Bep vond handwerken
„afgrijselijk!"
/laar toen ze een lief kléin broertje had gekregen
Lees eens wat er toen
gebeurde.
„Heerlijk" zei Annie, Bep's beste vriendin,
en ze samen innig gearmd het school-
kaal binnenstapten.
„Heerlijk, het eerste uur handwerken!"
„Bah!" zei Bep, „hoe kun Je het zeggen!"
at akelig gepriegel met een stiknaadje
ooral keurig op de draad meisjes) en een
lnaadje, dat al pikzwart is vóór je er aan
igonnen bent! Nee hoor, ik vind het af-
iiselijk En Bep schudde woest haar bruinen
ngenskop en trok zoo'n verontwaardigd
zicht, dat Annie in lachen uitbarstte.
„Nou ja" zei ze, „die rolnaadjes en stik-
ladjes en zoompjes kun Je ook wel van
e cadeau krijgen
„Kregen we ze maar cadeau", meende Bep
n dan kant en klaar!"
..Maar wat ik zoo ftfn vind, dat is het
ijc handwerken als je klaar bent! Vind
mijn mutsje niet schattig worden?"
„O, jawel hoor" zei Bep goedig, want ze
leid erg veel van Annie, maar ln haar hart
leende ze het eigenlijk niet en vond ze het
'haakte mutsje, dat Annie voor haar kleine
isje maakte en waar ze aan werken mocht,
dkens als het naaiwerk af was, al net zoo'n
tgrijselijk „gehunnekepunnek" als de stik-
aadjes en de rolnaadjes.
„Bep is precies een jongen" zei moeder
Itijd „kon jij maar voetballen, hè kind?"
En Vader zei: „wacht maar, dat slaat nog-
sns plotseling om en dan wordt onze Bep-
ie een keurige jongedame, hè, robbedoes?"
„Mm.. zei Bep „dan kunt u lang
lachten
„Nu" zei Vader, „ik heb nog wel een beetje
eduld". Maar Moeder vond, dat het geduld
an alle menschen die ernaar verlangden,
at Bep een jongedame zou worden, wel èrg
P de proef gesteld werd.
Dat vond juffrouw Benbergen, de hand-
rerkonderwijzeres ook en ze keek altijd met
en diepe zucht schuins over haar bril naar
leo's groezeligen hamdiwerklap, de vaker
oder de bank lag dan er op en die er zoo
les uitzag of het heele lokaal ermee was
ifgestoft.
„Meisje, meisje, wanneer komt die lap nu
ens af!" klaagde „Bengeltje" dan en dat
ei ze vandaag ook weer, toen Bep het
iroezelige ding te voorschijn haalde.
De meeste meisjes vonden het altijd een
ezellig oogenblikje, dat uitpakken van de
andwerkmandjes. „Bengeltje" kwam dan
ond om te kijken, hoe ver ieder gekomen
'as. hier prijzend, daar het hoofd schud
dend om die „koelen van steken", ginds
ven een beetje op weg helpend. De nieuwe
sak werd opgegeven en de meisjes gingen
oeest ijverig aan den slag, want als de taak
il was, mochten ze meestal nog eventjes
doorgaan aan een eigen handwerkje, dat ze
'dl zich hadden. De eenige, die geen kleurig
lutsje of manteltje, geen boekomslag of
oils geen leeswijzer bij zich had, was Bep.
Want ze kon er eenvoudig maar niet toeko
men, ijverig door te werken! Telkens dwaal
den haar oogen af naar buiten.Nu ook
weer,Hè, wat is het toch verrukkelijk
weer!" zuchtte Bep. „Kijk nu toch, die
blauwe lucht. Leuk, boven dat knalroode
dak! O, kijk, daar komt notabene een man
het dak op, eenig! Zeker een schoorsteen
veger! O nee, hij morrelt aan wat pannen,
kijk, wat doet ie nou?"
En Bep boog zich zóóver voorover dat
haar handwerklap wéér op den grond viel.
„Bep!"
„Ja, juf!" met een schok zat ze rechtop.
„Nu is het uit met jou, hoor! Ga maar in
den hoek staan en schrijf thuis vijftig maal
„in de handwerkklas wordt gehandwerkt".
En het rolnaadje maak je dan ook thuis
maar af".
Bep gehoorzaamde, wel wat uit het veld
geslagen. Die „Bengeltje", die ineens zóó uit
d'r slof schoot! Maar ach, dacht Bep, terwijl
ze in den hoek stond, het was toch ook
zoo'n aardig, lief mensch eigenlijk: altijd
klaar om iedereen te helpen met haar
handwerkjes! Was het dan voor „Bengeltje"
eigenlijk niet verdrietig, dat Bep zoo meer
dan slecht haar handwerk deed? „Ja" dacht
Bep en voor de zooveelste maal nam ze zich
stellig voor, haar leven te beteren!
Om vier uur want Bep woonde een
eindje bulten de stad en was dus om twaalf
uur overgebleven wachtte Bep een verras
sing.
Want wie stond daar voor de school, toen
Annie en zij de deur uit stormden?
„Vader!" riep Bep verbaasd en opeens
vloog ze wild om Vader s hals.
„Wat leuk. dat u me komt halen! Wat
eenig! hoe komt dat zoo?"
„Dag Beppekind, dag Annie. Kom eens
kalm naast me loopen, dan zal ik je het
groote nieuws vertellen".
„Eenig!zei Bep en ze stak haar arm door
dien van Vader
„Raden kun je het natuurlijk heelemaal
niet" zei deze
„We gaan uit eten en nu komt u me
halen
„Ja" zei Vader, „we eten vanmiddag bij
tante Mies. Leuk?"
„O. dol verrukkelijk! Maar waarom zoo
opeens? Is er een reden voor?"
„Er is een heel heerlijke reden. Je hebt
vanmiddag om twaalf uur een lief klein
broertje gekregen. Dus begrijp je dat het in
huis erg stil moet zijn".
,Pzei Bep. „owat heerlijk!" En
ze zuchtte eens heel diep en keek Vader
stralend aan.
En toen waren de vragen niet van de
lucht, van Bep en Annie beiden.
Of het broertje blond was. of het al kon
lachen, hoe het heette en nog veel véél
meer! En toen Vader beloofde, dat ze het
in het voorbijgaan heel. héél eventjes
mochten zien was Bep bijna niet meer te
houden. Het liefst was ze hard vooruitge-
hold. En Annie zei: „Ik maak een mutsje
voor je broertje, hoor. omdat jij hand
werken zoo afgrijselijk vindt. Een roze
jongensmutsje met een pluimpje!"
Bep zat 's avonds in tante Mies' gezellige
huiskamer aan een klein tafeltje haar
strafregels te pennen en er tusschendoor
honderduit te babbelen.
„O. Tante, hij ls zoo lief. Hij heeft zulke
schattige kleine oortjes en vingertjes en
teentjes En zulk schattig pluishaar op
zijn koppetje. Vindt u de wieg niet beeldig.
TantHè. nou had ik haa3t geschreven:
„in de wieg wordt gehandwerkt". Pff. wat
veel hè. vijftig regels!"
„Nu maar even opschieten en niet pra
ten" zei Tante.
Maar eventjes lapter begon Bep toch
weer „Tante. Annde maakt een mutsje voor
Om vier uur zat Bep nog te zwoegen.