lichtjes, twee menschen van
dezen tijd, die romantiek zochten....
Snel raasde de auto door de nachtver
laten straten. Toen de beroepsdanser te
gen het raampje tikte, hield hij einde
lijk stil. Als een schaduw gleed de danser
uit de taxi. Schelde toen aan een donker
huis. waarvan even later de deur open-
kierde. Een gemompel, dan stapte hij bin
nen.
In een kleine kamer zat hij aan tafel
met een slaperigen heler. Quasi-noncha-
lant wierp hij hem het parelsnoer toe.
„Dit is het ding, waarvan ik sprak. Ik
heb er een paar dagen op geloerd, nu heb
ik het. Wat is het je waard?"
De slaperige heler keek wat klaarder uit
zijn oogen. Nam het snoer op en onder-
zoch het scherp. Grijnsde daarna en wierp
het terug.
„Valsch!" zei hij lakoniek. „Een lor.
Vange Salts heeft door zijn dubbele wer
king rheumatieklijders nieuwe mogelijk
heden gegeven ter verdrijving hunner
pijnen.
Dit nieuwe zout verdrijft niet alleen door
een krachtig aansporende werking urine
zuur en andere schadelijke stoffen uit het
lichaam, het zorgt er door zijn alkalische
bestanddeelen en hierop berust de „dub
bele werking" tevens voor, dat geen sto
ring bij den doorgang der voedselresten
door het lichaam zal optreden. Hierdoor
wordt het gisten en opnieuw ophoopen van
schadelijke stoffen voorkomen. Vange Salts
maakt schoon en houdt schoon en zal ook
daar de pijnen verdrijven, waar met enkel
voudig werkende zouten geen resultaten te
bereiken waren. De prijs is zoo laag ge
steld, dat hij voor niemand een beletsel
behoeft te zijn: 85 cent, voldoende voor
een flinke kuur.
1911 (Ing-ez. Med.)
Haal me voor zoo'r. prul nooit meer mijn
bed uit, alsjeblieft."
Wild greep de danser het collier. Met
groote oogen bekeek hij het. „Weet je het
zeker?" vroeg hij, met een laatste hoop,
dat de oude den gek met hem stak. Maar
diens gezicht vertelde hem, dat het waar
was.
„Neem het vod mee, en verdwijn. Als je
weer eens wat goeds hebt
Op straat, in de koele nachtlucht,
bromde de danser een verwensching. En
langzaam liep hij den langen weg terug
naar zijn sober hotelletje.
Toen hij de deur van het obscure ho
telletje, waar hij woonde, binnenstapte,
hield een groezelige nachtportier hem aan.
„Brief voor u", zei deze, „half uurtje ge
leden bezorgd".
Met een somber voorgevoel riste hij de
enveloppe open. Zijn gezicht vertrok, toen
hij las:
Collega,
Heb dank voor den gezelligen avond. Ik
kan het je onmogelijk kwalijk- nemen, dat
je als doux souvenir mijn halssnoer wilde
medenemen. Helaas was het valsch.
Als tegenprestatie en om toch ook een
aandenken aan jóu te hebben, was ik zoo
vrij den diamanten dasspeld, dien je droeg,
te nemen. Thuisgekomen ontdekte ik met
genoegen, dat de waarde nog grooter was,
dan ik geschat had. Zonder twijfel een
geschenk van één der vele lieve dames,
die de eer hadden, met je te mogen dan
sen?
Dom van je, lieve jongen, dat je alleen
maar het avontuurlijke gansje in me ver
moedde. en niet, zooals ik. onmiddellijk
den collega herkende. Maar troost je, leer
geld is nooit te duur betaald!
Veel liefs van je danseuse,
die dol is op romantische avonden".
Onwillekeurig greep de beroepsdanser
naar zijn das
Toen rolde er zoo'n krachtwoord door
de portiersloge, dat de groezelige nacht
portier, die toch voor geen klein geruchtje
vervaard was, er zelfs van verbleekte.
(Nadruk verboden.)
1918
(Ingez. Med.)
INSPECTIETOCHT LANGS DE
INDIËLLIN.
Reis van den directeur van den
Luchtvaartdienst.
Naar wij vernemen heeft de minister
van waterstaat den directeur van den
luchtvaartdienst, den heer C. H. E. van
Ede van der Pais, opgedragen zich ln den
loop van Juni a.s. per K.LM.-vliegtuig
naar Nederlandsch-Indië te begeven ten
einde een inspectie-tocht langs de Indië-
route te maken.
Het zou in de bedoeling van den heer
Van Ede liggen om van zijn aanwezigheid
in Nederlandsch-Indië tevens gebruik te
maken om persoonlijke aanraking met de
Indische luchtvaartautoriteiten te zoeken.
D. M. K. te L. Het hoofdkantoor van C. en
A. Brenninkmeyer's Kleedingbedryf ls ge
vestigd Damrak 74, Amsterdam.
Ten overstaan van notaris H. C. A. Vermeu
len van Kruiningen te Wassenaar:
Winkelhuis met afzonderlijke bovenwoning
en achteruitgang Noordeinde 20/20a in bod
1.5700, kooper de heer Th. J. Hovingh q.q. te
Wassenaar voor f. 5700.
Tuinland in den Stevenshofjespolder nabij de
Vink te Voorschoten in bod f.830, kooper de
heer M. C. van Straten c.s. te Leiden voor
f. 830.
Hoewel de werkzaamheden aan het nieuwe
groote viaduct over den spoorbaan te Sas
senheim ten behoeve van den Rijksweg
naar Amsterdam, nog niet geheel beëin
digd zijn de bekistingen moeten nog
verwijderd worden is het viaduct giste
ren reeds voor het tramverkeer in gebruik
genomen.
Bovenstaande foto geeft een beeld van
aen proefrit, die gistermiddag plaats vond
en die geenerlei moeilijkheden opleverde.
Daar de oude trambaan een obstakel
was voor de aansluiting aan den bestaan -
den weg, maakt de tram nu reeds gebruik
van het viaduct. Hiermede is het wachten
voor de spoorboomen vervallen, hetgeen
reeds een groote verbetering beteekenk