De Stille Zaterdag van
Katharina Willet
Nieuws
uit de Filmwereld <l^
„Top of the Town"
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 April 1938
Vierde Blad
No. 23944
79sfe Jaargang
Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Onrust en Zenuwachtigheid,
gebruike men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten
VOOR ALLE FEESTEN
door HANS EDINGA.
Stille Zaterdag 1841.
Hoewel het dichte, opwolkenöe stof de
gele calèche van „De Heerde" bijkans aan
r.et oog onttrok, wisten zij, die op den zon-
uigen landweg er inderhaast voor uitwe-
ten, reeds vóór zij hen passeerde, wie de
inzittende moest zijn. Want niemand im
mers liet de paarden zoo ijselijk snel dra-
ren als de mooie Katharina Willet.
Zij was dus weer thuis geweest
Nu, men zag haar zelden meer; als zij
zich op den landweg vertoonde, was zij
r.e'estal weer op weg naar Den Haag, waar
aj gevierd werd op de Hofbals. En de oude
menschen op „De Heerde" werden ouder.,
eri de dochter was altijd weg. Maar hoe
zou Katharina hun een lief gezelschap zijn
zij, de rustelooze, over wie altijd weer
nieuwe verhalen de ronde deden. In dezen
winter nog had zij een onbeschoft gewor
den aanbidder geranseld met haar rij
zweep; maar toen er ijs lag in de vaarten
as zij met al haar rokkenomvang onbe
vreesd een bijna verdrinkend kind nage
sprongen. Eén verhaal was er, dat men
nooit moede was weder op te halen: haar
rampzalige liefde voor hem. dien zij „De
dolle Baron" noemden de Don Juan, die
een klein kasteel aan het water bewoonde
en van daaruit zijn vermetele tochten on
dernam. Die geschiedenis was nu zes jaar
geleden gebeurd. De mooie Katharine Wil-
iet, die uit de hoogste kringen aan eiken
vinger wel een man had kunnen krijgen,
werd tot haar ongeluk verliefd op den veel
ouderen Felix Zuidewier. Een tijdlang
schenen zij een paar te zullen vormen en
men roemde Katharina's goeden invloed
op hem. Toen ineens was het uit. Gesmaad
en bedrogen had hij haar, zijn jongste
avontuur!
Zij, dip haar gekend hadden als kind,
zeiden altijd: dat roofde voorgoed haar on
bevangen zonnige vroolijkheid en frlsch-
heid van een eerste jeugd. Sedert reisde
Ze: dewier in Frankrijk en werd Katharina
een gevaarlijke vrouw: scherp van tong.
wilder van schoonheid, bitter van hart.
baldadig van iach, maar desondanks niet
minder gevierd. De pachters van haar
vader, de boeren in den omtrek, zij bleven
houden van Katharina om haar plotselinge
hartelijke invallen, die getuigden van een
warm hart. En omdat zij niet trotsch was
en hoogmoedig.
Haar roem en veroveringen gingen nog
steeds van mond tot mond: iedereen ken
de haar en zij kende iedereen. Zij genoot
ailomme de onderscheiding als aan een
koningin bewezen en niemand yiel het op.
dat zij niet jong meer was, niet zoo héél
jong meer
Stil en gedrukt was zij dezen morgen op
gestaan. Lang had zij zich bekeken in den
spiegel. „Eén en dertig werd ze in den zo
mer. Over vijf jaar als zij zoo roekeloos
voortleefde, zou zij rimpels hebben.Na
nog vijf jaar zou zij een oude vrouw
zijn
Zonder interesse had zij toegezien hoe
haar balgewaden ingepakt werden, de vele
nieuwe japonnen. Hoewel zij voor geen geld
had willen thuisblijven, wist zij toch ook,
dal de Haagsche Paaschdagen niets beloof
den. Zij kende nu langzamerhand het ver
loop: de
roes van 't
feest en
daarna het
gevoel van
wat-geeft-
hetNu,
ai gaf het haar dan ook niets, zij had den
roes noodig.
