Het betrekken der nieuwe garnizoenen - Mengelberg üan tournée terug V- LEIDSCH DAGBLAD Tweede Biad 79sfe Jaargang FEUILLETON Het Groote Avontuur HET 2do BATALJON VAN HET REGIMENT JAGERS - in zijn nieuwe garnizoen, Tilburg, aangekomen. De comm. van het veldleger, luit.-gen. baron van Voorst tot Voorst inspecteert, met den burgem. van Tilburg, de troepen. DE SULTAN VAN MUSCAT, DE ONLANGS IN DEN HAAGSCIIEN DIERENTUIN G EARRI- die Maandag in Londen arriveerde, legde gisteren een VEERDE JONGE HEERTJES zijn een groote attractie voor de krans bij de Cenotaaph in Whitehall. jeued. Ze vechten om de raelkflesch te mogen geven. HOE GRAVE ZIJN GARNIZOEN ONTVING. Spandoeken en vlaggetjes boven de straten, waarlangs het lie bataljon van het 15e regiment Infanterie zijn intrede deed in de nieuwe standplaats. DE BEKENDE AUTEUR A. Ji. DE GRIEKSCHF, ONAFHANKELIJKHEID DE JONG vierde gisteren zijn HERDACHT. Kroonprins Paul en prin- öOsten geboortedag. De jarige in ses Friedericke verlaten de Metropolis zijn woning in den Haag. Kathedraal, naden herdenkingsdienst. TE WOGMEER WORDT 50 II.A. RIETBOSCH ONTGONNEN. Daar de rietcul tuur tegenwoordig niet meer loonend is, helpt de Nederl. Heide-Haatschappij deze gronden voor een andere bestemming gereed maken. Een speciale ploeg door. twee motortractors getrokken, werkt den grond om. PROF. DR. WILLEM MENGELBERG is na zijn succesvolle tournée door Europa gisteravond op Schiphol in ons land teruggekeerd. Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 50) De man met het bleeke gezicht, de on versaagde maandooder eischte, en Ada Iljen bracht die eischen dadelijk over in een voor de aanwezigen verstaanbare taal: verbanning uit den stam van den toove- naar Pikamalinga en Riefenberg's kroning tot koning, dit op speciaal verzoek van Ada Iljen. Ten overstaan van de bevolking gin gen al de stamhoofden en priesters op dit voorstel in. Riefenberg waarschuwde met klem dat hl) in de toekomst bij de minste opstandigheid de maan voor goed uit de lucht zou halen en de kraters zou doen overkoken. Nu is het goed te merken, dat de schaduw wijkt, fluisterde Ada Iljen. Riefenberg nam het geweer en mikte met veel omslachtigheid naar de maan. Een schot weerklonk. nog een.... en nog een. En zie, toen begon de maan te groeien en niet lang daarna stond zij weer vol en heerlijk te glanzen boven de wonderbare wereld van het kraterland. HET STANDPUNT VAN ADA ILJEN. Het werd een vreemde nacht in het rumoe rige kraterland. Toen de maan opnieuw normaal was geworden, maakte zich een onbeschrijfelijke geestdrift van de inlan ders meester. Zij lachten en klapten In de handen als kinderen. De slaven brachten rondbuikige holle vruchten gevuld met maïsbier, de tam-tams begonnen te bonzen en de nach telijke danspartij nam een aanvang. Ada Iljen en Riefenberg hadden zich te ruggetrokken naar de grot, waar zij den nacht zouden doorbrengen. Het was kil en vochtig, maar Fweloe had gezorgd voor een groot houtvuur. Toen zij alleen waren, gierde Riefenberg het uit. fNee, riep hij, hebt U ooit zoo'n stel ezels bij elkaar gezien? Gelukkig voor ons, meende Ada Iljen. Het lot is ons buitengewoon gunstig ge weest. Alleen voor my is het een zware slag. Voor u? vroeg Riefenberg verbaasd. Ja, ik heb er toch mijn konlnglnne- kroon bij verloren. Zij zaten naast elkaar by het vuur. Rie fenberg greep haar handen en keek haar in de oogen. Daarin ontdekte hy een glimpje guitigheid. Is het niet zoo, drong zij aan, u hebt mij toch op de meest onhoffeiyke wyze van den troon gestooten. Hu boog zich naar haar, terwyl hy haar handen omklemd hield. Ada, fluisterde hy, voor mi] bent u meer geworden dan een negerkoningin. Ik heb u leeren kennen als een heerlyke, sterke vrouw. Het was ongeveer alles wat Riefenberg zei. Nog andere woorden gonsden door zyn hoofd, maar zy wilden hem niet over de lippen. Ik ken u al zoolang, wou hij zeggen, sedert lk het kleine huisje ln het kamp van Lebon heb betrokken, bent U in myn leven gekomen. Ik weet niet of ik u lief heb, maar ik vind het zoo heeriyk u dicht