Katwijksche zeelui houden Holland's naam hoog LEID5CH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 22 Maart 1938 Gemeenteraad van Katwijk KERK- EN SCHOOLNIEUWS Luchtaanvallen! Zweden redde Bovenmenschelijke strijd tegen de elementen. Een nieuw systeem bij de politie De openbare school. DICKIE DONS EN DE TOOVERVISCII LAND- EN TUINBOUW FAILLISSEMENTEN 0 Hrt© Ha Trrvrr" voortion sema£er he^ Zweedsche schip zoo dicht XIO© Cl© //JUVa V©©ril0n mogelijk om den kapitein den raad te ge- (Van onzen redacteur). Zooals door ons destijds reeds in enkele korte berichten werd gemeld, redde de Katwijksche motorlogger .Java" KW 159 van de N.V. Visscherij maatschappij „In- sulinde" te Katwijk aan Zee op Donder dag 3 Maart JJ. tijdens hevig stormweer de uit 14 koppen bestaande bemanning van het op de Noordzee gezonken Zweed sche stoomschip „Birma", dat met 750.000 K.G. suiker van Gdynia in Polen op weg was naar de Engelsche haven Huil. Zondag' J.I. keerde de „Java" ln de vis- schershaven te IJmuiden terug en gister middag zijn wij schipper Hulb Messemaker van de KW 159 in zijn woning ln de E. A. Borgerstraat te Katwijk aan Zee gaan opzoeken, waar hij ons een uitvoerig relaas deed van deze bewogen reis. Op Donderdag 24 Februari vertrok de „Java" van IJmuiden ter visscherij. Al di rect had men met slecht weer te kampen, doch men slaagde er evenwel ln voort durend vlsschende te blijven. Om ongeveer 4 uur in den nacht van Dinsdag op Woensdag (2 Maart), de „Java1 bevond zich toen ten Oosten van de Dog- gcrsbank, werd de aandacht van de opva renden getrokken door een schip, dat op de „Java" aanhield, en dat voortdurend signalen met flambouwen gaf, terwijl met de stoomfluit S.O.S.-seinen werden gege ven. De „Java" haalde onmlddelijk zijn net binnen en begaf zich naar het om hulp vragende schip, dat het 603 ton metende Zweedsche stoomschip „Birma" bleek te zijn. Al spoedig wist men op de „Java", dat de Zweed water maakte in zijn machine kamer, doch dat men het lek niet kon vinden. De kapitein hoopte echter zijn schip met behulp van de pompen drijven de te houden en op eigen kracht de Deen- sche haven Frederikshaven binnen te brengen. HIJ verzocht de „Java" echter bij hem te blijven en gezamenlijk zetten belde schepen koers naar Denemarken. Den volgenden middag was de storm echter aangewakkerd tot windkracht 11 a 12, terwijl er torenhooge zeeën liepen. Doorvaren zou geen zin gehad hebben en men besloot belde schepen met den kop in wind en golven te leggen en te wachten totdat het weer wat zou opknappen. Gebeukt door zware golven brachten beide schepen, zoo dicht mogelijk bij el kander blijvend, den nacht door. Den vol genden morgen. Donderdag 3 Maart, nam de storm iets in kracht af en opnieuw werd koers gezet naar Denemarken. Om twee uur 's-middags begon de „Birma" echter wederom noodseinen te geven. De „Java" naderde het schip zoo dicht mogelijk om te hooren, dat de pompen defect waren geraakt en dat de bemanning verzocht van het zinkende schip gehaald te worden. Op dat oogenbllk hadden de 14 opvaren den van de „Birma" reeds 3 etmalen on afgebroken gewerkt om het binnendrin gende water de baas te blijven. Intussc'nen was de Deensche postboot „Skagen" in de nabijheid van beide sche pen gekomen. De „Skagen" vertrok eerst toen de laatste Zweed op de KW 159 was overgegaan, doch voor heb zoover was, wachtten Zweden en Hollanders nog en kele zware uren. Schipper Messemaker naderde de „Birma" zoo dicht dat beide schepen, die nu eens torenhoog werden opge tild oin dan weer met groote snelheid in een golfdal te worden ncergesmakt, op een gegeven oogenblik zoo dicht, bij elkaar waren, dat de ruimte tus- schen beide schepen, die elk oogenblik met een geweldige kracht tegen el kaar dreigden te