LEIDSCR DAGBLAD - Vijfde Blad Vrijdag 8 April 1938 Gemeenteraad van Noord wijk 5AY0Y RESTAURANT KRUSCHENSALTS ViSSCHERIJ BERICHTEN UIT DE BONTE WAERELD D© interpellatie Vogelaar inzake een aanbesteding LEIDEN TZIGANE ORKEST Lijders aan chronische rheumatische pijnen laat niets onbeproefd! Gratis Ongevallenverzekering voor onze abonné's. Gistermiddag om drie uur kwam de Raad van Noordwijk voltallig bijeen tot het behandelen van een agenda met niet minder dan 29 punten, waar bij nog niet gerekend een interpellatie over het bestuursbeleid van B. en W. welke op zich zelf reeds eenige uren in beslag nam. Door de goede zorgen van den heer J. van der Meer was de Raadszaal van bloeiende tulpen voorzien en de voorzitter, den schenker voor deze bloemen bedan kend, sprak de hoop uit, dat deze een zin nebeeldige beteekenis mochten hebben bij de beraadslagingen. De heer J. G. van Eeden oud-wet houder, werd toegelaten als raadslid in de vacature W. Schelvis. De voorzitter riep den heer Van Eeden een hartelijk welkom toe namens het college van B. en W. en den Raad en sprak daarbij den wensch uit dat de vroeger steeds betoonde interesse ln de Raadsaangelegenheden ook nu weer aan den dag zou worden gelegd tot ware behartiging der belangen der ge meente. Het nieuwe raadslid merkte op. dat htj Inderdaad ln de Raadszaal geen onbekende was. dat hij zelt voor negen jaar het genoegen had gehad, den voor zitter te mogen installeeren en den ambts keten te mogen omhangen, maar toch ge aarzeld had de herbenoeming als Raads lid te aanvaarden. Dit vond zijn oorzaak bulten de Raadszaal en wel op de plaats, waarop hij op de ranglijst zijner kiesver- eeniging was geplaatst. Ten slotte was het zijn groote liefde tot de schoone gemeente Noordwijk geweest, welke hem weer zit ting doet nemen. B en W. deelden den Raad mede dat een proefneming met het aanbrengen van triplex platen achter de wijzerplaten van den toren ca f. 90 zou kosten, welke uit gaven B. en W. in dezen tijd voor dit doel niet verantwoord vonden. De heer De Vree- de wilde den achtergrond zwart maken, maar het slot was, dat de zaak blijft zoo als ze is, zoodat de meeste bewoners van Noordwijk maar hun horloge moeten raad plegen om te weten te komen, hoe laat het ls. volgens advies van den voorzitter. De Noord-Boulevard zal van eenige pa pierbakken worden voorzien en nieuw aan te brengen straatnaamborden van een be knopte historische schets betrekking heb bende op den naam der straat. Bij het afgebroken huisje aan den Ouden zeeweg zullen enkele boomen gerooid worden, waardoor een verflauwing van den bocht kan worden bereikt. De bewoners van de verbreede Bomsteeg hadden verzocht deze thans om te doopen in Prinses Beatrlx- straat, maar met den voorzitter was de Raad van oordeel, dat deze promotie toch wel wat groot was. Nadat een voorstel om den naam in Maarten Kruitstraat te ver anderen, geen voldoenden bijval vond, werd de naam „Bomstraat" gekozen om de his torische herinnering aan de oude vis- schersbommen levendig te houden Ingekomen was een verzoek van den heer Vogelaar om ln deze vergadering een interpellatie te mogen houden over het bestuursbeleid van B. en W. ten opzichte van de gunning van het aanbestede werk aan de Bevea terreinen. Na ampele be spreking werd deze interpellatie toege staan en besloten dat B en W. ln de avondzitting gelegenheid zouden krijgen hierop te antwoorden en de Raad gelegen heid tot discussie zou hebben. Hierna las de heer Vogelaar zijn inter pellatie voorgesteld in den vorm van tal rijke vragen en luidende als volgt: Het door B. en W. gevoerde bestuurs beleid. bij de gunning van het werk: „Het aanleggen van aarden banen, rioleeringen en hulpstraten op terreinen van de N.V. Bevea te Noordwijk aan Zee" en vele na de gunning van dit werk door het college gedane bestuursdaden, heeft niet mijn in stemming. Integendeel, dit