LEIDSCR DAGBLAD - Vijfde Blad
Vrijdag 8 April 1938
Gemeenteraad van Noord wijk
5AY0Y RESTAURANT
KRUSCHENSALTS
ViSSCHERIJ BERICHTEN
UIT DE BONTE WAERELD
D© interpellatie Vogelaar inzake een
aanbesteding
LEIDEN
TZIGANE ORKEST
Lijders aan chronische
rheumatische pijnen
laat niets onbeproefd!
Gratis
Ongevallenverzekering voor
onze abonné's.
Gistermiddag om drie uur kwam de
Raad van Noordwijk voltallig bijeen
tot het behandelen van een agenda
met niet minder dan 29 punten, waar
bij nog niet gerekend een interpellatie
over het bestuursbeleid van B. en W.
welke op zich zelf reeds eenige uren
in beslag nam.
Door de goede zorgen van den heer J.
van der Meer was de Raadszaal van
bloeiende tulpen voorzien en de voorzitter,
den schenker voor deze bloemen bedan
kend, sprak de hoop uit, dat deze een zin
nebeeldige beteekenis mochten hebben bij
de beraadslagingen.
De heer J. G. van Eeden oud-wet
houder, werd toegelaten als raadslid in
de vacature W. Schelvis. De voorzitter riep
den heer Van Eeden een hartelijk welkom
toe namens het college van B. en W. en
den Raad en sprak daarbij den wensch uit
dat de vroeger steeds betoonde interesse
ln de Raadsaangelegenheden ook nu weer
aan den dag zou worden gelegd tot
ware behartiging der belangen der ge
meente. Het nieuwe raadslid merkte op.
dat htj Inderdaad ln de Raadszaal geen
onbekende was. dat hij zelt voor negen
jaar het genoegen had gehad, den voor
zitter te mogen installeeren en den ambts
keten te mogen omhangen, maar toch ge
aarzeld had de herbenoeming als Raads
lid te aanvaarden. Dit vond zijn oorzaak
bulten de Raadszaal en wel op de plaats,
waarop hij op de ranglijst zijner kiesver-
eeniging was geplaatst. Ten slotte was het
zijn groote liefde tot de schoone gemeente
Noordwijk geweest, welke hem weer zit
ting doet nemen.
B en W. deelden den Raad mede dat
een proefneming met het aanbrengen van
triplex platen achter de wijzerplaten van
den toren ca f. 90 zou kosten, welke uit
gaven B. en W. in dezen tijd voor dit doel
niet verantwoord vonden. De heer De Vree-
de wilde den achtergrond zwart maken,
maar het slot was, dat de zaak blijft zoo
als ze is, zoodat de meeste bewoners van
Noordwijk maar hun horloge moeten raad
plegen om te weten te komen, hoe laat het
ls. volgens advies van den voorzitter.
De Noord-Boulevard zal van eenige pa
pierbakken worden voorzien en nieuw aan
te brengen straatnaamborden van een be
knopte historische schets betrekking heb
bende op den naam der straat. Bij het
afgebroken huisje aan den Ouden zeeweg
zullen enkele boomen gerooid worden,
waardoor een verflauwing van den bocht
kan worden bereikt. De bewoners van de
verbreede Bomsteeg hadden verzocht deze
thans om te doopen in Prinses Beatrlx-
straat, maar met den voorzitter was de
Raad van oordeel, dat deze promotie toch
wel wat groot was. Nadat een voorstel om
den naam in Maarten Kruitstraat te ver
anderen, geen voldoenden bijval vond, werd
de naam „Bomstraat" gekozen om de his
torische herinnering aan de oude vis-
schersbommen levendig te houden
Ingekomen was een verzoek van den
heer Vogelaar om ln deze vergadering een
interpellatie te mogen houden over het
bestuursbeleid van B. en W. ten opzichte
van de gunning van het aanbestede werk
aan de Bevea terreinen. Na ampele be
spreking werd deze interpellatie toege
staan en besloten dat B en W. ln de
avondzitting gelegenheid zouden krijgen
hierop te antwoorden en de Raad gelegen
heid tot discussie zou hebben.
