Deli's jubileum - Lammerenmarkt op Texel - Tandem-dag te Parijs LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad V Een goede zakenvrouw 79sfe Jaargang FEUILLETON DE GROOTE JAARLIJKSCHE LAMMEREN-MARKT IN DEN BURG OP TEXEL. Er werden 5500 lammeren aangevoerd. Een overzicht van de zeer druk bezochte markt. SCHEVENINGEN BEREIDT ZICH VOOR OP HET ZOMERSEIZOEN. DE PARADE DER STRANDSTOELEN. DELI'S VIJF EX ZEVENTIG-JARIG JUBILEUM. - Er werd nog eens ouderwetse!" gek gedaan en even oudenvetsch werden de bloeme tjes buiten gezet. „Pootje baden" in de Niemhuys-fontein. IN ARTIS TE AMSTERDAM is dezer dagen een Mutsmangabey r.it de Fransche Congo ge boren. Moeder en kind. TANDEM-DAG TE PARIJS. Tandems van vroeger en thans. Een paar uit 1938 in gesprek met een paar uit 1900. GISTERMIDDAG ZIJN OP DE MARINEWERF TE DEN HELDER Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau", de „Hydra" en de „Brinio" officieel in dienst gesteld. Hr. Ms. „Johan Maurits van'Nassau" in de haven. DE WINDMOLEN-HOED - de nieuwste mode in Hyde Park gedemonstreerd. HET TRADITIONEELE LELIËN-FEEST TE COMPIEGNE BIJ PARIJS werd met groote opgewektheid gevierd. Een foto van den optocht voor het kasteel. 8| door HERMAN ANTONSEN. Amuseert u zich nog al, mijnheer Blair?" tv vrij vinnig ln haar toon. loïiath me geamuseerd," antwoordde ..Nou zeg!" lachte Dacre als een spet- «Ju stuk vuurwerk. „Hebt u zich geamu- mijnheer Blair? Toch niet waar?" jJieusch", zei Jonathan. „Toch waar!" t 611 muziek en zelfs het gouden op glanzende gewadendat den ^konde niets voor hem. Ze had- pistolen, geen secondanten, geen Tuorekenden dageraad, maar niettemin jij duel in vollen gang. Winky Meade Chiang genoeg rustig gehouden. I K «eb toch zoo in spanning gezeten," bevnn ••Toen de eerste berichten binnen «tlbm 11 komen kon ik al niet meer alw Hevel Vertel me toch eens, hoe gegaan is." tk,„ dtine wendde haar blik van Jona- ,,a' en keek Winky glimlachend aan. ij^jl mannen een toppunt van moed en eitt o'ü v°iharding bereiken, dan is dat i MeadÏÏ. r w°orden te brengen, mevrouw mii„. 1 zei ze langzaam. „Misschien is "i'lnneer Blair ertoe in staat" Wet It ei wn denk van niet, zei Jonathan. „Ik ben teliit." ^®rk in het beschrijven van der- '£f gebeurtenissen." schijn lijk omdat u zooiets nooit ^«maakt hebt," waagde ze te zeggen. „Waarschijnlijk," gaf hij toe. „Ik weet alleen, wat ik in de kranten gelezen heb.' Hij was al te hoffelijk naar haar zin. Hij scheen in het minst niet verlegen over het feit, dat hij als deserteur gebrandmerkt werd die op een eiland zijn vermaak zocht, ter wijl zijn mannen geworsteld hadden om zijn vlag hoog te houden. Hij scheen zich daar zelfs niets van aan te trekken. De trouw van den ouden Marston aan de Blair Lijn. wat was dat een verspilling ge weest! „Maar iemand moet het me toch be schrijven zei Winky, niet van zins zich te laten afschepen. „U was op die boot, miss Ransome en Corry niet, dus u bent de aangewezen persoon!" „Ik zal het probeeren," zei Valentine. „Het eenige, wat ik kan zeggen, is, dat je dan pas begint te beseffen, hoe ideaal de scheepsdienst is en wat voor echte kerels zeelui zijn. Een ideaal, dat levend gehou den moet worden, ook al zou iemand er een paar polo-ponnies of een vischpartijtje voor moeten opofferen. Alle polo-ponnies van de heele wereld zijn niet zooveel waard, dat daarvoor zulke mannen zouden mogen verloren gaan. Hoe staat het met uw golfspel, mijnheer Blair?" Ze had zich plotseling tot hem gewend. Ze kon raak slaan; en in haar diepen af keer kon ze zelfs hard raak slaan. Winky schrok bijna van de plotselinge wending in het gesprek. Jonathan keek haar onverschillig aan. Hij draaide langzaam een sigarettenkoker tusschen zijn handen rond en gaf niet da delijk antwoord, ook al had de vurige schicht van haar minachting hem pijnlijk diep getroffen. „Golf?" herhaalde hij eindelijk. „O. dat gaat niet zoo heel goed. Ik heb mijn vinger bezeerd." Hij liet zijn verbonden vinger zien. „Kan geen golfstok vast houden." Valentine voelde zich nog meer geërgerd. Niets ter wereld scheen hem op stang te kunnen jagen. „Dat is heel erg," zei ze op medelijdenden toon. „Misschien hebt u dus uw tijd