bestuursbeleid meen ik als in strijd met het algemeen belang ten sterkste te moeten afkeuren. De interpellatie bevatte de volgende vra- gen: Met welke bedoeling hebben B. en W op Vrijdag 11 Maart '38 den Gem raad ter bespreking van deze aangelegenheid ter vergadering opgeroepen, daar het door B. en W genomen besluit in lijnrechten strijd is met de op deze vergadering uit gesproken meening van de overgroote meerderheid van den Raad? Waarom is door B. en W. tijdens die Raadsvergadering aan den Raad geen vol ledige opening van zaken gedaan en waar om ls ook tijdens de debatten steeds door het college om de kwestie heen gedraaid, zoodat de Raad niet den indruk heeft ge kregen dat het college, of in leder geval een groot gedeelte van het college, sterk genegen was het werk aan Vink op te dra- gén? In hoeverre waren B. en W. of een ge deelte van B. en W. op Vrijdag 11 Maart, den dag der vergadering, reeds aan den heer Vink gebonden qf welke toezeggingen waren den heer Vink op dien datum reeds pp<iffan? Is het geval niet in strijd met het pres tige en de waardigheid van den Raad om bijeengeroepen te worden met het doel B. en W. te adviseeren over een kwestie, voi- ledi» behoorende tot de bevoegdheid van B en W van welke bevoegdheid B. en W„ getuige het bijeenroepen van den Raad, oo dat moment schijnbaar onmachtig wa rén een juist gebruik te maken, als B en W na de gehouden vergadering een besluit nemen in lijnrechten strijd met het ad vies en de meening van de overgroote meerderheid van den Raad? Ls het college van B. en W van plan, den Gemeenteraad, welke als de hoogste plaatselijke autoriteit steeds moet worden gehandhaafd ten opzichte van elk college van B en W. voor een dergelijke niet na der te kwalificeeren bejegening de veront schuldigingen van het College aan te bie- d De meerderheid van de commissie tot nazien der begrooting 1938 zegt in baar rapport, d.d. 11 Februari '38. dat zij B. en W. verzoeken er bij de gunning van aan- j bestede werken nauwlettend op toe te zien, dat alleen die aannemers worden ge accepteerd, die bekwaam en financieel ln staat zijn een werk uit te voeren, zonder dat de vrees behoeft te bestaan, dat de belangen van de bij het werk betrokken arbeiders, leveranciers en onderaannemers worden geschaad. B. en W zeggen in het antwoord op het rapport, d.d. 11 Maart '38, het volgende: Dezerzijds zal, zooals steeds door ons wordt gedaan, bij de gunning van werken worden gelet op de bekwaamheid en sol vabiliteit der aannemers. Welke motieven hebben het college van B en W. er toe verleid om in den korten tijd van ongeveer een maand een derge lijke salto mortale te maken, zoo radicaal van standpunt te veranderen en te gaan experimenteeren met iemand, die hoe goed vakman misschien OQk, en zoo zijn er ge lukkig in onze gemeente nog honderden, niet over de minste aannemersroutine, niet over eenig gereedschap of aannemers- materiaal of over eenig noemenswaardig bedrijfskapitaal kon beschikken en die voor het eerst pas aannemer kon worden ge noemd, toen hem door B en W. van Noord wijk een werk was opgedragen? Zijn B. en W. van oordeel, dat een pas- beginnend aannemer, welke niet over de noodtge routine beschikt, niet over ge reedschap. aannemersmaterialen, of be drijfskapitaal beschikt, voldoet aan de eischen welke de Min. van Waterstaat stelt ln art. 10 van het op de door of van wege het Departement van Waterstaat te houden openbare aanbestedingen, welk reglement volgens art. 1 van het Bestek ook op dit werk van toepassing is? Is dit reglement door het college bij de beoordeeling van deze aangelegenheid ge raadpleegd, of hooren B. en W. heden voor het eerst van het bestaan van een derge lijk reglement? Daar naar verschillende aannemers op meer if minder juiste wijze werd geïnfor meerd, welke financieele waarborgen heeft de heer Vink. toen hem op Dinsdag 15 Maart het werk werd