Hierna las de heer Vogelaar zijn inter
pellatie voorgesteld in den vorm van tal
rijke vragen en luidende als volgt:
Het door B. en W. gevoerde bestuurs
beleid. bij de gunning van het werk: „Het
aanleggen van aarden banen, rioleeringen
en hulpstraten op terreinen van de N.V.
Bevea te Noordwijk aan Zee" en vele na
de gunning van dit werk door het college
gedane bestuursdaden, heeft niet mijn in
stemming. Integendeel, dit bestuursbeleid
meen ik als in strijd met het algemeen
belang ten sterkste te moeten afkeuren.
De interpellatie bevatte de volgende vra-
gen:
Met welke bedoeling hebben B. en W
op Vrijdag 11 Maart '38 den Gem raad ter
bespreking van deze aangelegenheid ter
vergadering opgeroepen, daar het door B.
en W genomen besluit in lijnrechten
strijd is met de op deze vergadering uit
gesproken meening van de overgroote
meerderheid van den Raad?
Waarom is door B. en W. tijdens die
Raadsvergadering aan den Raad geen vol
ledige opening van zaken gedaan en waar
om ls ook tijdens de debatten steeds door
het college om de kwestie heen gedraaid,
zoodat de Raad niet den indruk heeft ge
kregen dat het college, of in leder geval
een groot gedeelte van het college, sterk
genegen was het werk aan Vink op te dra-
gén?
In hoeverre waren B. en W. of een ge
deelte van B. en W. op Vrijdag 11 Maart,
den dag der vergadering, reeds aan den
heer Vink gebonden qf welke toezeggingen
waren den heer Vink op dien datum reeds
pp<iffan?
Is het geval niet in strijd met het pres
tige en de waardigheid van den Raad om
bijeengeroepen te worden met het doel B.
en W. te adviseeren over een kwestie, voi-
ledi» behoorende tot de bevoegdheid van
B en W van welke bevoegdheid B. en W„
getuige het bijeenroepen van den Raad,
oo dat moment schijnbaar onmachtig wa
rén een juist gebruik te maken, als B en
W na de gehouden vergadering een besluit
nemen in lijnrechten strijd met het ad
vies en de meening van de overgroote
meerderheid van den Raad?
Ls het college van B. en W van plan,
den Gemeenteraad, welke als de hoogste
plaatselijke autoriteit steeds moet worden
gehandhaafd ten opzichte van elk college
van B en W. voor een dergelijke niet na
der te kwalificeeren bejegening de veront
schuldigingen van het College aan te bie-
d De meerderheid van de commissie tot
nazien der begrooting 1938 zegt in baar
rapport, d.d. 11 Februari '38. dat zij B. en
W. verzoeken er bij de gunning van aan-
j bestede werken nauwlettend op toe te
zien, dat alleen die aannemers worden ge
accepteerd, die bekwaam en financieel ln
staat zijn een werk uit te voeren, zonder
dat de vrees behoeft te bestaan, dat de
belangen van de bij het werk betrokken
arbeiders, leveranciers en onderaannemers
worden geschaad.
B. en W zeggen in het antwoord op het
rapport, d.d. 11 Maart '38, het volgende:
Dezerzijds zal, zooals steeds door ons
wordt gedaan, bij de gunning van werken
worden gelet op de bekwaamheid en sol
vabiliteit der aannemers.
Welke motieven hebben het college van
B en W. er toe verleid om in den korten
tijd van ongeveer een maand een derge
lijke salto mortale te maken, zoo radicaal
van standpunt te veranderen en te gaan
experimenteeren met iemand, die hoe goed
vakman misschien OQk, en zoo zijn er ge
lukkig in onze gemeente nog honderden,
niet over de minste aannemersroutine,
niet over eenig gereedschap of aannemers-
materiaal of over eenig noemenswaardig
bedrijfskapitaal kon beschikken en die voor
het eerst pas aannemer kon worden ge
noemd, toen hem door B en W. van Noord
wijk een werk was opgedragen?
