Ons Kort Verhaal
Speciale boodschap van
Roosevelt
Verwarring in de Hoofdstad van
T s j echo-Slowaki j e
LflOSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 April 1938
Vijfde Blad
No. 23944
PHIUPSL A MPCN &tee% op Maf séwoht/ie^euui^
-&UH CUU*$C&G0tfiq»fStJUj& €ecOl£lGt)Ó
thef ingang van 15üfiJu£ agn trovendien de -pftgSaH de* 'PddipbffMHfiMi opnieuw etetéhcugcf
Bittere amandelen
79sfe Jaargang
De uitslag der Duitsche volksstemming heeft
onverholen bezorgdheid gewekt
Dr. Hodza en de lastige
minderheden
„Wij lijden aan
onder-consumptie"
9698
(Ingez. Mod.)
Een gezich op Praag.
Onze Berlijnsche correspondent schrijft
ons d.d. gisteren uit Praag:
Door Oostenrijk's inlijving bij Duitsch-
land thans als het ware officieel be
vestigd en goedgekeurd door 't eindresul
taat van de „Volksabstimmung" van laatst
leden Zondag is het nationaliteiten-
probleem in Tsjecho-Slowakije plotseling
sterk op den voorgrond getreden, hetgeen
alleen reeds valt af te leiden uit het feit,
dat Konrad Henlein, de leider der tot een
sterke minderheid gegroeide Sudeten-Duit-
schers, naar Berlijn gekomen is, om met
de bevoegde Instanties overleg te plegen
over de vraag, welke tactiek onder deze
omstandigheden voor het Duitsche deel
der bevolking in Tsjecho-Slowakije het
meest productief zal zijn.
Merkwaardig genoeg wilde men in de
Wilhelmstrasse van dit bezoek officieel
hoegenaamd niets weten en toen wij me
dedeelden, dat wü van plan waren, ons ter
plaatse van de interne situatie op de hoog
te te stellen, werd zelfs ons verzoek, een
introductie voor Henlein mee te geven,
van de hand gewezen. Officieel wil men
dus in regeeringskringen met, deze kwestie
klaarblijkelijk niets uitstaande hebben,
doch niettemin wijst het uiterlijk verloop
der zaken er wel degelijk op. dat men te
Berlijn de ontwikkeling In Tsjecho-Slowa
kije met groote belangstelling volgt.
Terwarring en verbazing.
Reeds onderweg van Berlijn naar Praag
kregen wij in ongedwongen gesprekken
met onze medereizigers den indruk, dat
het officleele resultaat van het plebisciet
in Groot-Duitschland zooals niet een over
weldigenden indruk, dan toch een zekere
verwarring heeft teweeg gebracht. Het
meest is men cr over verbaasd, dat deze
aaneensluiting als een „Selbstverstand-
lichkeit" beschouwd wordt, want zoo
redeneert men wanneer de Duitschers
in Oostenrijk zoo denken, dan kan men
verwachten, dat de Duitschers in Tsjecho-
Slowakije hierdoor worden aangestoken.
De links georiënteerde „A-Zet" stelt vast,
dat een feit, waarover men twintig Jaar
lang geredeneerd heeft, thans binnen
yier en twintig urn- werkelijkheid geworden
is en het meest zonderlinge hierbij is,
dat Europa er niets tegen ondernomen
heeft!
Bij onze aankomst te Praag krijgen
wij al dadelijk den indruk, dat de uit
spraak van dit blad, hetwelk in nau
we relatie staat met de burcht „Hrad-
sjln", waar président Benesj zetelt, de
publieke opinie op de Juiste wijze
heeft gekenschetst. Algemeen en groot
is de verbazing over de plotselinge
etniglng van Duitschland en Oos
tenrijk en met nauwelijks verholen
bezorgdheid ziet men de naaste toe
komst voor het eigen land tegemoet.
Men weet maar al te goed, dat er in
Duitschland ontelbaar velen zijn, die na
Hitler's doortastend optreden tegenover
Schuschnigg de meening zijn toegedaan,
dat eerder dan velen vermoeden een soort-
E? lik optreden verwacht kan worden ten
duzichte van het deel van Tsjecho-Slowa-
fbe, dat door al meer en meer tot het
o ut: on aal-socialisme overgaande Duit
schers wordt bewoond.
Strenge verordeningen.
