Spelling-interpellatie in de
Eerste Kamer
DINSDAG 3 MEI 1938
No. 23957
STADSNIEUWS
ÏSftSsf
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
De Bilt
79ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
I c,Naar wi-' vernemen stelt de recherche in
saaienwerking met de bouwpolitie op last
den Officier van Justitie een onder-
5? naar de schuldvraag inzake de
porting van het perceel Noordeinde 8.
.•[n verband daarmede worden op het
van het inmiddels geheel gesloopte
Q°or deskundigen verschillende onder-
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
verwacht
25 jaar bij 6 R.V.A.
Voor 4 R.I. te Weert
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
3D ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bU vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bi] maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer* voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.35
per week f. 0.18
Franco per post f. 2.35 per 3 maanden -f- portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
Prof. dr. F. W. A. Korff.
25 jaar geleden aanvaardde hij het
predikambt.
Prof. Korff.
Prof. dr. F. W. A. Korff, hoogleeraar
aan de Leidsche Universiteit vanwege
de Algemeene Synode der Ned. Herv.
Kerk, waar hij onderwijs geeft in de
dogmatiek, de zendingsgeschiedenis,
het kerkrecht en de Chr. ethiek, zulks
als opvolger van prof. dr. H. M. v. Nes,
herdenkt morgen den dag, waarop hij
voor 25 jaar het predikambt in de Ned.
Herv. Kerk aanvaardde.
Frederik Willem Adrianus Korft werd 8
Dec. 1887 te Amsterdam geboren en Is een
toon van den bekenden zendeling onder
Israël in de hoofdstad, wijlen den heer F.
ff. A. Korff. Hij werd fn 1911 candldaat In
I Gelderland en aanvaardde 4 Mei 1913 zijn
i ambt te Hoogersmllde. Vandaar vertrok hij
l in 1918 naar Dedemsvaart, om zich 23 Jan.
1 1922 aan de gemeente van Heemstede te
I urbinden. In datzelfde Jaar promoveerde
IJ ook tot doctor in de theologie op een
(asertatie getiteld: „Christelijke religie en
tetorie in de theologie van W. Hermann".
In 1932 volgde zijn benoeming tot hoog
leeraar te Lelden. Hij stond op het drietal
met de Herv. predikanten dr. S. F. H. J.
Berkelbach v. d. Sprenkel te Rotterdam en
dr. M. J. A. de Vrijer te Amsterdam, die in
middels beiden hoogleeraar te Utrecht ge
worden zijn.
Prof. Korff Is lid van het hoofdbestuur
ran „Kerkopbouw".
Tijdens zijn verblijf te Heemstede kwam
op zijn initiatief de kapel Vredenhof in het
Bosch- en Vaartkwartier tot stand.
Van zijn vele geschriften noemen we:
levensproblemen bij Shakespeare; Antiek
en modern Christendom; Fatalisme;
Eeuwigheid en Tijd; Op weg naar een
nieuwe levenseenheid; Jong geloof.
Een nieuwe Gereformeerde
School.
Zij zal aan de Mey v. Streefkerkstraat
gebouwd worden.
Naar wij vernemen zal a.s. Donderdag
op de jaarvergadering der Gerefor
meerde Schoolvereeniging ter sprake
komen de bouw eener nieuwe school
voor gewoon lager onderwijs. Behou
dens goedkeuring der autoriteiten ligt
het in het voornemen deze school te
houwen aan de verlengde de Mey van
Streefkerkstraat achter de Co betstra at.
Deze nieuwe school zal voornamelijk die-
Jieu tot ontlasting van de Studihouders-
laanschool van dezelfde vereeniging, welke
overbevolkt is en voorts om in dit zich snel
uitbreidend stadsgedeelte een gelegenheid
voor christelijk onderwijs te scheppen.
DE INSTORTING in ihet noordeinde.
Onderzoek naar de schuldvraag ingesteld.
ten verricht.
PASTOOR smeets onderscheiden.
Bii K. B.
alE"„Putoor der Sint Leonarduskerk
Wettelijke basis voor de
spelling wordt voorbereid
In de Eerste Kamer heeft prof. Woltjer
hedenmiddag zijn Interpellatie inzake
de spellingskwestie gehouden.