Op het bordes had zij haar ouders om
helsd hemel wat werden ze al oud en
tij wilde de bezorgdheid in hun oogen niet
aen, hun huiver om altijd maar weer de
feestenGehuld in een warmen pels
nam zij plaats in de calèche, want het
was frisch hoewel de zon scheen; rond
om haar werden haar koffers en doozen
gestapeld. Voor het eerst ln haar uit-
gaansjaren had zij gedacht: wat een ba
gage voor die paar dagen. Dan knalde de
zweep en reden zij weg, om het ronde
gazon heen; voor zij de oprijlaan inzwaal-
den had zij nog even met matte hand ge
wuifd, en roerend wulfden de twee oude
menschen terug, twee stille figuren in hun
vereenzaming voor het groote grijze huis.
Een uur moesten zij nu rijden om van de
afgelegen Heerde de herberg ,,'t Rood
Hert" te bereiken waar zij de diligence naar
Den Haag zou afwachten.
Uit gewoonte liet zij den koetsier hard
rijden. Op haar gesloten oogen brandde de
weldaad van de warme lentezon: zij liet
haar hoofd achterover zinken. Zij prentte
zich in, dat zij tevreden behoorde te zijn
met haar leven: rijk, mooi en gevierd: dat
zij nu behoorde te lachen omdat de zon
scheen en zij naar een feest reed. Maar
haar gezicht stond strak en triestig als
nat waschgoed. Zij sperde haar mond, zij
probeerde te lachen, maar uit haar oogen
gieöen plotseling tranen.
„Harder, André!"
Over den bultigen weg danste nu het
open rijtuig, dat bij de hooge witte brug
getjes bijna een luchtreis maakte. Woest
en vreugdig draafden de schimmelsEn
Katharina bedacht in een groote vermoeid
heid. dat daar in Den Haag het zooveel-
ste huwelijksaanzoek haar wachtte. De
Fransche gezant, die weduwnaar was, wel
sympathiek, maar te degelijkGoede
hemel, hoe durfde hij het met haar aan!
Nu ja, zij dacht er niet eens over.
Arriveerend voor de herberg ,,'t Rood
Hert" had zij zich een lach veroverd, die
begoochelend echt leek, en uitstappend
met stijve beenen ontdekte zij met haar
scherpe oogen, door de openstaande deur
van de herbrg, den Burgemeester van haar
dorp met zijn vrouw. „Wel wel
Voorbij de waardin, die geknakt lag in
diepe révérence, trad zij binnen.
„Wel, wel, U beiden ook hier?" Zij be
groette haar en uit alle hoeken van de
gelagkamer werd de Jongejuffer Willet eer
biedig toegeknikt door hen, die wachtten
op de diligence. André, die denzelfden mid
dag een oude nicht van de Willets naar
„De Heerde" moest brengen, vroeg verlof
terstond de koffers te mogen afladen.
Nog steeds staande begon Katharina rad
en levendig over de Hofstad te praten te
gen de burgemeesterswouw en eerst toen
zij de calèche hoorde wegrijden viel het
haar op welk een benepen stilzwijgen er
voor het overige heerschte in de gelagka
mer. Zij zag opmerkzaam ronden
ontdekte op de gezichten een vreemde
strakheid, een huiver bijna. En de spaar
zame antwoorden van het burgemeesters-
paar werden op zoo'n gewild-zachten toon
gesproken, alsof zij er haar drukke praat
mee bezweren wilden. Zij zweeg plotseling.
Ei' was iets, dacht ze.
„Hoe is het vrouw Veltwever", wendde zij
zich tot de waardin, die voorname gasten
altijd naar de bovenkamer placht te voe
ren. „Hoe is het, kunnen we niet boven gaan
zitten?"
„Er is een gast", kwam de waardin na
derbij en haar flauwe oogjes knipperden
onzeker en bangelijk in de felle verwon
derde.
„Een gast, die niet zou willen wijken
voor Katharina Willet?" was het overmoe
dige antwoord, „dan is het geen man".
Vrouw Veltwever boog zich dieper. „De
Juffer moet er niet boos om zijn. maar mis
schien wilde zij wat zachter pratener
lag een stervende, boven
Een stervende
Zóó angstig-ontsteld zagen de menschen
9673
(Ineez. Med.V
rondomme haar nu' aan, dat Katharine.
een naam vloog even door haar hoofd als
een snelle zwarte vogel.... dat Katharina
fluisterend zeide: „Wie dan welEn
het eigenlijk al wist vóór de waardin
schier geluidloos, haar hoofd aan het hare,
uitbracht: „De Baron Zuidewier".