by my te weten. Maar die onuitgesproken woorden lagen in den innlgen blik, die op haar was gevestigd en trilden door de vin gertoppen, die haar handen omklemd hielden. Dat zag en voelde Ada Iljen. Ze schrok er van en wilde zich terugtrekken. Ze lachte spottend Ligt het soms ln uw bedoeling ook mij te onderwerpen, maanmoordenaar? Ik heb geen enkele bedoeling, ant woordde hij eenvoudig. Ik geloof alleen, dat ik van u houd. Die woorden maakten op Ada Iljen een onverwachten indruk. Het was alsof Iemand haar een klap in het gelaat gaf. Ze wou de handen terugtrekken. Laat me los, drong ze aan. En toen Riefenberg niet vlug genoeg deed, wat ze vroeg, sprong ze heftig over eind. zoodat hy wel moest loslaten. Meer woorden werden over het geval niet gewisseld. Eenigszins beschaamd bleef Rie fenberg zitten waar hy zat. Ada Iljen stond met den rug naar hem gekeerd bij de ope ning van de grot en staarde naar buiten. Toen ze elndelyk opnieuw binnenkwam, deed ze alsof er niets was gebeurd. Morgenvroeg gaan we terug naar de vallei. Ik zal blij zijn dat ongezellige oord te kunnen verlaten, zei ze. En hoe moet het dan verder? vroeg Riefenberg. Zooals zyn hoogheid het verkiest. We zullen den toestand ernstig moeten bespre ken, maar in afwachting stel ik voor. dat we een paar uren zullen rusten, vooral gy. die pas een aanval van malaria achter den rug hebt, zult na al deze vermoeienissen en ontberingen een beetje slaap goed kunnen gebruiken. Het was hem alsof er eenige spot in die laatste woorden lag en Riefenberg voelde het bloed naar zijn hoofd stygen. O, dacht hy, ik heb me vergist, als zij het zoo bedoelt, ook goed. Hy sprong gezwind overeind. Vooruit danen morgen begint myn regeering. .Waar zijn hier de slaapvertrek ken? Met een spottend glimlachje wees Ada twee bamboematjes aan, die aan weers kanten van het vuur lagen. Myn slaapzaal ls hier, zei ze. en de uwe daar. Goeden nacht, mompelde de journalist en wipte naar buiten. Hij hoorde nog hoe zy hem riep, maar rende voort tusschen de rotsen door. Hij stiet met den voet tegen een steen en vloekte Wachten zal ze. Ik zal haar wel klein krijgen. Hy liep de eene gang in en de andere uit. Wat deed hy hier nu eigenlijk? Het was waarachtig koud geworden. Daar lag de open vlakte. Nog steeds weerklonk het eentonige maar hartstochtelijke tamtam- geroffel en kronkelden zich de lichamen der dansers. Van achter een rots keek hij toe. Hy was bang, dat de negers hem zou den zien. Zy zouden het misschien gek vin den hun mirakelkoning zoo eenzaam in den nacht te zien rondzwerven. In een van die kille holen den nacht doorbrengen ging toch ook niet. Nu voelde hy waarachtig hoe ongezellig koud het was geworden. Er bleef geen andere uitweg dan terug naar Ada Iljen te gaan. En dat deed hy. Fweloe zat gehurkt het vuur op te poken en verdween dan. Ada Ejen lag onder een zwaar wollen deken te slapen. Zijn bamboematje wachtte hem aan den anderen kant van het vuur. Hy liep voorby Ada. voorzichtig om haar niet te wekken. Hij bleef staan naast haar. Haar gelaat was naar hem gekeerd. Met gulzige oogen be keek hy haar. Het was de eerste keer in zyn leven, dat hy de gelegenheid had haar gezicht zoo ongestoord te onderzoeken. Hij hield zeer veel van Ada Iljen's gelaat. Zoo als hij het nu zag met ontspannen trekken vond hy het zoo ontroerend schoon, dat het hem pyn aan het hart deed. Hy schrok, toen zy even het hoofd bewoog. Hy wilde zich terugtrekken, maar het was te laat. Zij opende de oogen en staarde hem aan. Riefenberg durfde schier niet ademen. Wat was dat een vreemd oogenblik! Ada Iljen's oogen waren wijd geopend en de wimpers bewogen niet. Zy keek hem aan zonder een teeken te geven van verwondering of ont stemming. Er lag haast geen uitdrukking ln haar blik: of toch wel: een vage. groote rust, vertrouwen en geluk schenen hem uit haar ziel tegen te stralen Met ontroering wachtte Riefenberg. maar er gebeurde niets. Zy sloot na enkele oogenblikken de oogen en sliep voort. i Nadruk verboden). CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5