Hij stelde daarbij de volgende vragen:
1. Kan de regeering duidelijk maken,
dat haar in de Memorie van Antwoord
oetreffende het ontwerp van wet tot
vaststelling van hoofdstuk VI der Rijks-
begrooting voor net dienstjaar 1938
medegedeelde beslissing inzake de
schrijfwijze der Nederlandsche taal, in
overeenstemming is met de namens
haar door den heer Minister van Alge
meene zaken, voorzitter van den Raad
van Ministers, in de vergadering der
Eerste Kamer van 14 Januari 1938 ter
zake afgelegde verklaring?
Zoo neen, wil zij dan aan de Kamer
mededeelen, welke nieuwe omstandig
heden er zich na dezen datum hebben
voorgedaan, die haar noopten, op deze
verklaring terug te komen?
2. Kan de Regeering duidelijk ma
ken, dat de voorbereiding van een wets
ontwerp, waardoor haar bemoeienis
met de schrijfwijze der Nederlandsche
taal op wettelijke basis zal rusten, niet
de erkenning inhoudt, dat die wettelijke
basis thans nog ontbreekt, en derhalve
de tot nu terzake gegeven voorschriften
volgens haar zelve onwettig zijn?
3. Kan de regeering duidelijk maken,
dat hare in de eerste vraag bedoelde
beslissing in de behoefte aan spoedige
zekerheid (die haar genoopt heeft af
te zien van de blijkens de memorie van
antwoord aan de Tweede Kamer over
hoofdstak I der rijksfcegroo ing voor
het dienstjaar 1938 beoogde installing*
van een comm'ssie. die od zeer korten
termijn de regeering zal kunnen advi-
seeren omtrent de problemen, die rijzen
met betrekking tot de schrüfwijze der
taal" inderdaad zal voorzien?
4. Kan de regeering duidellik maken,
dat hare in de eerste vraag bedoelde
beslissing in overeenstemming is met
haar hier voor genoemde memorie van
antwoord kenbaar gemaakt streven
.om zooveel mogelijk in harmonie te
handelen met de Belgische regeering",
die. naar de mededeellng in de memo
rie van antwoord aan de Eerste Kamer
betreffende hoofdstuk I der rijksbegroo-
ting. .harerzijds verre de voorkeur zou
(hebben) gegeven aan een nieuw on
derzoek van het geheele spellingvraag
stuk": en dat het haar niet mogelijk
was. te voldoen aan den uitgesproken
wensch der Belgische regeering. die
toch geheel ging in de richting van
haar eigen aanvankelijk 'voornemen,
het vraags'uk van de schrijfwijze van
de Nederlandsche taal Jh zijn geheel
In beschouwing ta nemen" (memorie
van antwoord Tweede Kamer hoofd
stuk I en aldus de kans te vergrooten,
dat de eenheid van schrijfwijze in het
taalgebied van het Nederlandsch be
waard blijf'?
5 Is de regeering beTeid, de In haar
verklaring van 14 Januari klaarblij
kelijk bedoelde methode alsnog te
volgen?
Antwoord van den minister.
Inzake vragen 1 en 2:
De minister van algemeene zaken,
voorzitter van den raad van ministers,
heeft in de vergadering der Eerste
Kamer van 14 Januari 1938 verklaard,
niet in staat te zijn om de critiek van
den heer Woltjer op de methode, die
de regeering indertijd heeft gevolgd,
inzake het spelling-vraagstuk, afdoen
de te weerleggen. Daaraan werd de
mededeeling toegevoegd, dat de regee
ring zich zou beraden op hetgeen prof.
Woltjer genoemd had de staatsrechter
lijke zijde van het vraagstuk en dat zij
vertrouwde binnen niet al te langen
tijd een oplossing te vinden, die ook
dien geachten afgevaardigde beter
zal voldoen dan de methode, die tot
nog toe gevolgd is geworden.
In de memorie van antwoord betref
fende het. ontwerp van wet tot vaststel
ling van hoofdstuk VI der rijksbegroo-
ting voor het dienstjaar 1938, gericht
tot de Eerste Kamer, heeft de regeering
medegedeeld, overtuigd te zijn, dat een
wettelijke grondslag voor haar bemoeie
nis met de schrijfwijze der taal ge-
wenscht is; dat zij dan ook een wets
ontwerp voorbereidt, waarin de be
voegdheid wordt vastgesteld van de
Kroon om voorschriften te geven met
betrekking tot de schrijfwijze van de
Nederlandsche taal en waarin zij wordt
gemachtigd, deze schrijfwijze van de
aangewezen instanties verplicht te
stellen.