Zijn B. en W. van oordeel, dat een pas-
beginnend aannemer, welke niet over de
noodtge routine beschikt, niet over ge
reedschap. aannemersmaterialen, of be
drijfskapitaal beschikt, voldoet aan de
eischen welke de Min. van Waterstaat
stelt ln art. 10 van het op de door of van
wege het Departement van Waterstaat te
houden openbare aanbestedingen, welk
reglement volgens art. 1 van het Bestek
ook op dit werk van toepassing is?
Is dit reglement door het college bij de
beoordeeling van deze aangelegenheid ge
raadpleegd, of hooren B. en W. heden voor
het eerst van het bestaan van een derge
lijk reglement?
Daar naar verschillende aannemers op
meer if minder juiste wijze werd geïnfor
meerd, welke financieele waarborgen heeft
de heer Vink. toen hem op Dinsdag 15
Maart het werk werd opgedragen, kunnen
stellen, door welke waarborgen de gemeen
te voldoende financieel gedekt zou zijn en
waaruit tevens zou blijken, dat de uitvoe
ring van dit voorname werk, tot een be
drag van f. 25015, door hem tot een goed
einde kon worden gebracht?
Is het" juist dat B en W. den heer Vink
hebben toegezegd, toen bleek dat het hem
aan het benoodigde bedrijfskapitaal ont
brak. dat de gemeente het werk voor hem
zou financieren, de materialen voor hem
aan zou koopen, de noodige gelden ver
strekken voor het aanschaffen van gereed
schappen en iederen Zaterdag voor hem
zelf en zijn personeel het loonbedrag bij
wijze van voorschot zou uitbetalen?
Is het juist dat reeds kort na de op
dracht aan den heer Vink, B. en W. de
materialen benoodigd voor dit werk voor
rekening van de gemeente hebben aange
kocht of in ieder geval hebben getracht
aan te koopen, wanneer dit zoo is, blijkt
dan hieruit niet reeds voldoende, dat door
B en W de eerste schreden reeds op het
hellend vlak zijn gezet?
Daar de begrooting van dit werk, ten
bedrage van f.27820, door het college van
B. en W. was goedgekeurd en mitsdien dit
bedrag dus als juist was erkend, en den
heer Vink. afgezien nog van alle andere
factoren, ingeschreven heeft voor f. 25015,
dit is ruim f. 2800onder het door B. en W.
goedgekeurde begrootingsbedrag. achten
B en W het dan financieel verantwoord,
gezien de twijfelachtige uitkomst, voor wat
betreft de winst- of verliespost, het ge-
heele werk of een gedeelte van dit werk,
ten behoeve van Vink, voor rekening van
de gemeente te financieren?
Zijn B. en W. niet met interpellant van
oordeel, dat een dergelijke handeling een
sprong in het duister beteekent en onher
roepelijk op een financieel fiasco voor de
gemeente moest uitloopen. dat hier in
leder geval op zeer roekelooze en onver
antwoordelijke wijze met de gelden der
gemeenschap en der belastingbetalers is
omgesprongen?
Daar een dergelijke onderneming, gezien
de lage inschrljfsom, en velerlei andere
bijkomende factoren, onherroepelijk op een
verlies van den betrokkene moest uitloo
pen, verzoekt interpellant het college van
B en W den Raad mede te deelen. uit
wélke fondsen of uit welke begrootings-
posten een eventueel verlies had moeten
worden betaald.
Of moest hier gebeuren, waartegen een
gedeelte van de commissie tot nazien der
begrooting 1938 in zoo sterke mate heeft
gewaarschuwd?