opgedragen, kunnen stellen, door welke waarborgen de gemeen te voldoende financieel gedekt zou zijn en waaruit tevens zou blijken, dat de uitvoe ring van dit voorname werk, tot een be drag van f. 25015, door hem tot een goed einde kon worden gebracht? Is het" juist dat B en W. den heer Vink hebben toegezegd, toen bleek dat het hem aan het benoodigde bedrijfskapitaal ont brak. dat de gemeente het werk voor hem zou financieren, de materialen voor hem aan zou koopen, de noodige gelden ver strekken voor het aanschaffen van gereed schappen en iederen Zaterdag voor hem zelf en zijn personeel het loonbedrag bij wijze van voorschot zou uitbetalen? Is het juist dat reeds kort na de op dracht aan den heer Vink, B. en W. de materialen benoodigd voor dit werk voor rekening van de gemeente hebben aange kocht of in ieder geval hebben getracht aan te koopen, wanneer dit zoo is, blijkt dan hieruit niet reeds voldoende, dat door B en W de eerste schreden reeds op het hellend vlak zijn gezet? Daar de begrooting van dit werk, ten bedrage van f.27820, door het college van B. en W. was goedgekeurd en mitsdien dit bedrag dus als juist was erkend, en den heer Vink. afgezien nog van alle andere factoren, ingeschreven heeft voor f. 25015, dit is ruim f. 2800onder het door B. en W. goedgekeurde begrootingsbedrag. achten B en W het dan financieel verantwoord, gezien de twijfelachtige uitkomst, voor wat betreft de winst- of verliespost, het ge- heele werk of een gedeelte van dit werk, ten behoeve van Vink, voor rekening van de gemeente te financieren? Zijn B. en W. niet met interpellant van oordeel, dat een dergelijke handeling een sprong in het duister beteekent en onher roepelijk op een financieel fiasco voor de gemeente moest uitloopen. dat hier in leder geval op zeer roekelooze en onver antwoordelijke wijze met de gelden der gemeenschap en der belastingbetalers is omgesprongen? Daar een dergelijke onderneming, gezien de lage inschrljfsom, en velerlei andere bijkomende factoren, onherroepelijk op een verlies van den betrokkene moest uitloo pen, verzoekt interpellant het college van B en W den Raad mede te deelen. uit wélke fondsen of uit welke begrootings- posten een eventueel verlies had moeten worden betaald. Of moest hier gebeuren, waartegen een gedeelte van de commissie tot nazien der begrooting 1938 in zoo sterke mate heeft gewaarschuwd? Zijn B en W niet met Interpellant van oordeel, dat het coUege in zijn verregaan- den ijver om den heer Vink, om welke re den dan ook, door dik en door dun heen te helpen, op zeer onverantwoordelijke wijze veel te ver is gegaan en dat op een dergelijke wijze stellen van het individu vóór de belangen der gemeenschap, nooit in het belang der gemeenschap kan zijn en in ieder geval in strijd moet worden geacht met een juiste opvatting betreffen de de sociale verhoudingen in de Maat- SC Zhn^B. en W. van meening, dat het van een juist inzicht in de Maatschappelijke verhoudingen getuigt, wanneer een plaat selijke overheid, ten koste van reeds be staande zaken en met groote risico s der gemeenschap en der belastingbetalers ln het maatschappelijke leven tracht in te grijpen en tracht het stichten van lucra tieve bedrijven in de hand te werken. Zijn B en W. niet met de begrootings- commissle 1938 van oordeel, dat het op dragen van een dergelijk voornaam werk aan een pasbeginnend, niet voldoende ge outilleerd aannemer, tot zeer nadeellge "evolgen voor de betrokken arbeiders kan leiden en hierdoor de belangen dezer ar beiders op ernstige wijze kunnen worden geschaad? Zijn B. en W„ na de opgedane ervarin gen, niet met Interpellant van meening, c'.at gezien, de samenstelling van B. en W.. in welk college geen deskundige zitting heeft die met eenige autoriteit kan oordeelen over straataanlep het houden van aanbe stedingen of de wijze van gunning van een werk, en mitsdien over vele bijkomende Ung. Primas BELA HORVATH. ■iXf Om teleurstelling te voorkomen tafelbespreking voor a.s. ZONDAG 10 .APRIL nu reeds zeer gewenscht. TELEF. 