botsen, nauwelijks een meter bedroeg. Geen der Zweden durfde echter op de „Java" over te springen. Na deze uiterst riskante manoeuvre, die slechts dank zij de goede zeemanschap van schipper Messemaker tot een goed einde werd gebracht, besloot men op de KW 159 een lijn naar de „Birma" over te schieten. Men maakte de schipbreukelingen zoo goed en zoo kwaad als het ging duidelijk, dat zij met deze lijn om hun middel ln zee moesten springen. De Katwljkers zouden den drenkeling dan zoo snel mogelijk bin nenboord halen. De bootsman van de „Birma" was de eerste die den sprong ln de kokende zee waagde. In minder dan een mi nuut was hij aan boord van den mo torlogger, doch toen de eerste stuur man overboord sprong, waren de sche pen zoo ver van elkaar verwijderd, dat hij bijna vier minuten door het water moest worden gesleurd, voordat hij de „Java" had bereikt. Geheel overstuur van emotie en ver moeidheid kwam hij op de „Java" aan, doch dank zij de goede zorgen van de Katwijkers, was hij weer betrekkelijk vlug de doorgestane ellende te boven. Den twaalf Zweden, die nog op hun schip varen, en die den vreeselijken tocht van hun stuurman hadden gezien, ontbrak de moed om zijn voorbeeld te volgen. Radeloos van angst en geen uitweg deer ziende, liepen zij doelloos op het dek an de langzaam maar zeker dieper zin gende „Birma" rond. Op dc „Java" hield men echter het hoofd koel en wederom naderde schipper Mes- -. ge ven in de sloep te gaan. Ook dit was een uiterst gevaarlijke on derneming. want niet alleen was de kans groot, dat de reddingboot bij het uitzetten door een verraderlijke golf gegrepen zou worden en te pletter zou worden gesla gen. doch ook bij het langszij komen van het reddende schip, wachtten tallooze ge varen. Het was echter alweer de voortref felijke zeemanschap, ditmaal van Zwe den en Katwijkers te zamen, die ook dit waagstuk, een waagstuk dat uitge voerd moest worden, een andere keus was er niet, tot een goed einde bracht. Zonder het minste letsel kwamen de 12 Zweden met hun hond op de „Java" aan. Ruim twee en een half uur ls de KW 159 met zijn succesvolle reddingspogingen bezig geweest. Het waren uren, die niet alleen van den schipper, doch ook van de geheele bemanning het uiterste verg den. Toen de geredden verzorgd waren, begaf de „Java" zich opnieuw naar het inmid dels 45 c.M. dieper gezonken schip om er een verlichte boel bij te plaatsen, ter waar schuwing van eventueel passeerende schepen. Voortdurend hield men de „Birma" ln het oog. Om 1 uur 's nachts was het schip echter plotseling verdwenen. Den volgen den dag heeft men nog ruim vier uren de omgeving afgezocht doch nergens was meer een spoor van het schip te vinden, waarna de „Java" koers zette naar Fre derikshaven. waar men Zaterdag 5 Maart om 2 uur 's middags aankwam. De geredde Zweden werden hier aan land gezet, doch zij vertrokken niet naar hun woonplaats. Gothenburg, dan nadat zij de geheele bemanning van de „Java", die op zoo kranige wijze den naam van den Hollandschen zeeman had hoog ge houden, een diner hadden aangeboden. De kapitein van de „Birma" vertelde nog, dat hij ln den nacht voordat hij de „Java" ontmoette, hulp had gevraagd aan een trawler van .onbekende nationaliteit. Driemaal voer deze trawler om de „Birma" heen cm vervolgens zonder Iets te vragen zijn reis voort te zetten 'sMaandags vertrok de „Java" weer naar zee om zijn vischrels af te maken en als dit Blad verschijnt, is de motorlogger „Java" KW 159. alweer op weg naar zijn vischgronden in de Noordzee PREDIKBEURTEN. Lelden GerefGem. (Nieuwe Rijn)Woens- dagnam. 8 uur, ds. G. H. Kersten van Rot terdam. Alphen aan den Rijn Lokaal van Man- dersloostraatWoensdagnam. 