Zijn B en W niet met Interpellant van
oordeel, dat het coUege in zijn verregaan-
den ijver om den heer Vink, om welke re
den dan ook, door dik en door dun heen
te helpen, op zeer onverantwoordelijke
wijze veel te ver is gegaan en dat op een
dergelijke wijze stellen van het individu
vóór de belangen der gemeenschap, nooit
in het belang der gemeenschap kan zijn
en in ieder geval in strijd moet worden
geacht met een juiste opvatting betreffen
de de sociale verhoudingen in de Maat-
SC Zhn^B. en W. van meening, dat het van
een juist inzicht in de Maatschappelijke
verhoudingen getuigt, wanneer een plaat
selijke overheid, ten koste van reeds be
staande zaken en met groote risico s der
gemeenschap en der belastingbetalers ln
het maatschappelijke leven tracht in te
grijpen en tracht het stichten van lucra
tieve bedrijven in de hand te werken.
Zijn B en W. niet met de begrootings-
commissle 1938 van oordeel, dat het op
dragen van een dergelijk voornaam werk
aan een pasbeginnend, niet voldoende ge
outilleerd aannemer, tot zeer nadeellge
"evolgen voor de betrokken arbeiders kan
leiden en hierdoor de belangen dezer ar
beiders op ernstige wijze kunnen worden
geschaad?
Zijn B. en W„ na de opgedane ervarin
gen, niet met Interpellant van meening,
c'.at gezien, de samenstelling van B. en W..
in welk college geen deskundige zitting heeft
die met eenige autoriteit kan oordeelen
over straataanlep het houden van aanbe
stedingen of de wijze van gunning van een
werk, en mitsdien over vele bijkomende
Ung. Primas BELA HORVATH.
■iXf Om teleurstelling te voorkomen
tafelbespreking voor a.s. ZONDAG
10 .APRIL nu reeds zeer gewenscht.
TELEF. 2843. 9163
(Ingez. Med.ï
zake in meerdere of mindere mate on
machtig is een juist oordeel te vellen, het
geen door het college schijnbaar ook is
aangevoeld, getuige het bijeenroepen van
den Raad op 11 Maart '38, het in zeer
sterke mate wenschelijk ware geweest dat
het college van B en W. zich in haar be
sluiten en verrichtingen had laten voor
lichten door de commissie van openbare
werken?
Zijn B. en W. niet van meening, dat door
een dergelijk optreden hunnerzijds en door
het halsstarrig maar nutteloos vasthouden
aan een eenmaal ten onrechte Ingenomen
standpunt, de heer Vink door de handel
wijze van het college op ernstige wijze is
gedupeerd, met nadruk stel ik dan ook
vast. dat het onaangename voor den heer
Vink. in deze interpellatie gelegen, voor
honderd procent op de schouders van het
college neerkomt?
Daar art. 216 van de Gemeentewet zegt,
dat de leden van het college van B. en W.
ieder afzonderlijk en te zamen voor het
aoor hen gevoerde bestuur van de huis
houding der gemeente verantwoording aan
den Raad verschuldigd zijn, den Raad te
dien aanzien alle verlangde Inlichtingen te
geven, verzoekt interpellant aan B en W.
den Raad mede te deelen welk standpunt
door ieder der leden van het college in
deze zaak werd en wordt Ingenomen en
welk aandeel ieder der leden afzonderlijk
in de afwikkeling van deze zaak heeft ge
had?
Is het college van B. en W. of een ge
deelte van dit college niet met interpellant
van meening, dat de houding van het col
lege in deze aangelegenheid en verschil
lende hiermede verband houdende gebeur
tenissen, het prestige, hetwelk een plaat
selijke overheid tegenover de burgerij
dient hoog te houden ln zeer ernstige mate
is geschaad, in ieder geval in strijd moet
worden geacht mét de voornaameld en de
autoriteit van een zichzelf respecteerend
gemeentebestuur?
Zijn B. en W. bereid alle mogelijke in
lichtingen aan den Raad te verschaffen
en alle op deze aangelegenheid betrekking
hebbende stukken voor den Raad ter in
zage te leggen en in 't algemeen den Raad
op royale wijze zoodanig in te lichten, dat
hij zich een juiste meening betreffende
het door B. en W. gevoerde bestuursbeleid
kan vormen?