2843. 9163 (Ingez. Med.ï zake in meerdere of mindere mate on machtig is een juist oordeel te vellen, het geen door het college schijnbaar ook is aangevoeld, getuige het bijeenroepen van den Raad op 11 Maart '38, het in zeer sterke mate wenschelijk ware geweest dat het college van B en W. zich in haar be sluiten en verrichtingen had laten voor lichten door de commissie van openbare werken? Zijn B. en W. niet van meening, dat door een dergelijk optreden hunnerzijds en door het halsstarrig maar nutteloos vasthouden aan een eenmaal ten onrechte Ingenomen standpunt, de heer Vink door de handel wijze van het college op ernstige wijze is gedupeerd, met nadruk stel ik dan ook vast. dat het onaangename voor den heer Vink. in deze interpellatie gelegen, voor honderd procent op de schouders van het college neerkomt? Daar art. 216 van de Gemeentewet zegt, dat de leden van het college van B. en W. ieder afzonderlijk en te zamen voor het aoor hen gevoerde bestuur van de huis houding der gemeente verantwoording aan den Raad verschuldigd zijn, den Raad te dien aanzien alle verlangde Inlichtingen te geven, verzoekt interpellant aan B en W. den Raad mede te deelen welk standpunt door ieder der leden van het college in deze zaak werd en wordt Ingenomen en welk aandeel ieder der leden afzonderlijk in de afwikkeling van deze zaak heeft ge had? Is het college van B. en W. of een ge deelte van dit college niet met interpellant van meening, dat de houding van het col lege in deze aangelegenheid en verschil lende hiermede verband houdende gebeur tenissen, het prestige, hetwelk een plaat selijke overheid tegenover de burgerij dient hoog te houden ln zeer ernstige mate is geschaad, in ieder geval in strijd moet worden geacht mét de voornaameld en de autoriteit van een zichzelf respecteerend gemeentebestuur? Zijn B. en W. bereid alle mogelijke in lichtingen aan den Raad te verschaffen en alle op deze aangelegenheid betrekking hebbende stukken voor den Raad ter in zage te leggen en in 't algemeen den Raad op royale wijze zoodanig in te lichten, dat hij zich een juiste meening betreffende het door B. en W. gevoerde bestuursbeleid kan vormen? Zijn B. en W. bereid, gezien de schade en den' overlast, welke door belanghebben den van deze z.i. geheel onnoodige stag natie in de uitvoering van het werk wordt geleden, reeds in de vergadering van he den met den Raad te overleggen welke stappen moeten worden ondernomen, dat zoo spoedig mogelijk met de uitvoering der werkzaamheden kan worden begon nen? Interpellant heeft niet de minste be hoefte aan een theoretische uiteenzetting van de meening van B. en W. ten opzichte van de z.g. B.SB. regeling of over het meer of minder juiste standpunt, dat dit B.S.B. bestuur volgens B. en W. zou heb ben Ingenomen, daar deze zaak niets met zijn Interpellatie uitstaande heeft. Al was er van de zijde van handel en organisaties niet ingegrepen, dat zou zijn standpunt ten opzichte van het door B. en W. gevoerde beleid niet hebben gewij zigd De meening van het college van B en W. over deze B.S.B. regeling is voor hem dan ook als niet ter zake dienende niet van het minste belang. Na deze voorlezing, welke met groote aandacht door den Raad en een geheel ge vulde publieke tribune werd aangehoord werd de behandeling der agenda voorlooplg voortgezet. Oa. werd een verzoek om sub sidie voor uitzending kinderen naar een Vacantiekolonle wegens geldgebrek en de groote consequenties met het oog op ov®"" tueel andere aanvragen voor een zelfde doel afgewezen. Een voorstel om voor f.250 deel te nemen aan een garantiefonds van een te houden schaaktournooi te Noordwijk aan Zee werd aangenomen met het oog op de reclame die geacht wordt hiervan voor de badplaats uit te zullen gaan, nadat er was medegedeeld dat de beide Zondagen in het tournooi als rustdag zullen worden opgenomen. In het verlengen van den Noord-Bouie- vard blijkt een leelijke kink in de kabel gekomen te zijn. De verkoop der gronden door de Domeinen aan de gemeente moet door een wetsontwerp worden goedgekeurd en derhalve de Eerste en Tweede Kamer passeeren, waarmede zeer langen tijd ge moeid kan zijn. Teneinde te kunnen be ginnen met het werk, zou de gemeente het stuk grond zoolang in erfpacht kunnen krijgen voor f.2187.