Een en ander is met elkaar in over
eenstemming. De memorie van ant
woord bevat bovendien de mededeeling,
dat de regeering reeds aanstonds
eenige beslissingen genomen heeft en
daarmede niet heeft gewacht totdat de
wet zou zijn tot stand gekomen, omdat
het noodzakelijk was, onmiddellijk de
zekerheid te verschaffen en een vacuum
te vermijden.
Zij heeft namelijk overwogen, dat het
zonder meer intrekken van de spelling
besluiten 1936 een volledige onzeker
heid en een volledig vacuum zou doen
ontstaan, hetgeen dermate door bezwa
ren gedrukt wordt, dat het verre de
voorkeur verdient voorshands en in af
wachting van de in voorbereiding zijnde
andere methode nog gedurende korten
tijd den weg te bewandelen, die in 1934
is ingeslagen.
Inzake vraag 3: Het is duidelijk, dat
de getroffen beslissing aanstonds ze
kerheid geeft omtrent de wijze, waar
op de regeering de spelling der Neder
landsche taal wenscht geregeld te zien.
Er is geen aanleiding voor de veronder
stelling, dat, als zij formeel op andere,
namelijk wettelijke basis, zal kunnen
handelen, zij materieel anders beslissen
zal dan zijn thans reeds heeft beslist.
Inzake vraag 4:
De genomen beslissing is in overeen
stemming met het kenbaar gemaakte
streven der Regeering om zooveel mo
gelijk in harmonie te handelen met dé
Belgisahe regeering. Er bestaat volle
dige overeenstemming inzake geslacht
en voornaamwoord, evenals inzake de
schrijfwijze van de bastaardwoorden en
de samengestelde woorden.
Inderdaad zou de Belgische regeering er
verre de voorkeur aan gegeven hebben,
indien het geheele spellingvraagstuk
aan een nieuw onderzoek zou zijn on
derworpen; hetgeen beteekent, dat
naast de .genoemde onderwerpen ook
nog het woordbeeld zou worden in be
schouwing genomen. Hiertegen rees
echter bij de Nederlandsche Regeering
het bezwaar, dat aldus aan een deel der
uitgevers een belangrijke geldelijke
schade zou worden toegebracht, nadat
korten tijd geleden ditzelfde reeds had
plaats gehad. Bij het afwegen der twee
elementen, d!e aldus in geding kwamen,
heeft zij aan het vermijden van een
herhaalde schade de voorkeur gegeven.
Daarbij woog mede, dat de verkregen
overeenstemming inzake geslacht en
voornaamwoord betrekking heeft op
dat deel van het vraagstuk, dat naar
het oordeel der regeering het belang
rijkste element vertegenwoordigt in de
ontwikkeling en het karakter van de
taal. In de memorie van antwoord is
medegedeeld, dat de Belgische regee
ring r\t standount verstaat en dat zij
naast belangstelling voor de techni
sche toetsing van het woordbeeld vol
ledige medewerking verleent Inzake de
overige in geding zijnde onderwerpen.
Inzake vraag 5: Gelijk uit het ant
woord op vraag 1 en 2 blijkt, is de re
geering niet slechts bereid doch heeft
zij besloten, de methode te volgen van
het voorbereiden eener wettelijke basis,
met dien verstande, dat zij gedurende
de periode, die verloopen moet, eer de
wet kan fijn tot stand gekomen, ter
vermijding van groote bezwaren de
sinds 1934 gevolgde methode voors
hands handhaaft.
EERSTE BLAD
BINNENLAND.
Onthulling door H. M. de Koningin van
een borstbeeld van wijlen Z. K. H.
Prins Hendrik te Vlissingen. (3e Blad)
Het 70-jarig bestaan der Hoogere Krijgs
school; druk bezochte receptie te Den
Haag. (Binnenland, 3e Blad).
Twee dooden en een zwaar gewonde bij
ongeluk te Rotterdam. (3e Blad).
BUITENLAND.
Het Engelsche Lagerhuis aanvaardt het
Italiaansch-Britsch accoord. '3e Blad)
Hitier op weg naar Rome. (Ie Blad).
Nieuwe offers in Frankrijk gevraagd. (Bui
tenland, le Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
I EERSTE BLAD.
MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL
PAG. 3 VAN HET DERDE BLAD.