Felix
Marmerbleek werd ze en ze wankelde
even. Op het mooie, witte gezicht wissel
den snel de aandoeningen: schrik, onge-
loovigheidhaar mond opende zich
tweemaal, maar zij kon niets zeggen. Ein
delijk ervoer zij de algemeene, griezelige
oplettendheid. Zij bedwong het beven ha
ler ledematen, zette zich neder op een
bank. Vele malen in de laatste jaren had
zij op een sotree of op een concert, Felix
meenen te herkennen, als iemand op hem
geleek het plotseling hooren ook van
een stem kon haar de afgrijselijke schrik
geven, dat hij het zou zijn; schrik, die
haar schodt in de knieëen maar nog
nooit had haar hart zoo bezeten uit haar
borst gehamerd als thans. Met alle kracht
dwong zij zich tot een onverschillig klin
kende vraag: „Hoe komt die hier zoo in
eens verzeild?" en luisterde niet eens
naar een antwoord. Want terwijl om haar
heen de menschen het geval befluisterden
ziek reeds had de dolle Baron van uit
Parijs de reis naar Den Haag aanvaard,
maar toen de diligence op Goeden Vrijdag
voor ,,'t Rood Hert" aankwam, waar zijn
eigen koets hem wachtte, was hij te ziek
geweest om nog verder vervoerd te wor
den; het werd hemelen met den Baron
terwijl de menschen fluisterden en ter
sluiks letten op haar, die eenmaal zijn ver
loofde was geweest, dacht Katharina:
Wonderlijk, zóó vaak had zij hem dood ge-
wenscht, en wèg uit dit leven waar zij
steeds vreesde hem te zullen ontmoeten
cn waarvan zij zelf nog zooveel verwachtte
en nu hij hier stervensziek lag onder
hetzelfde dak (haar stem moest hij al ge
hoord hebbennu was er niets in haar
van wreeden triomf. Geen verdriet ook om
hem dien zij had lief gehad, neen, slechts
medelijden met een mensch. die sterven
ging. Maar zóó lang had zij wraak ge
koesterd, dat zij er niet maar ineens ge
heel afstand van wilde doen. Haar haat
jegens hem had haar leven gevuld ook
toen zij nog dacht hem te hatenen
nu begon zij tegen de burgemeestersvrouw
haar mondaine gesprekken te vervolgen,
alsof er niets gebeurd was. Doch die legde
haar zachte hand op de hare en sprak: „Me
dunkt lieve.het is nu geen tijd om te
schertsen".
„Maar wilde Katharina braveerend
weerleggen, toen deUdêur werd geopend.
Haastig en somber, met korten groet, liep
een donker-gekleede man meteen door
naar het trapgat. De Chirurgijn Mar
tensKatharina perkende hem, en
dit légde het zwijgen op aan haar jaren
lange bezeerdheid, die tegenover de men
schen den vroegeren aanbidder had wil
len hoonen.
Er viel een 'stilte, intenser dan tevoren
De burgemeester keek op zijn horloge.
Wat was het. dat Katharina toen de
dingen niet meer helder deed zien? De ver
plichting nu aanstonds in de diligence te
moeten stijgen, dwang die haar natuur
nooit verdroeg- of haar onder haar cy
nisme sluimerend gebleven eigenlijk en nu
zich doen geldende, theatrale aard?
In onrust zat zij neer.
Rateling van wielen naderde
En plotseling sloeg als een vlam uit haar
het weten: „Zij had hem nog lief. Nu moest
ze weg en hij ging sterven".
Onbewust stond zij op. Rondom haar
rees men overeind, bagage verzamelend en
afscheid nemend. Met luid geraas reed de
diligence langs de ramen en stond stil.
Vreemd-aandachtig keek Katharina naar
de bedrijvigheid. Zij liep mee naar de koets,
maar toen de Burgemeestersche wilde in
stijgen, trok zij, ineens kalmer geworden,
haar terug. Haar besluit stond vast. Zij
spak: „Weest zoo goed mijn Neef en Nicht
Willet te berichten, dat ik later kom, in
Den Haag. Wanneer, weet ik nog niet".
„Bij voorbaat mijn oprechten dank. Goe
de reis". Zij was niet voornemens de reden
openlijk te biechten. Zij groette en trad
dan snel terug in de herberg, waar men
zoo juist de hand sloeg aan haar bagage.
„Vrouw Veltwever, ik blijf hier nog een
pooze", sprak zij effen.
