Binnenrukken Duitsche troepen in Oostenrijk - Terreinrit K.N.A.C. 79sfe Jasrgaiy LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Groote Avontuur w wm. TERREINRIT VAN DE K.N.A.C. (Snelheidswedstrijd voor auto's) op het circuit van de legerplaats OldeBroek. Met een gemiddelde van ruim 70 k.m. over heide-wegen. Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 36) De derde dag was een rustdag en Riefen- terg had zoo terloops laten hooren, dat hij een tocht zou maken. Voor de laatste maal "ebnilkte hy het avondmaal en waar schuwde den boy, dat hy den volgenden morgen niet wenschte te ontbyten. Daarna Slug hij op bed liggen en wachtte. Even na middernacht stond hij op. Gedurende een tijdje bleet hij roerloos by het venster staan en staarde naar buiten. Alles was lustig. Riefenberg opende toen de deur en verliet het huis. Hij had zijn regenjas aan- sedaan. zyn jachtgeweer hing over zijn schouder en op den arm droeg hij een deken. Hij liep tot bij de Itoeri, vond zyn prauw, stapte vlug in en voer naar zyn schuilplaats. Spoedig waren al de voorwer pen overgeladen. Toen roeide hy naar het midden van den stroom en gleed voort in de richting van de watervallen onder het vreemde, zilveren liöht van de maan. IN DEN GREEP VAN DE WILDERNIS. Zoo was dan in dezen wazigen maan nacht voor Rletenbeg het vreemde avon tuur aangevangen. Het eerste gedeelte va'i rijn ontvluchting scheen zoo gunstig mo- gelijk te verloopen, want hy beschikte nu "ver den verderen loop van den nacht en over een langen dag, alvorens Lebon eenl- gen argwaan zou koesteren. Als hij eenmaal veilig beneden de watervallen geraakte, had hij alle kans om aan een eventueele ach tervolging te ontsnappen. De prauw gleed langzaam met den stroom mee en de journalist bepaalde er zich toe haar in het midden van het water te houden. Ondertusschen luisterde hy naar de geluiden van de naohteiyke wil dernis: hy hoorde af en toe het gekraak van takken aan den oever, een zwaren plons in het water of het gesnuif van een dier. Toen hy na een tijdje het water hoorde murmelen, wist hy dat de versnellingen naby waren en naderde den linkeroever. Veilig geraakte hij voorby de gevaarhjke punten en weer zocht hij den weg op, dien hy den vorigen morgen had gevolgd. Hy hoorde reeds het verre lied van de groote watervallen. Het was nog volle nacht, toen Riefenberg aanlegde by den afgrond. Een licht mistwaas had zich over den stroom uitgestrekt en het wachten duurde Riefen berg lang. De punt van zyn prauw had hy op het droge gedeelte van de rotsen gezet, daarna was hij in het achtergedeelte gaan zitten en had zich in de deken gehuld. Hij vocht tegen den slaap, maar waagde het niet een oog dicht te doen, want het kwam hem voor, of hy af en toe schaduwen zag bewegen tusschen het oevergewas. Toen de eerste morgenschemering kwam opdagen, sprong hy op de rotsen, dompelde ziin hoofd in het water en gebruikte eenig voedsel. De jonge tropenzon kwam vlug te voorschijn en meteen was de beklemming an den dreigenden nacht geweken. Nu be gon voor Riefenberg een moeilijke arbeid. Hy ontlaadde de prauw en bracht de lading tot op den rand van den afgrond. Vervol gens sleurde hy de boot op het droge. Hij trok het zware touw door de opening, die hy een paar dagen te voren in het uiteinde van de prauw had geboord, legde er een stevi- gen knoop in en bevestigde daarop het andere eind aan een boomstam op den oever. Hy liet een eind vrij, voldoende om het vaartuig over den afgrond te laten hangen. Ten einde de boot niet te bescha digen, hakte hy een paar zware takken af en legde die er onderEven later ben gelde zyn boot over den rand van den af grond en stond het touw strak gespannen. Het zweet parelde Riefenberg op het voor hoofd van inspanningen van angst. Als het touw brakof de boomstam.was hy immers verloren. Voorzichtig, met één voet tegen den stam begon hy toe te geven en langzaam voelde hij hetvaartuig naar beneden glijden. Riefenberg boog zich over den afgrond en zag hoe de prauw veilig beneden op de rotsvlakte lag. Dat was een groote opluchting en even ging hy zitten uitblazen. Het was warm geworden en een vlekkeloos-blauwe hemel stond over het indrukwekkende landschap gespannen. Het kwam er nu op aan de kostbare la ding naar beneden te krijgen. Langs den woudkant bleek dit onmogelijk: er was niet de minst begaanbare opening te vinden. Riefenberg bond het uiteinde van het touw rond den boomstam en liet zich naar bene den