3 en 7>/. uur. de heer Redelijkheid van Ouderkerk a. d. IJssel. Ds. J. DOUMA. Naar wij vernemen heeft onze oud-stad genoot, ds. J. Douma, predikant bij de Geref. Kerk van Arnhem, ln de gisteravond gehouden vergadering van den kerkeraad aldaar op medisch advies zijn emeritaats- aanvrage ingediend. Met ds. Douma verlaat een kannselrede- naar van grooten faam in de Geref. ker ken den actieven dienst. Jan Douma werd 16 Dec. 1873 te Drachten, waar zijn vader predikant was, geboren. Hij studeerde aan de Theol. School te Kampen en deed 10 Jan. 1897, nog maar 23 jaar oud, zijn in trede ln zijn eerste gemeente te Spijkenlsse. In 1902 vertrok hij naar Alblasserdam, wel ke standplaats in 1907 met Lelden verwis seld werd. Na van 1911—1916 dc kerk van Watergraafsmeer te hebben gediend, deed ds. Douma 20 Maart van laatstgenoemd jaar zijn intrede bij de ongedeelde kerk van 's-Gravenhage. Bij de kerksplitsing ln 1925 ging ds. Douma over naar de kerk van 's-Gravenhage Oost. Beroepen van Sche- venlngen, Groningen en Maassluis werden afgeslagen totdat ds. Douma meende in 1929 het beroep naar Arnhem in de vac. die aldaar was ontstaan door het overlij den van wijlen ds. J. G. Kunst te moeten aannemen. 21 April van laatstgenoemd jaar bevestigde zijn collega, ds. H. L. Both ds. Douma ln de Geld. hoofdstad. Direct trad ds. Douma ook daar op den voorgrond. De classis Arnhem vaardigde hertl af naar de Part. Synode van Gelderland en deze deputeerde hem bij herhaling naar de Ge nerale Synode, waarvan hij in 1930 'Arn hem i. in 1933 (Middelburg) en ln 1936 (Amsterdam) deel heeft uitgemaakt. De verdiensten van ds. Douma vonden erkenning ln zijn benoeming tot ridder ln de orde van Oranje-Nassau. Het ligt in het voornemen van ds. Douma om Zondag 13 Juni a.s. afscheid te preeken van zijn gemeente. De raad der gemeente Katwijk hield gis teravond een openbare vergadering. Alle leden waren aanwezig. De notulen der vo rige vergandering werden na een opmer king van den heer v. d. Marei goedge keurd. Een aantal ingekomen stukken werd voor kennisgeving aangenomen. De heer Schoneveld werd tot lid der havencommissie, de heer J. Hoek tot lid der commissie voor de bedrijven en de heer C van Rijs tot lid der commissie voor de werkverschaffing benoemd. Besloten werd het huurcontract met den heer C. Koster, betreffende een stuk teel- land ln de zanderij „Cleyn Duin" ongewij zigd te verlengen tot 1 Januari 1940. De heer van 't Wout drong er op aan om ln de toekomst perceelen teelland zooveel mogelijk bij openbare inschrijving te ver huren. hetgeen de voorz. toezegde. Vastgesteld werd een verordening op de heffing en invordering van schoolgeld. Deze verordening komt behoudens enkele kleine wijzigingen, overeen met de oude verordening, die tot 1 April a.s. van kracht ;s. Een der wijzigingen heeft tot gevolg, dat het schoolgeld voor een aantal kinde ren iets zal worden verlaagd. In de precarlo-verordening werd een wij ziging aangebracht. Voortaan zal voor een iucht. en waterpomp evenveel f. 15.per jaar) verschuldigd zijn als voor een ben zinepomp. De heer Schoneveld achtte de heffing op water- en luchtpompen, waarmede geen winst wordt gemaakt, te hoog. Spr. vond f. 7.50 voldoende. De voorz. antwoordde, dat de gemeente er geen rekening mee kan houden of met een pomp wordt verdiend of niet. De heer van Rijs steunde het voor stel van den heer Schoneveld. terwijl de heer Meerburg het bestreed. Het voorstel- Schoneveld werd verworpen met 93 st. Voor stemden de heeren van 't Wout, van Rijs, van Tongeren. Hueting, Schoneveld, Lodder, Hoek en v. d. Marei. Besloten werd van de wed. E. Schone veld 915 M2 bouwgrond aan te koopen. ge legen hoek Prinses JulianalaanSchelpen pad, voor f. 3.75 per M2. De politie. B. en W. stelden voor een credlet te ver kenen voor de aanstelling van een agent in vasten