Zij trotseerde ook hier de bevreemding en
lette niet op de achterwaartsche blikken
van hen, die de diligence bestegen. De om
geving raakte haar niet. Zij stond heel stil
en rechtop midden in de gelagkamer. En
.vachtte roerloos tot eindelijk de helle ge
luiden van de koets wegstierven in de mid
dagstilte. Dan wendde zij zich naar de
waardin. „Ik wil den heer Zuidewier be
zoeken". En haar rokken bljeennemend
steeg zij op in het donkere trapgat.
Op de bovengang gaf de chirurgijn
fluisterend instructies aan de in den mor
gen gekomen Barmhartige Zuster. Een
nuance deemoediger vroeg thans Katha
rina bij den zieke te mogen toegelaten wor
den. Zoo dringend smeekten haar oogen,
dat zij, na eenig woordenloos overleggen,
het haar toestonden Zij draaide met tril
lende hand den deurknop om en
dacht. „Wat was alle wrok, zij had hem
lief". Maar eenmaal binnen, waar haar
onzekere blik stuitte op de groene gordij
nen van het Hemelbed en de non troos-
lend haar hand green, voelde zij haar mas
ker van zich wegvallen, werd zij op een
maal rustig en werd ook haar hart zóó
rustig, dat zij zich vari de waarheid be
wust werd: altijd had zij betreurd de liefde
van de jonge Katharina voor Felix maar
zij was ouder geworden en veranderd; zij
had geleerd hoe het leven verschilde met
den gedroomden heilstaat van rozengeur
cn volle maan en wat er in de jaren
naast haar bezeerdheid was levend geble
ven: een klein Testje van die liefde het
was gestorven gelijk met haar haat. wijl
deze haat daarin wortelde. En wat haar nu
nog tot hem dreef was haar vergevensge
zindheid.
De doodzieke man, die bij het hooTen van
Katharina's stem gedacht had: nu komt
zjj triomfeeren over mij, en kan ze, nu ik
machteloos lig, mij nog eenmaal onbelem
merd haar minachting zeggen draaide
moeizaam zijn wegterend gezicht, waarin
de oogen gloeiden met vreemden giar.s.
naar de binnengekomene. En werd meteen
gerustgesteld door de zachte uitdrukking
op haar stil gezicht. Zij nam zijn witte
hand niet in de hare, ging alleen zwijgend
en met een waardigheid, zooals hij die niet
van haar kende, zitten op den bedrand. In
rustige deernis zag zij op hem neer.
Nu, na zijn angst voor haar toorn, kwam
zijn oude aard weer boven, Hij sprak het
niet uit maar zij las het van zijn gezicht,
van de bleek, ijdel-elimlachende lippen:
zijn voldoening om haar komst. Zijn ge
streelde ijdelheid. Zij kon er niet toe komen
te zeggen: „je vergist je. ik ben niet geko
men uit liefde". Zij was nu van plan bij
hem te blijven tot hij gestorven zou zijn
en vóór dien tijd zou wel tot hem door
dringen hoe het met haar gesteld was.
Het goede, wereldvreemde nonnetje be
greep niet aanstonds de relatie, vermoedde
tusschen hen een nauwen familieband;
met stille zorg ijverde zij door de zieken
kamer.
Felix Zuidewier, die op zijn vaderlijk
goed had willen sterven toen hij zich on
geneeslijk ziek wist. zag met kennersblik
naar de sierlijke figuur der bezoekster, die
zoo afstak bij het kloosterlijk zwart-en-
wit van zijn verzorgster. Hij zag: gekleed
volgens de laatste mode. Een shawl, zoo
als men in Paijs droeg. Haar verschij
ning wekte weer alle oude gevoelens: spot
om haar roerend serieus gevoel voor hem,
dat zich na jaren nog bewees: boosaardig
vermaak om haar leed: ijdelheid omdat zij
zich zoo aan hem verbonden was blijven
gevoelen, nooit was getrouwdEn of
schoon hij dezen gansehen Stillen Zater
dag niet meer gesproken had, gaf zijn
Ijdelheid kracht aan zijn gebarsten stem,
die zeggen ging het zoo dikwijls gespro
ken kwellinkje:
„Hou jenog.... van.... me
Katharina
Zij keek hem vast aan. Een stervende
zou zijn geen verwijten meer doen. Haar
blik verdiepte zich van medelijden tot
weedom. En zwijgend bleef zij hem aan
zien, heel lang. Onder haar helderen blik
gleed het verlangen haar te kwellen uit
hem weg. En langzamerhand verstond hlf
uit haar oogen wat zij ongewild verried:
haar lange, lange strijd tegen haar, door
hem zoo gewond, hart en nu eindelijk
haar rust. Zijn oogleden sloten zich over
dit begrip. En nu streed hij nog een strijd
pijnlijker en zwaarder dan een doodstrijd
zijn kon: het verweer -Van een immer luch
tig gebleven schuldig hart tegen den plicht/
te moeten uitspreken dat het zich van zijn
schuld bewust was.