Zijn B. en W. bereid, gezien de schade
en den' overlast, welke door belanghebben
den van deze z.i. geheel onnoodige stag
natie in de uitvoering van het werk wordt
geleden, reeds in de vergadering van he
den met den Raad te overleggen welke
stappen moeten worden ondernomen, dat
zoo spoedig mogelijk met de uitvoering
der werkzaamheden kan worden begon
nen?
Interpellant heeft niet de minste be
hoefte aan een theoretische uiteenzetting
van de meening van B. en W. ten opzichte
van de z.g. B.SB. regeling of over het
meer of minder juiste standpunt, dat dit
B.S.B. bestuur volgens B. en W. zou heb
ben Ingenomen, daar deze zaak niets met
zijn Interpellatie uitstaande heeft.
Al was er van de zijde van handel en
organisaties niet ingegrepen, dat zou zijn
standpunt ten opzichte van het door B.
en W. gevoerde beleid niet hebben gewij
zigd De meening van het college van B
en W. over deze B.S.B. regeling is voor hem
dan ook als niet ter zake dienende niet
van het minste belang.
Na deze voorlezing, welke met groote
aandacht door den Raad en een geheel ge
vulde publieke tribune werd aangehoord
werd de behandeling der agenda voorlooplg
voortgezet. Oa. werd een verzoek om sub
sidie voor uitzending kinderen naar een
Vacantiekolonle wegens geldgebrek en de
groote consequenties met het oog op ov®""
tueel andere aanvragen voor een zelfde
doel afgewezen. Een voorstel om voor f.250
deel te nemen aan een garantiefonds van
een te houden schaaktournooi te Noordwijk
aan Zee werd aangenomen met het oog op
de reclame die geacht wordt hiervan voor
de badplaats uit te zullen gaan, nadat er
was medegedeeld dat de beide Zondagen
in het tournooi als rustdag zullen worden
opgenomen.
In het verlengen van den Noord-Bouie-
vard blijkt een leelijke kink in de kabel
gekomen te zijn. De verkoop der gronden
door de Domeinen aan de gemeente moet
door een wetsontwerp worden goedgekeurd
en derhalve de Eerste en Tweede Kamer
passeeren, waarmede zeer langen tijd ge
moeid kan zijn. Teneinde te kunnen be
ginnen met het werk, zou de gemeente het
stuk grond zoolang in erfpacht kunnen
krijgen voor f.2187.— per jaar, maar dan
mag de gemeente den grond niet verkoo-
pen. Dit ls een groote teleurstelling en de
Raad gevoelde er niets voor. Nadere Inlich-
Lingen zullen worden afgewacht en de ver
lenging zal voorloopig daarmede nog wel
tot de vrome wenschen behooren. Inmid
dels zal nabij de vuurtoren een transfor
matorenhuisje worden gebouwd en een
hoogspanningskabel worden aangelegd van
de Van Leeuwenstraat naar de Vuurtoren,
daar de stroomvoorziening in dit deel der
gemeente een spoedige verbetering ver-
eischt. Een bedrag van bijna 14 mille zal
hiermede gemoeid zijn.
Een crediet van f 700 werd beschik
baar gesteld voor het maken van een ult-
neembaar podium voor maximum 42 per
sonen. ten behoeve van rauzlekvereenigln-
gen. Muziektenten zijn thans te ddur om
*c bouwen.
Een voorstel tot het aanbrengen van een
viertal gaslantaarns op verschillende
plaatsen werd goedgekeurd.
Teneinde een stuk gemeentegrond van
1400 M2 in eigendom van de gemeente, ex
ploitabel te maken, werd een kleine wijzi
ging in de bouwverordening aangebracht.
Dit stuk is gelegen aan den Nieuwen Zee
weg aan den voet van den Watertoren.