In onze omgeving zal de wind
uit Oost blijven waaien. Het weer
zal opklaren, doch de opklaring
zal geen stijging van temperatuur
brengen terwijl bij opklaring in
den nacht het gevaar voor nacht
vorst blijft bestaan.
Gisteravond seinde de Bilt aan
alle posten:
„ATTENTIESEIN NEER"
Foto van vliet.
van'rT t>enoemd tot ridder in de Orde
OPjj e-Nassau Patei" L- p- J- Smeets
j.l. zijn gouden priester-
De laatste verantwoording.
Wij ontvingen nog van W. P. f. 1, dr.
J. C. de H. te O f. 3, J. M. T. f. 2.50; dr.
A. J. S. f. 1. me.j. J. H. H. te W. f. 1. in
totaal f. 212, benevens een zending
boeken van de dames H. A. de V. en L.
Z. te B.
In overleg met den commandant van
4 R. I.. overste H. D. Buurman zullen
wij dit bedrag overmaken aan den
bataljonscommandant te Weert, ma
joor J. F. W. Hendriksz, terwijl de
boeken en tijdschriften eveneens der
waarts zullen worden gezonden.
De legerpredikant. ds. E. L. Nauta schrijft
ons nog 'net volgende:
Beleefd verzoek ik u nog wel plaatsing te
willen verleenen aan enkele regels in het
het belang van het Tehuis voor militairen
van IX4 R.I. te Weert.
Er kwamen nog een paar bijdragen bii
mij voor het Tehuis: van de dames v. d.
V.—R. te L.: f. 2.50 en van J. Th. W. te L.:
een partij gebonden tijdschriften en boe
ken.
Misschien mag ilc u eerlang de officieele
opening van het definitieve Tehuis berich
ten. Inmiddels worden de belangen van
het Tehuis nog dringend bij vele lezers van
uw blad aanbevolen. Wanneer men weet,
nat er momenteel ongeveer 200 Protestant-
-che militairen in Weert zijn, die geen on
derdak hebben met een eigen protestanr-
sche sfeer, mag er dan niet met klem en
nadruk op worden aangedrongen bij de
lezers van uw blad, onder wie vele ouders
c-n naaste verwanten zijn van deze jonge
mannen, dat door wie dit nog niet deden
iets worde bijgedragen voor de op- en in
richting van een Tehuis in protestantsch-
christelijken geest?
U. Redactie bij herhaling dankend voor
uwe medewerking,
Hoogachtend Uw dw.
E. L. NAUTA, Legerpredikant
Postrekening 60684.
PRIJSVRAGEN DER LEIDSCHE
UNIVERSITEIT.
Inzendingen moeten over een jaar
zijn ingeleverd.
Rector en Senaat der Rijksuniversiteit
alhier hebben den lsten Mei 1938 de vol
gende prijsvragen uitgeschreven:
Overeenkomstig artikel 84 der hooger-
onderwijswet worden de studeerenden aan
een der Nederlandsche instellingen van
hooger onderwijs uitgenoodigd. hun krach
ten te beproeven aan de behandeling van
de navolgende onderwerpen, opgegeven
door de:
Faculteit der Godgeleerdheid.
1. De faculteit verlangt een onderzoek
naar de philologische en materieels quali-
taiten van Photius' exegese op grond van
K. Staab, Pauluskommentare aus der grie-
chischen Kirche.
2. De faculteit verlangt een onderzoek
naar de wijsgeerige beginselen en theolo
gische strekking van de godsdienstwijsbe
geerte van Clement C. J. Webb.
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
1, De faculteit verlangt een systematisch
en kritisch onderzoek naar de toepassing
van het instituut der delegatie ten aanzien
van de artt. 21 lid 1, 39 en 43 der Indische
staatsregeling (artt. 27 lid 1, 49 en 53 R. R.
oud).
2. De faculteit vraagt een vergelijkende
en systematische adatrechtelijke beschrij
ving en beschouwing van de structuur en
de inwendige organisatie van het dorp in
West-Java en in het overig deel van Java.
(buiten de Vorstenlandenl
Faculteit der Geneeskunde
1. Door parenterale toediening van
vreemd eiwit kan men overgevoeligheid
opwekken. Door op deze wijze overgevoelig
gemaakte dieren het soortgelijke eiwit in
fijn verdeelden toestand te doen inademen
kan men bij hen typische aanvallen van
ast.hma verwekken met exspiraloire
öyspnoe, hoesten, ophoesten van een taai,
veel eosinophiele cellen bevattend slijm bij
het verminderen van den aanval enz. (P.