— per jaar, maar dan mag de gemeente den grond niet verkoo- pen. Dit ls een groote teleurstelling en de Raad gevoelde er niets voor. Nadere Inlich- Lingen zullen worden afgewacht en de ver lenging zal voorloopig daarmede nog wel tot de vrome wenschen behooren. Inmid dels zal nabij de vuurtoren een transfor matorenhuisje worden gebouwd en een hoogspanningskabel worden aangelegd van de Van Leeuwenstraat naar de Vuurtoren, daar de stroomvoorziening in dit deel der gemeente een spoedige verbetering ver- eischt. Een bedrag van bijna 14 mille zal hiermede gemoeid zijn. Een crediet van f 700 werd beschik baar gesteld voor het maken van een ult- neembaar podium voor maximum 42 per sonen. ten behoeve van rauzlekvereenigln- gen. Muziektenten zijn thans te ddur om *c bouwen. Een voorstel tot het aanbrengen van een viertal gaslantaarns op verschillende plaatsen werd goedgekeurd. Teneinde een stuk gemeentegrond van 1400 M2 in eigendom van de gemeente, ex ploitabel te maken, werd een kleine wijzi ging in de bouwverordening aangebracht. Dit stuk is gelegen aan den Nieuwen Zee weg aan den voet van den Watertoren. Hierop kunnen nu 5 lnplaats van 3 wo ningen gebouwd worden, welke aansluiten aan het geheel aldaar. De heer Llefferink vond het een schending van dit fraaie dorpsdeel met zijn mooien achtergrond en de heer van der Wiel gaf een beschouwing over schendingen van bestaande bouwver ordeningen, welke hij principieel onjuist vond. De heer Monye wenschte het voor stel ook uitgebreid te zien tot de Huis ter Duinstraat, maar kon hiervoor geen bijval vinden. In de schoolgeldheffing werd op voorstel van Ged. Staten eenige wijzigingen aan gebracht. Een voorstel om de DoDuzastraat te sluiten voor alle motorrijtuigen in de richting naar de Voorstraat, de Linden- hofstraat in de richting naar de Douza- straat en voorts om het Lindenplein te siulten voor alle verkeer met motorrijtui gen, rijwielen en andere rij- en voertui gen met Inbegrip van kinder- en kruiwa gens in de richtingen zooals thans de ver keersborden voor auto's reeds aangeven, werd voorzoover het laatste betreft na hef tige bestrijding van den heer Vogelaar goedgekeurd terwijl op voorstel van den heer de Vreede de sluiting van den Doeza- straat gewijzigd werd in een parkeerver bod. Het venten met gekleurde bloemen werd strafbaar gesteld, hetgeen reeds bij hel uit reiken der ventvergunningen voor bloemen was verboden. Het laatste punt vóór de schorsing der zitting was een wijziging der Begrooting, welke van Ged. St. is terug gekomen. De heer Llefferink verheugde er zich over naar aanleiding van zijn gemaakte opmerkingen over deze begrooting, zich in gezelschap van den Haag te bevinden. Hierop ontspon zich een disucssle tusschen den heer Llef ferink en den voorzitter, waarop deze laat ste den heer Llefferink naar voorstellen tot bezuiniging vroeg. Deze beweerde dat men daartoe in de financieele keuken der ge meente behoorlijk thuis moest wezen, waarop hij ten antwoord kreeg dat hij daar zelf zeven jaar had doorgebracht, dus niet geheel en al onbekend zou zijn. Inmiddels kwamen nu de narigheden naar voren. Voorgesteld en aangenomen werd een voorstel om het aantal opcenten op de personeele belasting van gemiddeld 174 tot op het maximum van 200 te verboogen waardoor een vermeerde ring van inkomsten op f. 11.700 wordt geraamd. De verhooging