Hierop kunnen nu 5 lnplaats van 3 wo
ningen gebouwd worden, welke aansluiten
aan het geheel aldaar. De heer Llefferink
vond het een schending van dit fraaie
dorpsdeel met zijn mooien achtergrond en
de heer van der Wiel gaf een beschouwing
over schendingen van bestaande bouwver
ordeningen, welke hij principieel onjuist
vond. De heer Monye wenschte het voor
stel ook uitgebreid te zien tot de Huis ter
Duinstraat, maar kon hiervoor geen bijval
vinden.
In de schoolgeldheffing werd op voorstel
van Ged. Staten eenige wijzigingen aan
gebracht. Een voorstel om de DoDuzastraat
te sluiten voor alle motorrijtuigen in de
richting naar de Voorstraat, de Linden-
hofstraat in de richting naar de Douza-
straat en voorts om het Lindenplein te
siulten voor alle verkeer met motorrijtui
gen, rijwielen en andere rij- en voertui
gen met Inbegrip van kinder- en kruiwa
gens in de richtingen zooals thans de ver
keersborden voor auto's reeds aangeven,
werd voorzoover het laatste betreft na hef
tige bestrijding van den heer Vogelaar
goedgekeurd terwijl op voorstel van den
heer de Vreede de sluiting van den Doeza-
straat gewijzigd werd in een parkeerver
bod.
Het venten met gekleurde bloemen werd
strafbaar gesteld, hetgeen reeds bij hel uit
reiken der ventvergunningen voor bloemen
was verboden.
Het laatste punt vóór de schorsing der
zitting was een wijziging der Begrooting,
welke van Ged. St. is terug gekomen. De
heer Llefferink verheugde er zich over naar
aanleiding van zijn gemaakte opmerkingen
over deze begrooting, zich in gezelschap
van den Haag te bevinden. Hierop ontspon
zich een disucssle tusschen den heer Llef
ferink en den voorzitter, waarop deze laat
ste den heer Llefferink naar voorstellen tot
bezuiniging vroeg. Deze beweerde dat men
daartoe in de financieele keuken der ge
meente behoorlijk thuis moest wezen,
waarop hij ten antwoord kreeg dat hij daar
zelf zeven jaar had doorgebracht, dus niet
geheel en al onbekend zou zijn. Inmiddels
kwamen nu de narigheden naar voren.
Voorgesteld en aangenomen werd
een voorstel om het aantal opcenten op
de personeele belasting van gemiddeld
174 tot op het maximum van 200 te
verboogen waardoor een vermeerde
ring van inkomsten op f. 11.700 wordt
geraamd.
De verhooging van slacht- en keurlo
nen en de afschaffing van een gratis kopje
koffie 's morgens aan den Burgemeester en
ambtenaren, werden door B en W., gezien
de weinige imiportantie dezer wenschen,
niet overgenomen. Bedenkelijker echter is
de uitvoering der Huis ter Duinstraat. Ged.
Staten verzoeken B en W. hiervan de
dringende noodzakelijkheid aan te toonen.
Gezien het unanieme aannemen door den
Raad van het betreffende voorstel meenen
B. en W, dat de urgentie hiermede reeds
voldoende ls aangetoond en zich van de
verplichting ontslag te rekenen hiervoor
verdere verantwoording voor af te leggen.
Kort en bondig dus een nul op het request.
Inmiddels heeft een en ander tot gevolg
dat er dit seizoen in geen geval meer iets
aan gedaan zal worden en in het allergun
stigste geval eerst in September met een
en ander een aanvang kan worden ge
maakt, hetgeen alom zeer ernstig betreurd
zai worden
Hierna volgde schorsing der vergadering
Na een langdurige geheime zitting,
volgde heropening, waarop B. en W. de in-
'erpellatie-Vogelaar beantwoordden en
langdurige discussies volgden. In verband
met het zeer late uur komcr. wij hierop
morgen nader terug.
Als U geen raad meer weet vod de rheuma
tische pijnen, alles reeds hebt geprobeerd
zonder gc^ed gevolg, probeert dan de zes
zouten uit Kruschen Salts. Zij hebben duizen
den lijders reeds afdoend geholpen- Oolc U
zullen zij zeer snel van Uw pijnen verlossen.