wel moeten verbeuzelen. U hadt beter met de Marinoco kunnen meevaren. Dan hadt u wellicht nog een en ander kunnen leeren. Hij gaf niet terstond antwoord, maar hield haar op een afstand, terwijl hij haar nadenkend met zijn grijze oogen aanstaar de. Opeens begon hij te glimlachen. „Vertelt u me er eens wat van," zei hij plotseling. „Hebt u het schip bestuurd? Aan het roer gestaan? Of was dat nu juist geen pretje?" Dacre Twynings lachte onzeker. Jona than stak den sigarettenkoker met een bruuske beweging in zijn zak terug en wendde zich tot den adjudant. A.1 vind ik het erg. me aan het gezel schap te moeten onttrekken," zei hij losjes weg, „ik meen toch, dat ik beter eerst mijn opwachting kan gaan maken." ,Hè?" vroeg Dacre. „Opwachting? O, ja„ natuurlijk. Dat is een goed idee. Ik zal u even binnen brengen." Hij lachte nogmaals heel joviaal. „De gouverneur zal dan wel voor een of andere kleinigheid beslag op me leggen, maar dat hoort er nu eenmaal bij, als je in dienst bent. niet waar?" „Er zijn oogenblikken. dat uw baantje buitengewoon vervelend is." meende Jona than. „U moet tegen allerhande mensohen vriendelijk zijn. Maar ieder heeft zijn eigen last te dragen, wat? Dus.... eh.... aan genaam u getroffen te hebben, miss Ran some." Die zat. Hij ging naar binnen om zijn op wachting te maken bij zijn voornamen gastheer en diens vrouw. Valentine wist geen woorden te vindenten minste geen passende woorden. Ze gaf een nijd! gen ruk aan haar ragfijne zakdoekje, stampte ongeduldig op den grond en wenschte, dat als ze dien meer dan ver- achtelijken kerel dan toch had moeten aantreffen, het gebeurd was op een plaats, waar ze niet zoo gebonden was geweest aan allerlei beleefdheidsvormen Niemand na Asschepoester is denkelijk ooit tot zoo'n overhaast vertrek gedwongen ge weest, ais Jonathan Blair dien avond. Voor Abias Bliss was een dienstorder een dienst order, want hij was gewoon matroos en moest te middernacht aan boord terug zijn. Hij trachtte weg te komen, zoodra hij eenigsztns met fatsoen daartoe in staat was. maar omdat hij zoo talloos veel men- schen moest begroeten, was het half twaalf geworden, voordat hij eindelijk tegen Ben en Winky kon vertellen, dat hij weg moest. „Ga je weg?" vroeg Ben verbaasd. „Maar waar moet je dan toch in vredesnaam heen?" „Wacht heel even." zei Winky. „Je kunt zoo maar niet wegloopen. Je hebt al zoo veel malligheden uitgehaald. Heeft het soms iets met dat meisje uit te staan?" Ze nam hem heel scherp op. „Welk meisje?" vroeg Jonathan. „Je weet heel goed, wie ik bedoel," be klaagde Winky zich vlakweg. „Die knappe miss Ransome. Als je ooit op een beleefde manier mishandeld bent, schat, dan is het wel daar op het terras geweest. Maar als je het waagt, Corry Blair, om voor haar op den loop te gaan, dan ben ik woedend op je. Geen man mag voor zoo iemand de vlucht nemen. Verdedig je toch tegen haar, jongen!" „Je bent een kleine wijsneus, is het zoo niet?" vroeg hij grinnikend. „Kom, denk er maar niet meer over, klein nest. Dit heeft niets met haar te maken. Ik heb alleen maar een afspraakje ln de stad." Hij schudde hun haastig de hand. .Nou, dan ga ik. Ik zie jullie later nog wel. Tot ziens dus en wel bedankt voor alles." Voordat ze nog iets meer konden zeggen, was hij al weg. „Er is hier iets vreemds aan de hand," zei Ben spijtig. „Het is alleen dat meisje," meende Winky heel beslist. Jonathan verliet vliegensvlug het Gou vernementshuis en liep op een drafje de oprijlaan af. in de hoop, dat er op den grooten weg wel rijtuigen stonden te wach ten. Maar het was blijkbaar nog te vroeg; nergens was eenig voertuig te bespeuren, dat hem van dienst kon zijn. Hij stak een sigaret op en begon met de handen in zijn zakken te wandelen. Wat een verrukkelijke avond was het toch! Geen rijtuig, te middernacht aan boord zijn en het vooruitzicht van in avond- costuum op het voordek te moeten ver schijnen, dat alles bezorgde hem wel eenige moeilijkheid! Die ellendige avondkleeding ookhij zou ze met de eerste de beste boot uit New-York aan Ben moeten terug zenden Ben zou wel denken, dat hij gek geworden was. iNadruk verboden) (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5