van slacht- en keurlo nen en de afschaffing van een gratis kopje koffie 's morgens aan den Burgemeester en ambtenaren, werden door B en W., gezien de weinige imiportantie dezer wenschen, niet overgenomen. Bedenkelijker echter is de uitvoering der Huis ter Duinstraat. Ged. Staten verzoeken B en W. hiervan de dringende noodzakelijkheid aan te toonen. Gezien het unanieme aannemen door den Raad van het betreffende voorstel meenen B. en W, dat de urgentie hiermede reeds voldoende ls aangetoond en zich van de verplichting ontslag te rekenen hiervoor verdere verantwoording voor af te leggen. Kort en bondig dus een nul op het request. Inmiddels heeft een en ander tot gevolg dat er dit seizoen in geen geval meer iets aan gedaan zal worden en in het allergun stigste geval eerst in September met een en ander een aanvang kan worden ge maakt, hetgeen alom zeer ernstig betreurd zai worden Hierna volgde schorsing der vergadering Na een langdurige geheime zitting, volgde heropening, waarop B. en W. de in- 'erpellatie-Vogelaar beantwoordden en langdurige discussies volgden. In verband met het zeer late uur komcr. wij hierop morgen nader terug. Als U geen raad meer weet vod de rheuma tische pijnen, alles reeds hebt geprobeerd zonder gc^ed gevolg, probeert dan de zes zouten uit Kruschen Salts. Zij hebben duizen den lijders reeds afdoend geholpen- Oolc U zullen zij zeer snel van Uw pijnen verlossen. STRALENDE GEZONDHEID VOOR I CENT PER OAC 9110 Ongez. Med.) DE OPBRENGST DER NEDERLANDSCHE HAR ING VISSCHERIJ. De opbrengst der Nederlandsche haringvls- scheri) bedroeg ln 1937 116.189.000 kg. ter waarde van f 9.205.760. Hieronder was 22.825.232 kg. ver- sche ter waarde van f. 1.170.874. In 1036 werd aangevoerd 37.606.067 kg ter waarde van f. 8.186.081. waarvan 11.626.866 kg versche ter waarde van f. 851.000. DE NEDERLANDSCHE VISSCHERSVLOOT. De Nederlandsche visschersvloot bestond ln 1937 uit 3394 schepen metende 260 000 M3 Hiér van waren 51 stoomloggers met 26478 M3.. 111 stoomtrawlers met 60444 M3.. 42 andere ftoom- visschersvaartulgen met 2426 M3.. verder 201 motorloggers met 69436 M3 497 motortrawlers met 49788 M3. en 791 andere motorvisschers- vaartulgen met 29130 M3. Bovendien telde de vloot 2470 kleine zellvaartulgen met 50960 ton. Onder deze schepen zijn niet begrepen, die welke op het IJselmeer vlsschen. Van deze schepen zijn o.a. ingeschreven te IJmuiden 173 schepen met 61163 M3'sGra- venhage (Schevenlngen) 155 schepen met 42091 M3.. Katwijk 133 schepen met 38966 M3.. Vlaar- dingen 90 schepen met 29092 M3., Wierlngen 324 schepen met 9759 M3„ den Helder 244 sche pen met 5016 M3. De Jenny Elsa IJm. 88 is opgelegd. VISCHPRIJZEN. IJMUIDEN. 8 April. Tarbot ƒ.1.081.00; Tong f. 1.200.98 per kg.; Klelnschol f. 18.508: Schar f.8—4.10: Wütlng f. 7—8 per 50 K G. Aan den afslag 3 loggers met versche visch: SCH. 102 met f.510; 8CH. 196 met f.770: KW. 127 met f. 280. Hierbij brengen wij onder de aandacht van onze abonné's, die niet Jonger dan 16 jaar en niet ouder zijn dan 64 jaar, dat zij zich wederom tegen ongevallen kunnen verzekeren en wel tot 30 April 1939. De verzekering, die wij bij de N.V. Ver zekeringsbank der Oude Haagsche van 1836 te 's-Gravenhage hebben afgesloten, luidt wat het bedrag der ultkeerlngen betreft o.a. als volgt: a. f500.— Ingeval van overlijden binnen een maand na den dag, waarop het ongeluk voorkwam. b. 400.— bij verlies van belde oogen, belde handen, belde voeten, of één hand en één voet, of één hand en één oog, of één oog en één voet te zamen. binnen 360 dagen na het ongeluk. Voorts wanneer het ongeluk onge neeslijke verstandsverbijstering tengevolge heeft, die de uit oefening van het beroep of het bedrijf onmogelijk maakt. c. „200.