Welk een omvang deze spanning ook
onder de bevolking genomen heeft, blijkt
uit het feit, dat er een strenge verordening
is uitgevaardigd tegen hen, die zich aan
het systematisch bevorderen der algemeens
nervositeit schuldig maken. Zoo heeft men
bijv. te Saaz een zakenman gearresteerd,
die aan een Joodschen winkelier met eigen
huis verteld had. dat binnen drie weken
lijds ook in Tsjecho-Slowakije de „Uro-
sturz" zou plaats vinden. Onder deze om
standigheden verklaarde hij zich bereid, de
zaak en het huis tegen een voordeeligen
prijs te koopen en bij wijze van troost
mocht de vroegere bezitter dan als con
cierge in zijn huis blijven wonen!
Te Praag hoort men er nu reeds over
discussieeren. dat de regeering in navol
ging van de Zwitsersche methode een sta
tenbond zal gaan oprichten, welke reke
ning houdt met de nationaliteit van elk
deel der bevolking, of dat men zelfs tot
het oprichten van autonome nationalitei-
t-'n-kantons denkt over te gaan. De Tsje
chen zoo redeneert men hebben tot
dusver de civiele en militaire macht in
handen gehad en de Duitschers zijn als een
kleine minderheid behandeld. Door de aan
eensluiting der verschillende groepen en
partijen is uit deze minderheid thans een
macht gegroeid, waarmede men of men
wil of niet rekening moet houden.
De andere minderheden
En het ergste is, dat deze elsch van zelf
standigheid irriteerend gewerkt schijnt te
hebben op de andere minderheden, want
zoowel de Hongaren als de Slowaken en de
Roethenen wenschen plotseling als een af
zonderlijk deel der bevolking erkend te
worden! Zij wenschen al evenmin als de
Duitschers nog langer overgeleverd te zijn
aan de willekeur en de heerschzucht der
Tsjechen en deze protesten schijnen zoo
aanstekelijk te werken, dat zelfs de klein
ste minderheid, die der Polen een mi
noriteit van 85.000 zielen den eisch der
nationale zelfstandigheid ging proclamee-
ren. Minister-president Hodza schijnt zich
voorshand nog de sterke man te voelen,
want zijn politiek beleid vindt de waarde"
ring van president Benesj, die zich op zijn
beurt kan beroep op Frankrijk's toezegging
van steun in geval van oorlog.
Niettemin hebben de gebeurtenissen
in het dichtbij liggende Oostenrijk die
pen indruk gemaakt en de wijze, waar
op vooraanstaande staatslieden in
Duitschland den thans ten val ge-
brachten Bondskanselier scnuscnnigg
tijdens de verkiezingspropaganda in het
openbaar gediskwalificeerd hebben,
wordt te Praag als een indirect drei
gement van Duitsche zijde gevoeld.
Om de gemoederen binnensiands te kal-
meeren. is het houden van vergaderingen
in Tsjecho-Slowakije tot nader order ten
strengste verboden en is de pers-censuur
belangrijk strenger geworden. Toen wij aan
een kiosk een exemplaar van Otto Siras-
ser's „Zwarte Revolutie" wilden koopen,
bleek dit revolutionnaire weekblad van
.'en uit Duitschland gevluchten tegenstan
der van Hitier niet meer verkrijgbaar tc
zijn; men beweerde, dat Otto Strasser
thans te Parijs vertoeft.
door HERMAN ANTONSEN.
Het was er dan toch maar niet van ge
komen, dat ze rechter Harrow te pakken
hadden gekregen! Toen ik op zijn stu
deerkamer kwam de rechter is mijn
grootvader zat hij met een boek op zijn
knieën, zijn kin op de borst, een karaf met
heete groc. die de kamer met een gezelli-
gen geur vervulde, naast zich op tafel en
zijn pijp. die hem uit de hand gevallen
was, naast zich op den grond. Het was net,
alsof hij droomend van jachthonden en
Iersche Setters, plotseling door een blik
semslag was getroffen
Grootvader was de schrik geweest van
treinbandieten. De „onderwereld" had hem
meer dan eens bedreigd. Maar ze hadden
hem niet afgeschrikt van zijn plicht als
rechter. Zijn laatste daad. voordat hij zijn
ontslagaanvrage indiende, was de veroor
deeling geweest van Ascarto, den rijksten.
"ooosaardigsten bandiet, die nog in de
rechtszaal dreigde met wraakneming, tot
den electrischen stoel.