dienst. Aan het bij dit voorstel gevoegde prae-advies ontleenen wij het volgende BIJ de politie wordt sinds gerulmen tijd een vervangingssysteem toegepast, dat Beschermt U tegen de gevolgen vcm Gij neemt voorzorgen tegen brand, ziekte en natuurrampen. Waarom dan niet tegen het zoo veel ernstiger gevaar uit de lucht? Doe het nog I Nadere inlichtingen verstrekt de secre taris van de aid. Leiden der Ned. Ver. voor Luchtbescherming, dr. T. Potlewiid, Boerhaavelaan 37, Leiden. hierop neerkomt, dat ter tijdelijke aanvul ling van het korps Katwijkers ln dienst worden genomen, die gedurende den tijd, dat zij geen politiediensten verrichten, ln het vrije bedrijf werkzaam zijn. Zooals bekend is de laatste tijdelijke agent on langs elders tot agent van politie benoemd en B. en W. achten dit een geschikte ge legenheid om aan het vervangingssysteem, dat zij minder Juist achten een einde te maken. Het bestaande systeem, zoo zeggen B. en W„ ls niet bevorderlijk voor het prestige der politie. Het zou b.v. kunnen voorkomen, dat de tijdelijke agent, als handhaver der orde, zou moeten optreden legen zijn werkgever in het particuliere be drijf. Bovendien zouden familierelaties een krachtig optreden ln den weg kunnen staan. Door de benoeming van een agent in vasten dienst zal het aantal strandagen- len met één verminderd kunnen worden, terwijl het bovendien mogelijk zal zijn een der oudere agenten speciaal te belasten met het tegengaan van baldadigheid, ze deloosheid, het onderzoeken van bijzon dere klachten en het toezicht op bijzon dere wetten. De meerdere kosten verbon den aan de aanstelling van een agent in vasten dienst op een salaris van f. 1450. tot f. 1868.beloopen minstens f. 290.en i.oogstens f.708.per Jaar. De heer v. d. Marei vreesde dat de po litie steeds meer zal gaan kosten. De heer v. Rijs Juichte het voorstel van B. en W. toe, daar hij met B. en W. van meening ls dat het onjuist Is om Katwij kers als politieagent op het publiek „los te laten". De heer van Tongeren meende, dat de gevraagde uitgaaf niet verantwoord is. Als wij zoo doorgaan, aldus spr., dan zal stel lig de belasting verhoogd moeten worden, wat voor de gemeente funest zou zijn. Om die redenen zal spr. tegen stemmen, even als tegen de volgende agendapunten, waar- In nieuwe uitgaven worden voorgesteld. De heer van der Bent maakte bezwaar legen de door den heer van Rijs gebruik te uitdrukking van „op het publiek losla ten van Katwijksche politieagenten" en prees de wijze waarop de tijdelijke agenten steeds hun taak hebben vervuld. Ook de heer Schoneveld pleitte voor de Katwijksche agenten en zeide het te zul len betreuren, dat Katwijksche adspirant- agenten, bij aanneming van het voorstel van B. en W. de gelegenheid om een uit stekende opleiding te genieten kwijt zullen raken. Evenals de heer van Tongeren had ook spr. financieele bezwaren. In antwoord op het door den heer v. d Bent gesprokene merkte de heer van Rijs op dat zijn woorden niet zoo letterlijk moe- ►en worden opgevat. Het gaat bij spr. niet om een voor of tegen de tijdelijke agenten, doch om het principe van het aanstellen van agenten ln hun woonplaats. De heer v. d. Zwan meende, dat het speciaal ln een gemeente als Katwijk met haar bijzondere karakter, wel goed is dat enkele Ingezetenen politiedienst doen. De voorz. merkte op, dat het voorstel zich geenszins richt tegen de tijdelijke agen ten. wier groote verdiensten hij roemde, doch dat het uitsluitend beoogt een on juist systeem af te schaffen. Het ligt bo vendien ln de bedoeling, aldus spr.. om. evenals voorheen ook nu weer enkele Kat wijkers als strandagent aan te stellen. Het voorstel van B. en W. werd tenslotte aan genomen met 134 stemmen. Tegen de heeren Grimbergen, Schoneveld, Hoek en van