Eer het avond werd, was de oude, echte
ridderlijkheid in hem opgestaan, ontspan
den zich zijn bittere trekken en bedelde
zijn open hand om de hare. Toen zij hij
het. klankloos maar dringend:
„Vergeef me Katharina".
Zij knikte hem toe.
Het leek haar alsof zij haar leven geleefd
had naar dit moment. En haar geblanket
gezicht, onder het hooge pompeuze kapsel,
straalde een nieuwe, bijzondere schoonheid
uit.
Zij waakte den ganschen nacht.
Soms liep zij zacht heen en weer de ka
mer door peinzendDan weer zat
zij bij hem, peinzend.... Aan het sterf
bed van den vroegeren geliefde voelde zij
zich veranderen, gewerden haar nooit ge
kende wijsheden, opende het leven nieuwe
mogelijkheden zooals eenmaal het Licht
van den Paaschmorgen nieuwe hoop ge
vend te stralen begon over droefheid en
duisternis, over de dragers eener nieuwe
leer en over den Gekruisigde, die uiteinde
lijk zegevierde....
„Het kan nog wel uren duren", meende
de Zuster in den vroegen morgen. Katha
rina echter, alleen gelaten in de kamer, zag
den doodsstrijd al gevorderd. ,Het einde
kan elk oogenblik komen", wist ze.
Op het kussen lag zwaar het vermagerde
gezicht, dat met zijn losse zwarte lokken
over het voorhoofd wonderlijk jongensach
tig werd.
Met tusschenpoozen kon Katharina den
adem hooren
Zij zat roerloos in haar stoel.
Aan haar stille figuur leefden slechts de
oogen. donker en diep van een rijk, inner
lijk beleven.
Het zwakke geluid werd ijler, de tus
schenpoozen lengden
Katharina bedacht vaag. dat zij het
prettig vond niet gestoord te worden in
haar wachten door de Zuster of den chiru-
gijn In haar ongemakkelijke en allengs
knellende kleeren zat zij, geen moeheid
voelend, op den harden stoel
In dezelfde houding zat zij eindelijk ge
heel alleen was in de bovenkamer van
de herberg ,,'t Rood Hert".
En de eerste zonnestralen door een open-
gewaaid luik troffen op haar bleek gezicht
zóó'n stilte aan, alsof zij meegestorven
ware.
Tusschen de kerkgangers liep dien mor
gen van den Eersten Paaschdag een weel
derig getooide figuur. En in de kerk, waar
het rook naar hyacinthen. dacht een ge
lukkig mensch er aan hoe rust en inzicht
in één nacht bezit van een mensch konden
nemen!
Open ons hart. Heer, opdat wij Uw
stem mogen hooren, die voortdurend in ons
binnenste klinktwerd er gebeden
van den kansel. En vurig bad Katharina
Willet het woord mee, dat nu werkelijk
heid voor haar geworden was.
(Nadruk verboden)
Magazijn ERATO, Oude Singel 14, Tel. 889.
Verkleedcostuums voor Tooneel en Optocht,
Bruiloft en alle Feestartikelen.
9724 (Ingez. Med.)
IDA LUPINO.
De actrice Ida Lupino, die deze week een
hoofdrol speelt in de film „Artists and
Models".
SAOHA GUITRY'S
„PAARLEN VAN DE KROON".
Ik ken in Parijs geen hoffelijker Fransch-
man dan Sacha Guitry. Niemand zal u
vriendelijker en voorkomender ontvangen
dan hij... de grootste moeilijkheid is
echter voor hem om tijd te vinden, óm u
te kunnen ontvangen. Want ik geloof ook
niet. dat er in Parijs een man te vinden
is, die een drukker leven heeft dan hij.