Een jaar na de terechtstelling van As
carto werd er een brief bij ons aan huis
bezorgd Er stond niets anders in dan:
„Ik ben de broer van Ascarto".
Volgens de politieregisters had Ascarto
geen broer. Maar na dien tijd hielden we
grootvaders vensters toch gesloten, als hii
's morgens, zooals hij vroeger altijd gewend
was geweest, voor dag en dauw zat te lezen
Het huilen van zijn setter had ons in
allerijl naar zijn studeerkamer doen snel
len. Red Feather was een schitterende
waakhond. We hadden hem vaak op de
proef gesteld. Maar hij had nimmer ge
blaft tegen ons. Hij had bij grootvader lig
gen slapen, wat te zien was aan de roode
haren op het karpet. De rechter was een
voudigweg op iijn stoel ingeslapen
voorgoed; de hond had dat bemerkt en
was gaan janken. We haalden dokter Hol
den erbij. Hij was grootvaders beste vriend
en zelf een groote hondenliefhebber.
Hij was uitgeroepen. Maar denkelijk zou
liij spoedig terug zijn, kregen we van een
slaperige stem te hooren. Dus lieten we de
boodschap achter en zochten geen anderen
dokter. Grootvader zou nooit een anderen
dokter gehad willen hebben. En voor ons
zelf hadden we geen doktersverklaring
noodig, om te weten, dat hij dood was.
Red Feather zei het ons duidelijk genoeg,
jfoen we grootvader naar zijn bed toe-
Drachten, ging de hond mee. Hij had zijn
zachten snoet op het kussen van zijn baas
gelegd en met zijn neus een laatste on
derzoek ingesteld. Toen was hij stilletjes
naast het bed gaan liggenen je be
hoefde maar naar hem te kijken, om er-
van overtuigd te zijn, dat de rechter over
leden was.
De dokter kwam pas in den loop van den
morgen. We vertelden het hem en hij glim
lachte heel even.
„Ik ben blij voor hem, dat hij zoo'n zach
ten dood heeft gehad. Het kan zoo be
nauwd zijn", zei hij. „Koffie? Ja. wel
graag".
En juist op dat oogenblik kwam Julie,
onze huishoudster sedert grootvader ge
trouwd was. de ontbijtkamer binnen.
Ze droeg haar armen vol prachtige per
zikbloesems. Al draagt onze oude perzik
geen vruchten meer, ieder voorjaar verrast
hij ons met een schat van bloesems. „Hij
hield er altijd zooveel van", zei ze. „Ik zal
ze op zijn kamer brengen". We hoorden
haar de trap opgaan. En opeens klonk een
gil en een zoo afschuwelijk gebrom, dat
we koud van schrik de trap opstormden.
In de gang stond Julie als versteend van
schrik, met de bloesems tegen haar borst
gedrukt. En tegenover haar op den drem
pel der kamer van den rechter stond een
roode duivel met opgetrokken iippen en
ontbloote slagtanden aanhoudend dreigend
'e grommen.
„Red!" riep ik. toornig op hem afgaan
de. Maar dokter Holden, die evenveel ver
stand heeft van honden als grootvader
had, hield me tegen.
.iaat dat, Hal!" waarschuwde hij. „Daar
zit iets achter. Hij heeft van jongsaf al
tijd veel van Julie gehouden.Laat eens
kijken. Laten we dit eens probeeren.
Neem jij die bloemen van haar over. Juist
en nu ga jij de kamer van je groot
vader binnen".
Maar ik had net zoo goed kunnen trach
ten den helhond Cerberus te passeeren.
„Wat kan hij aan die bloemen zien dat
liij zoo woest wordt, dokter?" vroeg ik.
.Honden ergeren zich meestal niet aan
wat ze zien", zei de dokter, „maar aan
wat ze ruiken".
Hij nam de bloesemtakken van me over
en snoof den geur diep op. En dan keek
hij met oogen. wijd van ontzetting, naar
de bewaakte kamer en het groote bed, dat
daarin stond.
„Groote hemel! Nee toch?" zei hij
zachtjes.
„Wat is er?" vroeg moeder.
Hij hield haar de bloesems voor. Ze rook
eraan.
.Hemelsch!" zei ze zuchtend.
„Helsch!" zei dokter Holden. „En wat wij
ruiken, dat ruikt die hond dubbel, driedub
bel. Dit!"
