De interpellatie Drop in de Tweede Kamer - Jubileum Raad van State
79sfe iaargas.g
LEiDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
Het Groote Avontuur
PAASCHVEB-TENTOON-
STELLING TE AM STER-
DAM. Ook de geiten
ontbreken niet.
HET 400 TON METENDE GRON1NGSCHE MOTORKUSTVAARTUIG, dat naar Prinses Beatrix ge
noemd is, heeft zijn eerste reis gemaakt. Tijdens de proefvaart werd op plechtige wijze de wimpel gehe-
schen. V.l.n.r. de heeren L. Korstanje, insp. voor de Scheepvaart, de burgem. van Groningen, mr. P.
W. J. H. Cort v. d. Linden, de insp.-gen. voor de scheepvaart P. 3. van 't Haaff, oud-insp. T. L. Mei*
lema, de dochter van den kapitein en kapitein-eigenaar K. Eeftmgh.
BONDSPR. DR. BAUMANN VAN ZWITSERLAND - ontving in Bern 22
vertegenw. van het Hollandsche zakenleven. V.l.n.r. de heeren de Zeeuw,
namens den burg. van Rotterdam, dr. Loudon, Ned. gez. in Bern. Bonds-
pres. Bauraann en Graadt van Roggen, secr.-gen. van de Utr. Jaarbeurs.
DE INTERPELLATIE-DROP IN DE TWEEDE KAMER - betreffende
de Koninklijke Marechaussee te Oss. Minister Goseling bij aankomsi
aan het Kamergebouw. Op den achtergrond de belangstellenden, wach
tend om toegelaten te worden tot de publieke tribune.
HITLER IN SALZBURG. Met groote geestdrift werd de Führer in de
bekende OostenrijkscKe stad door de bevolking verwelkomd. Een foto ge
maakt tijdens den autotocht door de stad.
TER GELEGENHEID VAN HET 350-JA RIG BESTAAN VAN DEN
RAAD VAN STATE bood H.M. de Koningin in het Paleis Noord
einde een feestmaal aan. Jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland (vice-
president) bij het verlaten van het Paleis.
BOOMPLANTDAG BIJ BOEKAREST.
Kroonprins Michael (links) bij het planten van jonge
boomen in de Paserea-bosschen bij Boekarest.
Roman uit de Tropen door
FRANS DEMERS.
68)
Ada Iljen greep RIefenberg bij den arm.
Laat hem gerust praten, zeide ze. Ach
ter haar zaten Fweloe en zestig met lansen
gewapende slaven Van de heerschende
verwarring maakte zij gebruik om Fweloe
order te geven de slaven voor te bereiden in
te grijpen bij het minste teeken van den
blanken man.
Pikamalinga mocht dus spreken. Ieder
een was opnieuw gaan zitten. Alleen het
geluid van de kraters verbrak nog de stilte
Wat Pikamalinga te vertellen had? Hij
gelooft niet ln de macht van den maan-
dooder met het bleeke gezicht. De maan uit
den hemel jagen Is Iets, dat ook ln de
macht ligt van de geesten en negers. Om
dat te bewijzen is hij, Pikamalinga, uit de
omheining van den blanke gevlucht.
Hij gaf een teeken en daar kwam een
oude inlander met spierwit krulhaar te
voorschijn uit den kring. Hij steunde op
een stok, keerde zich tot de neergehurkte
stamhoofden en vertelde hoi tend en rich
tend, hoe hij vele jaren geleden gezien had.
dat de maan op een nacht schier heelemaal
werd overschaduwd om daarna opnieuw
helder te glanzen.
Als de blanke man dan toch zoo mach
tig ls, riep nu Pikamalinga, dat hij de
maan nu weer eens doe verdwijnen.
Overmoedig trad hij vooruit ln het mid
den van den kring, keerde zich tot het
volk en stapte dan met groote gebaren
ln de richting van Riefenberg. Op drie
meter afstand bleef hij staan, opende den
mond om te sprekenmaar kreeg een
kogel uit Riefenberg's revolver in het hoofd
en sloeg voorover. Tien, twintig mannen
waren overeind gesprongen. Een speer ging
de lucht in, maai' voordat de arm haar kon
wegslingeren, weerklonk een tweede schot
en rolde een aanhanger van Pikamalinga
op den grond. Op dit oogenblik sprongen
Fweloe en zijn mannen in het strijdperk.
Temidden van een geweldige verwarring
ontstond een kort gevecht, maar revolver-
en geweerschoten deden iedereen op de
vlucht slaan en Riefenberg bleef meester
van het slagveld.
Het was natuurlijk nutteloos en roeke
loos ln dit spookachtig nachtlandschap op
zoek te gaan naar vrienden en vijanden
Dus besloten de twee blanken het verdere
verloop van den nacht op de vergader
plaats af te wachten.
Den volgenden morgen bleek, dat al de
Inlanders den bergtop tijdens den nacht
hadden verlaten. Riefenberg's slaven zoch
ten vruchteloos alle rotsen en spelonken
af. De eenzame overwinnaars van den
nachtelijken veldslag klauterden op den
hoogsten top van den vuurberg en zagen ln
de diepte kleine stippeltjes bewegen; het
waren vermoedelijk de laatste vluchtelin
gen ov terugtocht naar de vlakte.
Wat nu gedaan. zucv.tte Ada Iljen
Riefenberg liep even heen en weer en
bleef staan aan den rand van den peilloo-
zen afgrond.