Kallos en W. Pagel, Experimented Unter-
suchungen über Asthma broncfiiale, Acta
Medica Scandinavica, Deel 91, blz. 292
3G5 (1937). Zie verder ook: Heubner. Zeit-
sclir. Exp. Med. 10. 269 (1920); Silbe"-
schmidt, Ann. Inst. Pasteur, 52, 690 (1934);
Alexander. Becke en Holmes, J. of. Immun.
11. 175 (192C).
De faculteit verzoekt een nader onder
zoek omtrent deze experimenteel opge
wekte as thm a-een vellen, liefst ook bij an
dere diersoorten dan de cavia, hetzij in
serologisch. immnunbiologisch, r-atho-phy-
slologisch. pathaloog-anatomisch, röntge-
nologisch tan) of pharmacologisch opzicht.
2. De faculteit vraagt een onderzoek
naar de embryologische ontwikk-llng van
de kern—i dsn hypothalg-nus.
Faculte't der wis- -e re'-urkunde
1. De faculteit verlanet ?"n experimen
teel onderzoek tot uitbreiding van onze
kennis betreffende de adsorptie van een
voudig samengestelde gassen (eenatomige,
tweeatomige) aan eenvoudig samengestelde
oppervlakken (metalen, kristallen). Expe
rimenten omtrent hst verhand tusschen
den ace.otnodutieco?'"fic:--Tt (energie, hoe
veelheid van beweging) van het "as met
betrekking tot den wand en de adsorptie
zijn daarbij gewenscht.
2. De faculteit verlangt een zoo volledig
mogelijk overzicht van de vormen der wor
telsystemen van Nederlandsche duin
planten.
Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte
1. De faculteit verlangt een ondersoek
naar het nationaal baw-tzfjn bij de vol
ken van Europa in de Middeleeuwen.
Bedoeld wordt een op bewijsplaatsen uit
bronnen van allerlei aard gebaseerde ver
handeling over de aanwezigheid en den
aard van nationaal bewustzijn in het mid-
deleeuwsch Europa, hoe het zich ontwik
kelt, ln welke vormen het zich uit. tot
welke tegenstellingen of samenhangen het
aanleiding geeft, welke de geographische
eenheden zijn. waarbinnen het geldt, welk
aandeel in de vorming ervan toekomt het
zij aan de kerkelijke of aan de antieke
overlevering, in hoeverre anthropologischc
factoren er een rol in spelen, in hoeverre
het staatkundige gedragingen beheerscht
A. Hueting.
De burgeT corveeër A. Hue'ins die vandaag
zijn zilveren jubileum bii het 6de regiment
ve'dartillerie vierde en wiens dazelijksche
a'trituten door zijn collega's feestelijk
waren versierd.
of beïnvloedt. Aan de beteekenis van het
woord natio worde bijzondere aandacht
gewijd, terwijl de nationes in het universi
taire leven en in overige beschavings
functies eveneens in het onderzoek dienen
te worden betrokken.
2. De faculteit verlangt een systematisch
i "onnmonderzoek naar de maatschappe
lijke. godsdienstige en economische func
ties van den „toean tanah" in de oostelijke
eilandengroep van den Indischen Archipel
(ten Oosten van Celebes en Soembawa). Ter
oriënteering raadplege men: F. D. Holle-
man. Het adat-grondenrecht van Ambon
en de Oel'assers (1923) en F. A. E. van
Wouden. Soc'ab struetuurtypen in de
3-nef» Oart (1933).
De antwoorden, gesteld in de taal der
viaag en geteekend met een spreuk, wor
den, in tikschrift, toegezonden aan hei be
stuur van den senaat der universiteit vóór
1 Mei 1939, vergezeld van een verzegeld
briefje, dat dezelfde spreuk tot opschrift
heeft en den naam en het adres der schrij
vers bevat.
Op den derden Maandag van de maand
September 1939 wordt het oo~deel der fa
culteiten over de ingekomen verhand' lin-
gen bekendgemaakt en wordt aan de schrij-
"ers van de antwoorden, d'e dont de facul
teiten der bekroning waardig zi.in gekeurd,
de gouden eere-penning uitgereikt.