Hij pakte een tak, nam de bloesems en
jonge blaadjes tusschen zijn vingers en
wreef ze fijn. En een gegrom, even woest,
als toen ik hem wilde voorbijgaan steeg
diep uit de keel van Red omhoog.
„Het is net....", zei ik, „Net
.Het amandelgeur", zei moeder.
„Perzikpitten!" zei de dokter .Bittere
amandelen! Luister eens. Ik heb eens bij
het africhten van politiehonden een reuk-
proef zien houden. Ze gebruikten daarvoor
nitrobenzolkunstmatige olie uit bit»
tere amandelen. De honden herkenden dien
geur bij een verdunning van één op twin
tigduizend. wat voor de reuk van den.
mensch in de verste verte niet te bespeu
ren is. En dat niet alleen; ze konden het
ruiken, al was die geur onder andere sterk-
ruikende stoffen zóó gemengd, dat geen
menschelijke neus het meer ruiken kon.
Deze geur, Hal. de geur van nitrobenzol.
de geur van bittere amandelen, is de ken
merkende lucht van alle doodelijke cyaan-
mengsels".
„U bedoelt?" vroeg ik, mijn arm om
moeder heenslaande.
„Dit. Als Red Feather dien geur bij je
■rootvader geroken heeft, dan beteekent
dat voor hem de dood van zijn meester.
Hij moet dien geur dan met afschuw ha
ten. Kom mee, allemaal!"
We begaven ons naar de studeerkamer
van den rechter. Daar hield de dokter den
hond zijn vingers voor, die de bloesems en
blaadjes hadden fijngewreven. „Zoek. Red!
Oeval hij.
Onfeilbaar en zonder de minste aarze
ling vond Red Feather het. Hij ging er
recht op af.
„Neen, neen. laat liggen! riep de dok
ter. Het was de pijp van den rechter!
„Wie maakt die pijp gewoonlijk voor hem
schoon?" vroeg Holden.
„Wilks", antwoordde ik. „Maar voordat
wïlks bij ons in dienst kwam
„Het komt wel eens voor", viel de dok
ter mij ongeduldigd in de rede, „dat poli
tieregisters het verkeerd hebben. Ze gaven
ook aan, dat Ascarto geen broer had
Tie pijpesteel met hydrocyaankali gevuld
veroorzaakte een oogenblikkelijken dood.
Vlug wat! Waar heeft die huisknecht zijn
kamertje?"
Wilks had het blad met groc meegeno
men naar zijn kamer. Hij was bezig zich
genoegelijk een glas rum in te schenken,
toen we binnendrongen. En weer liet da
dokter Red Feather aan zijn vingers rui
ken. Weer zei hij: „Zoek!"
Ditmaal was het niet zoo gemakkelijk.
Ditmaal had zijn fijne neus er groote moei
te mee. Maar eindelijk vond hij het. Een
parapluie, staande in een kast. Zonder
eeniee aarzeling draaide de dokter den
knop" ervan los. Er kwam een fleschje met
een heldere kleuriooze vloeistof uit te
voorschijn.
.Hoe heb je die vluchtige stof zoo keu
rig in dien pijpesteel weten te brengen,
zonder dat ze verdampte?" vroeg de dokter,
wiens wetenschappelijke benieuwdheid
hem zelfs in dat gevaarlijke oogenblik niet
verliet. „En hoe ben je aan dat zuivere
watervrije zuur gekomen? Ik zou zeggen.
Maar ik had Wilks in de gaten gehou
den. Hij was naar zijn bed toegeschoven.
Hij liet zich op den rand ervan neerval
len met afgezakte schouders als een ver
slagen man. Maar ik zag, dat zijn hand
onder zijn kussens gleed; toen die met een
wapen te voorschijn kwam, werd ik ra
zend; en met volle kracht sloeg ik hem op
zijn hoofd met de zware rumkaraf.
(Nadruk verbodent
(Autersrecht voorbehouden)
In een speciale boodschap aan het con
gres heeft president Roosevelt aanbevolen
een crediet van anderhalf milliard dollar
beschikbaar te stellen voor de steun-
bureaux. Een en een kwart milliard van
dit crediet zou besteed moeten worden voor
een werkverschaffingsprogram in de eerste
zeven maanden van het belastingjaar, de
rest zou moeten dienen voor steun aan den
iandbouw en nationale jeugdorganisaties,
benevens het z.g.n. Civilian Conservation
Corps.