glijden. Hij maakte het touw los van de prauw en klauterde met veel moeite weer naar boven. Gelukkig ontmoette hy af en toe een vooruitstekende rotspunt, waarop hij even kon uitusten. Met behulp van de deken geraakte daarna de lading eillg beneden. Daarmee was de eerste hin derpaal uit den weg geruimd. Riefenberg dacht even na, hoe hy zelf beneden zou komen. Het eenvoudigste was een laatste maal zelf van het touw gebruik te maken, maar dan zou dat daar blyven hangen als een tastbaar bewijs van zyn ontvluchting en den weg aanduiden, dien hij had gevolgd. Bovendien zou het touw hem nog heel wat diensten kunnen bewy- zen. Dus aarzelde hy niet langer en slinger de het in den afgrond. Even tuurde hy den stroom op. Zoo ver het oog reikte, tot bij de bocht, viel niets verdachts te. ontdekken. Hy greep zyn jachtgeweer en verdween in het woud. Nu zou hij aan den lyve ondervinden wat het beteekent zich een weg te banen door deze versperring van boomen. struiken en plan ten. Hy had nog geen honderd meter afge legd of reeds was zyn hemd aan flarden gescheurd. Hij was verplicht een natuur- lyke gleuf te volgen en voelde hoe hij zich verwyderde van den stroom. Hij keerde tenslotte op zijn schreden terug en liet zich langs pezige lianen naar beneden glyden. Toen hy weer vasten grond onder de voe ten voelde, bleef hy angstig staan. Vlak by hem weerklonk geknor en geritsel. Een dier sloeg op de vlucht. Takken en bladeren ver hinderden hem te zien met wat voor een wildernisbewoner hy te doen had. Op een gegeven oogenbllk bereikte hy aldus den rand van den afgrond. Hy zag zyn prauw liggen, maar was er nog een twintigtal meters van verwijderd. Zonder touw was het onmogelijk haar te bereiken en zoo kort van het doel was hy verplicht opnieuw in het woud te dringen. Toen hij eindelijk aan den voet van de helling stond, bemerkte hy, dat hy van-de rotsvlakte bij den afgrond was gescheiden door water Aarzelen hielp niet. Hy moest zoo spoedig mogeiyk uit dit gebied verdwynen en hy maakte al aanstalten in het water te stap pen. toen hij een groote donkere gedaante onder water zag naderen. Riefenberg -prong achteruit op het oogenblik, dat de staart van een krokodil door de lucht zwiepte. Toen pas ontdekte hij overal in dezen rustigen waterarm. donkere bonken, die even boven het water uitstaken. Het waren krokodillen. Het leek wel of het hier krioelde van deze monsters. Tot over maat van ramp zag hy nog, dat tijdens zijn daalparty talrijke van deze gevreesde die ren uit het water waren gekropen en met opengesperde muilen lagen te soezen op de heete rotsvlakte, waarop hy prauw en lading had neergelaten. Hy wist, dat kro kodillen laf en schuw waren, nam zyn ge weer en legde aan op een krokodil, die op een twintigtal meters afstand van hem lag, met den kop naar den oever gekeerd. De loop was gericht op de plaats, gelegen tusschen de twee boven het water uitste kende oogen. Op het oogenblik. dat het onraad vermoedende dier wou duiken, haalde hij den trekker over. Een metalen klank galmde over den stroom en werd door de hooge rotsen weerkaatst, Het ge troffen monster spartelde even boven de schuimende wateroppervlakte, die zich rood kleurde van het bloed, en zonk dadelijk. Oogenblikkelijk verdwenen de overige mon sters eveneens in de diepte Onder de kro kodillen, die op de rotsvlakte lagen, ont stond een ware paniek. De vervaarlijke muilen klapten dicht, de monsters renden op hun korte oooten naar hun element en lieten zich met onsierlijke plonsen in den sfroom vallen. Riefenberg schoot in hun richting, eenmaal, tweemaal. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). FEIJENOORD WERD KAMPIOEN VAN HAAR AFDEELING. De voetbalwedstrijd FeijenoordXerxes werd door Feijenoord met 31 gewonnen. Voor het Xerxes-doel. AUTO-ONGELUK TE SCHEVENINGEN. Na acht betonnen palen te hebben vernield, stortte de auto in een duinpan. De bestuurder werd ernstig gewond. DUITSCHE TROEPEN', DIE IN SALZBURG BIN NENRUKTEN, - werden door de bevolking toegejuicht. DUITSCHE TROEPEN TREKKEN OOSTENRIJK BINNEN. Het infanterie-regiment 61 marcheert onder den jubel der bevolking de Oostenrijksche grensstad Kufstein binnen. DUITSCHE LEGER-AUTO'S BRENGEN TROEPEN OVER DE OOSTENRIJKSCHE GRENS. DRAADLOOS OVERGEBRACHTE FOTO. DUITSCHE TROEPEN OVERSCHRIJDEN DE OOSTENRIJKSCHE GRENS. - Infanterie passeert de grens in het Oostenrijksche plaatsje Kiefersfelden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5