Tongeren. In verband met het ontwerpen van het uitbreidingsplan stelden B. en W. voor tij delijk twee teekenaars en een hulp voor den hoofdopzichter te benoemen, waarvoor een credlet werd gevraagd van f2500, In heftige bewoordingen bestreed de heer van Tongeren, hoofdzakelijk om fi nancieele redenen, dit voorstel, terwijl ook de heeren Schoneveld en v. d. Marei ver schillende bezwaren naar voren brachten. Met de stemmen van de heeren v. d. Marei, van Tongeren. Schoneveld en Hoek tegen werd het gevraagd credlet verleend. Aan de Leidsche Buitenschool werd f 167.50 beschikbaar gesteld voor het la ten uitvoeren van eenige noodzakelijke veranderingen in het schoolgebouw. Ds. G. L. F. W. B. H. F. K. DE VOOGD VAN DER STRATEN. Woensdag 30 Maart a.s. viert as. G. L. F. W. B. H. F. K. de Voogd van der Straten, Ned. Herv. predikant te Haastrecht, zijn zilveren ambtsjubileum. Gottlieb Leonhard Franz Wilhelm Bernhard Heinrich Frie- drich Karl de Voogd van der Straten werd 1 Fcbr. 1388 te 's-Gravenhage geboren. Hij bezocht het Sted. Gymnasium aldaar en studeerde aan de Rijksuniversiteit te Lei den theologie. In 1912 candidaat geworden ln Zuid-Holland, aanvaardde hij 30 Maart 1913 zijn ambt te Abbenbroek sprekende over Neh. 2 vers 20 a. In 1916 vertrok hij naar Nieuwenhoorn (Z.-H.) om zich 23 Aug. 1931 aan zijn tegenwoordige gemeen te te verbinden sprekende over Rom. l vers 16. HERVORMDE SCHIFPERSRAAD. De Herv. Schlppersraad heeft besloten om aan schippers, die Ud der Ned. Herv. Kerk zijn, een legitimatiebewijs af te ge ven. De Raad meent hierdoor twee belang rijke zaken te bevorderen: le. dat het voor een schipper in een vreemde plaats een niet tc onderschatten hulpmiddel is bij zijn contact zoeken met de plaatselijke kerke lijke lichamen en 2e. dat het voor de pre dikanten, diakenen enz. van beteekenis wezen zal, omdat zij hierdoor een officieel bewijs hebben, welke persoon zich bij hen heeft gemeld. De Schlppersraad kan dit bewijs echter niet afgeven zonder zeer nauw keurige gegevens. Derhalve werd aan pre dikanten en kerkeraden verzocht elke ker kelijke handeling die plaats heeft met een Ncd. Hen-, schipper op te geven aan het secretariaat van den Herv. Schlppersraad. Het spreekt vanzelf dat de Schlppersraad er niet aan denkt dit legitimatiebewijs te stellen ln de plaats van een attestatie. DE FINANCIEN DER SALATIGA-ZENDING De rekening en verantwoording van de Salatiga-zendlng over '37 wijst in ontvang sten totaal aan f. 19898.63, nJ. f. 11213.36 aan vrije giften en f. 3974 giften met een speciale bestemming, terwijl aan legaten f. 4.000.werd ontvangen. Het saldo over 1937 bedraagt f. 768.50, terwijl bovendien ln kas Is aan giften met een bepaalde be stemming f. 1016.50. v rat Wie dit bord voor zich ziet moet x t r a voo rz i c h t i 9 zijn, want hij nadert 'n voor- rangsweg (óók het verkeer van links laten vóórgaan!) Het credlet aan de openbare school. Uitvoerig werd gesproken over een voor stel om aan de openbare lagere school eert creóiet te verleenen van f. 1675.voor aan schaffing van leermiddelen en schoolbe- hoeften. De heer van Elk noemde het gevraagd# credlet veel te hoog, terwijl z.i. een t« groot aantal leerlingen in de aanvraag wordt genoemd. De heer van Rijs wees op den treurigen toestand waarin de leermiddelen der open bare school verkeeren: er worden nog boek jes gebruikt die 40 jaar oud zijn. Jaren lang heeft men het openbaar onderwijs verwaarloosd, nu wordt de rekening ge presenteerd. De heer v. d. Marei maakte bezwaar te gen een in het totaalbedrag begrepen som! van f. 135.bestemd voor aankoop van bibliotheekboeken. Ook de heer van Tongeren had bezwaar legen dit bedrag. Een schoolbibliotheek, aldus spr., moet niet door de gemeente worden bekostigd, daar moet het particu