In het vervolg van zijn boodschap over
den tegenwoordigen achteruitgang in de
zakenwereld beval Roosevelt aan, over te
gaan tot onmiddellijke ontdooiing van aan
vullende bankmiddelen tot een totaal van
2 milliard doller door desterilisatle van bij
benadering l'/t milliard goud en door ver
mindering van de reserve-elschen der
banken met ongeveer 75 millioen dollar.
Voorts bepleit Roosevelt hervatting van
uitgaven voor openbare werken tot een be
drag van bijna l'/s milliard dollar, die
binnen 12 of 18 maanden moeten worden
uitgegeven. Roosevelt beschreef dit deel van
zijn program als van vitaal belang en stelde
voor de regeering machtiging te verleenen
tot het besteden van een bedrag van 450
millioen, voor rechtstreeksche credieten
aan staten en gemeenten en tot het leenen
van een milliard zonder rente ten behoeve
van plannen en openbare werken. Tevens
vroeg Roosevelt machtiging tot het uit
geven van 300 millioen dollar voor het op
ruimen van krotwoningen en plannen voor
huizenbouw, 100 millioen voor wegenaanleg
en 62 millioen voor den bouw van regee-
ringsgebouwen en regularisatiewerken
langs de rivieren.
Volgens de ramingen in Roosevelt's bood
schap zullen in de eerstvolgende 18 maan
den de totale hersteluitgaven 3.012 000.000
dollar bedragen, met inbegrip van 950 mil
lioen af losbare leeningen, doch ongerekend
de twee milliard, die liquide zullen worden
gemaakt door het in het verkeer brengen
van goud en het liquide maken van bank-
reserves.
De anderhalf milliard, waarvoor de Re-
construction Finance Corporation onlangs
machtiging heeft verleend tot het verlee
nen aan de nijverheid, zijn evenmin bij de
hersteluitgaven inbegrepen. Roosevelt leg
de er opnieuw den nadruk op, dat het her
stel vergezeld moet gaan van een hervor
ming in regeerings- en handelspractijk.
Tot de noodzakelijke hervormingen behoo-
ren volgens Roosevelt opheffing van
belastingvrijdom voor regeeringsobligaties.
wijziging van de inkomstenbelasting, terwijl
de vraagstukken van monopoliebedrijven
en prijsvaststelling bestudeerd moeten
worden. Roosevelt schreef den achteruit
gang in het bedrijfsleven in groote mate
toe aan zekere hoogst ongewenschte ge
bruiken, onder meer inflatieprijzen en
overproductie als gevolg van vrees voor
inflatie, stakingen en oorlog, hetgeen tot
resultaat heeft een herhaling op kleine
schaal van wat tusschen 1927 en 1929 ge
beurd is.
„Wij lijden thans aan onderconsumptie
en de voor dit voorjaar verwachte toe
neming van de vraag naar arbeidskrachten
verloopt niet vlot genoeg om een econo
misch herstel te bewerkstelligen." Roosevelt
voegde hieraan toe, dat het onbetwistbaar
is. dat het nationale inkomen, dat
in 1937 6.800000.000 dollar heeft be
dragen, thans is gedaald tot ongeveer
5.600.000.000 dollar. Hij wensohte er den
nadruk op te leggen, dat hij niet gelooft,
dat een toereikende vermeerdering van het
nationale inkomen alleen zou kunnqn wor
Ontsierende
vetwermpjes
en huiduitslag
verdwijnen snel
met witte Purol
9678
(Ingez. Med.)
den verkregen door belegging, leenen of
uitgeven van openbare fondsen. In het
Amerikaansche economische leven is het
van groot belang, dat de middelen van par
ticulieren gebruikt worden en allen erken
nen, dat dergelijke fondsen recht hebben
op behoorlijke opbrengst.
Re-activeering van den goudvoorraad.
Het Departement van Financiën maakt
bekend, dat in overeenstemming met de
aanbeveling van President Roosevelt, de
geheele niet-actieve goudvoorraad zal wor
den in omloop gebracht.
Er werd reeds eerder verklaard, dat dit
goud zal worden aangewend voor de beta
ling van in de naaste toekomst vervallende,
in goud te betalen wissels
„Welke van die twee liikt je het beste
Arthur?"
„Ja.dat is moeilijk te zeggen!*