— bij verlies van één hand, één voet of één oog, binnen 380 dagen na het ongeluk. d. 109.bij verlies van één duim of belde duimen of van één wijs vinger of belde wijsvingers. e. 50.bij breuk van een been of arm. f. 15— bij verlies van eiken anderen vinger, binnen 360 dagen na het ongeluk. De volslagen onbruikbaarheid van één der hlervermelde llchaamsdeelen wordt met verlies gelijk gesteld; zoo ook staat ten opzichte van het oog, blindheid met verlies gellj k. Bij verlies of volslagen onbruikbaarheid van meer dan één vinger van dezelfde hand, kan het gezamenlijk bedrag der ult keerlngen voor alle verminkte (of volslagen onbruikbaar geworden) vingers niet meer bedragen dan voor het verlies (of vol slagen onbruikbaarheid) der hand ls vast gesteld. Een schadevergoeding voor overiyden en verminking of verstandsverbysterlng tegehjk, wordt niet uitgekeerd. Alle bekomen verwondingen, hierboven niet genoemd, geven geen recht op ult- keerlng. Iedere abonné kan zich gratis laten In schrijven voor deze verzekering, waarna hem of haar een inschrijvingsformulier over handigd wordt, hetwelk zoowel voor de(n) ingeschrevene als voor ons, als bewys geldt, dat die abonné vereekerd is en wel op de voorwaarden als op het inschrijvingsformu lier vermeld. Daartoe moet men zich persoonlijk aan ons bureau opgeven, terwijl onze abonné's In de omgeving zich tot onze respectleve- lyke agenten kunnen wenden. Postabonné's kunnen schriftelijk hun wensch aan ons kenbaar maken. Zij, die reeds gedurende het afgeloopcn jaar verzekerd waren en dus In het bezit zijn van een inschrijvingsformulier, kunnen den geldigheidsduur van dit inschrijvings formulier aan ons bureau laten verlengen tot 30 April 1939. Men verzuime dit niet, daar onze abonné's die in het bezit xijn van niet verlengde inschrijvingsformulieren, even als natuurlijk zij, die geen inschrijvings formulieren bezitten, geen enkele aan spraak kunnen doen gelden, wanneer hun een ongeval mocht overkomen. DE DIRECTIE. DE SNELSTE MAN TER WERELD Is er werkelijk een snelste man ter we reld? Het is een zekere James Taylor, een zeer sympathieke man met oen bruinge brand gezicht. HU maakt gemiddeld 960 K M, per uur en kan dus gerust de snel ste man ter wereld genoemd worden. Ja mes Taylor is proefvlieger; tijdens zijn practijk heeft hij ongeveer 500 verschil lende vliegtuigtypen geprobeerd. Eerst studeerde hij aan de universiteit te Prin ce town in Amerika en urtjdde zich toen aan het beroep van marine-vliegenier. Na den wereldoorlog was hij werkzaam op het vliegbureau te Washington, van waar hij spoedig zyn carrière als proefvlieger be gon. In de ontwikkeling van het catapult- vliegen heeft hy een groot aandeel gehad. James Taylor moet de vliegtuigen op hun iuchtgeschiktheld onderzoeken. Daartoe stijgt hy eerst een heel eind, om vervol gens plotseling loodrecht te dalen. Om die ontzettende snelheid te ontwikkelen, wordt hy ln de eerste plaats geholpen door de zwaarte van de machine, welke te zamen met de kracht van den motor een snelheid van 960 K M. per uur ontwikkelt. Hij is ln net geheel niet zenuwachtig. HIJ heeft alle mogelijkheden berekend, die hem in den vorm van ongelukken tydens zUn proef vluchten zouden kunnen overkomen. Hij is van meening, dat de talrijke ongelukken, welke er in den laatsten tyd voorvallen, voor een groot deel aan de schuld van de piloten te wyten zyn, die in him eigenschap van verkeersvlieger reeds zoo zeer afge stompt zyn, dat zy hun werk mechanisch verrichten. Men moet er nameiyk steeds aan denken, dat de beste motor wel eens kan weigeren en iedere piloot moet dan ook op een noodlanding voorbereid zyn. Of hel vliegen met een snelheid van 960 K.M. per uur aangenaam is? James Taylor ver klaart, dat men het ln het geheel niet be merkt. dat men zoo snel vliegt, en dat men ook den motor byna niet hoort. Het ls al- ieen een onaangenaam oogenblik, wanneer uien het vliegtuig weer ln horizontale po sitie brengt. Maar ook daaraan gewent men zich. 2—5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 18