Er zijn maar twee mogelijkheden, Ada,
zeide hij eindelijk, öf we springen beiden
hier ln den afgrond, óf we moeten dadelijk
onze ontvluchtingskans wagen. Die heeren
zullen vermoedelijk in de vlakte een nieuwe
vergadering beleggen en als we hier lang
blijven treuzelen, zouden ze ons wel den
weg durven afsnijden. Als we dus iets wil
len bereiken, moeten we beneden zijn voor
zij een besluit hebben genomen.
Natuurlijk zullen ze trachten te ontsnap
pen. Zij roepen hun mannen bij elkaar,
maar plotseling kijken ze elkaar verwon
derd aan. Hooren ze daar geen geronk
boven het geluid van de kraters uit? Zij
kijken om zich heen, denken zich te vergis
sen en daar opeens ontdekken zij in den
hemel een vliegtuig.
Een onzinnige weugde doortintelt Rie
fenberg.
Gered, jubelt hij, wij zijn gered.
Hij staat te dansen en met zijn armen te
zwaaien om de aandacht op zich te vesti
gen. Het vliegtuig scheert op slechts een
honderdtal meters boven hun hoofd over
de kraters; het kan niet anders of de piloot
moet hen gezien hebben. Het toestel cirkelt
enkele keeren boven den bergtop, daalt
plotseling, en stormt schier langs den rand
van den afgrond, waar Ada Iljen en Rie
fenberg zich bevinden. De piloot heeft een
teeken gegeven. Enkele oogenbllkken later
komt hij nogmaals terug. Ada Iljen en
Riefenberg staan aan den rand van den af
grond en wuiven hartstochtelijk naar den
vlieger, wiens gelaat verborgen is achter
een breeden bril.
Dan verdwijnt het toestel in de richting
van den stroom.
Het kan niet anders of onze redding t»
nu een kwestie van dagen zegt Riefen
berg.
Ada zou wel kunnen hullen van geluk.
MR. READING WORDT ADMIRAAL.
In het vliegtuig, dat boven het krater-
land was komen zweven, zat mr. Reading.
Ada Hjen en Riefenberg hadden hem niet
herkend en dat was te begrijpen; hij was
gekleed in een leeren jas, droeg een helm
en het bovenste gedeelte van zijn gelaat
was verborgen achter een groote hoornen
bril. Maar Reading had onmiddellijk de
twee blanken herkend.
Hij was dien morgen nog voor zeven uur
opgestegen ln het kamp van Lebon om een
tochtje boven de Itoeri te ondernemen. Het
weer was zacht en de hemel helder. Daar
door kwam het, dat hij niet had geaarzeld,
een flinken tocht te doen. Hij had trouwens
de kwestie van het onbetreden binnenland
al vaak besproken met Lebon. Met de uit
breiding van het luchtnet vreesde hij, dat
vroeg of laat het onbekende gebied van de
Itoeri zou worden overvlogen en dat kon
immers gevaarlijk worden voor het geheime
kamp. Zijn onderzoekingsvluchten gingen
steeds boven de vertakkingen van den
stroom.
Op het oogenblik, dat hij dien keer zijn
toestel wilde keeren, werd zijn aandacht
getrokken door een reusachtige rookpluim
boven een bergtop. Toen hij nog even ver
der vloog, bemerkte hij in de vlakte hutten,
die schenen te wijzen op de aanwezigheid
van menschen. Eindelijk dus ontdekte hij
in dit verlaten gebied sporen van levende
wezens. Even later scheerde hij boven den
vuurberg Geboeid als hij was door de vuur
monden van de kraters, bemerkte hij aan
hankelijk niet dat menschelijke gedaanten
bewogen op de kleine vlakte bij den top.
Eerst op het oogenblik, dat hij een tweede
maal zwenkte, ontdekte hij plotseling het
groepje. Hij bevond zich slechts op een
honderdtal meters boven den berg en zag
onmiddellijk, dat een blanke man en een
blanke vrouw zich bij het gezelschap be
vonden. Hij verkende het terrein en
scheerde langs den afgrond. Hij was daar
van slechts een paar meters verwijderd en
herkende Ada Iljen en Riefenberg. Het was
hem op dit oogenblik vreemd te moede. Het
schemerde hem voor de oogen en zijn han
den beefden. Hij vergat er zijn voetenstuur
bij, zoodat hij bijna te pletter vloog tegen
den lavawand. Een tweeden keer vloog hij
voorbij dezelfde plaats. Het was hem dui
delijk, dat de blanken hulp vToegen. Even
flitste het door zijn brein dat hij zou kun
nen trachten te landen, maar overwoog,
dat zooiets verscheidene nadeelen kon heb
ben. Hij beduidde met de hand, dat hij den
toestand van den wuivenden Riefenberg
had begrepen en verwijderde zich.
Op zijn terugtocht vloog Reading laag
over den stroom en behield een snelheid
van 200 km. Met zijn vrije hand maakte
hij aanteekeningen op een landkaart. Hij
zette kruisjes bij iederen waterval en
streepjes bij iedere stroomvertakking. Hij
kwam op het punt, waar de Itoeri zich in
drie groote armen verdeelde en onthield
goed, dat de middelste arm leidde naar het
land van de vuurspuwende bergen. Nu was
hij boven bekende gebieden; de snelheids
naald sprong op 300 kilometer en enkele
minuten later was de metalen vogel neer
gestreken op het kleine vliegveld van de
geheime nederzetting. Daar stond Lebon
ongerust te wachten.
Gij hebt benzine om 5 uur te vliegen,
riep hij tot Reading terwijl deze het toestel
bergde en gij zijt 4l/> uur onder weg geble
ven. Dat vind ik roekeloosheid.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).