STRALENDE GEZONDHEID VOOR I CENT PER OAC
9110 Ongez. Med.)
DE OPBRENGST DER NEDERLANDSCHE
HAR ING VISSCHERIJ.
De opbrengst der Nederlandsche haringvls-
scheri) bedroeg ln 1937 116.189.000 kg. ter waarde
van f 9.205.760. Hieronder was 22.825.232 kg. ver-
sche ter waarde van f. 1.170.874.
In 1036 werd aangevoerd 37.606.067 kg ter
waarde van f. 8.186.081. waarvan 11.626.866 kg
versche ter waarde van f. 851.000.
DE NEDERLANDSCHE VISSCHERSVLOOT.
De Nederlandsche visschersvloot bestond ln
1937 uit 3394 schepen metende 260 000 M3 Hiér
van waren 51 stoomloggers met 26478 M3.. 111
stoomtrawlers met 60444 M3.. 42 andere ftoom-
visschersvaartulgen met 2426 M3.. verder 201
motorloggers met 69436 M3 497 motortrawlers
met 49788 M3. en 791 andere motorvisschers-
vaartulgen met 29130 M3. Bovendien telde de
vloot 2470 kleine zellvaartulgen met 50960 ton.
Onder deze schepen zijn niet begrepen, die
welke op het IJselmeer vlsschen.
Van deze schepen zijn o.a. ingeschreven te
IJmuiden 173 schepen met 61163 M3'sGra-
venhage (Schevenlngen) 155 schepen met 42091
M3.. Katwijk 133 schepen met 38966 M3.. Vlaar-
dingen 90 schepen met 29092 M3., Wierlngen
324 schepen met 9759 M3„ den Helder 244 sche
pen met 5016 M3.
De Jenny Elsa IJm. 88 is opgelegd.
VISCHPRIJZEN.
IJMUIDEN. 8 April.
Tarbot ƒ.1.081.00; Tong f. 1.200.98 per kg.;
Klelnschol f. 18.508: Schar f.8—4.10: Wütlng
f. 7—8 per 50 K G.
Aan den afslag 3 loggers met versche visch:
SCH. 102 met f.510; 8CH. 196 met f.770: KW.
127 met f. 280.
Hierbij brengen wij onder de aandacht
van onze abonné's, die niet Jonger dan
16 jaar en niet ouder zijn dan 64 jaar, dat
zij zich wederom tegen ongevallen kunnen
verzekeren en wel tot 30 April 1939.
De verzekering, die wij bij de N.V. Ver
zekeringsbank der Oude Haagsche van
1836 te 's-Gravenhage hebben afgesloten,
luidt wat het bedrag der ultkeerlngen
betreft o.a. als volgt:
a. f500.— Ingeval van overlijden binnen
een maand na den dag, waarop
het ongeluk voorkwam.
b. 400.— bij verlies van belde oogen,
belde handen, belde voeten, of
één hand en één voet, of één
hand en één oog, of één oog en
één voet te zamen. binnen 360
dagen na het ongeluk. Voorts
wanneer het ongeluk onge
neeslijke verstandsverbijstering
tengevolge heeft, die de uit
oefening van het beroep of het
bedrijf onmogelijk maakt.
c. „200.— bij verlies van één hand, één
voet of één oog, binnen 380
dagen na het ongeluk.
d. 109.bij verlies van één duim of
belde duimen of van één wijs
vinger of belde wijsvingers.
e. 50.bij breuk van een been of arm.
f. 15— bij verlies van eiken anderen
vinger, binnen 360 dagen na
het ongeluk.
De volslagen onbruikbaarheid van één
der hlervermelde llchaamsdeelen wordt
met verlies gelijk gesteld; zoo ook staat
ten opzichte van het oog, blindheid met
verlies gellj k.
Bij verlies of volslagen onbruikbaarheid
van meer dan één vinger van dezelfde
hand, kan het gezamenlijk bedrag der ult
keerlngen voor alle verminkte (of volslagen
onbruikbaar geworden) vingers niet meer
bedragen dan voor het verlies (of vol
slagen onbruikbaarheid) der hand ls vast
gesteld.