lier initiatief voor zorgen. De heer Schoneveld zeide slechts voor het voorstel te zullen stemmen, indien B. en W. hem de verzekering wilden geven, dat de aanvraag de ln de wet gestelde grenzen niet overschrijdt. Weth. Veltkamp verdedigde de aanvraag cn wees er op dat zoowel de bijzondere als de openbare scholen overeenkomstig de wet behandeld moeten worden. Er wordt wel eens beweerd zoo zeide spr., dat de exploitatiekosten der openbare school laag worden gehouden om daardoor de uitga ven der bijz. scholen te kunnen drukken, dit ls echter onjuist. Naar aanleiding van een opmerking van den heer v. d. Perk zeide spr.. dat deze kosten niet uit de ge wone middelen kunnen worden bestreden, daar het hier uitgaven betreft in verband met de Invoering van een nieuw onder- wljs-systeem. Op voorstel van den heer van Tongeren werd tenslotte met de stemmen van de heeren van Rijs. van 't Wout. Veltkamp, Dubbeldam, v. d. Bent en dr. Hueting te gen besloten het voorstel aan te houden. Aan de R.K. School werd een voorschot van f. 1105.68; aan de Geref. School te Kat wijk aan Zee van f. 2040.63: aan de Otto baron van Wassenaar van Catwijkschool van f. 1148.36: aan de Herv. Scholen 1 t/m VU van f. 14.221.40: aan de Geref. School te Katwijk a. d. Rijn van f. 886.17; aan de Leidsche Buitenschool van f. 609.75: aan de Chr. School afd. L.O f. 1878.03 en aan de Chr. School afd. U.L.O. f. 1707.75.— ver leend. In de gemeenterekening 1935 '36 werd wegens een teveel geboekte belastinguit- kecring een wijziging aangebracht. In de gemeentebegrootingen van 1935 en 1936 werd een wijziging aangebracht, even als in de gemeentebegrootingen voor 1937 en 1938. Een aantal belastingreclames werden overeenkomstig de adviezen van B. en W. afgedaan. Bij de rondvraag vroeg de heer J. Hoek of de wijziging van de verordening op de keurloonen van geslacht vee al was goedge keurd door Ged. Staten. De voorzitter ant woordde dat deze aangelegenheid nog bij de Kringgemeenten was en daarna aan Ged. Staten zou worden gezonden. De heer v. d. Bent informeerde naar de plannen om het P. H. kanaal op sommige plaatsen wat uit te baggeren. De voorzit ter zei een onderzoek toe. De heer Schoneveld vroeg inlichtingen over een eventueelen verkoop van het voet- oalveld van Quick Boys. De voorz. wensch- le hierover in openbare vergadering geen inlichtingen te geven, waarop de raad in geheime zitting ging. VRAGEN EN ANTWOORDEN. Vraag: Hoeveel en welke kunstmest te ge bruiken op 850 vierk. meter grond om aard appelen te telen? E. K. te A. a. d. R. Antwoord: Voor uw doel kunt u het best ge bruik maken van de z.g. korrelmest. Strooi per 100 vierk meter 8 Kg. A.S.F.-korrels (12x10x18) en spit deze mest onder. U kunt ook strooien op gaspit land en deze mest daarna ineggen of inharken. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Redactie onder motto „Tuinbouw". Opgeheven wegens gebrek aan actief: G. Gen tenaar, Alphen a. d. Rijn; J. Schouten, Leider. 16. De toovervisch had Dickie en Okkie nu dus, bij volle maan, wel vriendelijk te woord gestaan en zij hadden elk een wensch ge daan; maar zij moesten nog afwachten of die wenschen in vervul ling waren gegaan Zij waren daar, zooals je wel kunt begrijpen, erg nieuwsgierig naar en zij liepen den langen weg terug heel haastig en» vlug. Intusschen was de nacht alweer voorbij; het werd al licht; toen kwamen zij uit het 'cosoh en hadden een goed vèr-gezicht. „O, kijk eens wat zie ik daar?" riep Okkie toen ineens „daar staat mijn huisje, zoowaar! Kom, daar moeten wij dadelijk heen loopen!" Toen ging ook al het deurtje open en Ofckie's moeder stond op den dTempel te wulven zie maar eens, hoe hard Dlck en Okkie daar naar toe stuiven! 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 11