De eerste plannen voor de film „Paar-
len van de Kroon", die thans in ons land
gedraaid wordt, waren juist bekend ge
worden en ik probeerde hem over deze
film te spreken te krijgen. Sacha Guitry
had echter geen tijd voor mij. Ik kwam
dan ook al zeer ongelegen, midden in een
tooneelrepetitie. Voor 's middags stonden er
voor heni afspraken met eenige filmmen-
schen op het programma, 's avonds moest
hij optredenEr bleef niet veel tijd
over voor een klein interview. Toch wilde
hij mij graag van dienst zijn en vond er
toen dit op: „Komt u vanavond om half
een aan mijn huis, dan kunnen wij rustig
even praten.
Maar 's nachts om half een, in zijn huis
aan de Avenue Elisée Reclus, vol van de
kostelijke tooneelherinneringen, trof ik
Sacha Guitry aan, omringd door vijf van
zijn medewerkers, zwaar verdiept in een
bespreking van het draaiboek voor „Paar-
len van de Kroon". Er werd gediscussieerd
over een stukje dialoog, andere details
werden besproken, intusschen werd Sacha
Guitry eenige malen aan de telefoon ge
roepen, maar steeds bleef hij even opge
wekt, charmant en nog altijd tijd vindend
voor een kwinkslag, een geestige opmer
king
Dan neemt hij toch een oogenblikje tijd
voor me.
„U kunt zich niet half indenken, hoe
mij dit pakt. zoo'n jacht door de geschie
denis op de beroemde paarlen van de En-
gelsche kroonReeds de voorbereiden
de studie was een genot op zichzelf. Het
heeft me ook heel wat tijd en hoofdbre
kens gekost, maar de moeite is beloond.
Wist u, dat die vier paarlen, die thans
nog de Engelsche kroon sieren, oorspron
kelijk deel uitmaakten van een collectie
van zeven stuks? De geschiedenis van de
thans nog aanwezige paarden is te volgen
van Frans I af tot op heden. De drie ove
rige zijn echter verdwenen na den dood
van Maria Stuart, de laatste vorstin, die
alle zeven paarlen in haar bezit. had. Ik
ben nu zoo vrij geweest om de verdere lot
gevallen van deze verloren geraakte paar
len zelf erbij te dichten. Maar toch geloof
ik, dat de unieke geschiedenis van de vier
paarlen, die ik in mijn film historisch-ge-
trouw schilder, mijn fantasie nog overtreft,
ja zelfs de stoutste fantasie van wie dan
ook, te boven gaat.
Om deze geschiedenis, de historisch-ge-
trouwe en mijn gefantaseerde voortzetting
daarvan, in beeld te brengen, ben ik zoo
gelukkig geweest om de medewerking te
kunnen krijgen van eenige der grootste
acteurs en actrices van internationale ver
maardheid. zoo werken o.a. mede de Ita
liaan Ermeto Zacconi, de Engelsche ac
teur Lyn Harding en zijn landgenoote
Barbara Shaw. Verder bekende Fransche
kunstenaars als Raimu. J. L. Barrault,
Y vette Pienne. Marguerite Moreno. Mijn
grootste overwinning is, dat ik Cecile So-
rel heb kunnen overhalen een filmrol op
zich te nemen. In totaal meer dan 30 ac
teurs en actrices van naam. Ieder van hen
zou de .star" kunnen zijn van een nor
male film."
Na deze korte uiteenzetting eischte het
Hierboven een opname uit de film „Top i ster Gertrude Niessen zingt haar beroem-
of the Town", uitmuntend door een rhyth- de nummers „Top of the Town", „Where
meroes en dynamische swing-melodieén. are you?", „Blame it on the Rumba" de
Wie kent bijv. niet het bekende „Swing „Jamboree-song" en nog vele andere
high, swing low, swing hi-de-ho" dat hier- „schlagers". Een film, o.a, voor jazz-lief-
in geïntroduceerd werd? De trompetten hebbers om van te watertanden!
en de trombones daveren, en de exotische i
werk Sacha Guitry weer op. En op weg
naar huis dansten de namen, die Sacha
Guitry mij genoemd had, mij door het
hoofd. Het is een bewijs voor den magi-
schen invloed, die Sacha Guitry op zijn
omgeving uitoefent, want er is in Frank
rijk geen tweede magiër, die al deze krach
ten bijeen had kunnen brengen om ons in
een geestige mengeling van „Wahrheit
und Dichtung" deze origineele geschiede
nis van de „Paarlen van de Kroon" voo»
oogen te kunnen tooveren.