Een schadevergoeding voor overiyden
en verminking of verstandsverbysterlng
tegehjk, wordt niet uitgekeerd.
Alle bekomen verwondingen, hierboven
niet genoemd, geven geen recht op ult-
keerlng.
Iedere abonné kan zich gratis laten In
schrijven voor deze verzekering, waarna hem
of haar een inschrijvingsformulier over
handigd wordt, hetwelk zoowel voor de(n)
ingeschrevene als voor ons, als bewys geldt,
dat die abonné vereekerd is en wel op de
voorwaarden als op het inschrijvingsformu
lier vermeld.
Daartoe moet men zich persoonlijk aan
ons bureau opgeven, terwijl onze abonné's
In de omgeving zich tot onze respectleve-
lyke agenten kunnen wenden.
Postabonné's kunnen schriftelijk hun
wensch aan ons kenbaar maken.
Zij, die reeds gedurende het afgeloopcn
jaar verzekerd waren en dus In het bezit
zijn van een inschrijvingsformulier, kunnen
den geldigheidsduur van dit inschrijvings
formulier aan ons bureau laten verlengen
tot 30 April 1939.
Men verzuime dit niet, daar onze
abonné's die in het bezit xijn van niet
verlengde inschrijvingsformulieren, even
als natuurlijk zij, die geen inschrijvings
formulieren bezitten, geen enkele aan
spraak kunnen doen gelden, wanneer hun
een ongeval mocht overkomen.
DE DIRECTIE.
DE SNELSTE MAN TER WERELD
Is er werkelijk een snelste man ter we
reld? Het is een zekere James Taylor, een
zeer sympathieke man met oen bruinge
brand gezicht. HU maakt gemiddeld 960
K M, per uur en kan dus gerust de snel
ste man ter wereld genoemd worden. Ja
mes Taylor is proefvlieger; tijdens zijn
practijk heeft hij ongeveer 500 verschil
lende vliegtuigtypen geprobeerd. Eerst
studeerde hij aan de universiteit te Prin
ce town in Amerika en urtjdde zich toen aan
het beroep van marine-vliegenier. Na den
wereldoorlog was hij werkzaam op het
vliegbureau te Washington, van waar hij
spoedig zyn carrière als proefvlieger be
gon. In de ontwikkeling van het catapult-
vliegen heeft hy een groot aandeel gehad.
James Taylor moet de vliegtuigen op hun
iuchtgeschiktheld onderzoeken. Daartoe
stijgt hy eerst een heel eind, om vervol
gens plotseling loodrecht te dalen. Om die
ontzettende snelheid te ontwikkelen, wordt
hy ln de eerste plaats geholpen door de
zwaarte van de machine, welke te zamen
met de kracht van den motor een snelheid
van 960 K M. per uur ontwikkelt. Hij is ln
net geheel niet zenuwachtig. HIJ heeft alle
mogelijkheden berekend, die hem in den
vorm van ongelukken tydens zUn proef
vluchten zouden kunnen overkomen. Hij is
van meening, dat de talrijke ongelukken,
welke er in den laatsten tyd voorvallen,
voor een groot deel aan de schuld van de
piloten te wyten zyn, die in him eigenschap
van verkeersvlieger reeds zoo zeer afge
stompt zyn, dat zy hun werk mechanisch
verrichten. Men moet er nameiyk steeds
aan denken, dat de beste motor wel eens
kan weigeren en iedere piloot moet dan
ook op een noodlanding voorbereid zyn. Of
hel vliegen met een snelheid van 960 K.M.
per uur aangenaam is? James Taylor ver
klaart, dat men het ln het geheel niet be
merkt. dat men zoo snel vliegt, en dat men
ook den motor byna niet hoort. Het ls al-
ieen een onaangenaam oogenblik, wanneer
uien het vliegtuig weer ln horizontale po
sitie brengt. Maar ook daaraan gewent
men zich.
2—5